Translate

zondag 31 juli 2022

De zomer is ook van ons

We dobberden laatst in zee toen ik een oude man in een lange, strakke onderbroek te water zag gaan. Hij was grijs, grauw en bleek (de man); qua leeftijd waarschijnlijk rond de tachtig. Zij lange, grijze onderbroek begon ruim boven zijn navel en eindigde met grijze banden onder zijn hielen. Hij was een Spanjaard en een goede zwemmer, dook  zelfverzekerd het lauwwarme water van de Middellandse Zee in. Ik volgde hem enige tijd met mijn ogen. Hij genoot van de zwempartij. Nooit hoefde hij zijn grote onderbroek op te halen; die zat hem kennelijk als gegoten. Als een zeemeerman. 

De grote vakantie brak hier los, alle vakantiehuizen in de straat zijn bezet. Alle Spaanse buren zijn er: Jésus (alias ‘Franco’, hij lijkt op de oud-generaal maar is vele malen aardiger!), ‘de Arbeiders’ (de luidruchtigste familie van de straat), Villa Alvaro, Juan & Carmen en hun vier generaties onder één dak, de Tesla, het Nieuwe Zwembad, de Madrilenen1 en -2, Carlos de taxichauffeur, de Klussers (Pepe & Lola), Antonio de Meloenenman, de Advocate, de Verpleegster (Marisa), de Psychiater en de Consum-mevroi. Velen van hen kennen we bij de voornaam maar achter de schermen blijft hun bijnaam favoriet. Voor het eerst zijn er veel baby´s bij de grootouders, menigeen is een huilbaby maar dat is begrijpelijk met deze hitte. De meesten komen uit de stad Madrid, de rest uit de provincie Murcia. In de zomer vertienvoudigt onze woonwijk qua ingezetenen en dat merk je!

Het Spaanse Ministerie van Gelijkheid lanceerde net voor het begin van de drukste vakantiemaand (augustus) een campagne die tot veel reuring en polemiek leidde. De tekst luidt `De zomer is ook van ons. Je ziet vijf vrouwen op het zandstrand liggen, zitten en staan. De ene heeft okselhaar, de andere is een oudere vrouw met blote borsten, eentje heeft paars-blauw haar. De andere twee zijn volslank, eentje van kleur en de ander met een bovenarm vol tatoeages. Die illustratie kostte €84.000, naar verluidt. Daarvoor had ik zelf iets interessanters kunnen maken maar mijn grootste vraag is waarom deze campagne überhaupt startte. Kennelijk krijgen vrouwen met afwijkend uiterlijk aan Spaanse stranden veel te verduren van machos. Dat is uiterst kwalijk maar een overheidscampagne als deze gaat daar niet veel (niets?) aan veranderen, vrees ik. 

Er wordt inderdaad met twee maten gemeten als het om badgasten gaat. Je ziet op een gemiddeld Spaans strand ontelbare mannen met uitgezakte lichamen in te kleine (of een enkele keer te grote!) zwembroeken. Ik neem aan dat dit soort mannen geen opmerkingen van vrouwen naar hun hoofd krijgen. Misschien dat sommige badgasten erover praten met elkaar maar tot veel publieke ophef zal dat niet leiden. Dat geldt helaas niet voor vrouwen. Zij moeten overal en te allen tijde voldoen aan het schoonheidsideaal. Zij die daaraan geen boodschap hebben, zijn  wie ze zijn en doen wat ze willen, krijgen van alles naar hun hoofd geslingerend. Dus ik begrijp de gedachte achter de campagne maar twijfel aan de actie en vooral aan de vorm. Het plaatje en het bijbehorende verhaal haalde zelfs de Sydney Morning Harald en de Jakarta Post. Er zijn hier overigens wel steeds meer  vrouwen op het strand met blote borsten. Dat was vorig jaar al een trend en die zette door. 

Hoezeer ik de huidige regering van Pedro Sánchez (PSOE) ook kan waarderen en hoezeer ik het aantal vrouwen in zijn kabinet toejuich, ik vind niet dat de overheid aan dit soort kwesties gemeenschapsgeld moet besteden. Het zal de gelijkheid tussen mannen en vrouwen namelijk niet bevorderen. In tegendeel. De rechtste oppositie putte zich uit in beschimpingen over de actie maar dat weten we inmiddels van de PP en Vox. 

Alsof alle ophef in het land en de rest van de wereld niet genoeg was, tekende de vrouw links op de illustratie, een Britse vrouw die model stond, ook nog bezwaar aan want ze gaf geen toestemming voor publicatie. Het nare is bovendien dat deze vrouw een beenprothese heeft in het echte leven maar die werd voor de schone kunst weggemoffeld. (Op de foto van haar die als voorbeeld diende, heeft ze geen okselhaar.) Inmiddels meldde een tweede klaagster zich: de zwarte vrouw rechts. Ook een Brits model dat geen toestemming gaf. Voor het gebruikte lettertype vroeg men evenmin toestemming. Het bureau dat de illustratie maakte, Arte Mapache, heeft veel uit te leggen!

Mijn liefje en ik maken ook weleens een grapje onderling over grote vrouwen in kleine bikini´s. Niet om de dames op hun plaats te zetten maar uit verbazing dat er zulke grote maten beschikbaar zijn in dit soort klein textiel... Viriel ogende mannen zijn er hier ook in overvloed. De meesten met piepkleine sportzwembroeken. Ze ontsnappen niet aan onze blikken. De zomer is ook dé tijd van gluren naar de buren. Maar zonder commentaar, s.v.p. Mijn liefje draagt badpakken, zo lang als ik haar ken (33 jaar). Zelf droeg ik in de eerste jaren van onze relatie alleen bikinibroekjes. Ietjse later begon ik ook zwempakken te dragen. Weer ouder, schakelde ik over op zwempakjes, een losse broek met een separaat zwemshirt dat mijn hele bovenlichaam bedekte. Iedereen moet kunnen dragen wat hij of zij wil. De zomer is immers van iedereen.    

Over blote zwemmers gesproken, wij verorberden hier laatst een Hollandse haring en die was heerlijk. Dat is een van de weinige dingen die we missen in het nieuwe Vaderland. Maar toch smaakte die anders dan voorheen. Dat zit zo.

Even daarvoor vertelden onze overburen uit Madrid, Guillermo en María Victoria dat ze bij supermarkt Mercadona verse vis hadden gekocht waarmee het grondig mis bleek te zijn. In hun eerste woonplaats kopen zij altijd vis in bevroren toestand. Als je zover van de kust woont, vind ik dat heel logisch. Doorgaans doet ze dat hier ook. Maar nu deden ze dat een keertje anders. In de soort platvis die ze kozen en die ze ter plekke lieten schoonmaken, bleek een worm (parasiet) te zitten. Toen ze ons het verhaal vertelden, viel het woord ‘anisakis’ en dat konden we geen van beiden direct plaatsen. Google moest eraan te pas komen. Het blijkt te gaan om een wormensoort die in verse vis voorkomt en de gezondheid van mensen kan schaden. De haring heeft zijn eigen variant: de haringworm. De parasiet ziet eruit als een kleine glasaal. 

De cyclus begint met uitwerpselen van zeezoogdieren (walvissen, dolfijnen, zeehonden) en grote vissen, waarin onbevruchte eitjes zitten. Die komen in het zeewater terecht en uit die eitjes komen larven voort. Die gaan ronddobberen in zee en worden gegeten door schaaldieren. Die dieren worden op hun beurt verzwolgen door grotere vissen als haring, inktvis, makreel, sardine, ansjovis, boqueron (sprot), tonijn en vele andere vissoorten. Na de dood migreren de geïnfecteerde larven naar het spierweefsel van het dier dat opat. En die worden tenslotte gevangen voor menselijke consumptie. Als mensen rauwe of onderkookte vis eten met deze parasiet erin, worden ze ziek. Je kunt dus beter geen rauwe of onvoldoende verhitte vis eten die niet eerder is ingevroren. Dat is extra jammer voor de sushi- en sashimiliefhebbers. Vis moet tenminste 24 uur bij -20 graden worden ingevroren vóór consumptie. Maar hoe weet je dat?

Daar zat ik met mijn haring, doorgaans een absolute lekkernij. Na de ontdekking van de anisakis proefde die toch ietsje minder goed... Microplastic, zware metalen, wormen. Hoe moet het dan voortaan met de verse sardientjes op de grill? Tja.


P.S. De foto in de kop van mijn blog is van de Spaanse natuurfotograaf Felipe Foncueva Rodriguez.


 

woensdag 27 juli 2022

Kiss a fish and make a wish

Wij luidden deze Week van de Koraalriffen goed in! Om 9:05 uur reden we van huis, met 28 graden Celsius op de thermometer. Het was windstil bij aankomst in Cabo de Palos, Murcia. Oh-oh... We waren de hitte thuis (Valencia) juist ontvlucht en naar de doorgaans koelere kaap gereden. We konden parkeren aan de baai dus dat scheelde slepen met strandspullen. We namen ons voor de heetste dag van juli (misschien wel tot nu toe) daar door te brengen. Achterin de auto lagen de strandstoelen, UV-parasol, badhanddoeken, snorkelspullen, een nieuw inklapbaar strandtafeltje en een koelrugzak. Die kreeg mijn liefje vorig jaar voor haar verjaardag en was voor het eerst gevuld met tapas en drank.

Mijn liefje dronk een kopje koffie bij de lokale Chiringuito (el Faro, de vuurtoren) zelf had ik geen zin de vele trappen nogmaals te begaan na al het  gesleep. Ik werd door haar op het strand bediend. We installeerden ons aan de voet van de vuurtoren. Die laat zijn licht schijnen over de Playa de la Cala Fria; het strand van de koude baai. Die baai lag er maagdelijk bij al zag ik in de verte boeien die er voorheen niet waren. Mijn liefje las daarover na thuiskomst een artikel in La Verdad en maakte mij erop attent. De autonome regio Murcia installeerde recent 39 boeien in dit mariene park. Cabo de Palos is een van de Natura2000-gebieden van Spanje. De rode boeien geven de plekken aan waar kan worden gedoken (individueel en in groepsverband), alleen bij de witte boeien mogen pleziervaartuigen voortaan nog afmeren. Spanje gaat dit jaar voor het eerst booteigenaren beboeten als ze hun ankers uitgooien in zeegrasweiden (Posidonia oceanica). Die onderzeese grasvelden moeten te allen tijde worden beschermd. 

Weldra stak er een verkwikkend windje op. Heerlijk! Die wakkerde dermate aan dat menig parasol kapotging en losliggende hoeden en petten in het water belandden. Langzaam vulde de baai zich met snorkelaars, duikers en strandgasten. Er kwamen ontelbare Easybreath-maskers uit strandtassen tevoorschijn, voor groot en klein; zelfs voor de allerkleinsten. Mijn liefje heeft er ook een. Aanvankelijk vond ik het niets maar nu draag ik het masker af en toe als zij niet te water gaat. Tribord, het Franse watersportbedrijf dat onderdeel is van Décathlon, vond dit gezichtsmasker uit in 2014. Het ontwerp legde het bedrijf geen windeieren al wordt het inmiddels door veel anderen nagemaakt. Er is nu ook een GoPro-houder verkrijgbaar die eenvoudig bovenop de snorkel kan worden gemonteerd. Dat ga ik uitproberen. 

Er stond een tent op het strand waarin twee jonge Spanjaarden instructies voor hun privéduikles kregen. Hij was groot en sterk, zij klein en iel. Wel een pittige tante, zo te horen. En ze rookte. Haar vriend hielp bij het aan- en uittrekken van haar strakke neopreen duikpak, de leraar hielp bij het aan de schouders hangen en verwijderen van de duikfles. Wat een gedoe... Wil je autonoom zijn onder water, ben je boven water van anderen afhankelijk. Tja. Geen idee of zij daar als beginnende duikers veel meer zagen dan ik, ervaren snorkelaar. (Op termijn wel.) 

Het zeewater was daar koeler dan in de Middellandse Zee maar kippenvel kreeg ik er niet van. Ik snorkelde op mijn gemak naar het meditatiehoekje, El Rincón de la Meditación. (Aan de kant van de vuurtoren.) Ik ben altijd blij als ik daar het vele zeegras weer naar mij zie wuiven onder water. Het groeit slechts 1cm per jaar (ofwel een meter per eeuw) dus als je zo´n uitgestrekt grasveld ziet, weet je dat het honderden jaren oud is en toon je je respect. Er zijn weiden in en rond de Middellandse Zee die daar al langer staan dan 4.000 jaar. Duizend soorten zeedieren en andere waterplanten zijn afhankelijk van dit gras dus het moet terecht worden gekoesterd. Posidonia bloeit ook maar niet elk jaar. De harige, bruine bolletjes die je vanaf september (tot november) op de stranden vindt, worden ‘aceitunas de mar’ genoemd, zee-olijven. 

Snorkelen was er als vanouds. Klotsend water tegen de rotsen, kleine en grote vissen - individueel en in scholen, slechts één rode zeeananemoon (alias de zeetomaat), rotsen met wuivende witte neteldieren; alleen in poliepstatus, de zogenaamde hydroïdpoliepen. (Ze zien er uit als witte kerstbomen.) Er was geen kwal te bekennen. Waarschijnlijk is het zeewater nu al te warm voor deze diersoort. De Spaanse weerdienst AEMET mat dat de temperatuur van de Middellandse Zee op dit moment al 5 graden hoger ligt dan normaal. Het kan betekenen dat er in augustus boven land al hevige regenbuien gaan ontstaan. (Nu zeg ik: laat maar komen...) Daarna snorkelde ik van de linker- naar de rechterkant van de baai. De diepte van die oversteek is vijf à zes meter. Het water was kraakhelder, er was ver zicht. Daar is een grot waar ik eerder een inktvis zag. Nu niet. 

Na een uurtje of anderhalf werd het tijd om weer aan wal te kruipen. Mijn liefje liep mij bij de branding tegemoet. Ze is gewend om in dit soort situatie een soort onbestorven weduwe te zijn. Ze zei bij die gelegenheid wel dat, als ik ver weg zwem, er een soort identificatiedobber achter mij aan zou moeten drijven zodat derden (en zij) kunnen zien waar ik vertoef. Er waren die dag vier snorkelcollega´s met zo´n opblaashond achter zich aan. Er zijn oranje boeien te koop die aan het wateroppervlakte blijven drijven en zo aangeven dat er een snorkelaar of duiker in de buurt is. Ik vind dat onnodig. Ik draag kanariegele flippers, een roze snorkelset en altijd een veelkleurig zwempak. Boten mogen überhaupt niet voorbij de gele boei varen en langs de rotsen komen ze evenmin.   

We lunchtten samen op het strand, voor het eerst sinds misschien wel tien jaar. We gaan dagelijks naar zee maar nemen nooit stoelen of een parasol mee; laat staan een tafeltje en een koeltas. Mijn liefje bereidde voor vertrek een heerlijke omelet en we namen Engelse worstjes mee voor op de boterham. Flesjes ijskoud bier voor haar (de koeltas doet het uitstekend) en water voor mij voor erbij. En een bakje kersen als toetje. Zo´n uitstapje is voor herhaling vatbaar, vooral  tijdens loeihete dagen. 

Het jochie dat naast ons op het strand zat, Luca (4), ging snorkelen met zijn ouders. Met mini-flippers, snorkel en een emmer met gaatjesdeksel was hij volledig uitgerust voor zijn maritieme onderzoek. Hij kwam terug met een fraaie zee-egel. Dat doet hij altijd, volgens zijn moeder. Ga je het dier opeten? vroeg ik hem. Er zijn namelijk mensen die dit een culinaire lekkernij vinden, net als kaviaar. En dat terwijl deze egel bepaald niet zeldzaam is. Sterker: in Cabo de Palos zag ik er nu meer dan ooit. De soort die daar voorkomt heet Paracentrotus lividus (alias de zeekastanje) en heeft een donkerpaarse, zwarte kleur. Zee-egels zijn planteneters en begrazen de riffen; ze eten algen dus hun verschijning is een goed teken. 

Zelf bestelde ik ooit zee-egel in een Chileens visrestaurant in Viña del Mar (2015). Op de kaart werd het van harte aanbevolen en aangezien ik als foodie open sta voor nieuwe ervaringen, bestelde ik een portie. Er verscheen een heel mooi bordje met oranjerode kwabben in een jus. Te eten met mes en vork. Je moest het gerecht als steak tartare zelf opleuken aan tafel. Het rook erg onaangenaam... Ik proefde een hapje van het vruchtvlees en vond het ronduit smerig. Nee, ook Luca at het dier niet. Hij bestudeerde deze stekelhuidige aandachtig en bracht het daarna terug naar zee. Jong geleerd, is oud gedaan!   

Op de terugweg was het, ter hoogte van de plaats Balsicas, 43 graden op de buitenthermometer van de auto. Nooit eerder vertoond. Inmiddels overleden 1.823 mensen in Spanje in de maand juli aan de hitte. Ook een record. We kwamen in een koel thuis, zonder airco maar wel met de rolluiken gesloten. Dat werkte. Wat ik mijzelf die dag toewenste? Als je je wensen verklapt, komen ze niet uit.


zondag 24 juli 2022

Kleine zusters van de armen

Vandaag wordt wereldwijd de dag van de Ouderen gevierd. Die noemt men hier ‘El Dia Mundial de los Ancianos’. Het toeval wil dat het vandaag ook op de kop af 33 jaar en 5 maanden geleden is dat mijn liefje en ik elkaar ontmoetten. (Maakt dat ons ‘kleine of grote zusters’?) Het gaat niet altijd over rozen, maar we staan maandelijks stil bij die gelegenheid, als de bui ernaar is. Dat was trouwens ook de eerste dag van de oorlog in Oekraïne maar dat is voor menigeen al geen hot news meer helaas....

Onder onze ruitenwisser troffen we laatst een folder aan van Las Hermanitas de los Pobres, de kleine zusters van de armen. Daarin las ik dat het een congregatie is die voortkwam uit de inzet van een geboren weldoenster: Juana Jugan. Ik had nog nooit van deze dag, deze organisatie en deze vrouw gehoord. 

Juana/Jeanne (uit 1792) blijkt een Bretonse van bescheiden afkomst; haar vader was zeeman -die op een dag niet terugkeerde van zee-, haar moeder huisvrouw. Als jong meisje was ze herderin; ze kon nauwelijks lezen en schrijven maar wel goed haken en breien. Deze dochter, een van acht kinderen, wilde al op jonge leeftijd bruid van God worden en haar leven als zuster geheel wijden aan de zorg voor arme ouderen. Er kwamen jongemannen aan de deur die om haar hand vroegen maar zij was niet geïnteresseerd. Ze wilde alleen goeddoen. JJ werd 86 jaar. Door de paus werd ze later heiligverklaard. Daarna wordt ze bekend als de Heilige Zuster Maria van het Kruis. In de folder wordt om een donatie gevraagd maar daar doen we niet aan mee. Ons belangrijkste goede doel ligt al 14 jaar in Noord-Bali. Daar haalden we destijds een gezin uit de armoede en dat doen we nog steeds. (Maar daarover gaat het nu niet.) 

Tijdens de pandemie overleden ruim 260.000 oudjes aan corona in Spaase bejaarden- en verzorgingstehuizen, volgens het Ministerie van Volksgezondheid. De afgelopen week overleden in Spanje 87 oudjes aan corona volgens IMERSO, de nationale organisatie voor de Ouderenzorg. Vóór de coronapandemie stond de katholieke hulporganisatie ‘Cáritas’ elke zomerdag met vrijwilligers op de parkeerplaats langs ons strand. Als je het terrein opreed, vroegen ze om een kleine bijdrage die we hen nooit weigerden. Deze zomer schitteren ze door afwezigheid. Dat geldt niet voor de armoede in dit land... Meer dan een kwart van de Spanjaarden leeft in armoede of loopt het risico op korte termijn in armoede terecht te komen. De hoge energie- en voedselprijzen en de huidige inflatie maken het er niet beter op. 

Aan onze stranden staan dit jaar wel SOS-hokjes waarin de strandwachten vertoeven. Het is een eenvoudige cabine met een solarium er bovenop. Beneden bewaren ze medicijnen voor de eerste hulp en hulpmiddelen als een brancard. Boven wappert de vlag van de dag en heeft men extra goed zicht. Aangezien de hittegolven blijven binnenrollen, is hun cabine inmiddels uitgerust met airco. De laatste ontwikkeling, die afgelopen week plaatsvond, was het aanbrengen van zonnepanelen op het dak zodat men eigen energie kan opwekken. Slim. Als het daar niet lukt, waar dan wel?! Zout en zand zijn echter niet bevorderlijk voor een langdurig goede werking... 

Wij schakelden zelf ook de airco voor de nacht in maar het apparaat dat de slaapkamer van koelte moet voorzien, hield er onlangs mee op. Het ding is nog maar vier jaar oud maar stopte met functioneren. Ik werd wakker van het gebrek aan koeling, dreef weg tussen de  lakens. Er werd alleen nog (warme) lucht verplaatst. Wij hebben airco met zogenaamde invertertechnologie. Daarmee wordt de compressor werkend gehouden; al naar gelang de omstandigheid met meer of minder vermogen. Die technologie voorkomt dat de airco uitschakelt zodra de ingestelde temperatuur wordt bereikt en weer aangaat nadat de temperatuur enkele graden is gestegen. De temperatuur blijft zo gelijkmatiger. Dat is efficiënter en je bespaart bovendien energie. We gebruiken de airco doorgaans alleen in de hete (en rumoerige) augustusnachten maar vanwege de vroege hittegolven begonnen we daar vorige week al mee. 

De volgende ochtend belde ik een technicus die we van een eerdere reparatie in huis kennen. Hij heet Vasi, is een Bulgaar en verdient als zzp'er een dik belegde boterham aan de installatie, het onderhoud en de reparatie van huishoudelijk witgoed. We zagen zijn bedrijfsauto in de loop der tijd groter en nieuwer worden. Het is hem van harte gegund. Een goede handwerkman is zijn gewicht in goud waard. 

Zijn telefoonnummer was gelukkig nog in gebruik, onze koelteconsulent kon diezelfde dag  langskomen voor inspectie (al zei hij het beredruk te hebben). We hoopten dat het probleem met aanvulling van een beetje gas zou zijn opgelost. Vasi resette de airco maar constateerde vervolgens dat de buitenunit niet aansloeg. Foute boel! De compressor was dood. Dat is de pomp die het koelmiddel circuleert in het systeem. De kosten van reparatie van een compressor kunnen oplopen tot €1.000; dat is duurder dan een nieuwe airco. Kan dat niet anders?! Onze reparateur stond erbij en keek ernaar. Er zit standaard twee jaar garantie op een airco dus reclameren bij de winkel had geen zin, al bleef ons apparaat tenminste zes jaar onder de gemiddelde levensduur.   

We hebben de pech dat onze buitenunit hoog aan de noordkant van het huis hangt. Het ding vangt daar veel zout en zand; die combi is funest voor electronische apparatuur. Een hoes over de unit is een uitkomst maar we moeten dan telkens voor het gebruik het dak op. Geen optie. Vroeger zeiden we dat wonen op een golfbaan uitdagend was vanwege rondvliegende ballen en het luidruchtige baanonderhoud. Wonen aan zee heeft ook z´n nadelen. 

Illustratie: Jip van den Toorn
(voor de Volkskrant)
We betalen ons nog eens arm aan die koelkrengen! Hittegolven gaan niet meer weg uit ons leven. Leven in Spanje zonder airco is ondoenlijk in de zomer, zeker met dit soort vroege golven. Er werd dus een nieuw apparaat besteld. We hadden mazzel: de installatie vond vijf dagen eerder plaats dan voorzien. Of liever gezegd: vijf slapeloze nachter eerder. Vasi belde ons de dag na het consult. Er viel een geplande installatie uit bij Britten en hij stelde voor die plaatsvervangend bij ons te doen. Joehoe! We zijn blij met zo´n meedenkende installateur.

Het geïnstalleerde apparaat heeft voldoende potentie zodat we, als we willen, ook de woonkamer (mee) kunnen afkoelen. Voorlopig staan de ramen en deuren overdag nog open maar morgen even niet. Dan wordt het hier 38 graden Celsius. Wij gaan lekker snorkelen in de wateren van het frissere Cabo de Palos (Murcia). Voordat we als oudjes een zachte dood smelten. Dat advies kregen we van onze  hittecoach (Youp)!


dinsdag 19 juli 2022

Een hittepluim

Je zou niet zeggen dat we op de blauwe planeet wonen. De wereldbol slaat momenteel rood uit. Branden verwoesten al tienduizenden hectaren in Spanje en minstens zoveel in andere zuid-Europese landen. Een aantal daarvan krijgt de lokale brandweer maar niet onder controle. Afgelopen week was het al zinderend warm in Spanje en deze week wordt het nóg heter. Bij het opstaan ligt de temperatuur hier al ver  boven 20 graden Celsius. Een aantal van onze Spaanse buren zit tot ver na middernacht op straat, met stoeltjes en tafeltjes, te praten. Mijn liefje en ik vragen ons af waar dit heen moet met deze zomer... Wij kunnen  tegen hitte maar die begon wel erg vroeg dit seizoen. In Spanje overleden sinds 10 juli 360 personen aan de gevolgen van deze tweede hittegolf. In juni stierf een recordaantal van 830 personen aan dezelfde gevolgen. 

15 juli jongstleden was de piekdag, met 123 doden op één dag. In een Madrileense wijk stortte een gemeentelijke schoonmaker op straat in terwijl hij aan het werk was. Het was 17.30 uur en de thermometer schommelde rond de 40 graden. Bij aankomst van de hulpdiensten was de lichaamstemperatuur van de 60-jarige man opgelopen tot 41.6 graden Celsius. Niet veel later overleed hij aan een hitteberoerte.

Voor onze provincie, Alicante, berekende de Spaanse weerdienst AEMET dat er in deze maand juli tot nu toe sprake is van een gemiddelde temperatuur van 35.3 graden Celsius. Dat is vijf graden hoger dan het gemiddelde van deze zomermaand, gemeten in de jaren sinds 1950. Het aparte is wel dat het in Ceuta, een van de twee overzeese Spaanse gebieden in Marokko, momenteel juist 2.2 graden Celsius koeler is dan gemiddeld (26.5 graden). De verwachting is dat er de komende dagen weer hitterecords worden gebroken. Ook in het noordwesten van Europa. 

Momenteel is sprake van een Spaanse pluim van hitte die richting noordwest-Europa beweegt. Het is niet voor het eerst dat zo’n ‘penacho ibérico’ optreedt. Warme lucht van hier vormt een soort warmtedeken over koelere luchtlagen noordwaarts waardoor zeer broeierig weer ontstaat. Wij zouden over twee weken op vakantie gaan in eigen land, richting het noorden. Onze vakantiebestemming zou in de provincie Aragon liggen waar momenteel exceptionele temperaturen van 40-plus heersen; en die blijven stijgen. In Teruel, Lérida en Huesca, drie van de  bestemminingen, is het deze maand gemiddeld 5.3%, 4% en 4.2% graden heter dan normaal. Dat klinkt wellicht weinig maar dat is het bepaald niet. En er woeden nu bosbranden in Aragon. We namen daarom de beslissing, met pijn in ons reizigershart, de aanstaande trip te annuleren. 

Hier aan de kust smelten we nu af en toe al in ons relatief koele huis, laat staan dat we gaan rondreizen in het binnenland van deze provincie. Dan wil je dingen zien en doen buitenshuis. We moeten ons buigen naar de omstandigheden en die zijn niet gunstig voor zo’n actieve vakantie (al hadden alle hotels zwembaden). Aragon is een boeiende Spaanse provincie met overweldigende natuur, historische plekken, verlaten dorpen, een interessante geschiedenis ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog, heel veel dinosaurus- en fossielvindplaatsen (de beste plek in het land!), vindplaats van diverse soorten gieren, bergkammen waar je “U” tegen zegt (ze worden de Chinese muur van Europa genoemd), culinaire hotspots, treinreizen op hoogte en middeleeuwse cultuur. We houden het tegoed. De reistassen gaan terug naar de berging. 

De Algemene Directie Civiele Bescherming en Noodsituaties van het Spaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken raadt eenieder tijdens deze hittegolf aan langdurige lichamelijke inspanning midden op de dag te vermijden en buitenshuis vooral lichtgekleurde kleding te dragen. Nou, vertel dat maar aan de Directie van de Tour de France! 

De renners hebben ook veel last van deze hittepluim. Ze rijden dagelijks honderden kilometers over bergen en door dalen bij 35 en soms 40 graden Celsius. Asfalt kan 60 graden Celsius worden en moet door de brandweer worden afgekoeld om plakkende fietsbanden te voorkomen. Sporters dragen koelvesten voor en na de race, en panty’s met ijsblokjes tijdens de etappe. Gekkenwerk! Een deskundige tv-commentator vertelde dat hij nog nooit, zelfs niet in Colombia, deze verschroeiende hitte tijdens een wielerevenement meemaakte. Ik hoorde ook dat een gemiddelde fietser onder deze omstandigheden de inhoud van 100 bidons water per dag wegwerkt; grotendeels als drank maar ook als opfrissing van hoofd en ledematen. Het is de kunst om goed te drinken, niet teveel maar zeker niet te weinig; en niet alleen water. Een lastige balans. 

De meerderheid van die bidons wordt aan de kant van de weg geslingerd, heel soms zie je renners hun lege bidon bij een teamleider in een meerijdende wagen inleveren. Als je je dan realiseert dat er 176 renners drie weken lang meedoen aan deze Ronde dan kun je je de berg plastic afval voorstellen. Tja. 24 juli aanstaande begint de ‘Tour des Femmes’, de Ronde van Frankrijk voor vrouwen. Die wedstrijd keert na 33 jaar terug op het mondiale sporttoneel. Die ronde is 1.000km lang en speelt zich voornamelijk in het noorden af. De vrouwen hebben een eigen bidonontwerp. De Nederlandse Marianne Vos en Annemiek van Vleuten zijn favoriet voor de titel. 

Terwijl we ontspannen op de bank tv zaten te kijken, merkte mijn liefje op, met uitgestrekte graanvelden zover het oog reikte, dat Frankrijk wel heel veel graan verbouwt. Inderdaad, het is de grootste producent van Europa. De lokale productie per persoon (812kg) ligt zelfs hoger dan die van de Russische Federatie, nummer 4 producent ter wereld (801kg). (Duitsland produceert ook flink.) Dat de prijs van dit product zo sterk steeg na de uitbraak van de oorlog in Oekraïne, lijkt ons dan ook onterecht. We missen sommige producten in de supermarkt. 

Ook Engeland en Nederland krijgen deze dagen meer hitte dan gewoonlijk te verduren, ook voor die landen is een hittegolf voorspeld. Ten noorden van Londen zal het meer dan 40 graden Celsius worden. Dat is slecht nieuws voor de voetballende vrouwen op het EK. 

In Nederland wordt vandaag de eerste dag van de Vierdaagse van Nijmegen geschrapt vanwege de hitte; een historisch besluit. Dit wereldberoemde wandelevenement lag twee jaar stil vanwege de coronapandemie. Wandelaars stonden te popelen om weer met elkaar op pad te gaan. Maar wandelen mag dit jaar pas vanaf morgen. Het wordt dus de Driedaagse van Nijmegen. Gisteren trad het Nationaal Hitteplan in Nederland in werking en er gelden smogwaarschuwingen. 

Ik ben blij dat mijn oude moeder deze extreme omstandigheden niet meer hoeft mee te maken. Zij kon zó slecht tegen warmte, ze zat al te puffen bij een simpele graad verhoging. Ons lichaam is inmiddels het een en ander gewend na jaren in tropische en subtropische landen te hebben geleefd. Dat is hitteadaptatie op zijn best. Bewoners uit koude(re) regionen moeten zich veel meer in acht nemen. Ik las in een Nederlandse krant dat opblaasbare zwembaden en andere tijdelijke badconstructies als warme broodjes over de toonbank gaan. En dan te bedenken dat het kraanwater op korte termijn weleens op rantsoen zou kunnen gaan. Nederland stevent af of een tekort aan drinkwater doordat er in de zomermaanden te weinig water door de rivier de Maas stroomt. Dit soort kwesties voelt wel apocalyptisch aan, moet ik bekennen... 

De Nederlandse hoogleraar Waterbeheer Piet Verdonschot (UvA) pleit voor ingrijpende maatregelen. “Als we niets doen, krijgen we een ramp.” Een van de ideeën is een Nationale Gieter op de Veluwe. Een deel van het rivierwater (van IJssel en Rijn) wordt in overvloedige tijden opgepompt en opgeslagen in de ondergrond van dit natuurpark. Met 0,5% van de rivierafvoer kan men zo 300 miljard liter per jaar in dat gebied opslaan. Dat komt neer op ongeveer eenderde van wat men in Nederland onttrekt aan het grondwater voor drinkwatergebruik. Als strategische watervoorraad voor perioden van droogte. Ik zou er niet te lang mee wachten.


vrijdag 15 juli 2022

Een week om te vieren

Onze grote, kleine vriend Yuda op Bali moest laatst onder het mes. Er groeide een zwelling bij een klier aan één kant van zijn hals; die hoorde daar niet. De bobbel stak uit maar als hij die aanraakte, deed het geen pijn. Zijn bezorgde moeder nam hem mee naar het plaatselijke gezondheidscentrum en daar kreeg hij een antibioticakuur. De zwelling slonk daarna ietwat maar verdween niet. Yuda voelde zich niet helemaal in orde al was hij niet ziek. Na de kuur gingen ze terug naar de arts die daarop besloot dat er een biopt moest worden genomen. Zijn moeder was meteen stiknerveus, zijn vader op afstand (werkend op een Amerikaans cruiseschip) ook. De patiënt zelf kroop in zijn schulp. Op die momenten komen wij juist in actie. Moeder Elsa appte dat haar zoon down was, konden wij hem een hart onder de riem steken? 

Mijn liefje had even dingen buiten de deur te doen dus ik schreef aan Yuda of hij wilde dat ik hem belde voor een praatje. Het duurde even voordat hij reageerde want zijn zusje Santi (2) speelde met zijn telefoon. Het is daar vaak een drukke boel met twee peuters over de vloer. Zijn antwoord was kort maar krachtig: “Yes”. Dus ik belde hem, met beeld. Hij zat met ontbloot bovenlichaam op de grond, stond op (waarschijnlijk op advies van zijn moeder), liep naar zijn slaapkamer -waar het stiller was- en strekte zich op het matras uit. Hij vertelde dat hij nerveus was voor de aanstaande operatie, ja, zelfs bang. Nu zijn er Balinezen die al bezwijken als een verpleegster met een injectienaald komt aanlopen maar daartoe behoort hij niet. Hij ondergaat dingen nogal gelaten, doorgaans is hij cool... 

Ik begon met te zeggen dat ik zijn nervositeit en angst begrijp. Dat zou immers zijn eerste operatie zijn, hij wist niet wat hem zou gaan overkomen. Maar een operatie zou niet het einde van de wereld zijn. Daarna vroeg ik hem hoeveel jaren hij dacht dat een arts aan de universiteit moet studeren voordat hij of zij überhaupt dat beroep mag uitvoeren? Minstens zes! En dan komen er nog twee extra studiejaren bij om officieel chirurg te zijn. Dus vertrouwen hebben in een dokter is terecht! Hij lag geconcentreerd te luisteren, met zijn neus voor het telefoonscherm en zijn donkerbruine ogen strak op mij gericht. 

Vervolgens vroeg ik hem of hij zich kon herinneren dat ík naar het ziekenhuis moest voor een operatie? Dat was vijf jaar geleden dus dat herinnert deze bijna 15-jarige puber zich. Een knik. Hij moest destijds hard huilen toen hij een foto van mij zag, onherkenbaar grauw en bleek (teveel bloedverlies tijdens de plaatsing van een heupprothese). Ook haalde ik de grootste operatie aan, die van mijn liefje, die kanker kreeg en wel zes uur in de operatiekamer verbleef. Dat was deze week precies 13 jaar geleden maar dat kan dit mannetje zich niet herinneren. En kijk nu eens wat zij allemaal weer doet en kan?! Om maar aan te geven dat hij zich zó weer de oude zal voelen. En dat het altijd erger kan maar dat zei ik hem niet. 

Zo bouwde ik mijn verhaal verder voor hem op. Dat een operatie hoort bij het leven, dat er heel veel mensen in de wereld zijn die het ondergaan. Ik schatte in dat zijn ingreep in minder dan een half uur zou zijn gepiept en dan stond hij weer buiten. Dat is 50% van een speelhelft van een voetbalwedstrijd (zijn grote hobby). Hij moest maar denken aan hoeveel prachtige doelpunten hij in die tijd kon maken voor zijn team! Meneertje-koekenpeertje is namelijk geen onverdienstelijke spits. Hij gaf mij de mooiste glimlach die hij op dat moment in huis had. Aan het eind van het praatje vroeg ik of hij zich een beetje beter voelde? Yes. 

De dag erna hadden we regelmatig appcontact om hem door de slome uren heen te slepen. Al zijn leven lang krijgt hij van ons, zijn witte oma’s, vitamines L en A, Liefde en Aandacht. Wij hebben er genoeg van en bovendien houden we van hem (en zijn broer Damai). De avond voor de operatie werd er geofferd bij de huistempel. Dat is een vast ritueel in een Balinees hindoegezin. Bidden voor voorspoed, de goden gunstig stemmen met offerandes. De dag erna meldde hij zich in het ziekenhuis van Singaraja. Hij was er klaar voor, liet hij weten, was niet meer bang. Hij was vroeg in de ochtend aan de beurt dus toen wij wakker werden (na een woelige nacht), was de ingreep al lang achter de rug. De patiënt was thuis. Het biopt moest zijn moeder zelf naar het laboratorium brengen voor nader onderzoek. Toen begon voor ons het grote wachten, met de nervositeit die we daarvoor nauwelijks voelden. 

Zo´n kereltje als hij wens je alleen maar goede dingen toe in het leven; geen serieuze ziektes en ander kwaad. Maar iedereen weet dat er geen gerechtigheid bestaat in de wereld, op dat punt. Kinderen sterven net zo goed aan kanker en andere ziektes, door ongelukken en kwaadwillenden. Maar wij ontvingen goed nieuws. Er bleek geen kwaadaardig weefsel in Yuda’s gezwel te huizen. Joehoe! We deden een rondedansje door het huis.

De avond na die uitslag bereidde zijn moeder een feestelijke maaltijd voor het hele gezin, met extra veel voor haar oudste zoon. Zijn eetlust was weer op het oude niveau. Ieder toont opluchting op eigen wijze. Mijn liefje en ik klikten die avond onze wijnglazen zodanig tegen elkaar dat het galmde in de straat van Huize Barefoot. Op Yuda! Dagelijk hoeft hij alleen maar wat verzorgingscrème op zijn wond smeren. Zo blijft hij een mooie jongen. 

Afgelopen week vond ook weer het jaarlijkse medisch onderzoek van mijn liefje plaats, op de afdeling Oncologie. Na tien jaar werd zij officieel ‘genezen’ verklaard maar het hoofd van de afdeling maakt telkens een nieuwe controle-afspraak met haar, voor een jaar later. Wij zijn er blij mee. Meten is weten! 

De centrale man van deze afdeling (ook van de poster hiernaast) is een man van rond de 75 jaar die maar blijft doorgaan. Hij is nog vitaal (al zie je dat niet per se af aan de foto), een baken van kennis, ervaring en compassie met zijn patiënten en daarin hét lichtende voorbeeld voor zijn team. Deze keer stonden een bloedtest (tumormarkers) en een CT-scan van de torso op het programma. Dat laatste gebeurt met een langzaam ronddraaiend röntgenapparaat dat zo een minitieus 3-dimensioneel beeld vormt van de organen, na inbreng van contrastvloeistof. Dat doet men om de bloedvaten beter te zien lopen. 

Het was ont-zet-tend druk op de Kankerafdeling! Zo zagen we het jaren niet. Na al die jaren zijn wij daar kind aan huis, al is dat vreemd om te zeggen. Het consult achteraf zou dan tevens uitlopen. Dat klopte als een zwerende vinger! We zaten ruim zes uur in het ziekenhuis, grotendeels in wachtstand. Het werd een dag met drama - maar niet voor ons. Hoe kan het ook anders. Sowieso was er gedoe voor patiënten van Russische herkomst; die moesten voor elke behandeling de kredietkaart trekken. (Met dank aan Poetin!) Een Russische vrouw barstte in tranen uit toen ze uit een van de spreekkamers de gang inliep. Zij had hoogstwaarschijnlijk slecht nieuws ontvangen... Omstanders keken haar met mededogen aan, een Spanjaard sprak zachtjes voor zich uit “Qué mal”. Daar wordt lief en leed gedeeld. Ik moest denken aan onze eigen ervaringen. Wij wisten al dat er sprake was van kanker voordat het woord viel. Toch zit je na de mededeling met je ogen te knipperen. Er schoot destijds van alles door mijn hoofd. Het vervolgtraject was zwaar maar we hadden het geen van beiden willen missen; hoe gek dat ook klinkt.

De hoofdverpleegster van de afdeling, Eva, haalde een flesje water voor de vrouw, ging naast haar zitten, boog zich over haar heen en wreef over haar rug. Dat is wat ik bedoel te zeggen over het team artsen en verpleegkundigen van deze afdeling: een en al aandacht voor de patiënt. Er waren ook Spanjaarden elders uit het land die kwamen voor een second opinion; dat werk doet deze ervaren oncoloog erbij. Een van die families kwam uit Santander. Hoe ik dat allemaal weet? Dit is een afdeling in een Spaans ziekenhuis dus er is veel geluid en weinig privacy. Tja. 

Voor de onderzoeken en uitslagen van mijn liefje zijn wij tegenwoordig niet meer nerveus maar dat was vroeger anders. Wel is het jaarlijkse bezoek aan deze  afdeling omhangen met rituelen. Zij gaat telkens in vol ornaat naar het ziekenhuis (dat wil zeggen: met haar mooiste sieraden om), de parfum en de deo die ze 13 jaar geleden van onze vrienden Leon & Richard ontving, gaat achter de oren en in de oksels. Zo zijn er nog een paar specifieke handelingen. Alsof die het geluk van een goede uitkomst brengen. Het is onze vorm van offeren...

Zij is weer voor een jaar goedgekeurd en ook dat vierden wij. In een restaurant. 


zondag 10 juli 2022

Juli sportmaand

Dit is mijn 1551ste blog, een mooi getal. We gingen laatst op pad naar Murcia voor een uitje naar de bloeiende lavendelvelden. Op de weg ernaartoe ligt het stadje El Palmar. Het is een voorstad van de hoofdstad Murcia, in de provincie met dezelfde naam. Dit is de geboorteplaats van het nieuwe sportfenomeen van Spanje, Carlos Alcaraz. Hij wordt nu al de opvolger van Rafael Nadal genoemd terwijl deze 36-jarige sportheld nog niet is uitgetennist! Een beetje voorbarig is het dan ook maar Alcaraz deed het in de afgelopen anderhalf jaar goed in diverse Grand Slam-toernooien. Dit jaar bereikte hij de finale van Wimbledon echter niet. 

In een trending bericht zag ik een muurschildering van de 18-jarige tennissensatie voorbijkomen. Nu we toch in de buurt waren, besloten we daar te stoppen. We parkeerden de auto in de hoofdstraat -Calle Mayor- en gingen op zoek. De tekening bevindt zich helemaal aan het einde van deze straat. Goed gekozen als je vanuit Murcia komt, dan bekogelt hij je bij het binnenrijden met zijn tennisballen. (Eindelijk heeft Murcia weer een grote eigentijdse sportheld.) Deze jongeling wordt door sommigen arrogant genoemd. Hij is nog maar 18 jaar, loopt waarschijnlijk naast zijn reeds te kleine tennisschoenen... Dat mogen we hem (nog) niet aanrekenen. Ik heb mij laten vertellen dat hij golft op Lo Romero, een golfbaan in ons dorp.   

De wandeling van ongeveer een kilometer door de hoofdstraat van El Palmar gebeurde in ongekende hitte. Ik begrijp heel goed waarom Murcianen uit het binnenland naar hun vakantiehuizen aan zee komen, zelfs voor een weekend. Hier blaast immers altijd een windje. Wij laveerden daar van schaduw naar schaduw. Na de muurschildering te hebben gefotografeerd, zegen we neer op de binnenplaats van een lokale bodega annex restaurant, voor een kopje koffie. Vier mannen van middelbare leeftijd aan een belendend tafeltje bespraken het laatste sportnieuws geanimeerd. Dat kun je aan Spanjaarden overlaten. Rafael Nadal had zich de dag ervoor teruggetrokken uit het toernooi van Wimbledon, vanwege fysieke klachten. De ene helft van de tafel begreep het, de andere helft (nog) niet. In een ver verleden las ik in een Spaanse krant dat Spanjaarden het maar over één ding eens zijn: de grootsheid van de tennisster uit Manacor (Mallorca). Hun ‘Rafa’. 

Juli is jaarlijks dé maand van de sport. Tour de France, Wimbledon (Engeland), Wereldbeker Hockey voor vrouwen (Spanje en Nederland) en EK Vrouwenvoetbal (eveneens Engeland). De ronde van Frankrijk van 2022, ruim 3.000 km lang, startte dit jaar in Denemarken en doet tijdens deze editie drie andere landen aan; onder andere twee etappes in Zwitserland, het land van de opmerkelijke regels. Zo mogen daar geen wegen worden afgezet voor deze wedstrijddagen. Gelukkig leidde dat niet tot ongelukken. De Deense renners laten zich luid en duidelijk horen en zien in deze Ronde!

Onze Deense buurvrouw Bente is tijdelijk in haar thuisland, haar echtgenoot is tijdelijk in zijn tweede Vaderland. Jan hield ons na de start van de etappe op de hoogte van de beelden uit zijn land en woonplaats en wist precies waar zijn wederhelft langs het parcours zat. Misschien zouden we haar zien zitten? (Mijn liefje en ik zien haar zeker zitten maar niet op tv!) Duizenden landgenoten zaten en stonden langs de route, zwaaiend met de nationale vlag. Bente in een flits ontwaren bleek ‘mission impossible’. Desalniettemin genoten wij van de etappebeelden. Deze regio in Denemarken vind ik prachtig. De zon scheen die dag, overal stroken land in diverse tinten groen, afgewisseld met gele landerijen en water, heel veel water. Ook de vele historische gebouwen, zoals een kasteel uit de 11de eeuw, bleven op mijn netvlies staan. In de plaatselijke kathedraal liggen alle Deense koningen en koninginnen begraven. De vrouw die nu op de troon zit (Margrethe II), heeft er al een plekje gereserveerd. De buren vragen ons al geruime tijd een keer naar Denemarken te komen. Het kwam er tot dusver niet van. Det, der er i tønden, surner ikke. (Of iets dergelijks.)

Aan dit deel van de Costa Blanca verscheen vorig weekend de eerste rode vlag van het seizoen dus dat was een dag op het droge. Maar het droge is zo droog niet (meer), de luchtvochtigheid steeg al naar hoogzomerse hoogte. Op dat moment wees de meter 30 graden Celsius aan maar de gevoelstemperatuur lag rond 39 graden. In Galicië, doorgaans de koelste zomermaand van Spanje, werd dat weekend een uitzonderlijke temperatuur van 40 graden gemeten. 

Over sportvissen gesproken, mijn liefje werd tijdens een recent zwempartijtje in zee gebeten door iets dat daar ook rondzwom. Tweemaal riep ze “Au!” dus ik keek op. Er zat een flinkse kras op een knie en een scheenbeen vertoonde een beet; ik zag bloed sijpelen onder het wateroppervlak. Eenmaal op het strand vroeg ze aan een soccorista (strandwacht) uit nieuwsgierigheid welke vis dat doet en waarom? Het blijkt te gaan om een dorada, een goudbrasem. Deze vis is endemisch in de Middellandse Zee. De brasemsoort, een subtropische vissoort, behoort tot de roofvissen en eet uitsluitend dierlijk voedsel. Zij kan dat beamen. 

De brasem heeft zowel rug- als aarsvinnen (respectievelijk elf en drie stekels) dus die kunnen langs haar knie zijn geraspt. Maar de allergrootste vraag was waarom? “Het is in de eerste plaats hun habitat”, was het onderkoelde antwoord van de strandwacht. Die vissen mogen inderdaad doen wat ze willen in ‘hun’ zee! 

Het gebit van deze roofvis kan tot epische proporties uitgroeien. De dorade leeft van schelpdieren, kleine vissen en garnalen. Om de schelpen te kunnen kraken heeft het dier sterke en scherpe tanden. Het was overigens niet de eerste keer dat er in een van onze mensenbenen werd gehapt maar dit was wel de agressiefste uithaal onderwater tot nu toe. Ik nam mij voor binnenkort een goudbrasem op de barbeque te grillen. Uit wraak. (Dat is een heerlijke vis om te eten...)   

Deze julidagen brengen we, na een verkoelende zwempartij, bij voorkeur door in een koel huis. Onze locatie zorgt daarvoor. Anticiperend op de lokale hitte worden de rolluiken aan de oostkant van het huis 's nachts al neergelaten. Zodra de zon aan de voorzijde van het huis staat (op het zuiden), gaan ze weer open; voor de doorstroming van elke bries die er maar is. De airco gaat hier nog niet aan; dat plezier bewaren we voor de heetste maand augustus. 

Niet elke sportwedstrijd die nu interessant is, kunnen wij ontvangen. We kijken Nederlandse tv via Canal Digital en Spaanse via de kabel. De verbinding met het eerste vaderland gaan we wellicht veranderen in de nabije toekomst. (NLZiet?) Net als veel Nederlanders, kijken we minder tv. We zijn fan van de NPO, niet zozeer van de commerciëlen. We hebben geen toegang tot BBC One en BBC 2 dus Wimbledon volgen we alleen via apps en het nieuws op hoofdlijnen. 

De Tour de France is dagelijks op de Nederlandse tv te zien maar een uitzending kan lang duren en niet iedere etappe is even interessant of spannend. De Nederlandse deelnemers doen het aardig, afhankelijk van je verwachtingen. Wedstrijden van de Nederlandse hockeyvrouwen worden door Ziggo uitgezonden maar daartoe hebben wij evenmin toegang. Helaas komen steeds meer van dat soort internationale sportwedstrijden achter een betaalmuur terecht. 

De eerste voetbalwedstrijd van de Oranje leeuwinnen zag ik gisteravond live op tv. Nog niet in oranje kledij; dat moet groeien, net als teams tijdens een toernooi... De meiden deden het uiteindelijk goed: 1-1 tegen Zweden, de nummer 2 van de FIFA-ranglijst. Nederland verdedigt de Europese titel maar staat als vierde te boek. Als underdog. Die blaft nog niet maar gromt al wel een beetje. Ze toonden veerkracht als team nadat twee belangrijke vrouwen geblesseerd het veld moesten verlaten. Zo komen wij juli, hete komkommermaand, wel door.


woensdag 6 juli 2022

Het wordt steeds gekker op de trekker


Illustratie: Bas van der Schot
Dit wordt weer een longread. Tijdens de coronapandemie hadden we viruswappies, nu hebben we relboeren. Deze groepen lijken veel op elkaar, beiden lijden aan dezelfde kwaal: verdraaiing van de feiten, verspreiden van desinformatie, compolottheorieën aanhangen, wetenschap en wetenschappers in twijfel trekken, intimidatie en bedreiging van ‘tegenstanders’ en wantrouwen jegens de overheid. En populistische politici huilen met de wolven mee. Ik erger mij groen en geel -gras en ei- aan deze boeren op klompen; aan hun wetteloosheid en oost-Indische doofheid. Nee, dan liever de familie Kneupma, het plattelandsgezin dat de eergisteren overleden schrijver Remco Campert (92) in zijn columns tot leven wekte!

Mijn liefje en ik wonen aan de kust maar ook in de nabijheid van een kleinschalig landbouwgebied. Ik kijk wekelijks mijn ogen uit naar wat er uit de vruchtbare rode aarde komt en hoe snel dat gaat. Donkere mannen in gele hesjes halen hier de oogst van het land. Zij protesteren niet, ze zijn blij met de werkverschaffing. Een enkeling herken ik inmiddels. Mijzelf noem ik geen boerenbasher. De foto op de kop van dit blog nam ik in Tasmanië (zuidpunt van Australië) in 2016, tijdens de lavendeloogst. De combinatie van natuur en techniek heeft mij altijd geboeid. Met die combinatie is nog veel te winnen.  

Maar de heftige boerenprotesten van nu leiden alleen tot verliezers. Die acties lijken in rap tempo te escaleren. Sinds de publicatie van de Stikstofkaart van Nederland is het hommeles tussen de boeren en de overheid. Als zij doorgaan met hun wegblokkades, keert het overgrote deel van het publiek zich juist tegen hen. (Want kom niet aan de privileges van de Nederlanders...) De nieuwe minister van Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal (VVD), accepteerde de ondankbare taak om de puinhopen van haar voorgangers op te ruimen. Dat doet zij vastberaden en dapper, wat mij betreft. Zelfs als de kwaadste boeren met hun intimiderende trekkers pal oor haar voordeur staan, blijft ze luisteren. Nederlandse boeren moeten verduurzamen, daar valt niets tegen in te brengen. Het land behoort in Europa tot de koplopers in de uitstoot van stikstof. Het gemiddelde ligt op ruim 11 kg per hectare (dat geldt bijvoorbeeld voor Spanje), in Nederland ligt het op rim 46 kg per hectare. Ik hoop echt dat De Wal het (stront)schip gaat keren. 

Op de betreffende kaart staan de gebieden waarin sprake is van veel te veel stikstof. De agrarische sector produceert 61% van de totale stikstofuitstoot. Koeien zijn in Nederland met afstand de grootste stikstofbron. Om de teloorgang van belangrijke natuur in die gebieden een halt toe te roepen, moeten veeteeltbedrijven hun uitstoot drastisch reduceren. Het Nederlandse kabinet nam het besluit dat de stikstofbelasting in 2030 in 74% van de Nederlandse natuurgebieden onder de kritische grenswaarde moet zijn gedaald. Niet elk daar gevestigd boerenbedrijf moet de uitstoot met de aangegeven percentages  verminderen. Deze kaart dient vooral als richtlijn maar dat wil er bij vele boeren niet in. De Nederlandse overheid stelde een grote zak geld beschikbaar (25 miljard euro) om de stikstofcrisis op te lossen. 

Al decennialang moest alles in de Nederlandse landbouw bij voorkeur groter en meer. Boeren zijn daarin verkeerd voorgelicht door de veevoerindustrie, zuivelcoöperaties en de banken. Die adviseerden hen te investeren in megastallen, zodat ze voor een lage prijs op de wereldmarkt konden produceren. In die sfeer onstond de intensieve veehouderij. Dit zijn boerenbedrijven waarbij heel veel dieren op een klein oppervlak worden gehouden. Verreweg de meeste ammoniak komt voort uit deze vorm van landbouw. In dit soort bedrijven wordt ook de meeste stikstof gebruikt om de productie op te voeren. Stikstofhoudende stoffen komen terecht in de natuurlijke omgeving en veroorzaken daar problemen die zonder ingrijpen op enig moment niet meer zijn op te lossen. Bovendien veroorzaken ze overlast in de buurt van de bebouwde kom. Het risico op ziektes bij omwonenden vergrootte in de loop van de tijd. 

Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners maar ook 100 miljoen kippen, twaalf miljoen varkens, bijna twee miljoen koeien en ook nog eens honderdduizenden schapen, geiten en paarden. Dat is een enorme veestapel voor zo’n klein land. Waar laten we al die dieren? Dier en mens gaan om ruimte concurreren. Eigenlijk gebeurt dat nu al. Zoiets blijft niet zonder gevolgen. Varkenspest, mond- en klauwzeer (MKZ), Q-koorts en meermalen vogelgriep.

De totale oppervlakte van Nederland is 4.2 miljoen hectaren, daarvan is 1.8 miljoen hectaren in gebruik als landbouwgrond. Op deze postzegel wordt de opbrengst van slechts 800.000 hectaren (van de ruim 4 miljoen hectaren grondoppervlakte) daadwerkelijk door de Nederlandse consument genuttigd; daarnaast is 600.000 hectare bestemd voor grasland en veevoer. Dat kan niet zo doorgaan. Corrigerende acties zijn dus hard nodig. 

Veeboeren in de directe omgeving van Natura2000-gebieden moeten drastisch minderen en dat is terecht. (Die gebieden kleuren felrood op de kaart.) Daar en binnen een straal van 1 kilometer eromheen lijkt vrijwel geen landbouw meer mogelijk in de nabije toekomst.    

Natura 2000 is de naam van het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden dat sinds het jaar 2000 werd ingesteld. In deze gebieden worden specifieke dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit te behouden. Nederland wees 162 van die gebieden aan binnen de landsgrens, zowel op land als in zee. De Waddenzee, Oostvaardersplassen, de Veluwe, Grevelingen, Oosterschelde en Westerschelde, Ijsselmeer en Markermeer, Brunssemerheide, Roerdal, de Rijntakken en Kennemerland zijn de bekendste.

Spanje heeft 1.468 van dit soort gebieden, eveneens aan land en op zee. 23.4 miljoen hectaren land en zee behoren tot de zogenaamde Natura2000-gebieden; die zijn beschermd. Dat is bijna de helft van Spanje's grondgebied. In onze omgeving gaat het onder andere om Sierra de Escalona en Dehesa de Campoamor, lagunes van La Mata en Torrevieja, litoraal van Cabo Roig, duinen van Guardamar, eiland Tabarca, Salinas van Santa Pola, Clot de Galvany (een geliefd vogelgebied), Sierra de Espuña, Cabo de Palos. Stuk voor stuk kwetsbare gebieden die moeten worden behouden. Voor de leefbaarheid van dier & mens. En niet te vergeten: Mar Menor, net over de provinciegrens. Voor deze grootste binnenzee van Europa loopt het helaas gierend uit de hand door jarenlange illegale praktijken van boeren in de land- en tuinbouw.

Je zult wellicht zeggen: jij hebt gemakkelijk praten als Nederlandse buiten de landsgrenzen en wonend in een giga-tweede vaderland qua oppervlakte. Dat klopt. Spanje heeft 50 miljoen hectaren grondgebied en dat delen wij met ruim 52 miljoen mensen. 28% van dat landoppervlak wordt gebruikt als landbouwgrond, ruim 36% wordt ingenomen door bossen, ruim 16% door struikgewas en kale grond, bijna 14% wordt gebruikt als grasland en de overige 5% voor bebouwde kom, wegen en spoorwegen. 

Spanje heeft al jarenlang de ambitie 's werelds grootste varkensvleesfabriek te worden. (Hier komt de veelgeprezen jamón ibérico vandaan.) Dit land heeft meer dan 88.000 varkenshouderijen, vaak ingericht met megastallen. Die zorgen er met elkaar voor dat de limiet voor de uitstoot van ammoniak die Europa stelt, al meer dan tien jaar wordt overschreden. Dus ook in Spanje is zeker niet alles koek en ei. 

In Nederland is een dergelijke ambitie aan de orde. Na de Verenigde Staten is dit kikkerlandje de grootste vleesexporteur (niet de grootste producent) ter wereld. Moeten we daar trots op zijn? We horen vaak als verweer van Hollandse boeren dat ze de wereld moeten voeden. Wie kwam ooit op dat megalomane idee? Dat is in de loop der tijd toch volledig uit verhouding geraakt? Sanderine Nonhebel, universitair hoofddocente Milieukunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt het een onzinverhaal dat de Nederlandse boeren de wereld voeden. “We zitten gevangen in een frame”, meent zij. Van de 100 varkens in Europa produceert Nederland er slechts zes. “Wij heffen de honger in Afrika niet op, produceren vooral voor Duitsland en België”. Volgens haar verandert er niet  veel voor de Nederlandse consument als de boerensector zou inkrimpen.

Gemiddeld gaat 60% van alle Nederlandse landbouwproducten (80% van het vlees) naar het buitenland. Nederland importeerde in 2018 2.4 miljard kilo sojabonen uit het buitenland. Het land importeert veel ruwe grondstoffen en verwerkt en verwaardt die. (Is dat de zogenaamde ‘boerenslimheid’?) Veel van het geïmporteerde eiwitrijke meel wordt gebruikt als veevoer. Dat product zou een veel betere bestemming moeten krijgen in de wereld! 

De reductie van stikstof had in Nederland al jaren geleden moeten worden doorgevoerd. Maar vorige regeringen -zeker de twee voorgaande van Rutte- deden niets op dit punt. Men keek twintig jaar weg van het steeds nijpender wordende probleem, wilde hun achterban niet tegen de haren instrijken. De typisch Hollandse uitdrukking ‘pappen en nathouden’ is hiervoor uitgevonden. Die van ‘zachte heelmeester maken stinkende wonden’ eveneens. De hoogste rechter van het land moest er aan te pas komen om bestuurders in het gareel te krijgen. Boeren zelf staken jarenlang hun koppen in de koeienvlaai. Menigeen moest in het leven een andere baan zoeken. Ik weet er alles van... Menige tak van industrie ging teloor, denk aan de mijnbouw. Dat is niets nieuws onder de zon. Er zal altijd plek blijven voor boeren maar anders boeren is nu de enige optie. De almaar stijgende hoge melkprijzen van dit jaar zouden die transitie naar duurzaam boeren kunnen faciliteren. Willen is kunnen! (Misschien moeten ze hun weiden wel inruilen voor akkers?)

Zij die het goed met Nederland voor hebben -en die zijn er volop-, zoals bio-veeboeren, aanhangers van kringlooplandbouw, eigenaren van kleinschalige bedrijven, boeren in de extensieve landbouw, beheerders van voedselbossen, hightech-boerenbedrijven, boeren die samenwerken met Natuurbeheer en zij die investeren in alternatieven voor vlees en zuivel moeten met hun bedrijf en producten een dikbelegde boterham kunnen verdienen. Dat verdienen ze. Mindere veedichtheid is beter voor het land, minder boeren ook.  

de koeien zijn verkocht
de tractor staat te roesten in het hoge gras
het erf is netjes aan kant
en er is nog hout voor één winter

Remco Campert


vrijdag 1 juli 2022

Down Memory Lane

Alweer juli, time flies when you're having fun. We beginnen vandaag aan deel 2 van 2022. Recent las ik het nieuwe boek van onze hedendaagse Engeland-vaarder Lia van Bekhoven (1953). Al 40 jaar is zij dé correspondent voor Nederland en België in het Verenigd Koninkrijk. Haar laatste boek is getiteld ‘Klein-Brittannië’ en ik vind het vermakelijk en informatief. Zij licht vakkundig toe waarom ze voor deze titel koos. De ondertitel is trouwens ook veelzeggend: ‘hoe macht en mythe het Verenigd Koninkrijk verscheurden’.

Ik denk dat lezing voor mij extra vermakelijk was omdat er veel momenten van herkenning voorbijkwamen. Mijzelf noem ik niet bepaald een VK-kenner maar veel van de aspecten en kwesties die Van Bekoven aansnijdt, refereren aan eigen ervaringen en gedachten. Mijn liefje en ik staken de plas over in 2000, woonden en werkten vervolgens vijf jaar in en rond Londen. Na een wilde huizenjacht kwamen we terecht in een plaats die Caversham Heights heet, in het graafschap Berkshire (voorheen Oxfordshire). Het was er net zo mooi als de naam klinkt. We woonden prachtig in een cul-de-sac. Met een eveneens geëmigreerde echtgenote van een Zwitserse bankier -van wie we de begrafenis meemaakten- en het aardige Schotse echtpaar Evelyne & Robert (met hond Maddie). Van hen leerden we over Burns Night, haggis eten en Pimm's drinken. We gingen varen over de Theems in hun long boat. 

Als we naar huis reden, was er op een bepaald traject een stijgingspercentage van 14% voordat we op ‘onze’ Woeste Hoogten aankwamen. De stalen rossen die we uit het vaderland meeverhuisden, hebben we daar nooit gebruikt vanwege die bult in de weg. In 2005 zettte ik alle spullen van waarde, die we niet zouden meeverhuizen, op eBay. De klassieke Gazelle van mijn liefje (Jan Jansen-racefiets) werd overgenomen door een Britse dame die met een typische black cab uit het noorden van London kwam om de fiets op te halen. Zij wist mij te vertellen dat leden van de Dutch Royal Family ook op dit merk rondrijden dus ze sloeg haar slag. We gaven haar bij die gelegenheid een andere Nederlandse fiets kado, uit erkentelijkheid. Met hulp van de Londense chauffeur propten we ze in de taxi. We hebben beiden zeer zoete herinneringen aan die tijd. 

Van Bekhoven slaagde met vlag en wimpel voor het inburgeringsexamen, met dank aan haar Britse echtgenoot en veel, heel veel zelfstudie. Na al die jaren voelt ze zich echter nog steeds Nederlandse Londense. Met haar gevoel voor humor, ironie en zelfspot past ze uitstekend in haar tweede vaderland! Haar idee over de Britten? Ze mag ze, ergert zich aan hen, geniet van velen en houdt zielsveel van sommigen. [..] “Cricket doet mij niets en van mij hoeft God de queen niet te sparen, tenminste niet meer dan anderen.” Eerlijk, onderkoeld en met humor. Bless her! 

Veel komt langs in dit boek: de aanloop naar en gevolgen van Brexit, de stijve bovenlip, BBC (‘de Beeb’), de koninklijke familie (alias ‘The Firm’), de queen in het bijzonder, Boris Johnson en David Cameron, de Britse pers en politiek, een jongenskostschool als Eton, Shakespeare, Ladies Day op Ascot (met de mooiste plee ter wereld!), het verkrijgen van adellijke titels, Downton Abbey, Game of Thrones (Ierlands glorie), Monty Python, King Billy, bingedrinken (champagne wordt daar meest gedronken), de cultuur, sociale klassen, de gebruiken in de Eerste en Tweede Kamer, een historisch parlementsgebouw in verval, rijke Russen en Qatari die de hoofdstad (bijna) overnamen, vossenjacht, de rol van toneel en theater op scholen en die van West End, de eigenheid van Schotland en Wales, de jaren van the Troubles in Noord-Ierland, de hang naar tradities, gewoonten als sorry zeggen en in de rij staan en veel meer. 

Op kostscholen (als Eton) wordt de basis gelegd voor de stijve bovenlip. Voor wat Mahatma Gandhi in zijn omgang met de regerende Britse klasse noemde “het harde hart van de onderrichtten.” Boris Johnson, een Etonian in al zijn gedragingen, is niet de oorzaak van de slepende politieke malaise maar het gevolg ervan. Hij is winnaar van een versleten procedure waarbij een premier op wie minder dan eenderde van de bevolking stemde, regeert met een absolute meerderheid en waar regels die een regering ter verantwoording roepen, kunnen worden genegeerd of herschreven.

Kerstvieringen noemt de auteur “boodschappenlijsten langer dan het Verdrag van Rome” en het traditionele kerstmenu iets “dat al vastligt sinds de funderingen voor de stal van Betlehem”. Hoogtepunten zijn “een kalkoen zo groot dat hij zijn eigen paspoort nodig heeft en een portie tot snot gekookte groenten.” Ook dat is herkenbaar.

Op Van Bekhovens eigen website staat haar laatste boek overigens nog niet vermeld?! Daar las ik dat ze een tijdlang eveneens blogger was, op hetzelfde medium als ik maar zij stopte ermee in 2018. 

In Klein-Brittannië las ik voor het eerst over de Saaie Mannen Club. Mijn mondhoeken krulden ervan. 
Voor dat gezelschap komen de beste geestdodende, nietszeggende hobbyisten in aanmerking. Om lid te worden, hoef je echter geen saai persoon te zijn. Nou ja, niet per se... (Je hoort de vette knipoog!) Kevin Beresford werd in 2018 door deze club verkozen tot Anorak of the Year -dat kunnen alleen Britten bedenken- en die titel draagt hij met trots. Hij publiceerde dit jaar een kalender, getiteld ‘Benches van Redditch’ en die is hard op weg een internationale bestseller te worden. Het maken van dit soort kalenders is al 18 jaar zijn grote hobby. Boring? Ben je mal! Die van de rotondes en de parkeergarages gingen de stadsbanken voor.   

Van die zelfspot kunnen wij, Nederlanders, nog wat leren. Iemand zei eens dat de Nederlandse spreektraditie afkomstig is van de preekstoel en de Engelse van Shakespeare. Dat vind ik een goede typering. De Engelse taal heeft zijn woordenschat inderdaad mee. Hun vocabulair: 470.000 woorden, het onze  400.000 woorden. 

Afgelopen week was het weer tijd voor de maandelijkse buurtlunch met onze vrienden en kennissen uit het Verenigd Koninkrijk; Engelsen, Schotten, Ieren en mensen uit Wales kwamen weer opdagen. We vierden deze keer tevens Robert's 80ste verjaardag. Zelf heb ik goed contact met zijn wederhelft Judy, een heel sprankelende 80-plusser. Wij werkten achter de schermen aan een feestje voor hem op het strand. Iedere genodigde zou dan strandstoelen, een parasol en een of meer hapjes en drankjes meenemen. De jarige vond het maar gedoe en zag er tegenop. Hij vreesde met name ‘the bloody heat’... (Dat viel erg mee.)

Er was geen mens overboord. We vierden zijn verjaardig alsnog, in een nieuw  restaurant (Di Mario) en dat was gezellig. De jarige staat juist niet op de foto, die was aan de wandel. Wel de voormalige eigenaren van ons huis: Dick & Lynne. Zij waren de mystery guests, de beste vrienden van Robert & Judy. Zij introduceerden ons bij dit gezelschap. Het was leuk hen weer te spreken. We gaven Robert een kadootje met een kaart van een creatief Picasso-schilderij waarmee we hintten op zijn lidmaatschap van de Saaie Mannenclub. Als Engelsman in hart en nieren kon hij die grap waarderen. 

Tijdens de lunch vertelde ik enthousiast over het boek van Van Bekhoven. Judy wilde het meteen lezen, maar ja voorlopig is het alleen een Nederlandse uitgave. De meeste aanwezigen konden zich wel vinden in de titel van dit boek. Blijft hun  koninkrijk op termijn verenigd? De tijd zal het leren. De Schotse premier Nicola Sturgeon kondigde alvast een referendum aan over de onafhankelijkheid van haar land voor november 2023.