Translate

dinsdag 28 oktober 2025

Gallerij van de Oude Glorie

Het is alweer een tijdje geleden dat ik voor het laatst blogde over mijn favoriete kookprogramma ‘Masterchef Australia’. Het waaide 17 jaar geleden van Down Under naar Europa over en sindsdien ben ik fan. Vanwege het vriendelijke format, de afwisseling, de grappen, de juryleden en het glimpje dat je als kijker-amateurkok krijgt van het professioneel beheren van een keuken. We pinken op de bank in Huize Barefoot regelmatig een traantje weg als er een aardige kandidaat of kandidate sneuvelt in de kookstrijd. Het zijn dan nooit de echte kanshebbers op de overwinning al sneuvelde er weleens een talentvolle persoon vanwege een off day. 

De 24 kandidaten waarmee we dit seizoen begonnen, deden allen mee als amateur-koks in eerdere jaargangen van het programma. Niemand van hen won ooit. Soms eindigden ze als tweede; dat wel. Het thema van dit seizoen, het 17de alweer, is dan ook ‘Back to Win’. Terugkomen om alsnog te de overwinning te claimen (eer, bokaal en prijzengeld). Koken kunnen ze ieder voor zich, al heeft de ene deelnemer meer relevante ervaring dan de andere. 

Dit seizoen zit vol met noviteiten en dat is een goede reden om te blijven kijken. Zo was er een episode met een soort ‘Gallerij van de oude glorie’ als achtergrond. Er hingen dikbesnorde mannen en elegante vrouwen in gouden lijsten in de kookstudio. Wie-o-wie waren zij? Het bleek te gaan om bekende, in sommige gevallen zelfs beroemde, wereldburgers die -bedoeld of onbedoeld- een klassieker op hun naam zetten. De kandidaten moesten een keuze maken door na het startsignaal naar een portret te rennen en dat te claimen als inspiratiebron. Het deed mij denken aan een favoriet kinderprogramma uit lang vervlogen tijden: Ren je rot. Dat was een quiz van presentator Martin Ambrosius met kinderen die na de vragen naar de zuil met het goede antwoord moesten rennen. Ook bij Masterchef moesten de kandidaten eerst het goede antwoord geven op de vraag op wiens/wier portret ze waren afgesneld. 

Mijn liefje en ik bevroegen elkaar op dit punt. Wat zou jij maken uit de lange rij vernoemde klassiekers? Door welke oorspronkelijke maker zou jij je laten inspireren? Mijn liefje noemde direct twee gerechten: steak tartare en boeuf bourguignon. Met een beetje goede wil durf ik te zeggen dat dit twee van haar ‘signature dishes’ zijn waarvoor ze mij 's nachts mag wakker schudden. 

Geen enkele steak tartare die ze maakt is dezelfde; dat is het leuke eraan. Het waren de Tartaren (Tataren), een nomadische stam uit Mongolië (Centraal-Azië), die de naam gaven aan steak tartare zoals we dat nu kennen. Het gerecht maakte wel een lange omzwerving via New York naar Frankrijk. Die krijgers te paard hadden de gewoonte rauw vlees onder hun paardenzadel te stoppen om het zo malser te maken. Aldus de overlevering. Het is zo beeldend dat het mensen zal afstoten. Er zijn personen die om uiteenlopende redenen geen rauw vlees eten. (Steak tartare is niet echt rauw-rauw... Er gaan zoveel zurige ingrediënten door het vlees dat het min of meer gaart.) 

In deze Masterchef-jaargang zag ik iemand overigens een vegan steak tartare bereiden (van biet). De woordencombinatie ‘vegan’ met achtervoegsel mogen we binnenkort niet meer gebruiken voor alternatieve vleesgerechten, volgens een recent besluit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Vleesnamen zijn voortaan gereserveerd voor gerechten met uitsluitend dierlijke ingrediënten. De lobby van de vleesindustrie werkte. Cynisch maar waar. Het is goed om te beseffen dat die industrie deels broodheer is van de NVWA. Deze club eist nu dat producenten van vleesvervangers hun naamgeving per direct veranderen. Anders volgen er boetes. Wat een idiotie! 

Na een korte zoektocht op het web bleek monsieur of madame Bourguignon niet te bestaan. Wel is er de verwijzing naar Bourgogne-wijnen. Dit gerecht bestaat uit rundvlees, gestoofd in rode wijn, met een keur aan andere ingrediënten. Het was de wereldberoemde Franse chef Escoffier die dit van oorsprong middeleeuwse gerecht op de culinaire wereldkaart zette. Je kunt er goed mee experimenteren (doet mijn liefje ook) en alternatieve versies bereiden. Ook vega, bijvoorbeeld met aubergine als basisingrediënt. Zo wordt de Auberguignon geboren... Tja. Voor mij is dit een typisch winters gerecht. Wij kochten jaren geleden een Amerikaanse crockpot die zich hiervoor uitstekend leent. Volgende maand komt'ie vast weer uit de keukenkast. 

Het waren de Franse zusters Stéphanie en Caroline Tatin die mij als eerste te binnen schoten. Zij waren de ontdeksters van de tarte tatin; bekend als omgekeerde taart met gekarameliseerde appels. Nu ben ik zelf bepaald geen bakker. Ik heb mij nooit op die hobby gestort maar eet wel graag een toet of taart. Al bijna 37 jaar leef ik met iemand die beter geen zoetigheid eet maar het ook graag doet. Dit Stiekeme Koekiemonster wordt regelmatig door onze Engelse en Zwitserse buurvrouwen Sue en Liselotte, beiden capabel en baklustig, op haar wenken bediend, zonder erom te hoeven vragen. Wekelijks staat er een hele of halve taart voor haar neus. Kom er eens om! 

Slechts éénmaal, in een ver verleden, bereidde ik deze Franse taart. Dat zit zo. Toentertijd werkte ik als consultant bij een gerenommeerd headhuntersbedrijf in hartje Amsterdam. We zochten talent en hielden af en toe een taartenwedstrijd. Er werkten mannen en vrouwen in alle leeftijdscategorieën; een erg leuk team. De eigenaresse was een vrouw, wellicht dat dit feit de bakwedstrijd veroorzaakte? Anyway. Vaak op maandagochtend, na de eerste vergadering van de week, organiseerden we een jury om de nieuwe baksel te beoordelen. Wie maakte nu weer de lekkerste van de week? Er was geen gedwongen deelname. Op enig moment besloot ik wel een keer mee te doen. De zondagavond ervoor was ik thuis begonnen met bakken.  De eerste versie van de taart mislukte grandioos. Vol goede moed begon ik aan een tweede. (Je doet mee of niet.) Inmiddels had daar de middernachtelijke klok geslagen... 

Dat mislukken was toepasselijk want de eerste taart van de Franse zussen was een ongelukje in hun toenmalige herberg, net ten zuiden van Parijs. Mijn liefje en ik zaten daar een keer op het terras om de taart in al zijn glorie en in het volle bewustzijn van de ontstaansgeschiedenis te proeven. Ik zie ons er nog zitten. Door drukte in hun etablissement vergat een van de zussen destijds de taartbodem te leggen onder het fruit. Dan maar erbovenop, moet ze hebben gedacht. Et voilà! Een ster was geboren. Het resultaat van die avond beviel de gasten erg goed en dat doet dit klassieke dessert tot op de dag van vandaag. Mijn tweede taart, een geslaagde versie, viel de volgende dag eveneens in de prijzen: die werd verkozen tot beste van de week. Maar er is geen bakker aan mij verloren gegaan. 

De kandidaat die de Oude Glorie-opdracht won, was Callum Hann. Hij is sterk in desserts maar kan alles goed, zo lijkt het. In seizoen 2 eindigde hij als tweede dus toen had hij al veel in zijn mars en dat heeft hij nog steeds. Hij maakte een werkelijk beeldschone variant op een Russische matroesjka, een hol poppetje met veel vormpjes in steeds kleinere formaten erin. Met vijgen als hoofdingrediënt. Hij werd geïnspireerd door de Russische balletdanseres Anna Pavlova van wie een portret in de studio hing. 

Het verhaal gaat dat een vermaarde chef in Nieuw-Zeeland aan het begin van de 20ste eeuw dit toetje speciaal voor haar (wereldberoemde danseres) maakte tijdens haar tour door het land. Hij zou zijn geïnspireerd door haar tutu. Callum maakte zijn eigen elegante en moderne variant op een pavlova (eiwitschuimtaartje) en werd daarmee de welverdiende overwinnaar. 

Deze slissende jongeman, onder andere schrijver van kookboeken en eigenaar van een kookschool, is een van mijn twee favorieten; de andere kandidaat is Laura Sharad die ooit als jongste (18) meedeed aan seizoen 6 en volgens mij ook tweede werd. Ze zijn dus aan elkaar gewaagd. Hij is een übercreatieve jongeman met veel oog voor detail, zij is een razendknappe kok met Italiaanse roots. Ijzersterke combinaties. Wat mij betreft komen die twee elkaar tegen in de finale! Maar zover is het nog niet. 

We zijn inmiddels aangekomen bij de Top8 (van 24). De recentste afvaller was een kandidate wier vertrek mij niet tot tranen roerde. Het was wel weer een heel leuke opdracht die de kandidaten moesten uitvoeren. Achter de juryleden stond een opstapeling van reiskratten met een landennaam erop. Een van die landen moest als inspiratie dienen voor een gerecht dat de jury zou teletransporteren naar het land van keuze. 

Audra koos voor Spanje (net als Jamie) en bereidde een zeevruchtenpaëlla. Ik zag haar werk met lede ogen aan en zag het misgaan... Om er haar eigen draai aan te geven -dit was geen vereiste bij deze opdracht- voegde ze yuzu toe aan de pan; het sap van een mix van citroen, limoen en sinasappel/mandarijn. Best lekker -weet ik- maar niet in deze Spaanse klassieker. Doperwten in een paella de marisco? Not done. De zeevruchten niet laten meestoven in de rijst? Een gotspe. Sint Jacobsschelpen in de schelp erop serveren? Ziet er niet uit in de pan. Diep verbrande onderkant (socarrat die te ver ging)? De druppel... Er bleek bovendien geen zeevruchtensmaak te bekennen. Klaar. Af! Ze mocht gaan. 

Voortbordurend op de reiskratten stond er daarna een business class-vlucht naar de hoofdstad van Qatar (Doha) op het programma voor de overblijvers. Dat is doorgaans een keerpunt in het programma. Daarna barst de finalestrijd pas echt los! Mijn liefje en ik bewonderden de skyline van Doha ooit en de Arabische mannen met een biertje aan de bar... We landden er maar verlieten de luchthaven niet. Deze kandidaten wel. Om te koken in de woestijn. Zelfs bladerdeeg werd er bereid op een bloedheet keukenblad in de volle zon, met de azuurblauwe Golf van Perzië als achtergrond. Kun je nagaan?! Fascinerend en vermakelijk. Ik raak nog even niet uitgekeken.  


donderdag 23 oktober 2025

Solidariteit

Laatst sprak ik met collega-blogger Martin over de uitdagingen van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) voor onze bezigheden. Voor onze eigen intelligentie. Zijn idee is dat als je blogt over je eigen leven, over persoonlijke ervaringen, de concurrentie van AI niet snel zal worden gevoeld. Dat kan zo’n bot eenvoudigweg (nog?) niet. Ik knoopte het in mijn oren. Zo doe ik het eigenlijk al 17 jaar achtereen. Maar voor deze blog sloeg ik dat advies in de wind. Dit wordt een zoektocht naar feiten. 

‘Waarvan je niets afweet daarover moet je zwijgen’. Dat is heel vrij gebruik van een beroemde uitspraak van filosoof Wittgenstein. (Die was weliswaar net anders verwoord en hij bedoelde het met name in metafysische zin.) Het zou goed zijn als meer mensen -vooral schreeuwlelijkerds- dit principe omarmen. 

Zelf ga ik nóg een stap verder: waar je niets van afweet daarin moet je je verdiepen. Als ik mij goed herinner, was het Arthur Japin die deze zin gebruikte in een van zijn romans slim zijn betekent niet dat je veel weet maar juist dat je nieuwsgierig blijft naar wat je niet begrijpt.

In mijn zoektocht naar antwoorden en definities kwam Google telkens met een AI-optie. Soms stond er klinkklare onzin of waren het zinnen vol algemeenheden, soms wist ik na lezing dat het antwoord niet helemaal klopte en heel soms bleek het de juiste info te zijn. Tweemaal dezelfde vraag stellen in iets andere woorden, leverde soms een tegenovergestelde tekst op. Dezelfde vraag stellen in verschillende talen, leverde verschillende antwoorden op. Dat je het maar weet! 

Het thema asiel en migratie houdt mensen bezig. Eerst wilde ik schrijven ‘houdt mensen van de straat’ maar dat is niet meer zo. De twee laatste kabinetten struikelden over dit splijtende thema en er zijn (bijna) wekelijks protesten tegen asielzoekers en de komst van asielzoekerscentra (AZC). Je kunt je oren en ogen ervoor sluiten maar daarmee gaat het niet weg. Je kunt ook in de materie duiken en dat is mijn keuze. Temeer daar in juni 2026 een nieuw asiel- en migratiepact in werking treedt in Europa, het ‘Europese Migratiepact’. Elk jaar werk ik aan tenminste één ‘Hoe zit het?’-blog. Dit tweeluik is er zo een. Een longread met een leestijd van circa 12 minuten.

Het nieuwe pact moet het bestaande asiel- en migratiebeheer voor alle EU-lidstaten gaan stroomlijnen, vereenvoudigen, verkorten en goedkoper maken. 

Er komen strengere controles aan de buitengrenzen van het continent, snellere asielprocedures en beperkingen aan het ‘shoppen’ door asielzoekers. Eén ding is op voorhand duidelijk: het pact staat of valt met de bereidheid van de 27 lidstaten om solidair met elkaar te zijn.

Maar het pact is nog niet eens ingevoerd of het kent al gedoe. De meerderheid van de EU-landen heeft een Minister van Asiel en Migratie. Die komen regelmatig bijeen om kwesties te agenderen en rimpels glad te strijken in de aanloop naar juni volgend jaar. De recentste vergadering was eerder deze maand in Luxemburg. Er bestaat, naar verluidt, met name wantrouwen tussen lidstaten van ‘eerste aankomst’ en die van ‘tweede aankomst’ (als asielzoekers na aankomst op Europees grondgebied menen meer kans op asiel te hebben in een ander EU-land, doorreizen en daar een volgende aanvraag doen). Ook zijn er bij de landen aan de buitengrenzen van het continent zorgen over een eerlijkere verdeling van de lasten en kosten van de aanstaande opvang.

Er worden nu al dingen in gang gezet. Op 12 oktober jongstleden begon men in Europa met het elektronisch registreren van gegevens van niet-EU-inwoners die de buitengrenzen passeren voor een kort verblijf, d.w.z. 90 dagen in een periode van 180 dagen. Dit inreis/uitreissysteem (Entry/Exit System, EES) wordt geleidelijk verder uitgerold naar alle Europese grensovergangen in de komende zes maanden. Met het EES-systeem moeten reizigers van buiten de EU bij hun eerste in- en uitreis aan de grens hun paspoort, gezichtsopname en vingerafdrukken verstrekken. Bij een volgende in- en uitreis is slechts een snelle verificatie aan de orde.

EES biedt nationale autoriteiten realtime informatie over wie de EU binnenkomt, wanneer, waar en voor hoe lang. Dat is een belangrijke stap in de modernisering en versterking van de beveiliging van Europa’s grenzen. Zodra het systeem volledig operationeel is, zal het ook overschrijdingen van toegestane verblijfsduur en gevallen van document- en identiteitsfraude detecteren.

Het nieuwe Migratiepact rust op zeven pijlers die ik hier in detail zal beschrijven. Mijn kritische kanttekeningen en opmerkingen zijn hieronder cursief weergegeven.


1. Gesloten detentiecentra aan de buitengrenzen

Asielzoekers die worden aangehouden op zee of op heterdaad worden betrapt bij een andere vorm van illegale grensoversteek op land worden naar gesloten centra gebracht.

In deze centra aan de buitengrenzen van Europa (in het hoge noorden, in het zuiden  en oosten van het continent) verblijven asielzoekers in eerste instantie maximaal zeven dagen in detentie (de wettelijk toegestane maximale duur van detentie op Europees grondgebied). Ze hebben dan formeel nog niet het Europese grondgebied betreden. 

2. Screening bij aankomst

Eenmaal in een detentiecentrum worden de persoonsgegevens van asielzoekers verzameld. Hun vingerafdrukken en gezichtsopname worden eveneens opgenomen en vastgelegd in de aangepaste Eurodac-gegevensbank die door alle lidstaten kan worden geraadpleegd. Ook personen die illegaal op Europees grondgebied worden aangehouden en gedetineerd, worden gescreend. In hun geval geldt drie dagen. Zo moet de identiteit van een asielzoeker sneller worden vastgesteld. De screening geldt voor iedereen vanaf 6 jaar (tot nu toe was dat 14 jaar). Tijdens de screening wordt ook onderzocht of iemand een gevaar is voor de veiligheid of de volksgezondheid. 

Ik ben kritisch over die korte duur (al begrijp ik de wettelijke begrenzing). Wat als iemand ongedocumenteerd binnenkomt? Of dat de asielzoeker liegt, bijvoorbeeld over het land van herkomst? Of opzettelijk identiteitspapieren heeft vernietigd? Is die korte tijd -maximaal een week- dan voldoende om de juiste persoonsgegevens te vergaren? 

N.B. In Spanje moeten autoriteiten nu al binnen zeven dagen een besluit nemen over de kansrijkheid van een asielaanvraag. Dat gebeurt in een gesloten detentiecentrum aan de grens. Als dat proces niet goed verloopt, moet de asielzoeker na zeven dagen worden vrijgelaten volgens Europese wetgeving. Zo eindigen veel asielzoekers in de illegaliteit. 

3. Grensprocedure voor asielzoekers

Een groep EU-landen, waaronder Denemarken, Italië, Hongarije, Tsjechië en Nederland, pleitte er eerder voor de gehele asielprocedure te 'outsourcen'. Asielaanvragen zouden moeten worden beoordeeld in vluchtelingenkampen in de regio van herkomst. Daarvoor zouden verdragen met de landen worden gesloten. Die ideeën werden niet overgenomen bij de besprekingen over dit nieuwe pact. 

Over heel Europa verspreid kunnen er per jaar maximaal 120.000 asielzoekers de buitengrenzen van Europa passeren. Dat aantal werd berekend als het maximum dat het continent jaarlijks aankan, indien verspreiding over 27 lidstaten wordt gevolgd zoals voorzien in het pact. Ter vergelijking: in 2023 kwamen er alleen al over de Middellandse Zee (zuidelijke buitengrenzen) ruim 270.000 asielzoekers aan. P.S. In 2025 kwamen tot dusver 80.000 asielzoekers op Europees grondgebied aan. 

De asielprocedures worden versneld, vooral voor asielzoekers die een lage slaagkans voor verblijf hebben. Dit moet het doorreizen naar andere EU-landen beperken en de druk op landen van eerste aankomst verminderen. Met het nieuwe pact komen er strengere handhavingsmaatregelen en beperkingen op het recht op bewegingsvrijheid voor asielzoekers totdat hun asielstatus is vastgesteld.  


Dodelijke aantrekkingskracht - Chien Lee

In dat pact komt een verplichte grensprocedure voor specifieke groepen asielzoekers. Die procedure mag maximaal 12 weken (drie maanden) duren, inclusief beroep, en vindt plaats in een gesloten omgeving. Dit is een grote verandering ten opzichte van de oude situatie want in het huidige systeem mogen asielzoekers een AZC vrij in- en uitlopen. 

Er wordt onderscheid gemaakt tussen kansarme en kansrijke asielzoekers (al vond ik nergens een definitie van ‘kansrijk’). Kansarm is iemand uit een land waarvan de EU tot dusver 20% of minder van de asielverzoeken goedkeurde; het zogenaamde ‘erkenningspercentage’. Een asielzoeker wordt ook als kansarm bestempeld als hij of zij uit een veilig land komt.

De gehanteerde definitie van ‘kansarm’ vind ik begrijpelijk (je moet ergens een streep trekken) maar niet per se sterk. Het zou in het nieuwe pact juist gaan om de aanvrager in kwestie, niet om het land van herkomst van die aanvrager.  

Een asielzoeker die eerst door een veilig land reist voordat hij of zij zich aan een buitengrens van Europa meldt, krijgt daar eveneens de status ‘kansarm’. De asielzoeker had in het land van eerste aankomst om internationale bescherming moeten vragen. 

Een kansarme asielzoeker moet aan de EU-buitengrenzen al horen dat hij of zij het Europese grondgebied niet mag betreden. Na afwijzing volgt uitzetting. In het geval van uitzetting naar een veilig derde land moet de afgewezen asielzoeker wel een band hebben met dat land.

Met die band voorzie ik problemen. Hoe toon je die aan?


Visioenen van het Noorden -
Aleksey Charitonov
‘Een veilig land’ is een land dat de EU aanmerkt als veilig. (Daarover bestaan verschillen van mening met mensenrechtenorganisaties. Die vinden het te arbitrair.) Een lijst van veilige landen van herkomst en veilige derde landen maakt deel uit van dit pact en wordt samengesteld door de Europese Commissie. Deze lijst wordt regelmatig geupdate. 

Er is een EU-brede doelstelling om op enig moment maximaal 30.000 asielzoekers in de grensprocedure te hebben. Dat wordt volgens de Europese verordening als 'voldoende capaciteit' beschouwd. Dat betekent dat in de hele EU 30.000 asielzoekers tegelijkertijd de grensprocedure kunnen doorlopen (drie maanden doorlooptijd). Families met kinderen zijn niet van deze grensprocedure uitgezonderd, alleenreizende minderjarigen wel. (Die krijgen meteen een voogd en mogen snel naar school, bijvoorbeeld.) Elk EU-land is verplicht te zorgen voor onafhankelijk toezicht op de eerbiediging van de grondrechten tijdens de screeningsfase en de grensprocedure. 

Elk land moet op enig moment voldoende opvangcapaciteit hebben voor het aantal asielzoekers in de grensprocedure. Elke lidstaat krijgt een quotum, een aantal asielzoekers van wie de aanvragen via de grensprocedure moeten worden verwerkt. Het Nederlandse ministerie voor Justitie en Veiligheid berekende dat Nederland in staat is om op enig moment 211 asielzoekers gelijktijdig in procedure te hebben; dit wordt de ‘capaciteitsverplichting´genoemd. Zodra een land de limiet van het quotum heeft bereikt, is het niet langer verplicht om nieuwe asielaanvragers in procedure te nemen.

Indien de aanvraag van een asielzoeker formeel wordt afgewezen, komt die persoon in de terugkeerprocedure terecht. Autoriteiten hebben dan drie maanden extra de tijd om de asielzoeker te laten vertrekken (uit te zetten). In de praktijk zal dat alleen lukken als het land van herkomst daaraan meewerkt. Ook tijdens de terugkeerprocedure blijft de asielzoeker in een gesloten omgeving. De autoriteiten stimuleren het vrijwillige vertrek van een afgewezen asielzoeker. Ook stimuleert men terugkeer naar het land van herkomst als dat veilig(er) is geworden. (Nederland geeft nu bijvoorbeeld tijdelijk een terugkeerpremie van 5.000 per volwassen Syriër.)

Als de afgewezen persoon echter weigert te vertrekken en/of geen officiële identiteitspapieren heeft, is dat een obstakel voor terugkeer. Ook het gebrek aan medewerking van autoriteiten van het land van herkomst is een probleem. 


Slangenjacht - Javier Azar González de Rueda

Zonder een akkoord met landen van herkomst wordt gekozen voor strengere straffen aan de landen die niet meewerken aan terugkeer van hun onderdanen. Anderzijds kiest men voor deportatie van de afgewezen asielzoeker. Hij of zij wordt dan gestuurd naar detentiecentra in landen buiten de EU, de zogenaamde ‘terugkeerhubs’ (ook wel ‘repatriëringshubs’ genoemd). Zo bespreekt Nederland momenteel met Oeganda een dergelijk verdrag.

Niet meewerken aan uitzetting naar het land van herkomst is een zwakke schakel in deze grensprocedure. Spanje heeft bijvoorbeeld wel goede afspraken met herkomstland Marokko en andere landen in Noord-Afrika (en sub-Sahara), Nederland niet. Daarom stokt daar de terugkeerprocedure voor zogenaamde ‘veiligelanders’. De kans dat een uitgeprocedeerde asielzoeker in de illegaliteit verdwijnt of gaat zwerven, is groot. 

In dit pact staat dat wanneer een lidstaat een asielzoeker beveelt te vertrekken, die persoon het gehele grondgebied van de EU moet verlaten. Vluchten naar een andere lidstaat is onmogelijk. (Van alle afgewezen asielzoekers die het bevel krijgen het EU-grondgebied te verlaten, doet slechts één op de vijf dat. 

5. Overal dezelfde opvangregels

Kansrijke asielzoekers komen in de reguliere asielprocedure terecht. Dat betekent -nog steeds- dat ze in opvangcentra in individuele EU-lidstaten terechtkomen. Het gezamenlijke asielbeleid van Europese landen moet meer op elkaar gaan lijken, om te voorkomen dat asielzoekers gaan ‘shoppen’, ofwel doorreizen naar een ander land waar ze denken meer kans op asiel te hebben. 

Er gaat in heel Europa een hogere standaard gelden voor de opvang van asielzoekers, met nieuwe normen voor huisvesting en toegang tot onderwijs en zorg. Asielzoekers die worden toegelaten, moeten voortaan bijvoorbeeld direct de mogelijkheid krijgen taallessen of een beroepstraining te gaan volgen. Verder mogen asielzoekers sneller aan het werk: na zes maanden na aankomst. (In Nederland geldt die termijn al.) 

6. Eerlijke verdeling van asielzoekers over Europa

De Europese Commissie (27 commissarissen uit 27 landen die het Europese politieke leiderschap vormen gedurende 5 jaar) bepaalt, op basis van inwoneraantal en BBP, welk EU-land hoeveel kansrijke asielzoekers jaarlijks moet opnemen. Men houdt al jaren bij hoeveel asielaanvragen elk EU-land per capita ontvangt. 

Een eerlijke verdeling van het aantal asielzoekers over Europa was en is nog steeds een flessenhals in de hele asielprocedure. De landen aan de buitengrenzen zijn van mening dat zij al te lang een onevenredige verantwoordelijkheid dragen voor asielzoekers. 

Lidstaten die hun quotum asielzoekers weigeren op te nemen, kunnen echter een ‘afkoopsom’ van 20.000 per persoon betalen. Dat is een opt-out. Dat geld gaat in een Europees fonds en komt ten goed aan EU-lidstaten in de voorste linies van asiel. 

De door een EU-land geweigerde groep asielzoekers wordt in de tekst eufemistisch ‘de overname’ genoemd, hintend op het feit dat deze door een ander EU-land wordt overgenomen. Hoe dat wordt bepaald en hoe dat gaat, is mij niet duidelijk. Wel is bekend dat Frontex, het Europeese grens- en kustwachtagentschap, hierin een sleutelrol speelt.


Het hol van de wever - 
Jamie Smart

In het geval dat een EU-lidstaat weigert asielzoekers op te nemen en de voorkeur geeft aan hun herplaatsing, moet dit financieel worden gecompenseerd. In het voorbeeld van Nederland zou dat minimaal gaan om 30 miljoen per jaar, te storten in het Europese fonds. (Dit is de som van minimaal 1.500 asielzoekers per jaar die het ministerie van Veiligheid en Justitie berekende op basis van het nieuwe pact, maal 20.000 per persoon per jaar.) Een andere optie is om personeel of materiaal, zoals tenten en computers, naar landen te sturen waar de asielzoekers wèl worden opgevangen.

Ik vermoed dat elk asielkritisch Europees land voor dit afkoopalternatief kiest. Opvang kost jaarlijks immers een veelvoud van dit bedrag. (In deel 1 van dit drieluik vind je de kosten van opvang per asielzoeker in Nederland nu.) 

Dat klinkt cynisch en dat is het ook. De onderlinge solidariteit tussen EU-land is niet groot op dit punt. Als alle landen liever geld betalen dan asielzoekers opnemen, valt dit nieuwe pact in duigen. 

Een erkende vluchteling (‘statushouder’) moet in het land blijven wonen dat hem of haar asiel verleent. Een korte reis van maximaal drie maanden naar een ander Schengenland is toegestaan. Voor een asielzoeker die langer wegblijft, komt er een straf: de wachttijd voor de aanvraag van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd gaat dan opnieuw in. 

7. Asielcrisis

De Europese Commissie is de instantie die als enige beslist wanneer er in een EU-land sprake is van een asielcrisis. Dat kan niet meer nationaal worden besloten. Het is immers een systeem op basis van Europese solidariteit. In het geval van een crisis worden de asielregels soepeler toegepast: de duur van de grensprocedure kan bijvoorbeeld oplopen van drie tot (max.) negen maanden. Asielzoekers kunnen in dat geval langer in detentie worden gehouden aan de Europese buitengrenzen.

Nou, dat was het. Poeh-poeh! Leef je nog?

Wat mij duidelijk werd, is dat het nieuwe pact niet onomstreden is. Al hebben alle 27 regeringsleiders ingestemd met dit systeem, de onderlinge solidariteit is op een aantal (belangrijke) punten nog ver te zoeken. 

Gelukkig mogen we in Nederland weldra naar de stembus. Daarna komt er hopelijk snel een stabiele coalitie die zich commiteert aan rechtstatelijkheid en echt iets aan de asielproblematiek gaat doen. Ik las bij de Speld (satire) dat de Nederlandse kiezer met hekel aan de rechtsstaat zweeft tussen 12 partijen.

Ook deze blog wordt geïllustreerd met natuurfoto’s uit de wedstrijd voor Wildlife Photographer of 2025.


zondag 19 oktober 2025

Loze verkiezingsretoriek

Iemand sprak laatst in een of andere krant over de magie van schrijven, de magie van het creëren van nieuwe tekst. Dat is bloggen ook. Je kijkt aanvankelijk naar een smetteloos wit, leeg scherm en dan, soms na urenlange noeste arbeid, bestaat er ineens een verhaal. Simsalabim! 

Normaliter is oktober voor mij vooral internationale Borstkankermaand. Een maand met een roze randje. Maar dit jaar is oktober de maand voor de verkiezingen, de tijd van campagnes en debatten. In Nederland zijn we weer midden in de verkiezingsstrijd beland. Onze oranje enveloppen met stembiljet lieten we onlangs achter in een brievenbus in Den Haag. Ik volg een groot aantal debatten op de voet, heb het idee dat dit weleens een verrassende verkiezing zou kunnen worden... 

Het gesprek over asiel en migratie laaide weer op. De protestacties in het land tegen AZC en asielzoekers spelen daarbij zeker een rol. In bijna iedere talkshow noemt wel iemand asiel en migratie het gesprek van de dag. Mij, zelf ooit arbeidsmigrante, boeit dit onderwerp al heel lang. Ik noem muzelluf nu ook migrante. Dat onderwerp zal niet iedere lezer of digipassant interesseren. 

Dit is een longread, deel 1 van een tweeluik. Leestijd per deel: circa 10 minuten. Om het thema wat te verluchtigen, plaatste ik er winnende foto’s bij uit de verkiezing van Wildlife Photographer of the Year 2025. Voor degene die verder lezen aandurft: vergeet niet dat witregels er zijn om even op adem te komen. Ik zou niet willen dat je bezwijkt onder het gewicht van de (vele) feiten! 😉 


Spookstadbezoeker - Wim van den Heever
(overall winnaar)
Voor deze blog dook ik in de materie, temeer daar er een nieuw Europees Migratiepact aan de horizon gloort dat op 12 juni 2026 ingaat. Wat gaat dat voor de asielstromen op Europees grondgebied betekenen? En gaat dit spanningen in de Nederlandse maatschappij en elders verminderen? 
In het Engels wordt het ‘European Pact on Migration and Asylum’ genoemd. Het gaat immers over migratie èn asiel. In Nederland hanteert men liever het woord ‘Migratiepact’. Dat klinkt neutraler. Maar we moeten niet praten over migratie als we asiel bedoelen en niet over migranten als het om asielzoekers gaat. 

Migranten, asielzoekers en vluchtelingen. Wat zijn dat? Migranten zijn mensen die doorgaans tijdelijk naar een ander land verkassen, bijvoorbeeld voor werk of opleiding. Asielzoekers zijn personen die vluchten uit hun land vanwege oorlog, vervolging of ernstige mensenrechtenschendingen en die elders internationale bescherming (asiel) vragen. Zij doen dan een beroep op het VN-Vluchtelingenverdrag en willen worden erkend als vluchteling.  

De aanduiding ‘vluchteling’ -in Nederland formeel ‘statushouder’ genoemd- gebruiken we voor asielzoekers met een door de autoriteiten goedgekeurde asielaanvraag. Zij mogen in het land blijven en hebben een verblijfsstatus. Het totaal aantal vluchtelingen in Nederland bedroeg op 1 januari 2025 263.411 personen, volgens de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de VN (UNHCR). Ongeveer 120.000 van hen zijn afkomstig uit Oekraïne. Voor hen geldt een aparte asielregeling, een van ‘tijdelijke bescherming’. 

Er bestaat een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (voor vijf jaar, intrekbaar) en een voor onbepaalde tijd (nog steeds intrekbaar). Een vluchteling met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft -bijna- dezelfde rechten (en plichten) als een geboren en getogen Nederlander. Er zijn echter verschillen, zoals bijvoorbeeld stemrecht. Om daarna tot Nederlander te kunnen naturaliseren, moet onder andere een tweeledige naturalisatietoets met goed gevolg zijn afgelegd. 


Gesynchroniseerd vissen - Qingrong Yang
Er is ook nog een groep die vlucht voor armoede, honger en uitzichtloosheid in hun thuisland. Zij gaan naar elders voor meer kansen op een beter leven. Die noemden we voorheen ‘economische vluchtelingen’. Asielzoekers die om economische redenen in een ander land aankloppen, kunnen geen beroep doen op het VN-Vluchtelingenverdrag en krijgen geen asiel. Asielzoekers die uit veilige landen komen, evenmin. Zij worden teruggestuurd naar het land van herkomst. 

En tenslotte is er nog een groep die vlucht vanwege de gevoelde gevolgen van klimaatverandering; zij worden klimaatvluchtelingen genoemd. Klimaatverandering is in Nederland evenmin een reden om asiel te verkrijgen. Australië daarentegen, bood inwoners van Tuvalu (eilandstaat in de Stille Zuidzee) als eerste in de wereld asiel aan en blijft voorlopig een jaarlijks asielquotum voor hen hanteren. 

Migranten, asielzoekers en vluchtelingen. Hoeveel zijn het er? Enkele feiten over asiel en migratie in Nederland op een rijtje. In een recent tv-debat (Nieuwsuur) werd een statistiek getoond van het CBS. Het was, naar verluidt, niet zo gemakkelijk om de juiste cijfers bijeen te harken. But here we go. Van het aantal migranten in Nederland gaat het om 17% asielzoekers, 48% arbeidsmigranten, 18% school- en studiemigranten (ofwel kennismigranten) en een groep ‘Overig’ van 17%. 

De registratie van het aantal arbeidsmigranten in Nederland laat sterk te wensen over. Inwoners van Europese landen mogen vrij reizen en werken op het continent en/of er wordt samengewerkt met dubieuze arbeidsbureaus die het niet zo nauw nemen met registratie. De schatting is dat er inmiddels meer dan 1.000.000 arbeidsmigranten in Nederland verblijven, uit de EU en daarbuiten. Hun gemiddelde verblijfsduur ligt rond tien jaar. Voor het CBS is dat aantal echter een ondergrens; het kunnen er veel meer zijn. Deze zeer grote groep (48%) verhoogt de druk op woningen, zorg, onderwijs en schaarse ruimte. Rechtse politieke partijen spreken zich hierover mondjesmaat uit in hun verkiezingsprogramma’s, in tegenstelling tot over asiel. Grip krijgen op arbeidsmigratie is wel degelijk hard nodig. 

Ik weet niet hoe de groep ‘Overig’ (17%) precies is opgebouwd. Het zouden in Nederland geboren kinderen van statushouders kunnen zijn (tweede generatie). Of nareizigers, personen van het gezin van een statushouder. Wellicht ook Nederlandse migranten die naar het geboorteland terugkeren uit het buitenland of personen die voor de liefde migreerden. 


Als een aal uit het water - Shane Gross

Na de gebrekkige en incapabele uitvoering van het ‘strengste asielbeleid ooit’ van kabinet-Schoof, wordt het thema van streng nationaal asielbeleid bovenop Europees beleid in diverse verkiezingsprogramma’s nog steeds fanatiek beleden. In het verkiezingsprogramma van de PVV staat onder andere dat men een totale asielstop wil, een stop op migranten uit islamitische landen (naast een totale stop?!), een stop op gezinshereniging, het opheffen van alle Asielzoekerscentra (AZC) en een subsidiestop voor Vluchtelingenwerk NL. Nederland moet geheel op slot voor asielzoekers en ‘remigratie’ van hen die er al zijn, wordt -zonder vertrekpremie- gestimuleerd. Er zijn partijen die hardop dromen over vertrek uit de Europese Unie (‘Nexit’) en de opzegging van mensenrechtenverdragen, zoals het VN Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVR). 

Het VN Vluchtelingenverdrag legt vast wie een vluchteling is en bepaalt de rechten van vluchtelingen en de plichten van de landen die het verdrag hebben ondertekend. De kernbepaling is het zogenaamde ‘non-refoulement’-principe wat inhoudt dat een land een asielzoeker niet mag terugsturen naar een land waar zijn of haar leven of vrijheid wordt bedreigd vanwege ras, geaardheid, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of lidmaatschap van een bepaalde sociale groep. Voor de goede orde: met één pennestreek kan Nederland dit verdrag opzeggen. 

Dat opzeggen gaat minder makkelijk in het geval van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit werd opgesteld door leden van de Raad van Europa, in navolging van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN. De essentie van het EVR is het beschermen van de mensen- en burgerrechten van alle inwoners van de EU. Het garandeert fundamentele vrijheden en rechten, zoals vrijheid van meningsuiting, recht op vrijheid en veiligheid, verbod op discriminatie, toegang tot de rechtspraak en recht op een eerlijk proces. Sinds 1998 kunnen individuen zich rechtstreeks wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg als zij menen dat er sprake is van een schending van hun recht door een lidstaat.  


Gevangen in de koplampen - Simone Baumeister

Ook dit verdrag kun je opzeggen maar dit is een politiek gewaagde en juridisch complexe stap, aangezien het strijdig is met wetgeving van de Europese Unie. Dit verdrag is namelijk een wezenlijk onderdeel van het lidmaatschap van de EU. Als men dit verdrag toch wil aanpassen, moeten protocollen worden aangepast en alle leden van de Europese Raad (staatshoofden en regeringsleiders van 27 lidstaten) moeten die goedkeuren. Dat zal een langdurig proces zijn dus beloven dat je snel succes kunt boeken door op te zeggen, is een leugen. Dat is loze verkiezingsretoriek. Kiezersbedrog. Daarover moet een politieke partij eerlijk zijn, niet alleen in verkiezingstijd. 

Er zijn landen in Europa die de huidige Europese asiel- en migratieregels aan hun laars lappen. Neem België. Dat land is al vele malen veroordeeld voor het niet-opvangen van alleenstaande mannelijke asielzoekers maar onze zuiderbuur negeert die rechterlijke uitspraken. Afgelopen zomer kwam daar een nieuwe wet bij die bepaalt dat asielzoekers die in een ander Europees land al een beschermde status kregen, geen recht meer hebben op opvang in België. (Dit om het zogenaamde shoppen’ tegen te gaan.) In Nederland roepen anti-asielpartijen ook op tot dit soort politieke ongehoorzaamheid en actie. Het dubbel demissionaire kabinet-Schoof stuurde aan op een opt-out voor Nederland bij de EU qua asiel en migratie maar die actie was klungelig en aan het verkeerde adres. 

De demissionaire minister van Asiel en Migratie riep een jaar geleden een asielcrisis uit in Nederland waarmee ze het staatsnoodrecht meende te kunnen activeren. Daarmee hoopte ze de Vreemdelingenwet te omzeilen. Deze wet regelt de rechten, plichten en procedures voor niet-Nederlanders (vreemdelingen) met betrekking tot hun toegang tot en verblijf in Nederland. Haar standpunt was niet overtuigend enjuridisch houdbaar: het aantal asielaanvragen in Nederland lag toen rond het gemiddelde in Europa. Er was geen sprake van crisis. Daarop moest ze haar pakket van asielbeperkende maatregelen aanpassen.

Gematigder partijen spreken over een opvangcrisis en dat lijkt beter gekozen. De AZC zijn overvol, een asielaanvraag duurt in Nederland ellenlang (gemiddeld 79 weken), de doorstroom hapert (er zijn veel te weinig reguliere opvangplekken en woningen) en daardoor stijgen de kosten van opvang sterk. De gemiddelde kosten van een plaats in de reguliere opvang liggen op €30.400 per persoon per jaar. In de noodopvang is dat €69.400 per persoon per jaar. Nederlandse gemeenten zijn door de Spreidingswet verantwoordelijk voor opvang, maar twee derde van de gemeenten heeft minder opvangplekken dan hun wettelijke taak voorschrijft. 

Strengere regels worden echter vrijwel zonder uitzondering komend jaar van kracht als gevolg van het nieuwe Europese Asiel- en Migratiepact. 

Het opmerkelijke is dat Malik Azmani (VVD) voor de tot standkoming van dit nieuwe Europese pact onderhandelde namens het Europees Parlement en dat Frans Timmermans (toen nog geen PvdA in fusie) als vice-president van de Europese Commissie jarenlang een rol speelde bij de voorstellen. Nederland keek dus bepaald niet toe vanaf de zijlijn. Linkse en rechtse politieke stromingen in Europa vonden elkaar destijds nog op het splijtende thema van asiel en migratie. In 2024 gaven de regeringsleiders van alle lidstaten van de EU hieraan groen licht. 

Dit pact gaat bestaan uit 1 Richtlijn en 9 Verordeningen. Verordeningen zijn Europese wetten die direct en automatisch van toepassing worden in heel Europa. Individuele landen hebben geen mogelijkheden om daarvan af te wijken. Dit moet het huidige asiel- en migratiebeheer in heel Europa gaan stroomlijnen en -fingers crossed!- vereenvoudigen en verkorten. 

Het nieuwe Europese Migratiepact kent zeven pijlers waarop het rust.


Overlevingszak - Ralph Pace

(1) Er komen gesloten detentiecentra aan Europa’s buitengrenzen, in het noorden, zuiden en oosten van het continent. (2) Iedere asielzoeker wordt gescreend bij aankomst. (3) Er komt een grensprocedure voor kansarme asielzoekers. (4) Er komen minder verschillen tussen landen in de kans op het verkrijgen van asiel. (5) De opvangregels in AZC worden overal hetzelfde. (6) De verspreiding van kansrijke  asielzoekers over Europese landen wordt eerlijker. (7) Er is voortaan maar één instantie in Europa die bepaalt of er ergens op het continent een asielcrisis heerst. 

Aan de hand van strengere controles aan Europese buitengrenzen wordt vastgelegd wie in welke procedure terechtkomt; de grensprocedure of de algemene asielprocedure. Voor asielzoekers hanteert men twee statussen: kansarm en kansrijk. (Definities volgen in deel 2.) Vingerafdrukken en biometrische gegevens van iedere asielzoeker komen in een database terecht die door elke lidstaat kan worden geraadpleegd. Van iemand met een lage kans op verblijf (kansarm) zal de procedure aan de buitengrenzen van Europa versneld worden afgehandeld. Van daaruit wordt de terugkeer naar het land van herkomst geregeld. 

Er komen nieuwe normen voor huisvesting en toegang tot onderwijs en zorg voor kansrijke asielzoekers in de algemene asielprocedure. De Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de Unie, met één commissaris uit elke EU-lidstaat) bepaalt voortaan, gebaseerd op inwoneraantal en BBP, hoeveel migranten elk EU-land moet opnemen. In de aanloop naar het nieuwe pact berekende het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid dat dit voor Nederland zou neerkomen op tenminste 1.500 asielzoekers per jaar.  

De Europese Commissie is de enige instantie in Europa die kan beslissen of er in een land sprake is van een migratiecrisis. Geen enkel land in de EU ontspringt de dans nog om verantwoordelijkheid te dragen voor het oplossen van de gezamenlijke asielproblematiek. De nieuwe Europese regels worden nu ingebed in nationale wet- en regelgeving van elk van de 27 landen van de EU. In het geval van Nederland leidt dit onder andere tot wijziging van de Vreemdelingenwet.

Definities, aantallen en kosten van het nieuwe systeem komen in een volgende blog aan de orde. Net als een gedetailleerde beschrijving van de zeven pijlers van het pact. Voor de mensen thuis.

Wordt vervolgd.


dinsdag 14 oktober 2025

De mensen thuis

De regelmatige lezer weet dat ik onlangs naar het Spaanse honk terugkeerde met mijn liefje. Bronchitis bleek de verstekeling. Volgens mijn huisdokter (zij) was de overgang van de Spaanse warmte naar de Hollandse gure wind en regen en het dagelijks reizen met druk openbaar vervoer teveel voor een type als ik. Ergens onderweg had zich kennelijk een 'awful creature' (virus) genesteld in mijn lichaam die na enkele dagen thuis begon op te spelen. Het gorgelt, reutelt en borrelt nu in de borststreek, met af en toe diepe uithalen die niet om aan te horen zijn. Blaffende honden bijten niet, zegt de volkswijsheid. Nou, pas maar op! Ik baal wel dat mijn immuunsysteem die vreemdeling niet te lijf ging en bedwong. Ooit, als jonge studente, kreeg ik last van bronchitis die hoogstwaarschijnlijk werd verwaarloosd. Ik had -zeker toen- geen tijd om ziek te zijn en in bed te liggen. Dat laatste is nog steeds geen hobby van mij. 

Tijdens de terugvlucht naar Alicante raakten we aan de praat met enkele staffleden van voetbalteam Oranje Onder 18 dat naar Pinatar Arena vloog voor twee oefenwedstrijden in de aanloop naar het WK van 2026. We beloofden hen naar een van de wedstrijden te komen kijken en ook dat we dan de Nederlandse vlag zouden meebrengen. Dan zouden ze ons herkennen op de tribune. Zo gezegd, zo gedaan. De grote rood-wit-blauwe vlag zat nog in een verhuishoes van 25 jaar geleden. Ik schoof het lange ding oneerbiedig via de achterklep de auto in. 

In het afgelopen weekend was er in deze contreien sprake van Code Rood vanwege extreme regenval die samenhing met storm Alice. Daarom werd de oefenwedstrijd tegen Zwitserland op vrijdagavond uitgesteld. Die avond gingen wij wel met vrienden naar restaurant ‘Tropical’ in Los Alcázares waar men de zandzakconstructie toen al aan het opbouwen was. (Het mocht niet baten.) 

Het werd inderdaad beestachtig weer. Bij ons op het terras mat de regenmeter na de stortvloed 122 milimeter regenwater. Dat komt neer op ruim 12 liter water per vierkante meter. Een record! 

In de tunnel van de AP-7 ter hoogte van onze woonplaats sleurde de regen een grote hoeveel modder mee naar binnen. De kracht van het water was dermate groot dat de nooddeuren in de tunnelbuizen open werden geblazen en de tunnel onder water kwam te staan. De rijstrook in de richting van Cartagena werd het hardst getroffen. 

Een aantal buurgemeenten net over de provinciegrens, aan Murciaanse zijde, kreeg het nóg meer voor de kiezen. Vanwege de enorme hoeveelheid regenwater liepen de pijpleidingen van het drinkwater vol met modder waardoor het drinkwater besmet raakte. Dat trof circa 100.000 mensen thuis. Bewoners van San Javier, Los Alcázares, San Pedro del Pinatar en Torre Pacheco moesten tijdenlijk met jerrycans in de rij staan voor de mobiele drinkwagentanks. Soms lijkt het hier ook oorlog... 

In onze woonplaats was dit probleem echter niet aan de orde. Het overtollige water werd via de rio seco afgevoerd naar de Middellandse Zee en wij behielden ons (schone) drinkwater uit de kraan. Mijn liefje ging vanmorgen in haar eentje  boodschappen doen bij Consum aan Murciaanse zijde. Daar was het vak met drinkwater helemaal leeggeroofd... In de gangen stonden talloze 5-literflessen opgestapeld. Bij de mensen thuis komt daar nog steeds geen druppel water uit de kraan. Het probleem lijkt nog niet opgelost. Onze gemeente verschaft schoon drinkwater en brengt dat in grote tankwagens naar de buren. Dat betekent wel dat de waterdruk soms te wensen overlaat.   

Alsof dit allemaal niet dramatisch genoeg was, verloor O18 ook nog hun oefenwedstrijd tegen Polen. Ik sleepte mij bij de haren naar de voetbaltribune die langzaam voldruppelde; ook met Nederlandse fans. Daar zaten we, met die grote Nederlandse vlag voor onze snuffer (we wisselden af). Voor Jan-met-de-korte-achternaam. En dan te bedenken dat mijn liefje en ik he-le-maal geen vlaggenzwaaiers zijn maar ja... voor de goede zaak doet een mens thuis rare dingen. We hadden het nu eenmaal aan Anoush en Joran beloofd. 

‘Onze’ jongens konden niet op tegen de lange, sterke en taaie kerels van Polen die heel goed verdedigden. Al na vijf minuten stonden ze met 1-0 achter. Mijn liefje, ooit opgeleid tot sportcoach, schreeuwde de longen uit haar lijf. Die ligt binnenkort waarschijnlijk ook op apegapen op de bank. Vooral het niet-aanspelen van de vaak vrijstaande nummer 2, Chivano Wijks (spelend bij FC Bayern München; als enige jongeling in het buitenland), ergerde haar mateloos. Zodra hij wel werd aangespeeld, ging de bal in de richting van het doelgebied van de Polen. De lange Sean Steur (middenvelder bij Jong Ajax) was de enige die in de 17de minuut knap wist te scoren via de paal. Eindstand: 2-1. De eerste nederlaag van dit jonge elftal. 

Het is ook vermakelijk om te kijken naar optredens in verkiezingstijd, wat mij betreft. Een grote groep Nederlanders lijkt dat met mij oneens te zijn, want het vertrouwen in de politiek onder de bevolking daalde in het afgelopen jaar tot een dieptepunt. Zelf ben ik volledig ongeschikt om in de politiek te opereren want ik zou alle domme koeien en feitenvrije types systematisch negeren. (Daar heb je er tegenwoordig steeds meer van!) Het vertrouwen in algemene zin raakte ik niet kwijt, het vertrouwen in de partijen die kabinet-Schoof vormden wel. Wat een broddelwerk leverden die met elkaar af. 

Maar goed, nieuwe ronde nieuwe kansen. Mijn liefje en ik keken met frisse blik naar het politieke debat dat RTL recent organiseerde. Geert Wilders (PVV) liet het wederom afweten dus Rob Jetten (D’66) stapte goed voorbereid en vol vertrouwen en enthousiasme het podium op in zijn plaats. Dat zorgde voor een meer inhoudelijk debat, op tamelijk rustige toon. Er werd niet op de speler maar op de bal gemikt. Ik vond het een verademing al vond ik het hoofdgeschud van sommige politici als zij luisterden naar hun opponent(en) vervelend. 

Voor de buis zaten wij op schoot met een blocknote, klaar om te turven. Nu zul je denken, het is toch geen wedstrijd? Dat klopt. Dilan Yesilgöz praat echter met regelmaat over ‘de mensen thuis’. Daarmee legt ze een onterechte claim op ons; ze lijkt zich hiermee op te werpen als de Moeder Theresa van Nederland. Onoprechter kan het niet... Als ik het haar hoor zeggen, krijg ik acuut pukkels over mijn hele lichaam. Da's erger dan bronchitis!

We vroegen ons af hoe vaak ze die irritante uitdrukking zou gaan bezigen. Na een uurtje onderhoudende tv stond de teller op 10 (we wisselden af). Een ingezonden brief van een Volkskrant-lezeres ging vanmorgen ook over dit onderwerp. Die vrouw krijgt de neiging om te gaan zwaaien en roepen naar het scherm als ze dat zinnetje uit de mond van de VVD-partijleider hoort. Als mens thuis. Op mij moet Yesilgöz ook maar niet rekenen.


woensdag 8 oktober 2025

Enerverend

Dit wordt een blog over het Vaderland-in-vogelvlucht, een terugblik op een weekje in de Grote Stad. Of, zoals onze Amsterdamse vriend Martin zou bloggen: DGS. Inmiddels zijn we weer op Spaans grondgebied na een, in alle opzichten, enerverend bezoek. Grappig genoeg was deze blogtitel ook het woord waarmee we vanmorgen ‘genie’ werden. Eenmaal thuis, hebben we weer ons geliefde ochtendprogramma: het eerste kopje koffie voor mijn liefje na opstaan, enkele oefeningen Spaans met Duolingo voor mij en de puzzel Spelwijze (Volkskrant) die we samen dagelijks proberen op te lossen met als doel: een dagje samen genie zijn. 

Enerverend dus. En wel hierom. Nog nooit in mijn leven als bewoner van Spanje zag ik zóveel mensen op luchthaven Alicante. Ik kon mijn ogen niet geloven! Het was er werkelijk stampvol. Deze reis begon met vertraging met Transavia. Nog nooit in mijn leven als reiziger zag ik zoveel medereizigers op vliegveld Schiphol. Ik was niet de enige die dat vond. Achter mij liep een jonge vrouw naar de bagagecaroussel die zei ‘moeten al die mensen niet werken?’. 

Op Schiphol stapten we vervolgens in de trein naar Den Haag. Vanwege de volle reistas had ik weinig zin trappen op en af en lopen in een dubbeldeks Intercity. We stapten dus in het treinstel waar reizende fietsers hun stalen rossen tijdelijk mogen stallen. Daar stond tevens een Amerikaanse jongedame, goedgevuld in een strakzittend roze pak, met enkele tassen om zich heen. Op enig moment kwam er een kerel met bierwalm langs die zijn oog op haar liet vallen. Hij sprak haar aanvankelijk in het Nederlands aan en zei dat ze mooi was. 

Zij verontschuldigde zich en zei dat ze geen Dutch verstaat. Dus gooide hij het over de Engelse boeg. Het werd steeds genanter, de man was duidelijk de weg kwijt en kwam ook op ons nogal intimiderend over. (Er zaten uitsluitend vrouwen in deze coupé.) De Amerikaanse negeerde hem zo goed als mogelijk door meer dan geïnteresseerd naar het groene, platte landschap van de Randstad te staren. Nadat hij eindelijk vertrok, bood ik haar mijn excuses aan voor dit gedrag. Namens de rest van de vrouwelijke bevolking van Nederland. Ik kreeg direct bijval van elke aanwezige vrouw. We bespraken de kwestie nog een tijdje in het Engels plenair na, een groepsgesprek dat je niet wilt voeren als je net een uurtje terug bent op Vaderlandse bodem. 

Later diezelfde dag kwamen we twee Spaanse jongedames tegen die ongeveer gelijk met ons vanuit Spanje naar Schiphol vlogen. We stonden namelijk naast elkaar bij de bagagecaroussel op onze reistassen te wachten. Zij herinnerde zich dat niet, ik wel (Spelwijzer!). Ik liep ze in onze Haagse straat tegen het lijf en zei dat ik dat nogal toevallig vond. Ze vertelden dat ze uit Bilbáo komen, van Baskische origine zijn en voor werk in Den Haag zullen verblijven. De volgende dag zouden ze beiden aan een lokale baan in de toeristensector beginnen. 

Op dat moment stond ik min of meer over een struikelsteen gebogen met mijn camera. (Ik struikel zelf wel af en toe maar ben nog nooit gevallen. Knock on wood!) Ik legde uit waar zij naar keken en hoe mensonterend en belabberd Nederlandse autoriteiten joodse inwoners hadden behandeld tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. 

Deze ene specifieke ‘stolperstein’ memoreert het trieste lot van Hagenaar Daniël Sanders (1895) die in 1942 in Westerbork terechtkwam en in 1944 in Auschwitz werd vermoord. De Struikelstenenroute zouden we in Delft voortzetten, over de Oude Delft (de straat waar mijn voormalige studentenhuis staat) en door de Choorstraat. Soms lagen er vier of vijf tegels voor een huis. Die Delftse stenen kunnen wel een onderhoudsbeurt gebruiken, vind ik. Oppoetsen is ook een manier om slachtoffers van het fascisme niet te vergeten! Er liggen ruim 7.000 van deze herdenkingsstenen door het hele land, een aantal dat voortdurend toeneemt. Even later in die straat werd ik aangesproken door een vrouw die Nederlands met een zwaar accent sprak. Zij had mij zien fotograferen en vertelde dat er een tweede struikelstreen in deze buurt was te vinden. We gingen op zoek. 

En dat was nog maar dag 1!

Wat mij ook opviel vanaf die dag, waren de vele zwervers in de binnenstad, de mannen die vuilniszakken openden en vuilnisbakken uitvlooiden voor blikjes waarop statiegeld zit. Moeders met bakfietsen vol kids, haastige mensen met oortjes in die met anderen ver weg praatten. Mijn liefje dacht eenmalig dat een vrouw in een Albert Heijn-winkel tegen haar sprak. Daarna wist ze beter. En we moesten wennen aan de vele fatbikes met jonge en oude bestuurders die razendsnel van links maar ook regelmatig van rechts op hetzelfde pad crossten. Dit jachtige stadse leven is ons volkomen vreemd in het rustige Mojón. Desalniettemin blijf ik mij van binnen een stadse voelen. 

We verbleven in een stemmig appartement in het centrum. Ruim, licht, comfortabel. Met visgraadparket, kookeiland, heerlijke bedden, een douche om lang onder te staan en een balkon met zitje. Dat hele huizenblok bestaat uit huurappartementen, voor de lange en korte termijn. 's Avonds zaten we op een grote bank of een luie stoel te lezen of naar tv te kijken (onder andere Masterchef Australië). 's Ochtends maakten we ons ontbijtje met beschuit & fruit en een gezonde cracker met belegen kaas. AH was deze week onze hofleverancier. We kookten niet. Dit appartement is een plek om naar terug te keren. 

Wat mij eveneens bijbleef, was een lesbo-stel, 30-plussers, in een drukke tram. Mijn liefje wees ik op het laatste lege stoeltje, zelf bleef ik staan in het gangpad. Een van die meiden bood mij haar zitplaats aan. ‘Mevrouw, wilt u zitten?’ Ik dankte haar hartelijk. Nee, dat was onnodig. Zij drong aan en uiteindelijk ging ik zitten. Wel met een hoofd vol gedachten. Allereerst zei ze u tegen mij... Maar veel indrukwekkender was dat dit de eerste keer in mijn leven was dat iemand mij kennelijk als een oude(re) vrouw zag die hulp behoefde. ¡Madre Mia! 

Vriendin Bernadette, die net als ik dit jaar 65 werd, ging daar zelf nogal coulant mee om. Voor haar is het maar een getal. Dat is wel zo maar als dat getal kennelijk in groeven en plooien in je gezicht gebeiteld staat, wordt het toch een ander verhaal. Soit. 

Haar verjaardagsfeestje in Gastrobar Berlage (achter het Kunstmuseum) was echt een feestje. We kwamen vroeger aan dan het feestvarken. Stom maar waar. Ik had namelijk een ander tijdstip onthouden en dat had zich vastgezet in mijn brein. (Ook zo wat...) We zongen haar toe, zij, haar oudste broer en oudste petekind speechten voor haar. Petekindje Odette, vernoemd en de jongste eregaste op dit feestje, mag zich een bofkont noemen met zo'n suikertante! Dat alles onder het genot van een glaasje bubbels en -onder andere- een bitterbal. 

Het werd in de afgelopen week nat, koud en guur voor ons, semi-Spaanse meisjes. De dag na aankomst kreeg mijn liefje haar lichaam al niet meer op temperatuur. Ik troonde haar mee naar een (voorheen) leuke Vintage-winkel in de Passage om een wollen trui of vest te vinden. Dat werd een Maria-van-de-Sound-of-Music kledingstuk van het Oostenrijkse merk 'Almgwand', met geruiten capuchon en knopen van reebokgewei. Ze sliep er de afgelopen dagen nog nèt niet in... Bernadette doneerde een azuurblauwe poncho als aanvullende bescherming tegen onvriendelijk weer. De Blauwe Engel van Den Haag en omstreken! 

Voor muzelluf kocht ik een lange waterdichte regenjas – met reflecterend detail achterop om de fatbikers op afstand te houden- bij de Hema. De extralange raglanmouwen kon worden dichtgeknoopt met klittenband. Aldus de folder. Klaar voor de vele buien en harde wind die we voor de kiezen kregen. Tijdens ons bezoek aan de hoofdstad hagelde het zelfs! 

We ondernamen veel meer dan ik hier vermeld maar dat kun je alsnog zien in mijn webalbum. Op de koffie bij sneue Piet in Rotterdam die was gecrasht met zijn fiets. Een lekkere en onderhoudende lunch bij vrienden in Amsterdam. Een enerverend bezoek aan Museum Feniks en Hotel New York in Rotterdam. Een soort sentimental journey door Delft (inclusief Vermeer-centrum). Een bezoek aan een -voor de tweede maal- getrouwde neef van mij en zijn vrouw in hun nieuwe huis in een buitenwijk van Den Haag. Zij gaan nu als samengesteld gezin (vijf personen in de puberleeftijd!) verder. Een zalig Indonesisch etentje bij Garuda van Ron Blauw. Zo legden we elke dag tenminste 10km te voet af. Voor de bijna 300 foto's verwijs ik naar album ‘Kaaskoppen 2025’. 

En dan ineens breekt toch de terugreisdag aan. De tijd vliegt als je het naar je zin hebt! Het werd echter een langere reisdag dan gepland en gehoopt; er trad flinke vertraging op. Geduldig wachten is nooit mijn forte geweest... De Nederlandse vrouw (woonachtig in Spanje maar heen en weer reizend voor werk) voor ons in de incheckrij meldde dat 8 van de 10 van haar Transavia-vluchten zijn vertraagd. Geen beste statistiek. 

In de trein van Den Haag naar Schiphol spraken we met een Spaanse die al 40 jaar, met haar Britse man, in de Hofstad woont. Ze zou naar Barcelona vliegen om de verjaardag van haar zus te vieren. Ze zei een paar keer met trots dat ze Catalaanse was. Haar vader besloot in de beginjaren '70 van de vorige eeuw, toen de kinderen werden geboren, met zijn gezin naar Andorra te verhuizen. Hij wilde niet dat zij onder Franco opgroeiden. Ik knipperde (ongemerkt) met mijn ogen. Nog nooit had een Spaanse of Spanjaard uit vrije wil tegenover ons publiekelijk een negatieve mening geventileerd over die vermaledijde generaal. Het werd een enerverend gesprek met een mooi mens. We namen heel hartelijk afscheid van elkaar. 

In het vliegtuig naar Alicante zaten we te midden van een illuster gezelschap: de Nederlandse spelers van Oranje O18, waarbij O niet staat voor O-benen maar voor ‘Onder’. Alle, voor dit team geselecteerde, spelers zijn dus jonger dan 18 jaar. Dit is de toekomstige lichting voor het Nederlands elftal, zal ik maar zeggen. Jonge, talentvolle gasten van Ajax, Feyenoord, PSV, AZ, FC Twente en andere clubs die samenkomen in een nationaal jeugdteam. Allemaal in donkerblauw KNVB-pak met oranje leeuw en de naam van de hoofdsponsor (ING) erop. Bijna allemaal jongens met een kleurtje. 

Mijn liefje zat vóór de hoofdtrainer, de 35-jarige Anoush Dastgir. Hij was onder andere vier jaar bondscoach van het Afghaanse mannenvoetbalelftal. Zelf zat ik aan de andere kant van het gangpad vóór assistent-trainer Joran Pot van de KNVB. Een lange jongeman met XL-benen en schoenmaat 48 die eerder twee Nederlandse (helaas geen Afghaanse) vrouwenvoetbalteams coachte. Leuke kerels om mee te praten.

Ze waren op weg naar Pinatar Arena, een professioneel sportcomplex op steenworp afstand van ons huis. Daar wordt tijdens de wintermaanden vaak getraind en gespeeld door clubs uit het koudere West-Europa. Als je bekende sporters aan het werk wilt zien, moet je daar zijn. 

O18 gaat daar twee oefenwedstrijden spelen, tegen Zwitserland en Polen. Dit zijn wedstrijden in de aanloop naar het WK O18 van (maart) 2026. Volgens Joran is dit team kanshebber voor de overwinning. Ze verblijven in het hotel van Montepiedra (bij het strand van La Glea), ons eveneens bekend. We beloofden ze te komen aanmoedigen. Op hun verzoek brengen wij een Nederlandse vlag mee, die halen we met plezier voor hen uit de mottenballen. Als tegenprestatie (zo gaat dat tegenwoordig, leren we van Trump) beloofden zij ons een kleurrijke groepsfoto. 

De joviale Transavia-piloot vloog ons veilig terug naar onze eindbestemming. Nu zit ik weer in short, t-shirt en teenslippers achter mijn computerscherm. Het vest en de regenjas borgen we voorlopig op in een diepe kast. Een Delfts blauw tegeltje met geschilderde ijsvogel hangt inmiddels ergens in huis. Net als twee gedroogde boombladeren in herfsttenue. Ik ben geen fan van de herfst maar de verkleuringen in de natuur zijn waanzinnig mooi. Morgen wordt hier de Dia de la Communidad Valenciana gevierd, een regionale feestdag. 

De foto in de header van deze blog is de favoriet van de afgelopen week van mijn liefje. Barefoot als pantoffelheldin. Dat geeft te denken...