Translate

dinsdag 30 september 2025

Kaaskoppen

Afgelopen zondag werd de prijs voor het beste Nederlandstalige natuurboek uitgereikt tijdens het Vroege Vogels Festival. De eer viel te beurt aan ‘Muizenleven’ van auteur en filosofe Eva Meijer (1980). Haar boek was een van de 139 inzendingen. Meijer begon aan een experiment en ging met 25 ex-laboratoriummuizen samenleven om ze beter te begrijpen en te leren kennen. Zo kwam ze erachter dat deze gewezen proefdieren geen ‘plaag’ zijn maar levende wezens met eigen karakters, vriendschappen, een eigen taal en cultuur. Samenleven met muizen was voor Meijer een les in zorg en verbondenheid en deed haar beseffen dat we allemaal kleine wezens zijn in de uitgestrekte ruimte die het leven is. 

Juryvoorzitter Jean-Pierre Geelen sprak tijdens de live-uitzending van een even meeslepend als ontroerend boek. Een piekfijn werk, dat je de ogen opent op verschillende manieren, gemaakt door een auteur die duidelijk met hart en ziel in de materie zit.Met dit werk toont Meijer aan dat muizen complexere dieren zijn dan gedacht. De Natuurboekenprijs is een initiatief van natuurorganisatie LandschappenNL, de Volkskrant en radioprogramma Vroege Vogels. De winnares krijgt 5.000 en een originele tekening, gemaakt door kunstenaar Raoul Deleo. Alhoewel ik met interesse luisterde naar de geïnterviewde winnares zullen muizen niet tot mijn vriendenkring gaan behoren. Dat ligt bepaald niet aan haar. Ik heb nog nooit iemand zó enthousiast over deze diersoort horen spreken!

Hun favoriete hapje daarentegen, kaas, is wel aan mij besteed. In de afgelopen tijd vlogen Nederlandse vrienden weer binnen. Dat gaat doorgaans gepaard met de komst van een mooi stuk belegen boerenkaas waaraan de stalgeur nog kleeft. Dit type kaas is het grootste gemis voor ons als Nederlanders in het buitenland. Geen drop (werd voor mij geen verslaving), geen hagelslag (kennen we hier als ‘fidéos de chocolate’) of iets anders. Spanje brengt genoeg kazen voort, van verse kaas tot Manchego, maar die komen niet in de buurt van onze voorkeur.

Als ontbijt eten we het liefst plakjes kaas op een vezelrijke cracker en een beschuitje met aardbei of ander fruit. Bij hoge uitzondering worden er twee crackers met kaas toegestaan; we zijn er zuinig op! Alleen als we een stuk kaas uit de vacuümverpakking halen, staan we onszelf toe de eerste plakjes van de zijkant te schaven. (Dus niet van de korte bovenkant.) Vanzelfsprekend hebben we een kaasschaaf in de la liggen (plus eentje als reserve). De kaasschaaf is niet door een Nederlander uitgevonden, tot verrassing van vele medelanders. Het was de Noorse meubelmaker Thor Bjørklund die de ‘ostehøvel’ bedacht. Hij was gewend met een timmermansschaaf hout te bewerken en dat bracht hem op een ander idee. In 1925 vroeg hij er patent op aan. De kaasschaaf werd een van de meest geliefde uitvindingen voor de Noren. Op 27 februari van dit jaar werd het 100-jarig bestaan van dit superhandige gebruiksvoorwerp gevierd. Wij kunnen niet zonder! 

Deze kaaskoppen gaan binnenkort een weekje naar het Vaderland. Is dit een vakantie? Of noemen we het een uitje? Hoe het ook zij, we hebben er zin an. We gaan in eerste instantie om de opgehitste boel daar tot bedaren te brengen. Succes is niet gegarandeerd maar als je het niet probeert, dan weet je het niet. Eens kijken of we die extreemrechtse geesten weer in de fles krijgen. 

Dat is echter niet onze enige missie. We gaan ook vriendin Bernadette bijstaan die 65 jaar wordt. Daar hoort een groot feest bij en daarbij mogen wij niet ontbreken! We kennen elkaar dit jaar 20 jaar dus ook dat is het vieren waard. Zij zal voorlopig nog een bezig bijtje blijven maar ze is wel klaar met het officiële werk dat ze in de afgelopen decennia deed. Ze kan terugkijken op een mooie, gevarieerde loopbaan. Eerst gaat ze (lang) reizen. 

Zoals altijd wanneer we naar Nederland gaan, vullen we niet alle dagen met vaste afspraken. Voor je het weet, loopt de agenda vol en die situatie willen we niet meer. Het mag er tegenwoordig bij ons wat relaxter aan toegaan. Mensen die vroegen of we deze keer langskomen, gaan we wel met een bezoekje verblijden. 

Zo staat er een lunchafspraak in de agenda met twee leuke personen uit Amsterdam die we leerden kennen tijdens de Turkije-rondreis die we maakten in april van dit jaar, Nelleke en Martin. Daar vierde ik mijn 65ste verjaardag en deze twee leukten met mijn liefje, een gezellige lunch aan een binnenhaven in de buurt van Troje op. Zij werkte jarenlang in de museumbranche en hij was cameraman. Inmiddels zijn ze beiden gepensioneerd. 

Op de terugweg maken we misschien wel een stop bij de Dapp Frietwinkel in Leiden (Aalmarkt 14). Eigenaar Siem van Bruggen (hiernaast) werd afgelopen weekend tijdens de WK Friet in Frankrijk uitgeroepen tot beste frietbakker ter wereld. Hij deed mee in de categorie ‘authentieke friet’. Een van de geheimen van de bakker is dat hij zijn biologisch geteelde aardappelen uit Nederlandse zeeklei voor het (driemaal) frituren kookt in water met rozemarijn. Dat hem dat geen windeieren legde, is het feit dat zijn friet al werd verkozen tot beste in 2015 bij de jaarlijkse friettest van het AD. En nu dus wereldkampioen. Eén frietje per week maakt de maag niet van streek! 

Er staat zeker een bezoek aan Museum Fenix (Feniks) in Rotterdam op ons programma. Een in cultuur, wereldgeschiedenis en migratie geïnteresseerde persoon wil dat met eigen ogen zien. Een aantal vrienden ging mij voor naar deze plek en niet iedereen was even waarderend. Iemand stelde dat het onderwerp ‘migratie’ (de geschiedenis van landverhuizers) een beetje ondersneeuwde en dat de tentoongestelde kunst wat ‘bijeengeraapt’ lijkt. Iemand anders vond het echter absoluut een bezoek waard. Ik ga het zelf beoordelen. De Tornado, het kunstwerk dat op het grote gebouw staat en is ontworpen door de Chinese architect Ma Yansong, zet ik als amateurfotografe graag (letterlijk) in het zonnetje. Met andere woorden: een nieuw webalbum is in de maak. 

De laptop gaat mee op pad dus wellicht blog ik de komende week nog een keer vanuit Den Haag. De shorts en t-shirts gaan tijdelijk uit, net als de teenslippers en het zwempak. Ze worden ingeruild voor een warme jas, lange broek, trui en sokken. Dat is even wennen maar er staat hopelijk veel goeds tegenover. 

We gaan zeker een smakelijk stuk belegen boerenkaas met stalgeur mee naar huis nemen.


zaterdag 27 september 2025

Gaaf land


Illustratie: Tjeerd Royaards (voor Trouw)
Er moet mij iets van het hart. In de afgelopen dagen voelde ik mij, als Hollandse in het buitenland, uiterst gedesillusioneerd over mijn Vaderland. Ik had af en toe behoefte om te wenen maar deed het niet. In tegenstelling tot Volkskrant-columnist Sander Donkers die kennelijk eenzelfde gevoel had en zijn tranen wel de vrije loop liet op een druk perron van een  treinstation. Ook hij schreef erover. 

Ik vond het ronduit ontluisterd wat er was gebeurd. Fascisten marcheerden door de straten van mijn voormalige woonplaats. Mijn liefje zei dat ze zich schaamde voor haar land. Het rechts-extremistische gedachtengoed in de Nederlandse politiek en de maatschappij is mij al jarenlang een doorn in het oog. Hoe een groep extreemrechtse ophitsers de boel letterlijk en figuurlijk in brand zette in Den Haag was een gevolg van de normalisering ervan. De geest leek (lijkt) uit de fles.

Ik begrijp de onvrede onder de bevolking over vele zaken maar dit kun je met alle goede wil van de wereld geen protesteren meer noemen. Dit is moedwillig vernielen, provoceren, intimideren en chaos veroorzaken. Deze -voornamelijk- mannen in zwarte hoodies en met gezichtsbedekking zwaaiden met VOC-vlaggen en prinsenvlaggen, riepen nazi-leuzen en brachten de Hitler-groet. Daar is geen woord Spaans aan dus duiden is gemakkelijk: dit is politiek geweld uit extreemrechtse hoek. Deze types zijn tegenstanders van de Nederlandse overheid en van de democratische rechtsorde. Ze haten ‘links’, haten gematigde politici en politieke partijen die het redelijk alternatief zoeken in een sterk gepolariseerd land. In een van de allerrijkste landen ter wereld. Tja. 

Alsof dit niet al erg genoeg was, waren er daarna politici ter rechterzijde van het politieke spectrum die het niet over hun lippen verkregen om deze acties tot extreemrechts geweld te bestempelen. Tuurlijk, alle partijen veroordeelden deze wandaden -het is bovendien verkiezingstijd- maar dit politiek geweld uit extreemrechtse hoek noemen? Dat ging een aantal van hen te ver. Maximale polarisatie is al decennialang het verdienmodel van Wilders’ PVV en de VVD van Yesilgöz, ooit een fatsoenlijke partij, loopt in deze polonaise hossend mee. Woorden doen ertoe maar ook stilte is in dit verband veelzeggend! 

Dit gezegd hebbende, blog ik liever over een ander type stilte en de straat terugeisen. Deze blog gaat over de laatste dwaalgasten in onze straat die recent vertrokken. Deze straat wordt in de zomermaanden overgenomen door Spanjaarden die met de familie (meer generaties) naar hun vakantiehuizen komen. Weg rust, weg stilte, weg vogels. Dat is het begin van het zomerse pandemonium. Geweldloos, dat wel. 

We zaten relatief laat aan de lunch vanwege assistentie bij een klus op het terras van buurman Jan (zelf thans in Denemarken). Op dat moment verschenen onze overburen Jezus en Maria aan de poort. Nu wordt er in reli-kringen weleens gediscussieerd over de vraag of het Jezus is of juist Maria die aan de poort staat. Welnu, in ons geval waren ze het beiden. Zij zijn de laatste der Mohikanen die vertrokken. 

Nadat mijn liefje en ik hier neerstreken, leerden we deze twee seniore Madrilenen (80-plussers) in de loop van de jaren beter kennen. Aanvankelijk vonden we hem een luidruchtige wildbeller. Kennelijk hadden ze geen goede telefoonontvangst in  huis. Hij ging dus voor elk telefoongesprek de straat op en liep dan minstens één uur lang heen en weer te bellen voor onze casita. Met indrigende stem en dominant gedrag. Zijn fysieke verschijning en dat gedrag leidden ertoe dat we hem achter de schermen ‘Franco’ gingen noemen. (Naar die abjecte Spaanse generaal van weleer.) 

Inmiddels leerden we hen persoonlijk kennen. Sinds vorig jaar weten we dat hij Jesús heet en vriendelijk en grappig is. Hij noemt zijn Maria (Mári in de wandelgang) doorgaans niet bij haar naam maar zegt ‘mi mujer’ (mijn vrouw). Mári is minstens zo dominant als haar echtgenoot. Ze kibbelen dan ook regelmatig met elkaar, ondanks hun 60-jarige huwelijk. Zij heeft eveneens een harde stem maar afgelopen zomer hoorden we dat dit komt omdat ze lange tijd slechthorend was. Ze draagt nu achter elk oor een gehoorapparaat dus het hoorvermogen verbeterde sterk maar haar harde stem bleef. 

Jezus was in de stellige overtuiging dat wij Nederlandse tweelingen zijn maar dat sprak hij nooit uit tegenover ons. Totdat hij dat wel deed. Hij noemde ons tijdens een conversatie open en bloot ‘gemelas’. Mijn liefje corrigeerde hem subiet en noemde mij haar ‘novia’. Zijn zoon, die bij dat gesprek aanwezig was, legde zijn pa uit dat wij levenspartners zijn; geen zussen en zeker geen tweelingen. Hij was eerst verbaasd maar vond het verder prima. De tolerantie zelve... kom er eens om! 

Jezus en Maria stonden daar met een restje witte wijn, drie glazen, de laatste plakjes ham en een zak andere keukenoverblijfselen voor onze neus. Om op gepaste wijze afscheid te nemen. (Mári drinkt geen alcohol, vandaar de drie glazen.) Tijdens het afscheid sprak ik hem er wel op aan dat hij dacht dat ‘mi mujer y yo’ (mijn vrouw en ik) leeftijdgenoten zijn. De meeste mensen moeten even wennen aan mijn gevoel voor humor en ironie maar hij begreep het direct. Nou, fluisterde hij in de richting van mijn oor, je bent wel de knapste, hoor. ‘La chica mas guapa’. Ah-ah. Vandaar dat er zoveel selfies in mijn webalbums zitten... 😉 

Van hieruit bestelden ze een taxi naar Orihuela (stad) en zouden daar in de hogesnelheidstrein (tren AVE) naar Madrid stappen. Die bereikt een snelheid van ruim 300km/uur dus in twee uur tijd zouden ze thuis zijn. We namen hartelijk afscheid en beloofden hen via Whatsapp op de hoogte te houden van het reilen & zeilen in de straat en op het gemeentehuis. Volgend jaar zomer hopen zij weer van de partij te zijn en ons daar wederom aan te treffen. We kregen 's avonds een appje ter bevestiging van hun goede aankomst, gepaard met veel omhelzingen. Vrienden voor het leven, in een (doorgaans) gaaf land. 

De straat is dus weer van ons. Op de meeste dagen staan er overdag slechts één of twee auto’s geparkeerd. We genieten ’s nachts weer van de frisse lucht die door de open schuifpui stroomt. Van het geluid van jagende torenvalken boven onze hoofden, van de V-formaties met trekvogels die overvliegen en van lunchen op het rustige terras.


maandag 22 september 2025

Dwaalgasten

In SpanjeVandaag stond recent een artikel over een jonge Nederlandse torenvalk die in Catalonië was terecht kwam. Hij vertrok begin September uit de Achterhoek en vloog via Duitsland, Luxemburg en Frankrijk naar de Costa Brava. Dat weten we omdat deze roofvogel was geringd. Torenvalken zijn standvogels hetgeen wil zeggen dat ze niet migreren maar op en rond hun geboorteplek blijven. Wij hebben er in onze woonwijk ook een aantal rondvliegen. Eén paartje vermenigvuldigde zich hier en nu zien we ze met hun jongen jagen op duiven. Je hoort ze overigens eerder dan je ze ziet. Hun ijzingwekkende gekrijs is van verre te herkennen. Ze jagen hun prooi ermee de stuipen op hun lijf!

Dit najaar was er in Nederland een opvallende piek in het aantal (ver)trekkende valken, mede dankzij gunstige weersomstandigheden en oostelijke wind. Toch blijft het uitzonderlijk dat juist dit gezenderde mannetje zo ver zuidelijk doorvloog. Een vogel die niet op locatie X thuishoort maar er wel tijdelijk neerstrijkt, wordt een dwaalgast genoemd. Het is onbekend of deze torenvalk doorvliegt naar het diepere zuiden. Daaraan wordt getwijfeld want er gaan winden uit het zuiden blazen en dat zou weleens teveel zijn voor deze jonge vogel. 

In Trouw las ik onlangs een interessant artikel over de kunst van het navigeren bij dieren. Die kunnen dat veel beter dan wij en onze navigatiesystemen. Wetenschappers begrijpen losse puzzelstukjes maar overzien het grotere geheel en de verklaring nog niet. Een internationaal multidisciplinair team gaat dit tot op de bodem uitzoeken en krijgt daarvoor zeven jaar de tijd. Uniek! De Nederlander David Lentink van de universiteit van Groningen is erbij betrokken als 'principal investigator'. Hij begon zijn wetenschappelijke loopbaan in lucht- en ruimtevaarttechniek maar inmiddels boeit alles dat vliegt hem. Het project gaat van start onder de naam NaviSense

De bevinding over de jonge torenvalk in Noord-Spanje weten we dankzij de Animal Tracker-app. Deze app is onderdeel van een onderzoek van Sovon Environmental Research en het Max Planck Instituut. Hun doel is om meer inzicht te krijgen in de verspreiding en overleving van jonge Nederlandse torenvalken. Uit eerdere data bleek dat velen van hen sterven, kort na het uitvliegen, terwijl anderen verrassend ver weg trekken. De trektocht van vogels met miniatuurzenders kan zo tot op de meter nauwkeurig worden gevolgd. Met deze smartphone app kunnen mensen hun eigen waarnemingen vastleggen en vogelfoto’s uploaden. De gegevens worden opgeslagen in de Movebank Database en direct gepubliceerd op Animal Tracker dat door honderden onderzoekers wordt gebruikt om bewegingsgegevens te analyseren, delen, beheren en archiveren. 

Wij hebben hier momenteel ook te maken met een dwaalgast. Het gaat om onze vriend Diederik die via België, Luxemburg en Frankrijk naar ons toe vloog. Hij logeert niet in onze casita maar verblijft in een huurappartement in onze wijk, op vijf minuten loopafstand. Diederik is de echtgenoot van mijn vriendin Nelly die in 2009 overleed aan de gevolgen van uitgezaaide longkanker. (September is ook haar geboortemaand.)

Ik ken hem sinds de jaren '80 van de vorige eeuw dus hij is een van mijn oudste vrienden in de vriendenkring. Mijn liefje leerde hem kennen aan het einde van dat decennium dus zij en Diederik gaan ook al lang mee. Sinds de dood van zijn partner is het leven een stuk ingewikkelder en soms zelfs vreugdeloos geworden voor hem. De ene mens treurt nu eenmaal anders en rouwt langer dan de andere... Maar er zijn veel zoete herinneringen die we met elkaar delen en die werken als pleisters op de wond. 

Door omstandigheden is Diederik gebonden aan ‘huis’ dus we maakten weinig uitstapjes. Wel wandelden, zwommen en praatten we tot 's avonds laat. Als keukenprinses deed ik mijn best om lekker voor ons te koken en ook mijn liefje maakte een van haar beste maaltijdsoepen ooit dus de innerlijke mens werd goed verzorgd. We lunchten enkele keren in de buurt; onder andere bij onze favoriete strandtent Chiringuito Ramón. Met de voetjes in het zand, onder een strakblauwe lucht en de zon op onze huid was het goed toeven op Playa Higuericas.

Wel wisten we onze gast over te halen met ons mee te gaan cruisen en de zon in Europa’s grootste binnenzee (Mar Menor) te zien zakken. Deze grote zoutwaterlagune raakte in de afgelopen decennia ernstig vervuild maar er gloort beterschap aan de horizon! Het volledige herstel gaat decennia duren maar sinds kort ligt er een duidelijke langetermijnvisie en een zeven puntenplan. Een bufferzone rond de lagune, herstel van natuurlijke duinen en kunstmatige moerassen als groene filters, herstel van natuurlijke waterlopen, duurzame landbouw (biologisch) in de directe omgeving, schoonmaken en herbeplanten van de nabijgelegen Sierra Minera (voormalig mijnbouwgebied), ontmanteling van een omstreden jachthaven op de landtond tussen lagune en Middellandse Zee. In 2050 moet het dan weer een gezond, zelfregulerend ecosysteem zijn dat economie, ecologie en de sociale functie in balans houdt. Fingers crossed! 

Ons doe je altijd een plezier met een tochtje op het water. Wij stapten eerder aan boord van Joven Ana Belen met vrienden maar dat was een kortere rondvaart en die was overdag. Nu gingen we langer en verder de zee op en maakten we de zonsondergang mee. 

We stapten als eerste aan boord en zochten een goede plek op het bovendek, met een stoffen overkapping boven onze hoofden tegen de nog steeds sterke zon. Het varend gezelschap was een mengeling van Spaans en buitenlands. Niet zo jong maar ook niet heel oud. Ik zou zeggen: grotendeels bestaande uit leeftijdsgenoten. Een soort Zonnebloem Light. Mijn liefje sprak met een echtpaar uit Valencia-stad en een bouwconsultant die actief was in Dubai. Niet dat het aan de Costa Cálida ontbreekt aan bouwprojecten. Integendeel. Op enig moment telde Diederik tenminste 20 bouwkranen aan de horizon! 

We voeren naar het midden van de Mar Menor waarover de Amerikaanse kunstzwemster Esther Williams (die van de prachtige duiken in vroege Hollywood-films) ooit zei dat dit ‘het grootste zwembad op aarde’ was. Mar Menor heeft een kustlijn van 73km. We werden op onze tocht vergezeld door zeil- en motorboten, stand up paddle-planken en waterscooters met hun bestuurders. La Manga del Mar Menor, de 22km lange volledig bebouwde woonstrip die als een van de eerste plekken in Spanje in de golven zal verdwijnen als de zeespiegelstijging doorzet, was nooit uit ons zicht. Isla Mayor, een van de vijf eilanden die allen beschermd natuurgebied zijn, ligt bijna in het centrum van deze grote plas.

De speaker van het cruisebedrijf vertelde dat het op een na grootste vulkanische eiland in de Mar Menor, Perdiguera, dat voorheen een belangrijke rol speelde op de meditterane handelsroute, vorige eeuw eigendom werd van multinational El Pozo, Spaanse marktleider in vleesverwerking. Dit Murciaanse bedrijf is ook hoofdsponsor van de Murciaanse toptennisser Carlos Alcaraz. CEO Tómas Fuertes, met een geschat vermogen van 2 miljard, kocht dit eiland (25ha) in 1991 om er een 5-sterrenhotel te laten bouwen. Een jaar later kreeg het eiland de status van beschermd natuurgebied en beschermd landschap waardoor die bouwplannen van tafel moesten. Ondanks dat het privébezit is, worden er beperkt excursies op het eiland georganiseerd. 

Daarna dineerden we bij een van onze favoriete restaurants in Los Alcázares: El Chato. Dat was gemoedelijk en smakelijk. Onze vriend vliegt binnenkort naar Nederland terug.


dinsdag 16 september 2025

Ontdekkingsreizigers

Een vriend appte, nadat we meldden weer thuis te zijn, ‘Oost West thuis best’. Zelf ben ik daar niet per se van overtuigd. Thuis is goed maar of het daar het best is, betwijfel ik. Ik zou het liefst continu reizen naar verre bestemmingen. Deze vriend niet. Mijn liefje ook niet meer. De bestemming is altijd belangrijk maar het onderweg zijn, is dat nog meer. De vrijheid om linksaf of rechtsaf te slaan (naar de keuze van dat moment), urenlang rechtdoor te rijden en dan maar zien waar je terechtkomt, daar gaat het om wat mij betreft.

Mijn liefje noemde haar recente verjaardagsuitje op enig moment een vakantie. Jawel, we verlieten huis en haard tijdelijk en gingen op pad voor ons plezier. Ticks in the box. Desalniettemin vond ik het woord niet goed gekozen. Onze uitstapjes van tegenwoordig zijn relatief kort. In voorgaande jaren gingen we vaak weken en soms zelfs maanden achtereenvolgend op pad. Avontuurlijk. Ik genoot er met volle teugen van maar dat is verleden tijd. De jaren van de grote, verre reizen liggen achter ons. We zagen veel van de mooiste plekken op aarde en dat brengt dierbare herinneringen. Wij deden het anders dan de meeste anderen: niet wachten tot de pensioengerechtigde leeftijd maar vroeg stoppen met werken om samen te gaan reizen. 

Hoe het ook zij en hoeveel semantiek hier wellicht ook aan de orde is, het was wel een heel leuk uitje! Bladerend door het webalbum is het duidelijk dat we veel hebben gezien en ondernomen tijdens deze minivakantie (oké, compromis). We waren in een deel van Andalusië dat we goed kennen maar er zijn altijd nieuwe pareltjes te ontdekken. Zo maakten we een tussenstop in Antequera (bekend). Deze keer deden dat we vooral om de lange weg te breken naar onze hoofdbestemming. In deze plaats vind je UNESCO Werelderfgoed in de vorm van eeuwenoude dolmen (Andalusische hunnebedden) en een bijzonder park met pannekoekrotsen (El Torcal). Beide zeker een bezoek waard. Nu gingen we voor het eerst logeren in 'Finca Eslava' met een goed restaurant. Het is een 18de eeuws gebouw dat eigendom was van Franse geloofsvluchtelingen. Ik denk dat het ging om Hugenoten maar dat weet ik niet zeker. Deze keer gingen we de stad en de omgeving nader verkennen. En we reden langs de Peña de los Enamorados’, de beroemde piek van Antequera. Er kleeft een romantisch verhaal over een jonge christen en de dochter van een moslimkoning aan die bergtop. Hun liefde was verboden dus ze trachtten naar de berg te vluchten. In hun wanhoop sprongen ze samen de afgrond in. Zo verkozen ze de dood boven een scheiding, wat de legende tot een symbool van eeuwige liefde en opoffering maakt. 

Het belangrijkste reisdoel van dit uitstapje was echter het dorp El Rocío en het bezoek aan Nationaal Park Doñana (beide UNESCO Werelderfgoed). Daar reden we de volgende dag naartoe. Een bezoek aan El Rocio is een ervaring op zich. We reserveerden een kamer in een verzorgde en comfortabele ‘casa rural’, genaamd ‘El lince’ (de lynx; kom ik op terug). El Rocío wordt omgeven door het nationaal park en een aantal lokale natuurparken. Daarin zit verschil. Een nationaal park heeft strengere regels voor bezoek en onderhoud dan een lokaal natuurpark. 

El Rocío is groter dan ik verwachtte. De kerk Nuestra Señora del Rocío is van binnen en van buiten zó mooi dat je je ogen uitkijkt. Het ligt aan een groot plein dat is bestrooid met zand en waar lokalo’s met hun paarden rondrijden. Het hele stadje draait om paarden. Het zand ligt overal en alleen om de lucht van paardenpoep te onderdrukken; niet om een kopie te zijn van een Wild West plaatsje. Voor sommige bars staan hoge houten tafels waarop een biertje kan worden geserveerd, zonder van je paard te stappen. De regenboogvlag wapperde aan de gevel van het gemeentehuis. 

Elke zichzelf serieus nemende Spaanse broederschap (hermandad) in de wijde omgeving heeft daar een groot eigen huis met enorme paardenstallen aan de achterkant. De huizen zijn zodanig gebouwd (kont-tegenover-kont) dat de stallucht niet in de woonkamers doordringt. De broederschappen van Barcelona, Córdoba, Cádiz, Sevilla, Orihuela, Dos Hermanas, Punta Umbria, Bruselas (jawel!), Valverde, Palos de la Frontera, Triana en heel veel meer locaties zijn daar te bezichtigen. Voor de bedevaart -waardoor El Rocío het beroemdst is- leiden er drie wegen naar het hart van het dorp. Jaarlijks komen er in het Pinkersterweekend meer dan één miljoen pelgrims naar dit oord; te voet, te paard, met paard en wagen. Ik keek om mij heen en vroeg mij serieus af hoe die daar passen... 

De avond voor ons parkbezoek gingen we naar de Heilige Mis. De kerk liep al vroeg vol. Iedereen die daar komt, wil een foto maken van het gouden beeld van de Heilige Maagd dat boven het altaar hangt. Er loopt een man rond die vertelt dat er niet mag worden gefotografeerd en gefilmd. Dat zei hij ook tegen mij. Maar werkelijk IE-DER-EEN deed het, terwijl hij toekeek. Tot bejaarde dames van de bezoekende bridgeclub aan toe! Ik moest erom lachen. Typisch Spanje. Je stelt een regel in maar handhaven? Ho maar. 

Daarna brachten mijn bijna-jarige liefje en ik een gemoedelijke avond door op een terras in het zand, om de hoek van de kerk. Om de lokale sfeer te proeven, ruiters te paard te begroeten, een drankje met tapa te nuttigen en de zon te zien zakken. Tot de nacht inviel en we naar onze overnachtingsplek slenterden door datzelfde rulle zand. Ik zou daar niet dood willen worden gevonden maar het was een onvergetelijke ervaring! 

De volgende dag leerden we de aardige Juan-Luis kennen, een geboren en getogen Rociaan. Hij vertelde ons veel over zijn geboortegrond terwijl we in zijn 4x4 naar het Nationaal Park Doñana reden in alle vroegte. Zelf heeft hij twee paarden waarop hij rijdt en twee veulens in een belendende weide die nog moeten groeien. Elk jaar in juni wordt daar ook een paardenfestijn georganiseerd dat ‘La Saca de las Yeguas’ heet, het uitlaten van de merries. Deze merries worden als één grote kudde -een man te paard voorop en een hekkensluiter te paard achterin- in twee dagen van Almonte via zandpaden naar het plein voor de kerk van de Heilige Maagd in Rocío gevoerd. Dit is een van de oudste tradities van Andalusië. 

Binnenrijden in het Nationaal Park in het prille ochtendlicht was werkelijk prachtig. Zoals de opkomende zon door de bomen scheen en ze soms in vuur en vlam zette, met het optrekkend vocht uit de bodem. Natuur op zijn mooist! Mijn liefje en ik gingen daar op de dag van haar verjaardag met ons tweeën op privé-safari; die was ruim van te voren geboekt. We deden het met de stoere maar zachtardige Juan-Luis die in het normale leven bombero forestal is, brandweerman tijdens het zomerseizoen, dat helaas het bosbrandenseizoen is. Dit is in Spanje een seizoensgebonden baan dus in de overige seizoenen werkt hij als natuurgids. Hij was zeer kundig, wist ons van alles te vertellen over grote en kleine dieren, over bomen en het water dat er komt en gaat. 

September/Oktober zijn goede maanden om naar Doñana te gaan. Het is ook de tijd van het wild. We hoorden de bronstige reebokken langdurig en zwaar burlen. De paartijd is begonnen! We zagen ze ook, jong en oud. Zonder en met gewei. Juan-Luis vertelde dat plaatselijke natuurliefhebbers in dit seizoen 's avonds met een stoeltje en een biertje in de hand buiten zitten om naar deze indrukwekkende geluiden te luisteren. 

Het is bijna niet te bevatten dat de droge gebieden die zich in Europa's grootste nationaal park bevinden, er enkele maanden geleden als een aftakking van de oceaan uitzagen. Overal stond zeewater. Het hoge water was inmiddels verdwenen. De marismas’ van Doñana zijn zoutsteppen en getijdenmoerassen in de benedenloop van de Guadalquivir. Die waren nu leeg. Er was hier en daar nog wel een klein zoetwatermeertje waar groepen waadvogels verbleven. Het waren bijna allemaal familieleden van de reiger. Roerdompen, (grote en kleine) zilverreigers, koereigers, ralreigers, purperreigers en blauwe reigers. Een bont gezelschap. We zagen heel weinig roofvogels, slechts één buizerd cirkelde boven ons. 

En dan is er nog het succesverhaal van de Iberische lynx. Het dier komt uitsluitend in Spanje voor, nergens anders ter wereld. Jaren geleden waren er nog maar 50 exemplaren van deze katachtigen in Doñana. Het dier stond op de rode lijst van bedreigde soorten, op het punt van uitsterven. Datzelfde gold voor de 30 lynxen in natuurpark Sierra de Andújar in de provincie Jaén (ook in Andalusië). Uit DNA-onderzoek bleek dat die 80 dieren allemaal tot dezelfde (twee) families behoorden. Een groep van gespecialiseerde biologen, natuuronderzoekers, dierenartsen en anderen bedacht dat het goed zou zijn de twee groepen te mengen om zo vers bloed in te brengen. Nu zijn er 2.000 lynxen in Spanje. Joehoe! Ze lopen daar maar we zagen er niet een in het wild. Er is overigens een lynxenobservatorium in dit nationaal park; dat bezochten we niet. Wel zagen we de pootafdruk van een vos (‘zorro in het Spaans) op een wandelpad. 

De een na laatste dag van ons verblijf besteedden we aan een rondreis langs historische lokaties waar Columbus verbleef voordat hij op zijn ontdekkingstocht naar Amerika vertrok. Deze Genuees kwam in de omgeving van Huelva terecht. Hij wilde graag op reis (hij ook!) en bereidde een project voor om sponsoren te werven. 
Het 15de eeuwse Fransiscaner klooster van Santa María de la Rábida (ook wel ‘Maagd der Wonderen’ genoemd) in Palos de la Frontera, speelde daarbij  een grote rol. Dit klooster stond destijds onder leiding van prior Antonio de Marchena (bewaarder van de orde) die de biechtvader was van de toenmalige koning en koningin van Spanje, Ferdinand en Isabel. Columbus hoopte dat de monnik een goed woordje zou doen bij hen om zo geld te verkrijgen voor zijn overzeese ontdekkingstocht. Wij begonnen de dag in dat mooie klooster met zeer oude fresco’s en modernere schilderijen van lokale kunstenaars die het leven van Columbus uitbeelden; tot en met zijn dood. Ik bezocht het sobere kamertje waar dat gesprek tussen de prior en Columbus plaatsvond. Best apart... In het belendende park vind je een bronzen monument waarmee zijn 500ste sterfdag werd herdacht en een buste van prior Marchena. 

Daarna bezochten we de 'Muelle de las Carabelas' waar drie replica’s van de houten zeilschepen liggen waarmee Columbus en zijn crew wegzeilden, op zoek naar een nieuwe wereld. Het gaat om de Niña, Pinta en Santa María. Ze werden gebouwd om de 500ste herdenkingsdag van de ontdekking van Amerika te vieren. We stapten aan boord van deze drie karvelen. Op de Santa María (het schip waar Columbus aan het roer stond; in het midden) sprak een gids ons toe. 
Dit waren lichte, wendbare en snelle zeilschepen met drie masten maar ook daarop zou ik niet dood willen worden gevonden. ¡Madre Mia! Je kon echt niet goed staan op het dek van die schepen die stammen uit de Middeleeuwen. Het stond zo krom als een hoepel. En dan te bedenken dat ze maandenlang aan boord verbleven, vaak onder barre omstandigheden. We keken er ook naar een audovisuele show van deze reis. 

Ze navigeerden destijds nog zonder kaart, met beperkte middelen om positie te bepalen. Dat deden ze aan de hand van de stand van de zon, maan en sterren. Amazing, niet waar?! Ik lees nu een boeiende roman, getiteld ‘The Cartographers’ van auteur Peng Shepherd. Het is een soort science-thriller die boeit. Het verhaal draait om Nell, een academica en historica van oude kaarten, die werd ontslagen uit haar droombaan bij de New York Public Library door niemand minder dan haar eigen pa, vanwege een ruzie over een bijzondere wereldmap. Er bestaan hierover veel geheimen en die worden in het boek langzaam ontrafeld. 

We sloten de dag af met een bezoek aan de plek waar de mede-admiraals op die eerste expeditie van Columbus werden geboren (Martín en Vicente Pinzón en Juan Niño) en de beroemdste admiraal zelf ligt begraven. Het Columbus-monument staat op de Plaza de las Monjas in Moguer (naast het klooster van Santa Clara dat werd gerestaureerd). Interessant. 

De dag erna reden we in één ruk -van ongeveer 700km- terug naar huis waar dezelfde warmte ons begroette. Aan de Costa werd die echter vergezeld door hoge luchtvochtigheid. Het wil nog niet echt afkoelen in dit deel van Europa.


woensdag 10 september 2025

Uitzwaaitapas

Later deze week staat de verjaardag van mijn liefje in de agenda. Zij en ik gaan enkele dagen naar Andalusië om dat samen te vieren. Dat was jarenlang een goede gewoonte en die herstelde we vorig jaar weer in ere. We gaan niet alleen naar deze autonome regio omdat het de bakermat is van de tapascultuur. We gaan er naartoe omdat er zóveel meer is te zien en te beleven. 

Volgens onze Spaanse buurman Jesús, die met een fles wijn voor onze poort stond als dank voor advies dat we hem recent gaven, zijn het maar gekke lui (‘gente loca’) in Andalucía. Op mijn vraag waarom antwoordde hij dat ze elkaar daar voor het minste of geringste uitmoorden. Dat zegt een geboren Spaanse Bask (geboortegrond van de ETA...). Tja. 

We gaan via Antequera -waar de dolmen tot UNESCO Werelderfgoed behoren; die bezochten we eerder- een bezoek brengen aan Europa’s grootste nationaal natuurpark. Doñana is UNESCO Werelderfgoed. Condé Nast Traveler magazine van deze maand plaatste dit park op plek 1 van hun reisadvies. (Gevolgd door de Camargue in Zuid-Frankrijk en de Donau-delta in Roemenië.) 

Dit park staat al jaren op ons reislijstje maar de afgelopen jaren was daar nogal veel gedoe. Door de droogte nam het aantal dieren, residente vogels en trekvogels, in dat gebied enorm af. Die droogte had deels een natuurlijke oorzaak: er viel eenvoudigweg te weinig regen. Het misbruik dat lokale boeren (van aardbeienteelt) in het gebied maakten, was een andere hardnekkige reden van dit probleem. Ze sloegen er in de loop van de tijd meer dan 800 illegale waterputten en met dat grondwater irrigeerden ze doodgemoedereerd hun landerijen. Daardoor raakte de watervoerende laag (aquifer) uitgeput en vielen belangrijke lagunes droog, met alle ecologische gevolgen van dien. De huidige Spaanse regering besloot enkele boeren in Doñana uit te kopen. En boeren die stoppen met het verbouwen van gewassen in het gebied worden financieel gecompenseerd door het Ministerie van Ecologische Transitie, voor elke onbebouwde hectare grond voor een periode van tenminste tien jaar. De regering van Andalusië en het bestuur van Huelva leggen geld bij. 

Wat nieuw slecht nieuws is voor het gebied, is dat er afgelopen weekend in een artikel in een krant van Sevilla was te lezen dat er eind augustus een eerste geval van vogelgriep (‘gripe aviar’; H5N1) werd geconstateerd. Het zou gaan om een geïsoleerd geval in de Caño del Guadiamar (een park boven El Rocío). Men trof er een dode fuut aan; deze vogel is gedeeltelijk een trekvogel. Intussen vond men ook een dode blauwe reiger in de natuur en een geval op een boerderij in de buurt. Dat gaat niet goed! 

Lang geleden koos ik mijn liefje haar als levenspartner. Niet omdat ze een doorsnee vrouw was, met doorsnee-voorkeuren. Integendeel. Ze maakte in haar leven opmerkelijke keuzen hetgeen haar een interessante vrouw maakte in mijn ogen. Op dat bijzondere van haar borduurde ik jarenlang voort. Ze is niet altijd gemakkelijk in de omgang en evenmin gemakkelijk te verrassen maar ik doe altijd mijn best om van een uitje iets bijzonders te maken.

Op de ochtend van haar verjaardag worden we vroeg opgehaald in het plaatselijke hotel voor een privé-excursie naar nationaal park Doñana. Het goede nieuws dat ik ter voorbereiding las, is dat er dit jaar al zoveel regen viel (gemiddeld meer dan 300ml/m2) waardoor de meeste moerasgebieden (marismas) daar een goed waterniveau bereikten. Daarom heb ik goede hoop dat we daar een aardige hoeveelheid lokale vogelsoorten en trekvogels kunnen aanschouwen. Het gebied is een walhalla voor vogelliefhebbers: er zijn daar circa 400 vogelsoorten te bewonderen. Dit enorme aantal komt door de grote diversiteit aan habitats in dat gebied: moerassen, rivieren en beken, bossen met steendennen en kurkeiken, struikgewas, stuifduinen en fossiele duinen, en rijstvelden.  

We verblijven in het dorp El Rocío, in de provincie Huelva. Het is een piepkleine maar eeuwenoude plek met een bijzondere geschiedenis (UNESCO Werelderfgoed sinds 2023). Deze plaats wordt omgeven door natuurparken zoals je op het kaartje hierboven kunt zien. 

Het ontstond in de 13de eeuw en ziet er ook nog (bijna) zo uit als toen: de wegen zijn niet bestraat (zandstraten), een flink aantal huizen is nog van hout. Enkele van de interessantste wetenswaardigheden is dat de paarden die oorspronkelijk in dat gebied voorkwamen, ‘monstrencos’ (moeraspaarden), door de Spanjaarden naar de Nieuwe Wereld werden getransporteerd. Naar verluidt, zou het woord ‘mustang’ voor wild paard, daarvan zijn afgeleid. Ook dit typisch Andalusische type behuizing werd exportproduct. El Rocío wordt dan ook de Moeder van het Wilde Westen genoemd. Daar wil je als cowgirl wel de sporen laten rinkelen!

Elk jaar wordt in El Rocío de beroemde ‘romería’ gehouden. Dit is een bedevaart waarbij volgens Wikipedia honderdduizenden mensen en volgens onze Spanje-reisgids (DK Eyewitness) zelfs één miljoen of meer personen, veelal zigeuners, van heinde en verre naartoe komen. Soms met huifkar en paard of te paard om hun Lieve-Vrouwe-van-Rocío te vereren.

Ze komen naar de fraaie Nuestra Señora del Rocío-kerk waar een beeld staat van de aanbeden maagd. Zij zou daar sinds 1280 wonderen hebben verricht. Sinds 2023 is deze bedevaart tot cultureel erfgoed verklaard. Tijdens het festival (mei of juni) wordt door mannen onderling gevochten wie haar dit jaar op de schouders mag nemen. Menig katholieke hotemetoot bezocht deze kerk. Dat geldt bijvoorbeeld voor eerdere pausen, de huidige Spaanse koning en voormalig dictator Franco. Het is dus Fransiscus, Felipe, Franco en fij... Een bont gezelschap! Dat plekje wilde ik haar, met haar doorgaans bijzondere interesses, niet ontzeggen. Overigens wordt er deze week elke avond om 19:00 uur een heilige mis gehouden in die kerk. Dat gaan we meemaken als afvallige katholieken!

Daarna rijden we door naar provinciestad Huelva, geen Werelderfgoed maar wel een plaats van nationaal cultureel belang, dat ook een bezienswaardige geschiedenis kent. Vanaf de monding van de rivieren Tinto en Odiel gingen schepen eeuwen geleden op weg en werden nieuwe landen en oceanen ontdekt en bevaren. Christoffel Colombus was een van die opvarenden. Hij vertrok uit deze  provincie (Huelva) om Amerika te gaan ontdekken. Je vindt er dan ook vele monumenten die aan deze ontdekkingsreiziger zijn gewijd of die aan hem herinneren.

Voordat we zouden vertrekken, werd er door vrienden in de buurt een avondje met tapas & een drankje georganiseerd voor de aanstaande jarige. Onze Engelse vrienden Pat & Sue zijn weer terug op hun Spaanse honk. Buuf Liselotte stelde haar huis en terras beschikbaar voor het partijtje. Een leuk gebaar. Die avond werden de eerste verjaardagskadootjes overhandigd.

Tijdens dit aanstaande uitje ga ik niet bloggen dus de verhalen en foto’s houd je tegoed. Al mijn aandacht gaat de komende dagen uit naar haar, the birthday girl. De komende dagen spreek ik haar aan als mijn Lieve-Vrouwe-van-El-Rocío.


zaterdag 6 september 2025

Twee enveloppen

Een week of wat geleden zat ik in mijn kantoortje te typen terwijl mijn liefje buitenshuis was. Onze poort werd geopend. Nu hoor ik onze auto altijd van verre aankomen omdat ik het motorgeluid herken. Zij was het niet. Dus ik keek op van het scherm en zag in een flits een helm voorbij schieten. Ik liep naar de open voordeur en zag nog net de achterkant van het gele hesje van de Correos-man, de invalpostbode. Hij had zojuist twee enveloppen op onze terraseettafel gelegd. Hij was op weg naar zijn brommer maar ik wenkte hem. 

Nadat ik hem een goede morgen had gewenst, vroeg ik vriendelijk doch gedecideerd waarom hij de deurbel niet had gebruikt om zijn aanwezigheid te melden. Binnensluipen vond ik nogal ongepast. Na al die jaren weet ik genoeg van Spaanse wetgeving om te weten dat zoiets huisvredebreuk is. Ook hier. Je mag niet zomaar iemands terrein binnenstappen zonder toestemming. Dat zei ik hem dan ook in mijn beste Spaans. Waarom deed hij dat? We hebben toch een bel aan de buitengevel? Hij maakte zijn excuses meermaals. Hij weet als postbode immers dat hij over de schreef ging. Onze post behoort bovendien in de postbus achter het huis terecht te komen, niet open en bloot op de eettafel op het terras. Waarom hij dat dan toch deed? Hij had het zó druk! Ik vond het een slap verweer maar liet dat gaan. Onze eigen betrouwbare Carlos is binnenkort weer terug op zijn post.  

De post die de man kwam afgeven, waren de verkiezingsenveloppen voor 29 oktober. We moeten als Nederlanders weer onze stem uitbrengen. Liever zou ik electronisch stemmen maar daartoe heeft de Nederlandse overheid (nog) niet gekozen. Het zou te fraudegevoelig zijn. We moeten het dus doen met papier. Uiterlijk begin oktober krijgen we de kieslijsten via email toegestuurd en daarna kan de documentatie, inclusief de oranje envelop, worden teruggestuurd naar Den Haag. 

Mijn liefje en ik gaan zeker gebruik maken van ons democratisch recht. Het hoeft niet per se zo vaak als tegenwoordig maar daarover hebben we als kiezer niets te zeggen. Wat een gekrakeel was er in het afgelopen jaar met het kabinet-Schoof I. Ik blogde regelmatig -maar niet te vaak- over de recente janboel op het Binnenhof. Daar werd geen mens gelukkig van. 

Mijn liefje zei vanaf dag 1 na installatie van dat kabinet dat deze coalitie binnen drie maanden zou vallen. Na drie maanden herhaalde ze dat. Als ongevoelige voor kansspelen, weigerde ik erom te wedden. Na weer drie maanden herhaalde ze het, voor de laatste keer. Ze kreeg uiteindelijk gelijk dat ze de rit niet zouden uitdienen. Ik was het overigens geheel met haar eens dat deze regering was gedoemd om te mislukken. Vanwege het gebrek aan capaciteiten en capabelen, vanwege de heilloze weg die men met elkaar meende te moeten bewandelen (het strengste asielbeleid ooit, bijvoorbeeld), vanwege het diepe wantrouwen tussen partijen. En last but zeker niet least, vanwege de verderfelijke rol van schaduwpremier Geert Wilders. 

Het vertrouwen van de kiezer was nog nooit zo laag als nu. Slechts 4% van de Nederlanders zegt nog vertrouwen te hebben in de Haagse politiek. Dat gebrek aan vertrouwen is terecht. Het ene akkefietje was nog niet uit de weg geruimd of het volgende kondigde zich alweer aan. Er werd nauwelijks geregeerd en des te meer geruziet en gekonkelfoesd. Dat is synoniem voor politieke spelletjes spelen. 

De VVD van Dilan Yesilgöz zette de deur wijd open voor een coalitie met de PVV. Dat vond en vind ik een gotspe. (Bontenbal en het CDA 'links' noemen, is dat ook! Alles om de eigen verrechtsing te maskeren...) NSC zwalkte vanaf het begin en liet de hoogverheven rechtstatelijkheid en hun doel van goed bestuur vroeg los. BBB betoonde zich op elk moment een ruggengraatloze meeloper. Dat is mijn korte analyse van deze ‘Coalitie van de Onwilligen’. 

En nu is het dus weer verkiezingstijd en wordt er van ons, kiezers, weer veel huiswerk verwacht. Ik behield zelf wel vertrouwen in de politiek maar verloor het in deze partijen. Geen van hen krijgt mijn stem dan ook, geen van hen is die waard. Daar is die te kostbaar voor! Wekelijks werp ik een blik op de Peilingwijzer (online). Die site combineert de Tweede Kamer-peilingen van Ipsos I&O en Verian/EenVandaag; bureaus die goed zijn in wat ze doen. Ook las ik de verkiezingsprogamma’s die verschenen. Vandaag is het Super Saturday waarop veel politieke partijen hun congres hebben en hun verkiezingsprogamma presenteren. 

De titel van het concept-verkiezingsprogramma van de VVD is dat men ‘sterker uit de storm’ is gekomen. Dat lijkt mij niet al te best gekozen. Yesilgöz werd in de afgelopen maanden ontmaskerd als notoire leugenares en populiste en dat schaadde haar. Zij krijgt van menigeen dan ook een brevet van onvermogen. 

Haar uitspraken over wat zij allemaal wenst te doen voor ‘de mensen thuis’ (wat een ergerlijke uitdrukking) en haar ongegronde angst voor linkse politiek hangen mij en vele anderen -ook VVD-prominenten- de keel uit. Nederland is een coalitieland, er zullen altijd en in alle redelijkheid compromissen moeten worden gesloten. De partij verloor bij de vorige verkiezing tien zetels en daalt nu in de peilingen flink onder haar leiding. Dat zal de komende maanden blijven gebeuren, is de verwachting van opiniepeilers. Men slikt haar populistische praatjes niet langer. Een politiek verslaggeefster hoorde ik onlangs in een talkshow zeggen dat VVD-partijprominenten niet verbaasd zijn als zij de dag na de verkiezingen niet meer namens de partij spreekt... We gaan het zien. 

De titel van het programma van de BBB is ‘BBB levert’. Het partijbestuur vergat er wel iets achter te zetten... mest en minkukels! De geleverde Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Femke Wiersma, blijkt ook een leugenares maar incompetent bovendien. Ze is er door een rechter van beschuldigd haar bevoegdheid te misbruiken en ze verdraaide het oordeel van het kennisinstituut Planbureau voor de Leefomgeving over haar recente stikstofplan. Dat plan gaat 21 miljard euro kosten maar is niet concreet, haalbaar en effectief genoeg om de wettelijke doelen voor stikstofreductie te halen. BBB levert dus niet. 
Haar verweer was dat ze het misschien verkeerd had verwoord”. Ook slap. 

De nieuwe Minister van Onderwijs die de BBB nu naar voren schuift voor het demissionaire kabinet Schoof-Min-Een, krijgt naar alle waarschijnlijkheid een motie van wantrouwen om zijn oren voor zijn eerste optreden in de Tweede Kamer. Deze Gouke Moes (voormalig smid) heeft in 2024 als gedeputeerde in Groningen dingen op X gepubliceerd waarvan de honden geen brood lusten. Hij werd erop aangesproken maar weigert tot dusver die tweet te verwijderen.  

De titel van het concept-verkiezingsprogramma van NSC is ‘Zorgen voor zekerheid’. Ik heb geen idee wat men hiermee wil (zeggen) maar ik begrijp hun zorgen wel. Na hun teloorgang in de politiek is er weinig zekerheid voor de 20 kamerleden van deze partij. De peilingen geven aan dat het zeer waarschijnlijk is dat deze partij tussen 0 en 1 zetel behoudt na de aanstaande verkiezing. Dan ga je toch niet meer op deze club stemmen?

En dan het verkiezingsprogramma van Wilders. Dat draagt de titel ‘Dit is uw land’. Dat weerspreekt niemand dus dat is evenmin sterk gekozen. Een gephotoshopte blond-met-blauwe-ogen Wilders die zich laat afschilderen als Big Brother. Wie bedenkt zoiets? Het zal je broer maar zijn! 

Nederland is van ons allemaal, inderdaad. Het is ook mijn geboorteland maar het land van Wilders is niet het mijne. Te onverdraagzaam, te populistisch (niet waarmaken wat je de kiezer belooft), te extreemrechts. Desalniettemin voert deze non-partij de peilingen nog steeds aan; zelfs na het debacle van hun bewezen incompetentie en sneue aftocht. 

De strijd om de kiezer ter rechterzijde van het politieke spectrum zal deze keer hevig worden. VVD, PVV, NSC, BBB, FvD en JA21 zitten elkaar flink in de weg. En dan te weten dat een kabinet over rechts in het afgelopen jaar is geprobeerd en faliekant mislukte. Het ging roemloos ten onder. Dat Nederland zo rechts koos en kiest, was een ontnuchterende wekroep voor mij. Ik zag mijn geboorteland altijd als progressief, als een baken van verlichting, vooruitgang en tolerantie. Maar dat blijkt een (hardnekkige) mythe. Inmiddels weet ik dat ik stam uit een, in de kern, conservatief land. Toen dat kwartje viel, moest ik dat even laten bezinken. Het was slikken. 

Ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat kiezers op Wilders blijven stemmen, wetend dat geen andere (fatsoenlijke) politieke partij in de toekomst nog met hem/hen in zee wenst te gaan. Dat gaat je stem toch verloren? Ik vind het sowieso onbegrijpelijk dat men kan stemmen op een ondemocratische partij. Van een klassieke partij-organisatie met ledenvergaderingen, regionale afdelingen, een jongerenafdeling en een wetenschappelijk bureau was vanaf dag 1 van de oprichting van de PVV geen sprake. Waarom mag deze ‘beweging’ dan meedoen aan het politieke bestel?  

Het herrezen CDA van Henri Bontenbal stoomt op en dat is goed nieuws. In de peilingen van deze week staat de partij op plek 2. Het verkiezingsprogramma heeft als titel ‘Bouwen op vertrouwen’. Als partijleider staat Bontenbal voor degelijk bestuur, voor niets beweren tijdens de campagne dat je niet kunt waarmaken en voor fatsoen. Hij heeft een goed werkend moreel kompas. Daar wordt het land beter van. Als de PVV wordt genegeerd ongeacht de verkiezingsuitslag, zou het weleens premier Bontenbal kunnen worden. Zijn integriteit spreekt mij aan maar hun ‘C’ (Christen) zit mij dwars. CDA is weliswaar geen Christenunie of SGP maar wel een club die religie hoog in het vaandel heeft staan. Ik zie meer heil in geloven in de medemens en muzelluf dan in een of ander Opperwezen. 

Het verkiezingsprogramma van GL-PvdA draagt als titel ‘Een nieuwe start voor Nederland’. Daarin lees ik ook vertrouwen in de toekomst. Solidariteit is de rode draad. We staan al te lang en te vaak tegenover elkaar en dat werkt remmend. De huidige stilstand in het land werkt verlammend voor burgers en bedrijfsleven. De overheid moet een grotere rol krijgen (openbaar vervoer, water, energie, e.d.) en grote bedrijven (niet het MKB) moeten meer lasten gaan dragen. Het is belangrijk om met elkaar te strijden voor betaalbare woningen, een leefbare planeet, een inkomen dat toereikend is voor eenieder, voor het recht om jezelf te zijn. Door samen te werken kan veel goeds tot stand worden gebracht. Zelf begrijp ik niet helemaal waarom mensen zo’n hekel aan Frans Timmermans hebben. Wat je ook van hem vindt, hij is een kundig politicus. 

Het concept-verkiezingsprogramma van D’66 verscheen gisteren. Hun titelkeuze is ‘Het kan wél’. Wat mij meteen opviel, was de nadruk op Nederland en niet meer op Europa. Goed bestuur, betaalbare vergroening voor iedereen, een eerlijkere verdeling van middelen en kansenin het land en goed onderwijs voor iedereen (geen bezuinigingen op dit dossier). Maar wonen staat bij hen met stip op 1! De partij wil in de toekomst tien nieuwe steden bouwen. Nota bene: 53% van de grond in Nederland is landbouwgrond, slechts 1% wordt momenteel ingenomen door bebouwing. Boerenland moet dan ook wijken voor woningen. Met 1% minder land voor de boeren kunnen honderdduizenden huizen voor burgers worden gebouwd. Duidelijke taal. Sociale zekerheid, bereikbaarheid en defensie zijn andere speerpunten in het programma. Men wil de financiële lasten neerleggen bij bedrijven, niet bij gezinnen. Ik vind partijleider Rob Jetten minstens zo integer en goed als Henri Bontenbal. Wat hun beider partijen ook nog gemeen hebben is dat ze voor geleidelijk afbouw van de hypotheekrenteafstrek zijn. (Net als GL-PvdA.) 

In tegenstelling tot 30% van de Nederlanders, het percentage zwevende kiezers in het land die zelfs op de dag van de verkiezing hun definitieve keuze nog kunnen maken, weet ik op welke politieke partij ik ga stemmen op 29 oktober. Voor mij als kiezer zijn solidariteit, kansengelijkheid, een eerlijkere samenleving en het algemeen belang de belangrijkste onderwerpen. Die elementen samen zijn een prima stofkam om door de partijprogramma’s te gaan, in voorbereiding op deze verkiezingen. 

Er valt dan nog steeds uit meer partijen in het midden en links van het midden te kiezen maar zelf heb ik mijn keuze al bepaald. Het partijlid dat mijn stem krijgt, zal wederom een vrouw zijn. Zoals altijd. Die keuze voor die ene politica maak ik nadat ik de kieslijst via email heb ontvangen. Die moet ik dan vervolgens printen, met gekleurd potlood invullen en in de juiste envelop stoppen. Wij, Nederlandse stemgerechtigden in het buitenland, kunnen onze politieke keuze niet op het allerlaatste moment bepalen. Dat maakt voor mij niet uit. 

De drie politieke cartoons in deze blog zijn van de hand van Bas van der Schot. 

maandag 1 september 2025

Gastvrij deelbeleid

Weken geleden stond er een artikel in de Volkskrant dat mij aansprak en bijbleef, over opmerkelijke zaken die zich afspelen in de culinaire wereld. Een Britse chef klaagde over mensen die een gerecht met elkaar delen in zijn restaurant. Als dat gewoonte wordt, hoe moet hij zijn geld dan verdienen? Hij meende dat. Hij sprak met weerzin over ‘de zuinige clientèle’, types die alleen snacks bestellen en daarna samen één hoofdgerecht. Op Instragram hield hij een tirade over betalende gasten die de tafels in zijn restaurant ‘bezet hielden’. Restaurants are not public benches. You are there to spend money.’ Hoe gastvrij klinkt dat?! Ik zou die plek als gast voortaan links laten liggen, om meer dan één reden. 

Het ging om de Ierse chef Hugh Corcoran die in het noorden van de stad Londen  een restaurant begon. Ik was nogal verbolgen over zijn standpunt en de wijze waarop hij dat verwoordde. In plaats van dat je blij bent met elke klant die jouw prille restaurant bezoekt, gaf hij af op de clièntele die geen gerecht voor zichzelf kiest maar wenst te delen. Onbegrijpelijk! 

In een daaropvolgend interview met de betreffende chef door de Engelse krant The Guardian las ik het volgende. “Er is overal etiquette –theaters, bars– eenvoudige manieren. Je praat niet in een bioscoop, en je gaat naar een restaurant als je zin hebt om te eten [..]”, zegt hij daarin. "Als je geen honger hebt, ga dan niet." Hij geeft de voorkeur aan minimaal één gerecht per persoon “maar één voorgerecht en twee hoofdgerechten voor vier personen, dat is gewoon niet acceptabel”.  

Je gaat toch niet naar een restaurant omdat je honger hebt?! Dan blijf je thuis en kook je een grote portie spaghetti bolognese of een berg noodles met ingrediënten voor jezelf. Je gaat naar een restaurant om met vrienden of familie samen te zijn en te eten. Het is een sociale aangelegenheid. Waarom zou je dan ook de gerechten niet delen?! Tja. 

De journalist van het Volkskrant-artikel nuanceerde diens uitspraken. Uit eten gaan werd in Nederland ongeveer een derde duurder dan vijf jaar geleden. Restaurants kunnen er weinig aan doen dat hun kosten enorm stegen, dat ze dit aan hun gasten moeten doorberekenen en dat ze door personeelstekort vaak nog maar vier dagen per week open kunnen zijn. Ook hierbij wil ik een kanttekening plaatsen. Moet je als restaurateur werkelijk alle kosten doorberekenen aan de klant? Dat is wel heel gemakkelijk... Ondernemen is toch risico’s nemen? 

Maar de restaurantbezoeker kan daar al helemáál niks aan doen. Het iemand kwalijk nemen als hij of zij de kosten probeert te beperken door minder te bestellen, is de wereld op zijn kop. Zeker voor jonge mensen met beperkte middelen is dat geen schraperigheid, maar een volkomen logische en legitieme manier om toch uit eten te kunnen gaan. In datzelfde artikel werd overigens de loftrompet gestoken over een Amsterdams buurtcafé (De tros) waar ‘shared dining’ hét concept is. Er zijn tientallen restaurants in Nederland die dit concept van gastvrij deelbeleid hanteren. 

Het standpunt van die Engelse foeteraar is vooral onbegrijpelijk voor iemand die al jarenlang in Spanje woont, het land van de tapas (en meer). Mijn liefje en ik zijn al jarenlang enthousiast afnemer van de tapa, het kleine hapje dat de Britse verveelde chef waarschijnlijk afdoet als ‘snack’. Maar wat een creativiteit zit er vaak in! Jaarlijks wordt in heel Spanje in alle steden en dorpen die zichzelf serieus nemen op culinair gebied, een tapasroute georganiseerd. Restaurants die eraan meedoen, doen doorgaans hun uiterste best om met nieuwe, verrassende hapjes te komen. Wij legden hier in de loop van de jaren heel wat van die routes af. 

Ook het delen van een maaltijd is hier doodnormaal. Wij werden in de loop van de tijd kleine eters en met de volle borden die in veel Spaanse restaurants nog worden geserveerd, zijn we blij dat we dat kunnen doen. Zo wordt er immers veel minder verspild. Er is in al die jaren nog nooit één Spaanse man of vrouw in de bediening geweest die ons weigerde een gedeelde schotel te serveren. ‘Para compartir’ (om te delen) werd voor ons een vaste uitdrukking. En meestal komen er twee borden op tafel, je hoeft hier echt niet met zijn tweeën uit de ruif te eten als jou dat niet bevalt. In extra leuke, klantvriendelijke etablissementen krijgen we zelfs het gerecht netjes in tweeën gedeeld op een eigen bord geserveerd. Werkelijk niets om ontevreden over te zijn! 

Verano 2025 was voor mij de zomer van de grote gemengde salades en de ventresca. We kregen lang te maken met hittegolf-op-hittegolf zodat de eetlust verminderde en de zin om culinaire fratsen thuis uit te halen, tot een minimum daalde. Voor de lunch kochten we vaak een gemengde salade met aanvullende ‘goodies’ zoals noten, fruit, zaden, geitenkaas of andere kaasvarianten. Met een stokbroodje erbij werd dat een prima lunchgerecht in hete tijden. Typisch Spaanse koude soepen als gazpacho, salmorejo en ajoblanco waren eveneens een uitkomst voor een gemakkelijke doch smakelijke en gezonde lunch. Ook ’s avonds maakten we het ons zo gemakkelijk als verantwoord was. Het blijft belangrijk om, ook met weinig eetlust, gezond en zo veel mogelijk vers en onbewerkt te (blijven) eten.

De grote ontdekking van dit seizoen was voor mij de ventresca. Ik kocht het een keer vers bij een van mijn favoriete lokale visbanken. Het stukje vis, heek dat hier ‘merluza’ wordt genoemd en dat we thuis deelden, bleek een boterzachte buikfilet te zijn. Het was werkelijk zalig. Dit deel van de vis is zeer mals en iets vetter. Het bevat meer Omega-3 verzuren dan gemiddeld. We kochten het daarna regelmatig en bleven ervan smullen. Onlangs koos ik een ventresca-gerecht in een restaurant in Cartagena (tijdens de Ocean Race Europe; zie vorige blog). Deze keer was het van tonijn, met een brunoise van citrusvruchten en wat zeewier. Ook dat was een delicaat gerecht. Om te zoenen en op te zuigen! 

Het zomerseizoen zit erop, de meteorologische herfst begint vandaag. Ik ben zó blij dat de drukte in de wijk en de straat weer achter ons ligt. Wij eisen de straat weer op. We gingen in deze kleine woonwijk aan zee weer van duizenden zomergasten terug naar circa 400 (semi-)permanente bewoners. Een Murciaanse familie van vier generaties met aanhang spande in de afgelopen maanden de kroon in onze straat. 

Maar vanaf nu geen ongecontroleerd kindergegil meer, geen ongecorrigeerd hondengeblaf, geen oude gillende auto's die een half uur met de motor aan stilstonden in de straat met alle ramen open (dus niet vanwege de airco), geen dom parkeergedrag van bestuurders die koste wat het kost hun stalen ros voor hun poort wilden hebben - met alle trucs die daarbij hoorden. Ik heb op dat punt weer veel geleerd dit jaar. Asociaal was het in deze gevallen. Voor volgend jaar zomer ga ik, om te pesten, een parkeerkaart voor gehandicapten aanvragen bij de gemeente. En dan wekenlang pontificaal voor mijn eigen huis parkeren. Wat wel prima was, waren de onderhoudende gesprekken met andere aardige Spaanse buren. Zij vertrokken ook. 

Vandaag is ook de start van een hopelijk interessant nieuw tv-seizoen. Het begint goed. Op NET5 (iedere werkdag om 19:25 uur) begint namelijk de nieuwe editie van Masterchef Australia 2025; alweer het 17de seizoen. Joehoe! De volledige titel van het programma is ‘MasterChef Australia 2025: Back to Win’. Er keren dus 24 deelnemers uit vorige seizoenen terug naar de profkeuken voor een nieuwe kans op de titel. Onder leiding van juryleden Andy Allen, Poh Ling Yeow, Sofia Levin en Jean-Christophe Novelli gaan deelnemers alles op alles zetten om hun (verbeterde) culinaire vaardigheden te tonen. 

We zien ondere andere Callum Hann terug, deelnemer in seizoen 2 (hij eindigde als tweede). Hij runt nu drie restaurants en een kookschool in Zuid-Australië. Samira El Khafir werd derde in seizoen 5. Zij opende een café met Midden-Oosterse gerechten in Melbourne (Victoria), schreef een kookboek en lanceerde een low-carb productlijn. Tim Bone, Master chef uit Ballarat (Victoria), werd vierde in seizoen 11. Hij lanceerde Tim’s Toasties, een mobiele gourmet-tostizaak en opende daar recent een fysieke winkel. Depinder Chhibber keert ook terug. Zij deed mee aan seizoen 13 (werd achtste) en werd bekend om haar Indiase smaakbommen. Na haar deelname begon ze de privé-supperclub ‘Ghar’ (‘thuis’ in Hindi) in New South Wales. Ook was ze gastjurylid bij MasterChef India in 2023. Savindri Perera uit Adelaide (Zuid-Australië), Sav voor haar fans in seizoen 16 (ze eindigde als derde), verwerkt haar Sri Lankaanse roots vol trots in haar huidige job als privé-chef (home catering). Allemaal leukjes die ik mij goed kan herinneren. 

Deze en andere oud-deelnemers gaan wederom strijden om de titel en een geldprijs van 250.000 Ozzie dollars (circa €140.000). Ook dit seizoen bevat weer een mix van themaweken en uitdagende opdrachten. De vaste onderdelen als de mystery boxes, eliminaties en pressure tests, zien we eveneens terug. Gastjuryleden Gordon Ramsay, Curtis Stone, Julie Goodwin en andere culinaire hotemetoten geven dit jaar weer acte de presence en zorgen voor inspiratie door hun gerechten, technieken en kookstijlen te delen. 

Met maar liefst 60 afleveringen biedt dit seizoen volop spanning, culinaire hoogstandjes, emotionele momenten en -naar verluidt- zelfs een vleugje romantiek. Dat houdt ons drie heerlijke maanden van de straat. Ik ben van de partij!