Translate

maandag 30 september 2013

Geschenk

Onze vrienden Richard en Leon waren na lange tijd weer eens enkele dagen bij ons op bezoek. Als je met goede vrienden bent, vliegt de tijd al gebruikten we ‘m goed. Richard ken ik al zo lang als mijn liefje in mijn leven is, Leon kwam er in de loop van de tijd bij en veroverde onze harten stormenderhand. Frans en Roland leerden wij ongeveer een jaar geleden kennen. Zij zijn sinds twee jaar medebewoners van ons appartementsblok aan de Costa Blanca. Al deze jongens zijn stuk voor stuk leukjes. Ik vind hen bijzonder prettig gezelschap.


Met elkaar staan we garant voor een flinke dosis humor, vooral met of na een goed glas wijn en een smakelijke Spaanse tapa. Op zaterdag gingen we met ons zessen naar een van onze favoriete tapasrestaurants in San Pedro, genaamd ‘Venezuela’. Mijn liefje en ik noemen de plek doorgaans ‘De Tonnetjes’ omdat je op een hoge kruk zit rondom een bierton die als tafel dient. (Ernaast bevindt zich overigens een traditioneel restaurant met dezelfde naam dat damasten tafelkleden heeft.)

Vaak zijn wij de enige buitenlanders en al menige vriend en kennis namen we mee naar het etablissement. Inmiddels komen ze allen graag terug. Mijn liefje, de akela van het gezelschap, is met naam en toenaam bekend bij de mannen van de bediening. Het aardige is dat de tapasbar een uitgifteraam heeft waar de bestelde hapjes en drankjes worden klaargezet. Ze inventariseerde voor- en afkeuren bij eenieder en koos vervolgens zelf wat er op de tonnetjes terechtkwam, zoals het een heuse roerganger betaamt. Hier heet ze Marta. Ik moet altijd lachen als die naam wordt omgeroepen. Ze liep regelmatig heen en weer want de borden en glazen van ons, lekkerbekjes, waren in no time leeg. Als Marta klonk, stond er altijd wel een van de mannen op. Frans en Roland kunnen overigens vijf borden op één arm stapelen. Wow!

Eén van onze vrienden heeft een bijzondere hobby: treinen. Richard is al sinds vele jaren auteur van het enige treinenjaarboek dat op de Nederlandse markt verschijnt. Daaraan schrijven en ervoor fotograferen doet hij in zijn schaarse vrijetijd. Regelmatig maken hij en zijn partner Leon uitstapjes naar -vrijwel alle- Europese landen om nieuwe infrastructurele ontwikkelingen alsmede nieuwe treinen op het spoor (in die kring ‘rollend materieel’ genoemd) te zien en op de gevoelige plaat vast te leggen. Zijn treinenboek, dat elk jaar meer pagina’s beslaat, zou je de bijbel voor spoorliefhebbers kunnen noemen.

Voor zijn komst naar ons zocht hij precies uit welke nieuwe infrastructuur en treinen in dit deel van Spanje zijn te zien en wat de beste fotografenplek was, rekening houdend met het perspectief en de zonnestand. Tesamen gingen we zondag op weg naar een nieuwe hogesnelheidslijn tussen Madrid en Alicante en de Talgo tussen Murcia en Montpellier via Alicante. Spanje blijkt na China het land met de meeste hogesnelheidslijnen, geloof het of niet. Wij stonden met de wekker op en verlieten het huis op schema. Met hulp van Google Maps op de telefoon wist Richard precies waar hij wilde staan. En wel stipt op tijd. Een mens maakt wat mee! 

Zo kwamen wij in een afgelegen dorp achter een rouwstoet terecht, ontdekten we fantastische sierras met stille wandelgebieden, lunchten we op de gerestaureerde plaza mayor in Sax, reden we over de smalste, minst toegankelijke dirt roads langs het spoor en maakten we mooie treinenfoto’s. Al zeg ik het zelluf. Richard doet het nog steeds analoog met een Leica en met een superkritisch oog, ik stond naast hem en deed het digitaal. 

Vandaag hadden we een rustdag aan het plaatselijke strand terwijl Richard vlijtig aan zijn boek 'Spoorwegen 2014' verder werkte. Naar verluidt, is hij extra gemotiveerd als hij ter plekke is. Ik zag het met eigen ogen. Landenhoofdstuk Spanje vloeide uit zijn electronische pen! Dit jaarboek voor de treinenliefhebber verschijnt op 29 november bij uitgeverij De Alk. Het is bij alle goede boekhandels in Nederland te verkrijgen.

Jorge Luis Borges schreef ooit “vriendschap tussen twee mannen is een luxe, tussen twee vrouwen een wonder.” Tja. Hoe noem je dan vriendschap tussen vier mannen en twee vrouwen? Ik weet het: een groot geschenk.


donderdag 26 september 2013

Blue eyes are true eyes

Vandaag begint de week van de eenzaamheid... Het is bovendien de geboortedag van mijn vriendin Nelly en daar sta ik, zoals elk jaar, bij stil. In 2009 overleed zij aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker op 48-jarige leeftijd, véél te jong.
Nelly hield van Spanje en van ons en dat bleek een goede combinatie. Zij en Diederik waren elk jaar onze logés. Ik mis haar vriendschap, haar levensvreugde en lachbuien, haar intens blauwe ogen, haar kookkunst, haar lange vingers in mijn bord, de gedeelde reisverhalen, de ansichtkaarten, de mails, de grappen en de omhelzingen. Er zijn nog steeds momenten dat ik niet kan geloven dat ik haar nooit meer zal zien.


Kaart van het Iberisch schiereiland

[Nelly]*, ik had je een kaart willen schrijven,
zo'n lullige ansicht, voorzien van een grap
over, nouja, je weet wel waarover

maar ik hoorde dat je dood was
voor ik een grap had gevonden.

Ik leef nog, ons gesprek is niet af, maar
ik leef deze dagen gebogen, over woorden
die ik doorstreep, weer opschrijf.

Waar hadden we het over, waar
waren we gebleven, zonder de dood te verwachten
schrijf je geen poëzie, daar waren we
het hartroerend over eens,

poëzie was geluk, het geluk om een paar woorden
te vinden die even bij elkaar wilden horen
voor de dood ons kwam halen,

een grap, een zorgvuldig verzwegen grap
om de dood, deze doorstrepen en weer opschrijven
zo was poëzie.

Ik zal je nooit meer zien.

Ik leef deze dagen gebogen, voor dat alles
voor dat verlegen lichaam, dat weemoedige hoofd
waarmee je sprak, voor dat alles
levend wordt begraven.

Ik bedoel, ik leefde gebogen over die kaart,
je weet wel, zo'n veel te blauwe zee
zo'n veel te blauwe hemel, happy days in Spain.


Vrij naar Rutger Kopland
Uit: “Tot het ons loslaat” - Amsterdam 1997.

(*Rutger Kopland schreef dit gedicht naar aanleiding van de dood van Herman de Coninck met wie hij was bevriend.)


zondag 22 september 2013

Clean the Coast

Vandaag hield Orihuela Costa voor het eerst in de geschiedenis een gezamenlijke schoonmaakactie op en rond de stranden van de regio en als heuse zwerfvuilambassadrices deden mijn liefje en ik daaraan mee.
‘Wij’ bestond in dit geval nog uit vier andere Nederlandse residenten uit dezelfde woonwijk. Om half elf ’s ochtends zou de actie losbarsten bij ons plaatselijke strand, Playa La Glea. We kwamen tijdig bij het strand aan en zagen een heel klein clubje buitenlanders staan: Duitsers, een Scandinaviër, een enkele Spanjaard... Ojee?! Was dit de opkomst? Niet veel later kwam er een Spanjaard die ons de weg wees: verderop, op de grote parkeerplaats vond de aanmelding plaats.

Iedereen liep in colonne naar de betreffende plek waar de burgemeesteres en haar assistente Heike, die wij eerder in het gemeentehuis ontmoetten, ons opwachtten. Iedere geïnteresseerde moest zich vantevoren aanmelden voor dit schoonmaakproject dus de namenlijst werd gecontroleerd. In de wachtrij werden wij gelukkig omringd door vele Spaanse en andere residenten. Het is dus niet alleen een buitenlandse aangelegenheid. Assistente Heike deelde gele vestjes, vuilniszakken en zwarte handschoenen aan eenieder uit. Die vestjes zijn dezelfde als wanneer je pech onderweg hebt. De stevige handschoenen konden dienst doen als golfhandschoenen, aldus golfvriend Roland. Heike zei ons dat het inleveren van een vestje na gedane arbeid recht gaf op een paellamaaltijd.

Voordat wij aan de slag gingen, vroeg ik mijn collega’s te poseren voor de foto, in gezelschap van de burgemeesteres van Orihuela Costa. (Jawel, ze was wederom present.) Van links naar rechts: mijn liefje, Roland, Frau Scheurer, Frans, Ger en Yvon. Zonder meer een leuk gezelschap. Iedere participant kreeg vandaag instructies over waar vuil moest worden geraapt maar eigenzinnig als wij zijn, gingen wij onze eigen weg. Wij zijn immers van Playa La Glea! We liepen dan ook eensgezind richting ‘ons’ strand.

Yvon was van mening dat wij eerst haar favoriete strandje moesten schoonmaken; dat blijkt te liggen vóór restaurant La Baracca, aan de zuidpunt van La Glea. Zo gezegd, zo gedaan. We sjokten door het rulle zand, met onze grote lege vuilniszakken. Daar viel inderdaad veel te rapen. Plastic flessen, slippers, colablikjes, sigarettenpeuken, repen papier, doppen, vistuig en nog heel veel meer. We raapten en raapten. Alhoewel mijn rug niet mijn sterkste lichaamsdeel is, was ik niet te stoppen. Het was namelijk voor een goed doel en voor een fijn gevoel.

Mijn liefje en ik liepen elkaar op enig moment tegemoet over ons eigen strand. We besloten samen de weg langs de branding te vervolgen. Zij droeg haar gele hesje in haar achterzak (tè warm), ik droeg het op mijn lichaam als een soort geuzenpak al voelde ik het zweet constant mijn bilnaad inlopen. Het was namelijk 29 graden Celsius.
Enkele Spaanse oudjes onder hun parasol aan de branding spraken mij met interesse aan, een aantal van hen beloofde volgend jaar mee te doen, sommige badgasten keken mij meewarig aan (een werkeloze? iemand met een taakstraf?), weer anderen knikten mij instemmend toe vanaf hun strandstoelen. De eerlijkheid gebiedt te vertellen dat er ook mensen waren die spontaan aan de actie meededen toen ze ons zagen alsmede personen die ons hielpen met rapen. Dat alles vonden wij prima. Bij elk plastic voorwerp dat ik raapte en in mijn vuilniszak stopte, dacht ik aan schildpadden en dolfijnen die ik ermee redde...

Na ongeveer anderhalf uur bukken en rapen in de volle zon vond ik het welletjes. Ik had een hoofd als een biet en bovendien was mijn vuilniszak zwaar. We liepen dus terug naar het uitgiftepunt en werden daar door onze vrienden verwelkomd. De mannen leverden volle zakken in, wij hadden halfvolle zakken met daarin heel veel plastic. Joehoe! We gaven onze hesjes en handschoenen terug en wilden niet wachten op de grote paella die speciaal werd bereid voor de rapers. Wij hadden namelijk andere plannen. We lunchten bij Montepiedra Playa en gingen daarna voor een gezamenlijke duik in zee (27 graden Celsius). De golven waren heerlijk. We dobberden, praatten en lachten. De dag werd afgesloten met tapas en drankjes op het terras van Emmy & Hugo. Die konden door omstandigheden niet participeren maar wilden wel iets terugdoen.


woensdag 18 september 2013

Cero paloma blanca...♫

George Baker had ongelijk met zijn ‘no one can take my freedom away’ want wij hebben Carlos!
In onze woonwijk begonnen we recent aan het duivenproject. Eigenlijk moet ik zeggen: anti-duivenproject. Deze vogels zijn mijn gevederde vriendjes niet: ze werden in de afgelopen maanden tot overlast. Ik ken mensen die zo’n actie zielig voor de dieren vinden maar als je weet welke ziekten duiven kunnen overbrengen, zou elk weldenkend mens beter moeten weten. Als duivenpoep verpulvert en wordt ingeademd, kunnen longproblemen ontstaan. Duiven worden niet voor niets ‘vliegende ratten’ genoemd.

Eigenaren die appartementen voor eigen gebruik hebben, hebben hun bloembakken aan het terras meestal zodanig gevuld dat er geen duiven kunnen nestelen. Menig appartement heeft lege bloembakken en dan zijn er ook nog appartementen die in het geheel niet worden bewoond. Duiven vinden een partner, zoeken een plaats om te nestelen, de vrouw legt eieren in lege of halflege bloembakken en broedt ze uit. Zie daar het probleem. Ons eigen appartementsblok wordt door eigenaren en huurders tamelijk goed bezocht en bewoond waardoor wij nauwelijks last hebben van duiven (al rukken ze ook hier op). Molentjes in bloembakken, draaiend in de wind, bleken hier tot nu toe een effectief middel tegen duivenoverlast. Bovendien ziet het er feestelijk uit. Dat kan echter niet worden gezegd van de terrassen die favoriet zijn bij de duiven.

Er moest actie worden ondernomen dus als VP van de vereniging van huiseigenaren nam ik contact op met de duivenjager. Het is bij Spaanse wet verboden op duiven te schieten in een woonomgeving (!). Jaren eerder schakelden we Carlos met zijn roofvogels succesvol in dus zijn inzet was voor herhaling vatbaar. Ik nam telefonisch contact met hem op. Het was een tamelijk eenzijdig gesprek: ik lichtte toe en stelde vragen, hij antwoordde alles met “si”. Qua stem dacht ik met een oude man van doen te hebben.

Hij stuurde vervolgens een offerte die deze keer twee methoden beschrijft: er wordt gewerkt met kooitjes en hij zet zijn roofvogels in, indien nodig. Aangezien de groep duiven pendelt tussen onze woonvereniging en een naburige, nam ik contact op met de betreffende president om te vragen of hij aan ons project wilde meedoen. We zouden dan ook de kosten kunnen delen. Hij had er zeker oor naar en zo gebeurde het.

Carlos bleek een leuke jonge vent met een groot gevoel voor humor. Dat heb je ook wel nodig met dergelijk werk. Hij vertelde dat hij een week of twee nodig had om nieuwe kooien te maken. De vorige waren ingepikt door opdrachtgevers die last van zwerfkatten hebben; dat werkt kennelijk ook goed! De kooien hebben het formaat van een grote schoenendoos en zijn van ijzer. Ze hebben een deur die dichtvalt nadat de duif de kooi binnengaat om te knabbelen aan maïskorrels die met siliconen op een plaatje dieper in de kooi zijn gelijmd. Om de duiven de kooi in te lokken, wordt hun favoriete snack ook vóór de kooi uitgestrooid.

Duiven hebben kennelijk ook vreetbuien, ze snoepen alles voor de kooi weg. Vervolgens lopen ze blindelings de kooi in, proberen de vastgelijmde korrels weg te pikken en drukken zo met hun snavel op een soort pedaal waardoor het deurtje achter hun duivenbillen dichtvalt. De eerste twee kooien werden geplaatst op het terras van goede vrienden. De dag erna zag ik niets, een dag later deed ik de schuifpui open en zag ik veertjes op het terras liggen. Bingo... twee gevangen duiven! 
Inmiddels zijn ze opgehaald door Carlos. Hij vouwt hun vleugels op een bepaalde manier zodat ze niet kunnen wegvliegen en vervolgens gaan ze in een grote tas. In de eerste twee weken worden ze gevoederd met medicijnen die ziektekiemen en eventuele infecties in hun lichaam verwijderen. Alleen schone duiven dienen als favoriete hapje voor zijn roofvogels.

Mensen die van het project op de hoogte zijn, lieten mij weten dat ze graag eens het optreden van een roofvogel in levende lijve willen zien. Mijn liefje en ik delen die wens. Dat meldde ik Carlos dan ook onlangs. Binnenkort komt hij met zijn gevederde vriendjes (twee Harris-valken en een havik). De duiven worden zodanig opgejaagd dat ze een andere slaap- of verblijfplaats gaan zoeken. Nog een paar weken en dan zijn we van de duivenpoep verlost.


zaterdag 14 september 2013

Op hoogtestage

Afgelopen dagen waren we wederom in Andalusië, een reisje dat ik boekte voor de verjaardag van mijn liefje. In een recente krant stond dat reserveringssite booking.com dagelijks 500.000 hotelreserveringen verwerkt. Ongelofelijk! Gelukkig waren niet al die boekingen voor de Sierra Nevada.

Deel 1 van de reis voerde ons naar Trevélez, het hoogstgelegen dorp van Spanje, op 1.462 meter. Onderweg zag ik overal grote cactusvruchten hangen. Op enig moment kon ik mij niet inhouden: ik wilde er per sé eentje proeven. Ik plukte een rode rijpe vrucht, trok de schil er vanaf en at de sappige inhoud met veel plezier op. Niet lang daarna voelde ik de ragfijne stekels in een mondhoek en aan de binnenkant van mijn onderlip. De stekeltjes bleven mij twee dagen irriteren maar het mocht de pret niet drukken. Er is niets leuker dan gezond snoepen van de vrije natuur! In velden plukte ik bovendien granaatappels, witte en blauwe druiven, appels en bramen en verorberde ze zonder bijwerkingen. Dat alles boven hondenpieshoogte, inderdaad... 

De bergdorpen van de Sierra Nevada  zijn doorgaans wit, de straten smal en bloemrijk en overal hangen rode pepers te drogen. 
De laatste steile meters naar het hotel legden we te voet af, de straten werden te smal voor The Beast (onze auto die het heel goed deed in de haarspeldbochten op de route). 

Trevélez is beroemd om zijn hammen die daar op natuurlijke wijze worden gedroogd. Mijn liefje is een grote hamliefhebber dus die bestemming viel in goede aarde. De ‘Jamón Gran Reserva’ wordt zelfs 18 maanden gedroogd.
Het gebied wordt vooral bezocht door getrainde wandelaars maar ook wij genoten van de prachtige panorama’s. ’s Avonds aten we in een dorprestaurant dat niet had misstaan in een Zwitsers skigebied: een blokhut met uitsluitend houten interieur. We kregen een tapa van het huis waar de rijke smaak vanaf spatte. Vooral de tomaatjes waren goddelijk! Bij navraag bleek dat het restaurant een eigen ecologische groententuin onderhoudt.

Deel 2 van de reis leidde naar Lanjarón, de stad van het bronwater met dezelfde naam. De route voerde door de Alpujarras. We deden aan bermtoerisme, aangezien de strandstoelen nog achterin de auto lagen. Zo genoten we van het uitzicht, met een broodje Trevélez-ham. De bergwegen zijn hier en daar smal maar van goede kwaliteit; bijna overal staan stenen of ijzeren vangrails dus eng was het nergens (al had ik wel even zwetende handpalmen toen ik de berg op reed). Er ligt een beetje sneeuw op de hoogste pieken en op delen van het traject zag ik laaghangende wolken onder ons het dal intrekken. Een fascinerend gezicht, dat vond zelfs het liefje van lid nummer 29242 van de Cloud Appreciation Society. Ik was hoogstverbaasd op deze grote hoogte in dit gebied wijnranken te zien staan. Dat overal olijfbomen zijn, weet ik van eerdere bezoeken. De olijven zijn weliswaar groot maar onrijp. De oogst daarvan vindt pas in januari plaats. In een dorpswinkeltje kocht ik (verse) ecologische knoflook en laurierblad. Onderweg plukte ik verse amandelen van de boom; die worden momenteel geoogst.


Het laatste deel van de reis had het Alhambra in Granada als doel. Vele jaren geleden bezochten we Granada en de tuinen van het Alhambra maar we konden toen de paleizen niet binnengaan. 

UNESCO droeg de Spaanse beheerders van dit fotogenieke middeleeuwse werelderfgoed enkele jaren geleden op het aantal bezoekers dagelijks te limiteren, ten behoud van het complex. Vooraf bestelde ik kaarten die op een vast tijdstip toegang verschaffen tot de Nazaríes-paleizen en de Generalife, de Moorse gebouwen. Onze tijd was 12:30 uur maar we waren al vóór 10:00 uur op lokatie. We wandelden op ons gemak door de tuinen en bezochten het paleis van Ferdinand en Isabella, de christelijke vorsten die de Moren uit Spanje verdreven (1492) en in het Alhambra hun westerse sporen achterlieten middels een groot Renaissancistisch paleis.

In aanloop naar dit bezoek las ik het boek ‘The Alhambra’ van Robert Irwin. Ik ben dol op Moorse architectuur en bedacht dat deze lectuur een goede voorbereiding op het lang gekoesterde bezoek was. Irwin beschrijft de geschiedenis van het 42 hectare uitstrekkende complex gedetailleerd. Bovendien laat hij zich zowel kritisch uit over mensen die het Alhambra in de loop der tijd -zonder respect- restaureerden als over hen die het complex geromantiseerd beschreven. Er is veel onbewezen onzin geschreven, aldus Irwin. 
Ik stak er dusdanig veel van op dat ik regelmatig als gids fungeerde. Over de koranteksten op de wanden, de gedichten van voormalige moorse dichters op de muren, de toenmalige inwoners van de Moorse paleizen, de mensen die er werkten, de vrouwen die er leefden, enzovoort. Een interessant boek dat de moeite van het lezen waard is voor mensen die 'de Rode' (vertaling van Alhambra) geinformeerd willen bezoeken.

De verjaardagslunch gebruikten mijn liefje en ik in de Parador van het Alhambra. Het bezoek leverde honderden foto’s op. Het uitstapje was zonnig en zalig. Reizen is verslavend. Het webalbum is inmiddels online. 

zondag 8 september 2013

Beach Bums

Dit weekend wordt op ons eigen strand, Playa La Glea, het nationale jeugdkampioenschap beachvolleybal gehouden. Teams van jongeren tot 21 jaar uit heel Spanje nemen eraan deel; ik zag zelfs een team uit Melilla, de Spaanse enclave aan Marokkaanse zijde.

Volleybal heeft mij als sport nooit gelegen. Ik kon de bal niet op de vingertoppen opvangen en de onderhandse slag op de muizen van mijn handen vond ik pijnlijk. Na menige middelbareschoolwedstrijd ging ik met gekneuste armen naar huis. Ik was wel aardig in basketbal. Ooit was ik lid van een basketbalteam; sindsdien heb ik een ‘Mallet-vinger’: tijdens een partijtje brak ik het eindkootje van een pink toen de bal hard tegen mijn hand vloog. In de gipskamer van het ziekenhuis werd een spalk aangebracht. Toen de spalk enkele weken later werd verwijderd, stond de pink nog net zo krom als direct na het ongeval. De enige remedie was de pink opnieuw te breken en steviger te spalken. Ik zag ervan af en ga nu met een vreemd vingerkootje door het leven. 
Mijn liefje was goed in volleybal. Vanzelfsprekend excelleerde ze als spelverdeler.

Op het strand van La Glea waren zes speelvelden aangelegd waarop werd gestreden. Blauwe linten dienden als spellijnen en de netten waren geplaatst. Aan het net stond een scheidsrechter en aan het tafeltje ernaast zat de teller. Er was tevens een tribune opgebouwd met hier en daar een parasol. Op vrijdag was het namelijk warm en zonnig, gisteren viel er regen tot in de namiddag, vandaag -finaledag- begon weer zonnig al is de luchtvochtigheid hoog (94%).

Wij zaten achter de tribune, eerstelijns aan de branding. Er blies een oostenwind die verkoeling bracht. Ik liep met regelmaat een rondje langs de velden en volgde sommige sets. 
Het spelniveau was hoog. Vooral een damesteam uit Andalusië speelde sterk en geraffineerd. Na de wedstrijd spoelden de meiden en jongens het zand van hun strakke lijven. Strandvolleybal zonder snoekduik is namelijk als een zee zonder vissen. 
Voor mijn neus speelde zich menig Ursula Andress- en Bo Derek-tafereel af.

De kleding die bij deze sport door de speelsters wordt gedragen, is minimaal. Alhoewel de internationale Beachvolleybalbond vorig jaar besloot de bikiniverplichting op te heffen, gaat de voorkeur van Spaanse beachvolleybalsters klaarblijkelijk nog steeds naar het minimale uit. Ik heb zelfs het idee dat de Spaanse versie van de bikinibroek nóg minder textiel bevat. Zelf zou ik constant de neiging hebben om de bekleding over mijn billen te trekken maar ja, die van mij vragen om opvang... Op enig moment viel mijn oog op een tekst achterop een van die broekjes. Daar moest ik het mijne van weten dus zo subtiel als mogelijk probeerde ik een foto te maken van het betreffende textiel zodat ik de tekst kon lezen. Ik kwam er zonder kleerscheuren vanaf. Het bleek “we love the sand” te zijn. Barefoot on the Beach kan dat alleen maar onderschrijven!

Op enig moment stonden twee lange, magere jongens in de branding recht voor ons.
Ik herkende ze: ze hadden zojuist gespeeld en verloren. In de eerste set stonden deze knullen uit Galicië flink achter bij het grotere en sterkere team van Andalusië, in de tweede set namen ze een voorsprong die ze echter verspeelden. De jongemannen werden op de voet gevolgd door een grote, dikke man. Hun coach. Hij sprak hen toe maar dat deed hij niet bepaald subtiel, aan zijn gebaren te zien. Vooral zijn omlaag hangende gespreide armen spraken boekdelen: “tja, wat wil je als je zo speelt” of “ik kan er ook niets van maken als jullie er met de pet naar gooien” en uitdrukkingen van gelijke strekking. Een van de koppies zakte steeds dieper. De coach draaide zich om en liep terug naar het speelveld, de jongens teneergeslagen in zee achterlatend. Hij liep in mijn richting en ik keek de bullebak recht in zijn gezicht... de @#$%%^^^)&*. Hij kan wel een lesje motiveren en inspireren gebruiken! Zo’n toespraak hadden ze niet verdiend, zo slecht speelden ze niet. Mijn liefje liep naar de jongens toe en vroeg of ze Engels spraken. Yes. Daarop volgde een flinke dosis peptalk van haar kant. Eens een HR-mens, altijd een HR-mens. Ik was trots op haar en knikte de breed lachende jongens instemmend toe.

Volgende week gaan we weer eens naar Andalusië. Ik neem mijn liefje mee op een verjaardagsreisje. De route zal ons leiden naar Trevélez, het hoogste dorp van Spanje, door de Alpujarras naar Lanjarón (van het bronwater). Ook een bezoek aan het Alhambra van Granada staat op ons programma. De toegangskaartjes zijn reeds besteld. Deze beach bum verruilt het strand tijdelijk voor de Sierra Nevada dus tot over een weekje.

Nagekomen bericht: we bekeken een zinderende finale onder een strakblauwe lucht. Het vrouwenteam van Madrid werd nationaal jeugdkampioen Voley Playa 2013. En dan te bedenken dat ze niet eens stranden hebben in en rond Madrid?!
De meiden versloegen het team uit Communidad Valenciana (onze provincie) in een 3-setter. De prijs werd uitgereikt door een 'oude bekende'... de burgemeesteres van Orihuela Costa.





dinsdag 3 september 2013

Me and the boys

Het is September dus de Spanjaarden zijn weer terug naar hun huizen in het binnenland en naar hun werk. Het is inmiddels redelijk rustig op het strand maar er is nog steeds veel te zien. Chinezen die massage geven, blijven aanwezig. Tien jaar geleden liet ik mij door een van hen masseren. De volgende dag kon ik niet op of neer. Aan mij is hun massage niet besteed. Ik ben niet de enige die dat overkomt.

De Afrikaanse jongens op het strand verkopen dames- en herenkleding, brillen en horloges. Louis Vuitton, Ray Ban, La Coste, Dolce & Gabana, Rollex, en vele andere topmerken. Hun verkoopwaar is echter namaak dus de lokale politie -op de fiets- loert op hen. En de jongens loeren terug. Ineens knielden twee zwarte jongens voor onze strandstoelen neer... het was vanzelfsprekend geen ode aan ons. We weten dan zeker dat de politie aanwezig is. Ik las onlangs dat er hier sprake is van heuse slavenpraktijken: die verkopers leven met tientallen in één kamer en zitten zwaar onder de knoet van dubieuze bazen. Kasian. Al bieden we hen zonder mopperen onderdak onder onze strandparasol, wij willen niets te maken hebben met hun ‘business’. Mijn liefje en ik houden van echt.

September is misschien wel de mooiste maand zomermaand in dit deel van de Costa Blanca. Het is tevens de geboortemaand van mijn liefje dus dat geeft extra betekenis. De luchttemperatuur daalt, de vochtigheidsgraad ook, de watertemperatuur daalt nauwelijks, een frisse wind blaast uit het oosten. We zitten inmiddels dagelijks op het strand onder onze speciale UV-filterparasol; de goedgevulde koeltas naast ons. Het is heerlijk om eerstelijns aan het strand te zitten. We hebben goed zicht op het kristalheldere zeewater, de koele Middellandse zeewind blaast door mijn haren (die overigens zijn gekortwiekt).

Zoals gezegd, is er nog steeds veel te zien. De stoere Spaanse strandwachters (socorristas) zitten torenhoog op hun stoel. Ik vertelde hen dat ik dat werk vroeger ook deed aan de Haagse kust in mijn vaderland. Ze stonden erop dat ik de hoge stoel betrad en stelden voor met mij te poseren. I couldn’t resist! Ze blijven tot eind September op hun plek, wakend over ons. Gezien hun bi- en triceps hebben we vertrouwen in hen.

Van onder mijn eigen parasol zag ik een noviteit op het strand: er is tegenwoordig een Spanjaard die drankjes te koop aanbiedt op Playa La Glea. We hebben ook al een vrouw die vers fruit verkoopt. Zij is voor mij een icoon van het plaatselijke strand: sinds ik daar kom, loopt zij in schort en met zware manden aan haar stevige armen rond. De nieuweling (niet zo jong) koopt cola, andere frisdrank, bier, water voor een prikkie bij de goedgevulde nieuwe Consum-supermarkt op loopafstand van het strand en biedt ze voor €1 gekoeld aan badgasten aan.

Vandaag stonden mijn liefje en ik met extra veel animo op. De dag stond namelijk in het teken van ‘zwemmen met Justin’. Onze goede vrienden Ger & Monika brachten in hun appartement voor het eerst een vakantie door met hun kleinkind en diens jonge ouders. Moeder Renate kennen we al heel lang, vader Jeroen niet. Ik herinner mij verjaardagen waarop zij met haar nichtjes tussen de schuifdeuren optrad als Spice Girls en Dolly Dots. Playback, inclusief danspasjes. Toen vond ik het best grappig. Intussen is zij moeder van een heel leuk manneke. Oma Monika had ons al vele foto's toegestuurd maar hem in het echt zien was vele malen leuker.

Justin heeft de ogen van zijn vader èn zijn moeder. Ze lijken op die van (Siberische) husky’s: lichtblauwe irissen met donkerblauwe randen. Bovendien heeft hij vingerlange zwarte wimpers. Zijn t-shirt van vandaag met de tekst ‘I am cute’ is dan ook volledig terecht, wat mij betreft. Mijn liefje en ik waren niet de enige badgasten die dat vonden.

Het ventje had veel bekijks in zijn nieuwe zwemband. De golven waren vandaag heuse Barefoot-golven. Joehoe! Justin ging het nieuwe avontuur met ogenschijnlijk plezier aan. Hij dobberde met een glimlach op zijn wangetjes op de hoogste golven. Een golf was ietsje hoger dan hij zelf was. Hij keek verbaasd op, wilde gaan huilen, keek naar ons, zag dat wij hem toelachten en besloot niet te simmen. Er kwam dan ook geen snik over zijn lipje. Ik zag het met goedkeurig aan. De nieuwe Van de Hoogeband? 

Hij is een opmerkzaam en goedgemutst mannetje en dat maakt het een genot om in zijn directe omgeving te zijn. Hij maakte goed oogcontact, lachte mij veelvuldig tandeloos toe en had veel interesse in de boobies van mijn liefje. (Dat begrijp ik.) Monika en Ger zijn terecht trotse grootouders. En grote bofkonten!