Een week of wat geleden zat ik in mijn kantoortje te typen terwijl mijn liefje buitenshuis was. Onze poort werd geopend. Nu hoor ik onze auto altijd van verre aankomen omdat ik het motorgeluid herken. Zij was het niet. Dus ik keek op van het scherm en zag in een flits een helm voorbij schieten. Ik liep naar de open voordeur en zag nog net de achterkant van het gele hesje van de Correos-man, de invalpostbode. Hij had zojuist twee enveloppen op onze terraseettafel gelegd. Hij was op weg naar zijn brommer maar ik wenkte hem.
Nadat ik hem een goede morgen had gewenst, vroeg ik vriendelijk doch gedecideerd waarom hij de deurbel niet had gebruikt om zijn aanwezigheid te melden. Binnensluipen vond ik nogal ongepast. Na al die jaren weet ik genoeg van Spaanse wetgeving om te weten dat zoiets huisvredebreuk is. Ook hier. Je mag niet zomaar iemands terrein binnenstappen zonder toestemming. Dat zei ik hem dan ook in mijn beste Spaans. Waarom deed hij dat? We hebben toch een bel aan de buitengevel? Hij maakte zijn excuses meermaals. Hij weet als postbode immers dat hij over de schreef ging. Onze post behoort bovendien in de postbus achter het huis terecht te komen, niet open en bloot op de eettafel op het terras. Waarom hij dat dan toch deed? Hij had het zó druk! Ik vond het een slap verweer maar liet dat gaan. Onze eigen betrouwbare Carlos is binnenkort weer terug op zijn post.
De post die de man kwam afgeven, waren de verkiezingsenveloppen voor 29 oktober. We moeten als Nederlanders weer onze stem uitbrengen. Liever zou ik electronisch stemmen maar daartoe heeft de Nederlandse overheid (nog) niet gekozen. Het zou te fraudegevoelig zijn. We moeten het dus doen met papier. Uiterlijk begin oktober krijgen we de kieslijsten via email toegestuurd en daarna kan de documentatie, inclusief de oranje envelop, worden teruggestuurd naar Den Haag.
Mijn liefje en ik gaan zeker gebruik maken van ons democratisch recht. Het hoeft niet per se zo vaak als tegenwoordig maar daarover hebben we als kiezer niets te zeggen. Wat een gekrakeel was er in het afgelopen jaar met het kabinet-Schoof I. Ik blogde regelmatig -maar niet te vaak- over de recente janboel op het Binnenhof. Daar werd geen mens gelukkig van.
Mijn liefje zei vanaf dag 1 na installatie van dat kabinet dat deze coalitie binnen drie maanden zou vallen. Na drie maanden herhaalde ze dat. Als ongevoelige voor kansspelen, weigerde ik erom te wedden. Na weer drie maanden herhaalde ze het, voor de laatste keer. Ze kreeg uiteindelijk gelijk dat ze de rit niet zouden uitdienen. Ik was het overigens geheel met haar eens dat deze regering was gedoemd om te mislukken. Vanwege het gebrek aan capaciteiten en capabelen, vanwege de heilloze weg die men met elkaar meende te moeten bewandelen (het strengste asielbeleid ooit, bijvoorbeeld), vanwege het diepe wantrouwen tussen partijen. En last but zeker niet least, vanwege de verderfelijke rol van schaduwpremier Geert Wilders.
Het vertrouwen van de kiezer was nog nooit zo laag als nu. Slechts 4% van de Nederlanders zegt nog vertrouwen te hebben in de Haagse politiek. Dat gebrek aan vertrouwen is terecht. Het ene akkefietje was nog niet uit de weg geruimd of het volgende kondigde zich alweer aan. Er werd nauwelijks geregeerd en des te meer geruziet en gekonkelfoesd. Dat is synoniem voor politieke spelletjes spelen.
De VVD van Dilan Yesilgöz zette de deur wijd open voor een coalitie met de PVV. Dat vond en vind ik een gotspe. (Bontenbal en het CDA 'links' noemen, is dat ook! Alles om de eigen verrechtsing te maskeren...) NSC zwalkte vanaf het begin en liet de hoogverheven rechtstatelijkheid en hun doel van goed bestuur vroeg los. BBB betoonde zich op elk moment een ruggengraatloze meeloper. Dat is mijn korte analyse van deze ‘Coalitie van de Onwilligen’.
En nu is het dus weer verkiezingstijd en wordt er van ons, kiezers, weer veel huiswerk verwacht. Ik behield zelf wel vertrouwen in de politiek maar verloor het in deze partijen. Geen van hen krijgt mijn stem dan ook, geen van hen is die waard. Daar is die te kostbaar voor! Wekelijks werp ik een blik op de Peilingwijzer (online). Die site combineert de Tweede Kamer-peilingen van Ipsos I&O en Verian/EenVandaag; bureaus die goed zijn in wat ze doen. Ook las ik de verkiezingsprogamma’s die verschenen.
De titel van het concept-verkiezingsprogramma van de VVD is dat men ‘sterker uit de storm’ is gekomen. Dat lijkt mij niet al te best gekozen. Yesilgöz werd in de afgelopen maanden ontmaskerd als notoire leugenares en populiste en dat schaadde haar. Zij krijgt van menigeen dan ook een brevet van onvermogen.
De nieuwe Minister van Onderwijs die de BBB nu naar voren schuift voor het demissionaire kabinet Schoof-Min-Een, krijgt naar alle waarschijnlijkheid een motie van wantrouwen om zijn oren voor zijn eerste optreden in de Tweede Kamer. Deze Gouke Moes (voormalig smid) heeft in 2024 als gedeputeerde in Groningen dingen op X gepubliceerd waarvan de honden geen brood lusten. Hij werd erop aangesproken maar weigert tot dusver die tweet te verwijderen.
De titel van het concept-verkiezingsprogramma van NSC is ‘Zorgen voor zekerheid’. Ik heb geen idee wat men hiermee wil (zeggen) maar ik begrijp hun zorgen wel. Na hun teloorgang in de politiek is er weinig zekerheid voor de 20 kamerleden van deze partij. De peilingen geven aan dat het zeer waarschijnlijk is dat deze partij tussen 0 en 1 zetel behoudt na de aanstaande verkiezing. Dan ga je toch niet meer op deze club stemmen?
En dan het verkiezingsprogramma van Wilders. Dat draagt de titel ‘Dit is uw land’. Dat weerspreekt niemand dus dat is evenmin sterk gekozen. Een gephotoshopte blond-met-blauwe-ogen Wilders die zich laat afschilderen als Big Brother. Wie bedenkt zoiets? Het zal je broer maar zijn!
Nederland is van ons allemaal, inderdaad. Het is ook mijn geboorteland maar het land van Wilders is niet het mijne. Te onverdraagzaam, te populistisch (niet waarmaken wat je de kiezer belooft), te extreemrechts. Desalniettemin voert deze non-partij de peilingen nog steeds aan; zelfs na het debacle van hun bewezen incompetentie en sneue aftocht.
De strijd om de kiezer ter rechterzijde van het politieke spectrum zal deze keer hevig worden. VVD, PVV, NSC, BBB, FvD en JA21 zitten elkaar flink in de weg. En dan te weten dat een kabinet over rechts in het afgelopen jaar is geprobeerd en faliekant mislukte. Het ging roemloos ten onder. Dat Nederland zo rechts koos en kiest, was een ontnuchterende wekroep voor mij. Ik zag mijn geboorteland altijd als progressief, als een baken van verlichting, vooruitgang en tolerantie. Maar dat blijkt een (hardnekkige) mythe. Inmiddels weet ik dat ik stam uit een, in de kern, conservatief land. Toen dat kwartje viel, moest ik dat even laten bezinken. Het was slikken.
Ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat kiezers op Wilders blijven stemmen, wetend dat geen andere (fatsoenlijke) politieke partij in de toekomst nog met hem/hen in zee wenst te gaan. Dat gaat je stem toch verloren? Ik vind het sowieso onbegrijpelijk dat men kan stemmen op een ondemocratische partij. Van een klassieke partij-organisatie met ledenvergaderingen, regionale afdelingen, een jongerenafdeling en een wetenschappelijk bureau was vanaf dag 1 van de oprichting van de PVV geen sprake. Waarom mag deze ‘beweging’ dan meedoen aan het politieke bestel?
Het herrezen CDA van Henri Bontenbal stoomt op en dat is goed nieuws. In de peilingen van deze week staat de partij op plek 2. Het verkiezingsprogramma heeft als titel ‘Bouwen op vertrouwen’. Als partijleider staat Bontenbal voor degelijk bestuur, voor niets beweren tijdens de campagne dat je niet kunt waarmaken en voor fatsoen. Hij heeft een goed werkend moreel kompas. Daar wordt het land beter van. Als de PVV wordt genegeerd ongeacht de verkiezingsuitslag, zou het weleens premier Bontenbal kunnen worden. Zijn integriteit spreekt mij aan maar hun ‘C’ (Christen) zit mij dwars. CDA is weliswaar geen Christenunie of SGP maar wel een club die religie hoog in het vaandel heeft staan. Ik zie meer heil in geloven in de medemens en muzelluf dan in een of ander Opperwezen.
Het verkiezingsprogramma van GL-PvdA draagt als titel ‘Een nieuwe start voor Nederland’. Daarin lees ik ook vertrouwen in de toekomst. Solidariteit is de rode draad. We staan al te lang en te vaak tegenover elkaar en dat werkt remmend. De huidige stilstand in het land werkt verlammend voor burgers en bedrijfsleven. De overheid moet een grotere rol krijgen (openbaar vervoer, water, energie, e.d.) en grote bedrijven (niet het MKB) moeten meer lasten gaan dragen. Het is belangrijk om met elkaar te strijden voor betaalbare woningen, een leefbare planeet, een inkomen dat toereikend is voor eenieder, voor het recht om jezelf te zijn. Door samen te werken kan veel goeds tot stand worden gebracht. Zelf begrijp ik niet helemaal waarom mensen zo’n hekel aan Frans Timmermans hebben. Wat je ook van hem vindt, hij is een kundig politicus.
Het concept-verkiezingsprogramma van D’66 verscheen gisteren. Hun titelkeuze is ‘Het kan wél’. Wat mij meteen opviel, was de nadruk op Nederland en niet meer op Europa. Goed bestuur, betaalbare vergroening voor iedereen, een eerlijkere verdeling van middelen en kansenin het land en goed onderwijs voor iedereen (geen bezuinigingen op dit dossier). Maar wonen staat bij hen met stip op 1! De partij wil in de toekomst tien nieuwe steden bouwen. Nota bene: 53% van de grond in Nederland is landbouwgrond, slechts 1% wordt momenteel ingenomen door bebouwing. Boerenland moet dan ook wijken voor woningen. Met 1% minder land voor de boeren kunnen honderdduizenden huizen voor burgers worden gebouwd. Duidelijke taal. Sociale zekerheid, bereikbaarheid en defensie zijn andere speerpunten in het programma. Men wil de financiële lasten neerleggen bij bedrijven, niet bij gezinnen. Ik vind partijleider Rob Jetten minstens zo integer en goed als Henri Bontenbal.
In tegenstelling tot 30% van de Nederlanders, het percentage zwevende kiezers in het land die zelfs op de dag van de verkiezing hun definitieve keuze nog kunnen maken, weet ik op welke politieke partij ik ga stemmen op 29 oktober. Voor mij als kiezer zijn solidariteit, kansengelijkheid, een eerlijkere samenleving en het algemeen belang de belangrijkste onderwerpen. Die elementen samen zijn een prima stofkam om door de partijprogramma’s te gaan, in voorbereiding op deze verkiezingen.
Er valt dan nog steeds uit meer partijen in het midden en links van het midden te kiezen maar zelf heb ik mijn keuze al bepaald. Het partijlid dat mijn stem krijgt, zal wederom een vrouw zijn. Zoals altijd. Die keuze voor die ene politica maak ik nadat ik de kieslijst via email heb ontvangen. Die moet ik dan vervolgens printen, met gekleurd potlood invullen en in de juiste envelop stoppen. Wij, Nederlandse stemgerechtigden in het buitenland, kunnen onze politieke keuze niet op het allerlaatste moment bepalen. Dat maakt voor ons niet uit.
De drie politieke cartoons in deze blog zijn van de hand van Bas van der Schot.