Translate

dinsdag 26 augustus 2025

Als groupies

Het was zaterdagochtend, we hadden nog geen plannen of verplichtingen die dag. Zullen we naar Cartagena gaan?” Deze stad, op circa 45km van ons huis, was dit jaar een van de havens die werd aangedaan op The Ocean Race Europe 2025. Altijd leuk, bootjes kijken. Dat bewees de gigantische opkomst bij SAIL Amsterdam onlangs. Twee-en-half-miljoen bezoekers. Wow! De maandag erna stond de haven al op ons programma omdat we kaartjes hadden voor de zogenaamde ‘Pit Lane’, een rondleiding langs alle IMOCA’s van deze zeilrace.

Dat besluit was snel genomen. We reden in de ochtend naar Cartagena, parkeerden op een van onze favoriete plekken om de hoek (bijna altijd plaats) en liepen op ons gemak naar de binnenhaven. Cartagena is een van de steden waar we wel zouden kunnen wonen. De stad is niet te groot, niet te druk (tenzij er net twee cruiseschepen aanmeren), schoon, historisch interessant en gewoonweg fraai. 

Er lagen op dat moment maar drie (van de zeven) IMOCA’s aan de kade. De avond ervoor waren koploper in het klassement Team Biotherm, Team Holcim-PRB (mijn favoriet) en Team Paprec Arkéa binnengelopen. Mijn favoriete team kwam als tweede binnen en verzamelde daarmee 11 punten op het scorebord. De rest worstelde met windstilte op de zee van Alboran, het water tussen Spanje en Noord-Afrika. Die zaterdag zagen we ’s middags Team Allagrande Mapei, Team Malizia en het Canadese raceteam Be Water Positive binnenvaren. De hekkensluiter Team Amaala kwam pas op zondag aan; twee dagen na de eerste collega’s. 

Cartagena zou voor team Holcim sowieso een spannend ligplaats worden want de internationale jury ging een uitspraak doen over de aanvaring die na de start in Kiel had plaatsgevonden tussen hen en Allagrande Mapei. Welk team zou in het gelijk worden gesteld? 

Er lag ook een cruiseschip van P&O aan de kade. Dat schip kan ruim 3.000 passagiers vervoeren en die zwermden die dag ook door de stad. Het was een leuk uitje maar het hoogtepunt zou afgelopen maandag zijn. De enige bekende zeiler die ik zaterdag ontmoette, was de Fransman Nicolas Lunven, van team Holcim. Hij is de zeer ervaren navigator van Rosalin Kuiper, de Nederlandse schipper van dat team. Hij heeft bergen ervaring, is tactisch zeer sterk en heeft diepe kennis van meteorologie. Bovendien zeilden ze samen om de wereld tijdens de Ocean Race 2022. Kuiper kon haar eigen team samenstellen dus het was niet zo gek dat ze Nico vroeg. 

Via de Ocean Race-app kochten we kaartjes voor de rondleiding langs de boten. Die zou worden verzorgd door ene Tarik met wie ik mailcontact onderhield. Onze rondleiding werd echter geannuleerd omdat er te weinig aanmeldingen waren. We konden wel een uurtje later mee met een grotere groep. Dat accepteerden we.

Zondag werd het oordeel geveld dat Holcim de onschuldige was bij de aanvaring en zou worden gecompenseerd voor hun noodgedwongen stop. Het team moest leg 1 opgeven, er was teveel schade. De jury besloot dat Rosalins team aan het einde van deze zeilrace (na de finish in Montenegro) het gemiddeld aantal behaalde punten in Leg 2 t/m 5 erbij krijgt. Een prima besluit. De schipper van ‘tegenpartij’ Allagrande, de Italiaan Ambrogio Beccaria, werd daarover maandag geïnterviewd door de media. Hij blijkt een sportieve verliezer. 

Maandagochtend reden we weer op ons gemak naar Cartagena maar er deed zich iets vreemds voor op de AP-7: file. Tom Poes verzon een list. We konden nog net op tijd een afslag nemen en via een binnendoorweg richting de stad rijden. Op enig moment was het verkeer op de hoofdweg tot bedaren gekomen. Zonder vertraging vervolgden we onze weg, de AP-7 was ons weer gunstig gezind. Ook de parkeergoden waren meegaand. We parkeerden zonder problemen op onze gebruikelijke plek. Het weer was wel anders dan zaterdag: niet zonnig en heet maar bewolkt en klam. 

We wachtten rond de Pit Lane-desk toen ik mijn kans schoon zag om de Franse schipper Paul Meilhat aan te spreken. Ook die ken ik van veel eerdere races. Hij wilde de Pit Lane oplopen maar had zijn badge vergeten. De beveiliger liet hem aanvankelijk niet door. Hij probeerde het met te zeggen dat zijn hoofd op een grote poster om de hoek hing. Door het gedoe drukte ik waarschijnlijk tijdens de selfie op de verkeerde knop. Jammer, want het zou echt een leuke foto van ons tweeën zijn geweest. (Hij lachtte zó aardig!) Daarna moest ik het doen met een shot van zijn rug. Meilhat, een zeer ervaren zeiler die met zijn toenmalige team vierde werd tijdens de laatste Ocean Race om de wereld, vertelde bij deze gelegenheid dat hij nog nooit op de Adriatische Zee zeilde. Dus het wordt tijd! Voor aanvang van deze race schatte hij in dat team Holcim de beste kaarten heeft om deze race te winnen. Maar zijn eigen team voert thans het klassement aan. 

We kregen een heuse VIP-kaart omgehangen en liepen over het ponton achter Tarik aan. De excursieleider vertelde interessante dingen over elk schip. De IMOCA van Rosalin is qua opbouw de dichtste (meest afgesloten) zeilboot en dat was goed te zien. Ook aan haarzelf. Ze heeft de bleekste huid van alle schippers. Er werd nog volop geklust aan de boot. De zwarte boot van team Amaala is de oudste IMOCA (2019); nog zonder foils daardoor eindigt het waarschijnlijk telkens als laatste. Dit Zwitsers-Saoedische schip functioneert vooral als opleidingsboot voor jonge zeezeilers. Zij hebben verreweg de grootste crew aan boord. (normaliter maximaal 5.) Voor elke leg wordt het team geheel gewisseld om iedereen in staat te stellen dit soort ervaring op te doen. 

De boot van het Franse team Paprec Arkéa is de nieuwste IMOCA (2023). De schipper van deze boot, Fransman Yoann Richomme, won de voorgaande Ocean Race Europe in 2021 met het team Mirpuri Foundation. De boot in deze race werd eerder gebouwd voor de Vendée Globe (non-stop rond de wereld solorace) van 2024. Toen stond dezelfde schipper aan het roer. Er doen tenminste tien Franse zeilers mee aan deze Ocean Race Europe. 

De zeilboot van het huidige Canadese team Be Water Positive is het voormalige schip van het Amerikaanse team 11th Hour Racing dat in 2022 meedeed aan de Ocean Race om de wereld. De schipper heet Scott Shawyer,. Hij was voorheen vooral CEO van een tech-bedrijf en komt de zeilsport binnen via de techniek. Hij zeilt echter al zijn hele leven, brak records en bereikte mijlpalen op het water. Zo is hij recordhouder van de snelste oversteek van de Atlantische Oceaan en was hij de eerste Canadees die de New York Vendée Transat voltooide. Nu zijn de Europese wateren zijn ‘playground’. 

Als je dit zo leest, lijkt zeezeilen op het hoogste niveau nogal een incestueuze bedoening... Wat Tarik ook met ons deelden, was dat elke boot twee emmers heeft aan boord. Eentje voor vers drinkwater, de andere om de grote en kleine boodschappen te doen. Niets om je in te vergissen. ¡Madre Mia! Wat ook komisch was, is dat een team soms een ander nummer op het gebruikte zeil plakt om de concurrenie op het verkeerde been te zetten. Ze houden elkaar zeer goed in de gaten, vooral als ze voorop gaan. 

Dat is een goede brug naar het volgende onderwerp. Na de rondleiding hingen we nog wat rond bij de Team Lounge, de tent waar alle zeilers en hun entourage overdag verblijven. 

Het was daar dat mijn liefje en ik de kers op de taart spotten. Ik keek op een goed moment om en riep toen spontaan “Jaaahhh, daar ben je!” Ik was verbaasd over mijn eigen enthousiasme. Het was Rosalin Kuiper in eigen persoon die daar stond, op birkenstocks, terwijl ze een laatste hapje banaan nam. Ze kwam direct op ons af. We praatten over de positieve jury-uitspraak, over haar dochtertje Feis, over de plek op het scorebord, over de rest van de raceroute. Ze pakten ons lekker vast voor de selfies, wij wensten haar veel sukses en een veilige vaart en we namen vrolijk afscheid van elkaar. Wat een leuke vrouw is zij! Geboren in Zoetermeer, na haar middelbare school een jaartje backpacken in Australië en daar ging ze heel vaak bootjes kijken. Daar begon de echte liefde voor het professionele zeilen. Inmiddels woont ze met partner en dochtertje in Lorient, Bretagne (Frankrijk). 

Mijn VIP-kaartje legde ik pas af toen ik die avond tevreden mijn kooi indook. Ook het stadsbestuur van Cartagena kan terugkijken op een uitstekend evenement. Men rekende op 8.000 à 10.000 bezoekers per dag. Afgelopen weekend bezochten echter 50.000 liefhebbers dit spektakel. Op Cala Cortina, een van de grootste baaien van de stad, werd in datzelfde weekend 642 kilo plastic en ander afval geraapt. Tja. 

Vanmiddag vindt de start van Leg 3 plaats, het traject Cartagena-Nice van circa 650 nautische mijlen over de Middellandse Zee. De boten worden op de 29ste in de Zuid-Franse haven verwacht. Rosalin vertelde ons dat haar schip om Cabo de Palos heen -mijn favoriete snorkelplek- noordwaarts zal gaan varen. De wind lijkt gunstig. (De rode stip op de kaart is ons strand.) Wellicht zouden we hun zeilen dan later vanaf ons eigen strand in de verte kunnen zien? We gaan niet kijken, het is goed zo. Mijn andere groupie-foto's vind je in het Spain 2025-webalbum in de rechterkolom. 

Ik heb ook nog een nieuwtje te melden voor de liefhebber. In de zomer van 2026 zal voor de eerste keer de Ocean Race Atlantic van start gaan, een non-stop race voor IMOCA’s van New York naar Barcelona. Een wedstrijd voor snelheidsduivels. De vierkoppige teams zullen voor de helft uit mannen en de helft uit vrouwen bestaan. Zo hoopt de organisatie meer professionele zeilvrouwen aan te trekken en een podium te geven. We zullen ongetwijfeld bekenden gaan terugzien in deze race. 

Het parcours bestaat onder meer uit een 3.200 zeemijl lange transatlantische oversteek van New York naar de Straat van Gibraltar, een altijd uitdagende overgang naar de Middellandse Zee, met daarna een sprint van 500 mijl naar Barcelona. In de slotfase van de race kan dit nog voor opschudding in het klassement gaan zorgen. Er zullen dan naar alle waarschijnlijkheid snelheidsrecords worden gebroken.


zaterdag 23 augustus 2025

Satan's storm

Augustus 2025 zal ik niet gauw vergeten... al is de maand nog niet voorbij. Het gaat de boeken in als (weer) een zomermaand van extremen en records in Spanje. Onlangs liepen wij aan het einde van de middag naar buurvrouw-vriendin Liselotte voor een drankje met tapa toen mijn liefje en ik elkaar aankeken. Voel jij dat ook?! De hete wind die blies, leek onze onderbenen te schroeien. Zoiets ervoeren we niet eerder. 

Diezelfde dag bleek zich in Motril in de provincie Granada (Zuid-Spaanse kust) een zeldzaam fenomeen te hebben voorgedaan dat men ‘Satan's storm’ noemt. Het verschijnsel wordt gekenmerkt door een plotselinge plaatselijke stijging van de luchttemperatuur dicht bij de grond. Dit soort hitte-uitbarstingen gaat gepaard met sterke windvlagen. In die kustplaats steeg de temperatuur snel tot 40°C, vergezeld van zeer sterke windstoten die een snelheid van meer dan 80km per uur bereikten, volgens de Spaanse weerdienst AEMET. Daar vloog zelfs een zwembad van het dak van een appartementencomplex (op bovenstaande foto links). Wellicht dat wij er in dit deel van Zuid-Spanje een staartje van meekregen? 

In de aanloop naar deze zomer meldde de Spaanse weerdienst dat de eerste hittegolf relatief lang zou uitblijven. Pas in de loop van augustus zou die zich aanmelden. Ons klonk dat als muziek in de oren. Helaas bleek het niet te kloppen. Sterker, men zat er mijlenver naast. De eerste hittegolf deed zich al voor in de eerste week van juni. En die duurde en duurde maar... 

De eerste golf droeg het stokje pas begin deze maand over aan de tweede. Die tweede was heter dan de eerste. Ik ben wel klaar met die aanhoudende hitte maar we gaan er zo goed mogelijk mee om. Weinig activiteiten overdag (los van zwemmen in zee), daarna vooral binnenzitten, regelmatig de airco vroeg aan en niet te moeilijk eten. Het gekke is, dat we, toen we in Bali woonden, deze tropische temperaturen en omstandigheden jarenlang meemaakten. Maar daarvan wisten we het. Ongeveer de helft van het kalenderjaar was het heet, regenachtig en klam (regenseizoen), in het droge seizoen was het gematigd en droog. Maar hier -wat we de subtropen noemen- begint het inmiddels ook tropisch te worden. 

Spanje is in de greep van hevige bosbranden die door Galicië, Extremadura en Castilla y Léon razen. Dat deel van Spanje heeft altijd bosbranden gekend in de zomer maar dit jaar zijn ze extremer dan ooit. De oorzaak hiervan is de vele neerslag in het voorjaar waardoor gras en struikgewas de lucht in schoot. In de gortdroge, bloedhete zomer verdorde die begroeiing. Een peuk of een vonk is dan genoeg om de boel in de fik te zetten. De heftige branden houden ook verband met de leegloop van het binnenland van Spanje. De oude achterblijvers komen niet meer in actie tegen natuurgeweld. En dat er in die regio veelal is bezuinigd op brandpreventie helpt evenmin. 

Daarbij komt dat de korpsen die bosbranden bestrijden, in sommige regio's zijn geprivatiseerd. Doorgaans worden bosbrandbestrijders alleen in de zomer ingezet en werken dan als seizoensarbeiders voor een matig salaris waardoor er weinig continuïteit is. Ik vind dat penny-wise maar pound-foolish. Het zou beter zijn die mensen een jaarcontract aan te bieden met een fatsoenlijk salaris. Dan kunnen ze in het voorseizoen worden ingezet om de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen (begroeiing snoeien) waardoor er in de zomer minder risico op brand ontstaat. Dat moet onderdeel worden van een soort Nationaal Brandweerplan, lijkt mij.

In het gebied op de kaart hiernaast gingen inmiddels al meer dan 350.000 hectaren in vlammen op. Dat is een groter oppervlak dan de gehele provincie Zuid-Holland. Het zijn de meest verwoestende branden van de afgelopen 30 jaar. Er kwamen al drie brandweerlieden om in het vuur, onder wie twee vrijwilligers. Wat een afschuwelijke dood... 

Meer dan 30.000 bewoners werden geëvancueerd. Inmiddels zijn er 32 aanhoudingen verricht van mogelijke pyromanen; er zijn daarnaast nog ruim 90 verdachten. Hoe haal je het in je kop?! Mijn tweede Vaderland riep de hulp in van andere Europese landen. Nederland reageerde subiet en stuurde brandweerpersoneel en twee Chinook-helikopters. Deze grote, zware transporthelikopters kunnen tot 10.000 liter water per keer aan boord nemen. 

In de Volkskrant las ik deze week een interessant artikel waarin een uitgezonden Nederlandse brandweervrouw, de 38-jarige Kelly van Ruler, werd geïnterviewd. Van Ruler werkt in Nederland voor de Veiligheidsregio Utrecht bij twee brandweerposten; als beroeps en als vrijwilliger. 

In dat interview kwam duidelijk naar voren dat de beide landen hun Brandweerdienst heel anders organiseren en het werk zeer verschillend doen. Haar team kreeg in Galicië aanvankelijk te maken met een natuurbrand van ruim 100 hectare. Intussen woedden er in andere delen branden met onvoorstelbare oppervlakten van duizenden hectaren.

Personeel van de Spaanse brandweerbrigade (Los Bomberos) vond het vreemd dat hun brandweer-collega’s in Nederland alles anders doet. Daar worden door de dienst mensen bevrijd uit auto’s, katten uit bomen, verdrinkingsslachtoffers opgedoken, woningen geblust en natuurbranden bestreden. In Spanje zijn die taken gescheiden. Er is een brandweerkorps voor stedelijke gebieden en een groep die is gespecialiseerd in natuurbranden, de zogenaamde ‘Bomberos Forestales’. 

foto: AP
Dat laatstgenoemde korps gebruikt heel ander gereedschap. Men organiseert de pelotons rondom één bluswagen met daarnaast vijf of zes terreinwagens die verder in de natuur kunnen doordringen. Daarnaast werken ze met zogenaamde ‘handcrews’, brandweerlieden die handgereedschappen gebruiken om het vuur te bestrijden. Dat wordt gedaan met vuurzwepen, handbijlen, mobiele waterpompen (meegedragen op de rug) en McLeods, stokken met aan de ene kant een scherp blad en aan de andere kant een hark om vegetatie te verwijderen. 

Ook leerden de Nederlanders blussen zonder water. Met bulldozers die de hele grondlaag weghalen, inclusief alle begroeiing, worden stoplijnen (brandgangen) gemaakt. Ook wordt in Spanje gewerkt met zogenaamde ‘tegenbranden’. Droge vegetatie wordt bewust en gecontroleerd weggebrand. Van Ruler leerde er veel van. Inmiddels is ze terug in Nederland. Ze gaat haar eigen dienst zeker bruikbare voorstellen doen. 

Een van de Spaanse brandhaarden ligt in de provincie Extremadura. Een provincie aan de grens met Portugal die nieuw voor ons is en die op ons reislijstje staat voor later dit jaar. Het is de enige provincie hier die we nog niet bezochten als binnenlandse toerist; wel reden we er doorheen. Dat is een van de gebieden waar je zwarte ooievaars kunt zien en waar migrerende kraanvogels uit het Hoge Noorden in de wintermaanden neerstrijken. Ik had mijn bezoekerskaartje met alle interessante natuurgebieden al klaar... 

Volgens SEO/Birdlife, een van de grootste Vogelbeschermingsorganisaties (NGO’s) hier, vernietigden de bosbranden eeuwenoude eiken- en kastanjebomen en zullen ze grote gevolgen hebben voor beschermde dieren in de getroffen gebieden. Volgens een woordvoerder van de organisatie hebben de branden al geleid tot de vernietiging van meer dan 25.000 hectare aan ecosystemen met grote ecologische waarde, met verwoestende gevolgen voor de biodiversiteit. 

In de Sierra de San Pedro (Extremadura) brandde tussen de 6.000 en 7.000 hectaren aan mediterrane steeneiken- en kurkeikenbossen met edele struikgewassen af, een habitat dat moeilijk is te herstellen en tot 70 jaar nodig zal hebben om dat te doen. 

Naar schatting zijn in dat gebied de nesten van circa 60 paar monniksgieren (veruit de zeldzaamste gier) verbrand, waarvan sommige met jongen in het nest, evenals vier nesten van de Iberische keizerarend, twee nesten van de aasgier, twee van de zwarte ooievaar, één nest van een havikarend en één van een steenarend. De recentste grote brand vond plaats in Llerena (omgeving Badajoz). Daar is circa 4.000 hectare afgebrand en daarbij zijn eveneens nesten van keizerarenden, zwarte ooievaars en steenarenden vernietigd. Extremadura lijdt hiermee een onherstelbaar verlies van natuurlijke rijkdommen. 

De NGO pleit daarom voor een nationaal en regionaal preventie- en herstelplan, gebaseerd op degelijke kennis en opgedane ervaringen en ondersteund door voldoende middelen, zodat deze grote uitdagingen van klimaatverandering in de nabije toekomst effectiever kunnen worden aangepakt. 

We gaan zien hoe de natuur zich daar herstelt en welke natuurplekken er ongedeerd zijn gebleven. Maar dat is van latere zorg. 

 

maandag 18 augustus 2025

Met mijn oor aan de schelp

De zee lag als een spiegel voor ons. Perfecte omstandigheden om naar de boei te zwemmen. Wat al van verre duidelijk was, was het grote aantal meeuwen op het water. Het moesten ook goede omstandigheden zijn om een visje te vangen!

Ongeveer halverwege werden we omringd door een grote school sprotjes die we hier ansjovis noemen. Ze zwommen synchroon, als één onderwaterwezen, heen en weer; omringd door grote(re) vissen die op hen aasden en hun kans schoon zagen. Soms sprongen de kleintjes in paniek boven het wateroppervlak uit. Het werd mijn liefje te veel, ze zwom terug naar het minder diepe deel van de Middellandse Zee. Zelf had ik mijn zwembril op en de camera paraat om het spektakel onderwater te kunnen aanschouwen en vastleggen. Uiteindelijk volgde ik mijn wederhelft naar het ondiepe, net als de ansjovisjes, op afgemeten afstand maar wel als eenheid.

In Alicante hebben badgasten momenteel last van de ‘pez araña’, de spinvis. Wij noemen deze vis een pieterman. Er worden dagelijks 40 steken geregistreerd. Deze vissoort heeft een grote giftige stekel op de rug die flinke pijn kan veroorzaken. Aan het lokale strand heb ik er nog niets over gehoord of over zijn voorkomen gelezen. 

Wie ik ook hoor aankomen in de verte, zijn de zeezeilers van The Ocean Race Europe 2025. De start van dit rondje Europa over water vond op 10 augustus plaats in de Duitse havenstad Kiel. Er doen zeven teams aan mee. Er is mondjesmaat aandacht in de pers voor deze wedstrijd. Onterecht, wat mij betreft. Inmiddels ligt ook de tweede start, vanuit Portsmouth (Engeland) naar Spanje achter ons. Deze zeilrace zal eind september voor de eerste keer de Adriatische Zee aandoen en finishen in Boka Bay, Montenegro. 

In de aanloop naar de start van deze zeilrace las ik in de Volkskrant een aardig artikel over twee Nederlandse vrouwen die deze keer (weer) meedoen: Rosalin Kuiper en Carolijn Brouwer. Twee van mijn favoriete Nederlandse zeezeilsters. Carolijn Brouwer, ooit Wereldzeiler van het Jaar (ISAF), is met haar 52 jaren een oude rot in het vak. Zij deed meer keren mee aan de grote broer van deze zeilrace, de Ocean Race Around the World, toen nog de Volvo Ocean Race genoemd. Ik denk dat ik al meer dan tien jaar regelmatig over deze zeilraces blog. Ook waren mijn liefje en ik al een aantal keren aanwezig bij de start van de race in Alicante. Dit jaar downloadde ik de app weer om in detail op de hoogte te kunnen blijven.

In 2014-2015 zeilde Brouwer aan boord van de elfkoppige vrouwenboot SCA waarvan ik groot fan was. Het schip was helemaal roze geverfd en werd gesponsord door Tena Lady. (Why not?!) Dit was het eerste écht serieuze vrouwenproject in de Ocean Race. De keren dat er daarvoor een vrouwenboot meedeed, was dat met beperkte middelen en moesten de zeilsters het doen met slecht(er) materiaal, de afdankertjes van de mannen. 

Brouwer, kind van een rondreizende geoloog als vader, woonde op vele plekken in de wereld. Ze werd geboren in Zuid-Afrika, woonde tijdens haar jeugd in Brazilië en Zaïre. Ze was altijd aan en op het water te vinden. Ze klom op als zeilster in de Olympische klasse. Als zeezeilster schreef ze geschiedenis in 2018. Dat jaar werd ze samen met toenmalige Franse teamgenote Marie Riou aan boord van Dongfeng Race Team de eerste vrouwelijke winnaar van de prestigieuze Volvo Ocean Race. De Franse schipper Charles Caudrelier van dat team zei destijds dat hij Brouwer niet als vrouw zag, maar als bemanningslid. Als ik een man moest kiezen, zou ik Carolijn nog steeds verkiezen boven veel andere mannen vanwege haar goede humeur, haar motivatie en haar vaardigheden.Deze drievoudig Olympische zeilster deed drie keer mee aan de Ocean Race om de wereld. 

Zij woont nu met haar gezin in Sydney. Ze is getrouwd met Australiër Darren Bunduck en samen hebben ze een zoon Kyle, die inmiddels 14 jaar is. Bunduck is zelf een gelauwerd zeezeiler die de America’s Cup een keer won (de oudste sporttrofee). Pa blijft nu thuis voor hun puber. 


Rosalin (l) & Carolijn. Foto: Erik Smits
Het interview ging grotendeels over het combineren van ouderschap en de passie voor wedstrijdzeilen op het hoogste niveau. Dat is geen sinecure, wisten de beide vrouwen mij te vertellen. Brouwer werd een voorbeeld voor alle professionele vrouwelijke zeilers die na haar carrière maakten. Dit jaar zeilt ze mee aan boord van de Zwitserse boot Holcim PRB.

De 30-jarige Rosalin Kuiper deed twee jaar geleden voor het eerst mee aan de Ocean Race rond de wereld. Ze was crew aan boord van Team Malizia dat als derde eindigde. Dit jaar is ze in de Europa-race schipper van de Zwitserse IMOCA 60. Ze bewandelde een ongebruikelijke weg om naar de zeiltop te komen maar ze deed dat in recordtijd. Pas tien jaar geleden begon ze serieus met zeezeilen.

Het is voor het eerst dat Kuiper en Brouwer samen aan boord van hetzelfde zeilschip varen. In december 2024 beviel Kuiper van een dochtertje dus de twee vrouwen hebben extra veel uit te wisselen. Kuiper loste het ‘probleem’ van haar prille moederschap op door een vriendin te vragen haar te vergezellen (aan de wal) als nanny voor haar kleine Feis. In de afgelopen maanden, tijdens de voorbereidingen van de Ocean Race Europe, werd een routine opgezet waardoor moeder aan boord kon kolven. Voor Brouwer was dat 14 jaar geleden ondenkbaar. Zij moest stoppen met het geven van borstvoeding toen ze aan boord stapte. 

Deze twee zijn ware pioniers in hun sport, voorvechtsters voor een betere positie van vrouwelijke zeilers. Ze worden tegenwoordig door de mannen in de zeilsport niet meer voor de koffiedame aangezien. Dat is een pluspunt. Maar er valt nog veel te winnen. 

Hun zeilboot, die erg goed van start leek te gaan in Kiel (koppositie), kwam enkele minuten na de start in aanvaring met de boot van het Franse team Allagrande Mapei Racing. Wie de schuldige is, zal pas in Cartagena (Spanje) worden besloten volgende week. Men heeft meer tijd nodig om de complexe situatie die op het water ontstond, goed te beoordelen. 

Gelukkig raakte niemand gewond. Holcim PRB liep een tamelijk groot gat op aan de romp, bij Allagrande ontstond schade aan het stuurboordstagsysteem, de giek en twee zeilen (voorzeil en genua). Beide boten keerden veilig terug naar de haven van Kiel, beide teams dienden een klacht in bij de internationale jury. Die beraadt zich nu. Beide teams konden de reparaties daar tijdig uitvoeren waardoor ze aan de start in Portsmouth verschenen. 

De aanstaande stop in Matosinhos/Porto (Portugal) is een zogenaamde fly-by. Het is een korte tussenstop van slechts drie uur op weg naar de haven van Cartagena. Dit traject is 1.000 nautische mijlen lang en kent veel uitdagingen: het overvolle Kanaal, de Golf van Biskaje en de Straat van Gibraltar. Het worden vijf competitieve zeildagen. Zeker twee teams zijn erop gebrand te laten zien wat ze kunnen. Ik verheug mij erop. Leider in het klassement is Team Biotherm, met de zeer ervaren Franse schipper Paul Meilhat. 

Volgende week gaan mijn liefje en ik naar Cartagena om daar de boten -en hopelijk de crew- te zien en wat van de sfeer van de race op te snuiven. We kochten kaartjes voor de zogenaamde ‘Pit Lane’. Onder begeleiding gaan we het ponton op waaraan de zeilboten liggen. Daar hopen we Carolijn en Rosalin in levende lijve te zien en wellicht ook nog te spreken. 

Wordt vervolgd! 


vrijdag 15 augustus 2025

Niet meer achterop

Eigenlijk was ik het niet van plan... in mijn vorige blog meldde ik het heugelijke feit reeds en daarbij wilde ik het deze keer laten. Maar uiteindelijk kon ik dat niet. 

Vandaag vieren we Yuda’s 18de verjaardag en dat is een eigen blog waard. Hij viert het met de hele familie, inclusief zijn pa (zie vorige blog), wij doen dat op afstand met ons tweeën. En met een kleine schare vrienden die het interesseert en het kunnen waarderen. 

Als je 18 wordt, ben je in onze (Westerse) wereld volwassen volgens de wet. In Indonesië -waar hij woont- ben je dat al op je 17de. Daarom werd zijn verjaardag vorig jaar groots gevierd met een verrassingsfeest dat zijn moeder organiseerde. Dat deed ze achter zijn rug om met vrienden van school, op een leuke locatie. We spraken de jarige die dag via een videogesprek toe en hij glom van blijdschap. Hij was ‘very happy’. Wij gaven hem vorig jaar een integraalhelm, op zijn verzoek. Als wettelijk volwassene mag je op Bali motor gaan rijden. Voorlopig moest hij dat echter doen bij zijn beste vriend achterop. 

Zijn ouders vroegen afgelopen week een gesprek aan met ons. Wij maakten onze drukke agenda’s (ha-ha) vrij voor een videogresprek. Zij wilden hem verrassen met een coole motor als verjaardagsgeschenk. Wij vonden dat een goed plan, al maken wij ons zorgen over het gevaar van zo’n snel racemonster. Maar ja, wij kunnen daar op 14.000km afstand niets aan doen. Bovendien hebben we vertrouwen in deze serieuze jongen. We hebben hem nog nooit als dare devil zien acteren dus we moeten maar hopen dat hem niets naars overkomt op de snelle tweewieler. 

Moeder Elsa appte ons dat de jarige, sinds de terugkeer van zijn pa (hij keerde naar huis terug van werken op een cruiseship), elke dag vroeg om een knappe brommer als verjaardagskado. Zijn pa weigerde tot dusver, zijn moeder eveneens. Tot ongenoegen en groot verdriet van de aanstaande jarige. Terwijl de motor in de winkel werd opgepoetst en van zijn naam werd voorzien. Ik weet al jarenlang dat Balinezen houden van plagen en pesten onderling. Dat deden ze kennelijk zó goed dat Yuda de dag voor zijn verjaardag zelfs huilde uit frustratie toen hij -nog steeds- nul op rekest kreeg. Kasian. 

Vandaag heeft hij echter veel redenen om happy te zijn. Zijn ouders kochten een supercoole, spiksplinternieuwe Yamaha XSR voor hem. Deze motor werd net gelanceerd op de Filippijnen en wordt pas in december in Japan geïntroduceerd. Een prachtding dat hem van zijn nieuwe Nikes (ons kado) zal blazen. Vandaag zou ik graag een vlieg aan de wand van hun huis willen zijn. Zijn verbaasde gezicht zien, het ongeloof in zijn ogen en daarna de intense blijdschap. Zijn diepste wens ging hiermee in vervulling. 

En weet je wat? Onze diepste wens eveneens! Niet met hem op dit scheurijzer, ik houd mijn hart voorlopig vast. Wel omdat we tijdens de videoapp met de ouders vernamen dat ze hem dit vervoermiddel schenken omdat hij dat volgend jaar nodig zal hebben om naar de universiteit te gaan. Yuda mag gaan studeren. Joehoe! We kregen de glimlach in de afgelopen dagen niet van onze gezichten. Ook onze droom gaat daarmee uitkomen.

Onze jarige zit nu in de laatste klas van de middelbare school in Singaraja, een school die is gelieerd aan de universiteit van die stad. Wij bereidden ons dit jaar in gedachten voor op een gesprek met zijn ouders dat we planden te hebben. Om voor de juiste vervolgstap in zijn onderwijs te pleiten. Dat ze hem die kans zouden moeten geven nu hij zulke goede cijfers op school behaalt. Dat, als hij de grijze cellen heeft om te gaan studeren, hij die zeker tot het maximale moet uitnutten. Al is het maar om zijn ouders (die dezelfde scholing volgden maar in wier familie geen geld was om verder te studeren) trots te maken als de eerste in het gezin die gaat studeren. En dergelijke. Maar we hoeven er geen gespreksonderwerp meer van te maken. Hij gaat! En dat gaat hij voor niemand anders doen dan voor hemzelf. 

Alhoewel wij hem jarenlang steunden, vooral met de beste educatie, hoeven we dit schooljaar geen woord meer te besteden aan zijn vervolgopleiding. De kogel is door de kerk. Het antwoord op de vraag wat hij dan precies gaat doen, wachten we geduldig af. Wellicht worden we later dit jaar weer om advies gevraagd; door de aanstaande student zelf en/of door zijn ouders. 

Deze jongeman, die we al 17 jaar kennen en steunen, gaf ons jaren vol plezier en liefde. Toen hij één jaar oud was, keek hij zijn ogen uit, staand naast de trap van het zwembad (van de villa die we toen huurden in Noord-Bali). Niet veel later zagen we hem illegaal zwemmen in ons eigen, net afgebouwde bad. We brachten dat ukkie in een te groot uniform naar de tweetalige peuterschool. Daarna naar de drietalige kleuterschool. De autootjes en garages die ik met (nep)lego voor hem bouwde,  zijn niet op de vingers van 1.000 handen te tellen. De ettelijke kilometers die mijn liefje en ik samen aflegden als zwemjuffen in ons eigen semi-Olympische zwembad aan de Balizee waren ontelbaar.  

We kochten zijn eerste ‘motor’ toen hij vier jaar oud was. Zijn tweede mobiel ontving hij toen hij naar de drietalige, internationale lagere school ging (Montessori-onderwijs). We leerden hem Westerse omgangsvormen en etiquetten. Mijn liefje voederde hem bij toen hij eetproblemen had. Ik las hem wekelijks voor uit kinderboeken, in Bahasa Indonesia en Engels. We griezelden samen van haaien en grote walvissen. 

Met vrienden in Nederland spaarden we Freek Vonk-plaatjes om hem te interesseren voor dieren en de natuur. We leerden hem Engels spreken, gaven hem rekenbijles toen hij worstelde met cijfers en doneerden een volle e-reader toen hij naar de lagere school ging. Alles om hem betere kansen te geven in zijn nog prille leven. 

Diezelfde steun gaven we daarna aan zijn vier jaar jongere broer Damai. 

Yuda leerde ons ook het een en ander. Hij en zijn ouders werden 17 jaar geleden ons persoonlijke goededoelenproject. Zij worstelden zich, met steun van onze kant, langzaam maar zeker uit het diepe dal van de armoede. Ze waren slim maar hadden geen soe (alhoewel ze beiden werkten). Er viel destijds nauwelijks droog brood te verdienen in dat deel van Bali waar zij woonden. Hun leven begon nóg meer kleur te krijgen nadat Ketut een overzeese baan accepteerde.

Hun eerstgeborene werd ons eerste kleinkind, maakte van ons liefhebbende oma's-met-de-witte-huid. Dat pakte als een verjongingskuur voor ons uit. We leerden hun familie aan beide kanten kennen (hindoes en moslims), deden als atheïste en agnoste enthousiast mee aan de talloze ceremonies van hun geloof. Zijn beide grootvaders hielpen ons af en toe met de uitdagingen in onze tropische tuin. Ze vlochten mooie manden voor ons, timmerden constructies (onder andere een kruidentuin op poten), regelden dingen met de familie. De waarde van die ervaringen is niet in geld uit te drukken. 

Wij zijn nog steeds graag suikertantes voor deze kereltjes. Zijn sponsors van speciale schoolprojecten, gezellige uitjes en familietractaties. We doen nog steeds graag mee op afstand. Het gezin bestaat inmiddels uit vier kids. 

Dus daarom alsnog een speciale blog vandaag. Selamat hari ulang tahun, Yuda sayang.


maandag 11 augustus 2025

A Daily Dose of Bali

Het is tropisch warm in grote delen van Spanje maar wij ontspringen de dans op onze plek aan de Costa Blanca. Zoals zo vaak. 

Afgelopen weekend keerde Ketut terug naar Bali. Maandenlang werkte hij aan boord van de Seven Seas Grandeur van zijn Amerikaanse werkgever, een van de nieuwste cruiseschepen van het bedrijf. Eind vorig jaar begon hij rondom de landen in Midden- en Zuid-Amerika, daarna deed het schip de ABC-eilanden aan om de weg te vervolgen naar de westkust van de VS. Deze route werd meermalen herhaald. Voor hem wellicht niet zo interessant (hij is inmiddels een zeer ervaren wereldreiziger) maar wel voor nieuwkomers aan boord.

In maart van dit jaar stak Ketuts schip de Atlantische Oceaan over naar Europa. Hoog tijd voor het Middellandse Zeegebied. Op 1 april legde men aan in de Spaanse havenstad Valencia (geen grap). We ontmoetten elkaar deze keer niet op Spaans grondgebied omdat wij ons opmaakten om af te reizen naar Turkije. Op 15 april legde het schip aan in Istanbul maar toen waren wij daaar al vertrokken, op weg naar het oosten van het land. Zo gaat dat soms. Een serie net-niets. 

In de weken voor zijn terugvlucht naar het eiland van de Goden vertoefde het schip in het noorden van Europa. In de laatste dagen voer Ketut langs IJsland en Noorwegen. Hij vond het daar allemaal even prachtig, groen, schoon en lekker koel. Over IJsland merkte hij wel op dat de zon niet aanging tijdens zijn verblijf. Hoe kon dat nou? Hij kan zich daar als Balinees niet zo veel bij voorstellen. 

Hoeveel foto’s van watervallen en kristalhelder water in de fjorden kan een mens aan?! Als hij nog een handjevol foto’s aan zijn verzonden collectie had toegevoegd, hadden we deze landen niet meer met eigen ogen hoeven zien. Nu misschien ooit wel. Er loopt een prachtige spoorlijn tussen Oslo en Bergen, de Hardangervidda-lijn (Bergen-lijn). Die treinreis zouden mijn liefje en ik nog wel een keertje willen maken. Zij is sowieso liefhebster van treinen. Dat traject ontdekte ik in het boek ‘De bruggenbouwers’ van de Noorse auteur Jan Guillou. 

IJsland stond jaren geleden in de aanloop van mijn verjaardag op het programma toen we in Engeland woonden. Er werd in een landelijke krant geadverteerd met walvissen kijken en dat trok mijn aandacht. Volgens mij vond er in die tijd echter een vliegtuigcrash plaats met Icelandair waardoor de zin om met deze maatschappij te vliegen, even tot het nulpunt daalde. Ik herinner mij dat zich in die tijd ook vulkaanuitbarstingen voordeden. 

Vanuit Oslo vloog Ketut via een tussenstop naar huis. We videoappten onlangs met de twee oudste jongens van het gezin. Yuda meldde ons dat zijn pa in aantocht was. Wij grapten met hen over het feit dat de strenge periode weer aanbreekt. Huiswerk direct maken na thuiskomst van school, op tijd naar bed, voor de kleintjes (mee)zorgen en ander goed gedrag vertonen. Ze vinden het fijn dat hij thuiskomt en accepteren dat pa zijn gezag dan laat gelden. Ze maken zich er niet al te veel zorgen over, onze relaxte pubergastjes. Ik, voormalig recalcitrante puber, moest erom gniffelen... 

Alle kids in het gezin zijn weer naar school na een paar weken eindejaarsvakantie. Yuda begon aan zijn laatste jaar op de middelbare school (klas 6). Spannend. Damai ging naar klas 3 en Varen ging voor het eerst naar de lagere school. Hij was er klaar voor. Hij en zijn jongere zusje Santia zaten tot voor kort in dezelfde klas van de kleuterschool, al is Varen een jaartje ouder. Hun wegen scheidden recent. Santia blijft als 5-jarige nog even op de kleuterschool terwijl Varen doorstroomde. Dat is goed voor hun beider ontwikkeling.

De twee oudsten, met wie we maandelijks een videocall hebben en wekelijks whatsappen over van alles en nog wat, vertelden dat er relatief veel regen viel tijdens hun schoolvakantie, terwijl het op Bali nu het droge seizoen moet zijn. Van ons eigen verblijf daar herinner ik mij van het droge seizoen vooral prachtige dagen zonder al te hoge luchtvochtigheid, nauwelijks tot geen neerslag, kleurrijke zonsondergangen over de Balizee en ’s avonds met een truitje aan in de bale bengong (een soort prieeltje) met een glaasje wijn staren naar de toppen van de vulkanen op Java. Of een kussengevecht met een heel jonge Yuda, toen nog enig kind. 

Dit jaar viel er volgens Meteoblue minder regen in het Balinese regenseizoen maar juist veel meer in het droge seizoen tot nu toe (mei-juni-juli-augustus). Dat zouden gevolgen van klimaatverandering kunnen zijn maar het veranderende regenpatroon van dit jaar is te kort om dat werkelijk aan deze verandering toe te schrijven. De Indonesische KNMI bevestigde echter dat er wel degelijk sprake is van een anomalie, met meer neerslag dan normaal dit jaar. Je kunt het ook anders zeggen: het droge seizoen begint laat dit jaar. 

Onze Deense buren Jan en Bente zijn momenteel op Bali. Het is hun eerste keer. Ze vlogen enkele weken geleden vanuit Denemarken eerst naar stadstaat Singapore voor een verblijf aldaar om later door te vliegen naar Bali als eindbestemming. Die reis hadden ze geboekt om het bereiken van een memorabele leeftijd van Jan te vieren. Ze hadden in de jaren dat we buren zijn zóveel over Bali gehoord dat ze het graag met eigen ogen wilden zien. 

Ze boekten een resort aan de noordkust van Bali, direct aan de Balizee. Dat bleek bij nader inzien niet ver van onze toenmalige villa te liggen. 

Die bezochten ze inmiddels maar ze konden niet naar binnen omdat er gasten verbleven. Die plek is in vakantietijd bijna altijd verhuurd. De ruime villa, geschikt voor tien personen, is lucratief voor de huidige Belgische eigenaren aan wie wij het verkochten in 2014. Wel maakte Jan foto’s van de poort en het achterland. Mijn hart gaat altijd een beetje sneller kloppen als ik die plaatjes zie... Dat semi-Olympische zwembad, de kokkies die dagelijks voor ons kookten, de weelderige tuin, de warmte, de heuvels in blauwtinten op de achtergrond, de intens groene rijstvelden, de vele kleuren van zonsop- en ondergang. Cantik sekali! De header van deze blog is een lotusbloem uit eigen tuin. 

Onze vrienden hebben het daar ogenschijnlijk zeer naar hun zin. Ik zie Jan met een brede glimlach staan op elke foto die van hem (hen) wordt gemaakt. Ze maken uitstapjes met eigen chauffeur, worden verwend door het resortpersoneel. Dat laatste kunnen Balinezen als geen ander. Dat was ook een van de charmes voor ons toen we besloten permanent naar Bali te verhuizen. Wij waren na vijf jaar klaar met de lokale corruptie en de foute types maar dat krijg je -gelukkig- niet mee als toerist. 

Jan & Bente stuurden ons ettelijke filmpjes van Hindoeceremonies waar ze deelgenoten van werden. Als je dat nog nooit hebt meegemaakt, kijk je je ogen uit. De mensen in hun mooiste ceremoniële kleding (klein en groot), de opzwepende (zij het monotone) muziek, de offerandes, de in witte kleding gehulde holy man, de speciale gebruiken. 

En het heerlijke eten, niet te vergeten! We gaven hen de tip om in het restaurant (Warung) van Ibu Ayu in Lovina te gaan eten. Daar smulden wij in onze tijd wekelijks van de gerechten op de kaart. Tomatensoep, noedelsoep, krokant gebakken kippenpoot, krokante tempeh, satéschotel, zelfgemaakte sambal, chicken knalpot (ga ik niet toelichten), nasi goreng, babi ketjap, verse vis (net uit zee gehengeld), tropisch fruit en zoveel meer. Daar aten onze Balinese mannetjes voor het eerst in hun leven ‘bratkartoffeln’ en cordon blue (!). Bij ons thuis leerden ze moussaka, lasagna, frietjes met en spaghetti bolognese eten. Dat maakte hen culinaire wereldburgertjes. 

Toen onze vrienden er aankwamen voor de lunch en naar mevrouw Ayu vroegen, bleek ze niet aanwezig. Dat ‘probleem’ was een half uurtje later opgelost. Ayu runt al jarenlang een goed restaurant in de (semi-) openlucht. Het is in trek bij jong & oud, lokalo’s en internationale toeristen. Hun reis zit er bijna op. 


Na een reis van circa 25 uur kwam Ketut veilig op zijn thuisbasis aan. Het hele gezin wachtte hem op in de hal van het vliegveld. Hij is op tijd terug voor de 18de verjaardag van zijn (onze) oudste. Joehoe! Samen met vriendin en tante Bernadette doneerden we geld zodat de jarige zijn favoriete halfhoge witte Nikes kon kopen. Hij moet er vanzelfsprekend wel cool blijven uitzien want... Yuda is weer verliefd. Ook een mooi kado.   


donderdag 7 augustus 2025

Wat je hart je ingeeft

Zomertijd wordt vaak komkommertijd genoemd maar voor wie in oorlogsgebied leeft, is er niks komkommerigs aan de maand augustus. Ik realiseerde mij dat des te meer bij het zien van een foto (hiernaast) van fotograaf Yousef Alzanoun in de Volkskrant. 

Een puber die zijn verdriet uitschreeuwt vanwege de dood van zijn broer of vriendje. Zijn hand zit geklemd om het t-shirt van zijn maatje alsof hij hem -koste wat het kost- bij de levenden wil houden. Gedood terwijl zij hun honger probeerden te stillen. Zijn schreeuw kwam uit zijn tenen. De uitdrukking ‘cry your heart out’ heb ik nog nooit zo goed verbeeld gezien. En dan die blauwe lucht, die past helemaal niet. Het sneed door mijn ziel, voelde zijn pijn in mijn lijf. Het was niet alleen compassie, er kwam ook woede in mij op over zoveel onrecht.

Op 16 oktober 2023 schreef ik mijn eerste (en tot vandaag enige) blog over de oorlog in Gaza. Over de wrede aanslag die Hamas uitvoerde op onschuldige Israëlische burgers op 7 oktober. Die terreurdaad overrompelde Israël volledig. Duizend militante Hamasstrijders staken de grens over om zoveel mogelijk joodse slachtoffers te maken. Mensen werden verkracht, onthoofd, gemarteld, gedood en ontvoerd. Die dag wordt terecht herinnerd als 'Zwarte Zaterdag'. Zo’n bloedige aanval vroeg om veroordeling in de felste bewoordingen. 

Dat deed ik. Maar het was ook een blog over onze thuissituatie. Mijn liefje stond onvoorwaardelijk aan de kant van Israël; om een heleboel redenen die ik hier niet zal herhalen. Zelf vond ik het zeer terecht dat een aangevallen volk zichzelf verdedigt maar dat moest wat mij betreft wel proportioneel gebeuren. Dat was het al snel niet meer. Zo beschreef ik het destijds: 

‘Kritiek op Israël en een ander geluid over de bezette gebieden stuiten op dovemansoren. We praten er thuis nauwelijks over en dat is opmerkelijk in een huishouden waar werkelijk alles bespreekbaar is. We agree to disagree... Op dit punt zit er iets onverzettelijks in ons beiden. Het gaat er mij niet om gelijk te krijgen (al kan ik een drammer zijn). Het beleid van kolonisator Israël, onder leiding van de corrupte en machtsbeluste populist Netanyahu en diens radicaal-rechtse coalitiepartners (Joodse Kracht en Religieuze Zionisten), kan niet worden geaccepteerd of goedgepraat.’ 

Nee, ik ben geen antisemiet; in tegendeel. Met mijn kritiek op Israëls handelen verklaar ik mij evenmin aanhanger van Hamas. Dat zijn veelgehoorde verwijten maar die kloppen niet in mijn geval. Ik wilde dat er kritisch naar beide kanten werd gekeken. 

Je kunt achter Israël (blijven) staan maar deze regering van haviken afwijzen. Dat is een andere nuance. Dat geldt voor velen, inmiddels ook voor mijn liefje. Die tegenstrijdige gevoelens kunnen gelijktijdig omgaan in een mens. In mijn blog van 16 oktober, getiteld 'Een zee van tranen'schreef ik ook kritisch over Hamas. Die militaire beweging regeert met harde hand in de Gazastrook. Er is daar geen sprake van democratie, de bevolking wordt onderdrukt en buitenlandse financiële hulp wordt in eigen zak gestoken danwel voor de gewapende strijd aangewend.

Misschien was toen niet de tijd voor nuances. Wellicht nu ook nog niet. Haar standpunt komt uit het hart, het mijne uit dat van mij. Ondanks onze hartsverbondenheid vonden we elkaar niet in deze kwestie in de afgelopen periode. We doen nog steeds ons uiterste best om deze diepgevoelde aangelegenheid tussen ons niet te laten escaleren. Daarna blogde ik niet meer over de oorlog in Gaza maar het bleef mij bezighouden. De wereld keek toe, leiders van westerse landen keken aanvankelijk weg. Maand na maand zag ik het er fouter gaan. 

In veel demonstraties en burgerprotesten kon ik mij niet vinden. ‘From the river to the Sea’? Ga toch weg, mens. Je moet niet tornen aan het bestaansrecht van Israël. (Bestudeer je geschiedenisboeken!) Aan het bestaansrecht van deze Israëlische regering wel. Daartegen protesteren moet juist luid en op internationale schaal. Dat gebeurt inmiddels ook. Op het Malieveld in Den Haag bracht het Rode Lijn-protest honderdduizend Nederlanders op de been. Een unicum. 

Tegelijkertijd moest ik denken aan de uitdrukking ‘een volk krijgt de leiders die het verdient’... Waarom zou je op Netanyahu & Co. stemmen? Waarom zou je je neerleggen bij Hamas als bestuurder van jouw gemeenschap? Beide groepen hebben niet het beste voor hun bevolking voor ogen. De meeste burgers in die regio willen vrede en een vreedzaam leven. Maar twee haviken op een kussen, daar ligt geweldddaad tussen. 

Dat juist Israëls huidige leiders aan de foute kant van de geschiedenis terechtkwamen met de uitvoering van hun genocidale plannen tegen Palestijnen, is het toppunt van cynisme. Het is de zucht naar macht die hen op het pluche houdt. Dat roept de nodige morele vragen op. Joden werden in de Tweede Wereldoorlog (maar ook al ver daarvoor) vervolgd en vermoord om wie ze waren. Zo ontstond de Holocaust. Palestijnen worden door Israëls politieke leiders beschreven als ongedierte dat moet worden uitgeroeid. De minister van Defensie Yoav Gallant (Likoed-partij) zei “we are fighting against animals”, om daarmee de oorlogsmisdaden van zijn regering te legitimeren. Het is dezelfde ontmenselijking die we eerder leren kennen.  

Ondertussen zijn we ruim 60.000 dode Gazanen verder en lijkt de westerse wereld eindelijk een streep in het zand te trekken. Tot hier en niet verder. Stop met deze genocide, of hoe deze misdaden ook worden genoemd. Niets lijkt de Israëlische regering echter van hun kwaadaardige plannen te weerhouden. Je hoort hen nog maar weinig over de bevrijding van Israëlische gijzelaars. 

Er lijkt dan ook een ander doel te zijn ontstaan. Gaza moet leeg en het hele gebied (niet al groot voor circa 2 miljoen Palestijnse burgers) zou volledig moeten worden bezet door Israël. De Israëlische legertop vindt dat een slecht plan. Netanyahu c.s. zal zich daarvan echter niets aantrekken, is mijn vrees. Vandaag wordt dat besloten in de Knessed. De haviken, met veel bloed aan hun klauwen, werden immuun voor (v)rede... 

Afgelopen weekend stond er een foto van een 18 maanden oude Palestijnse peuter met een geamputeerd beentje in dezelfde krant (Getty Images). 

Dat beeld vond ik om vele redenen hartverscheurend. Het riep diepe compassie bij mij op. Israël gebruikt in Gaza soorten bommen en granaten die tijdens een oorlog niet in een dichtbebouwde omgeving mogen worden gebruikt; dat is onwettig. Als je deze wapens inzet in woonwijken (die al in duigen liggen), heb je de bedoeling bewoners zwaar te beschadigen. En dat doen die krengen, volgens personeel van Artsen zonder Grenzen. Men hield tussen oktober 2023 en mei 2025 met pen en papier gegevens bij van hun medische zorg ter plaatse. 

Scherven van bommen dringen diep in een mensenlichaam door en veroorzaken gruwelijke schade, meestal gaat het om zeer gecompliceerde verwondingen. Bij een granaat- of bomexplosie verplaatst de schokgolf zich stante pede in alle richtingen, maar puin en metaalscherven worden vaak laag bij de grond verspreid. Hierdoor worden benen vaak het eerst geraakt, ook omdat slachtoffers vaak staan of rennen. Van alle patiënten die vorig jaar en dit jaar aan verwondingen werden behandeld, was eenderde vrouw. Artsen zagen ook veel gewonde jonge kinderen. Circa 10% was onder de 5 jaar, en nog eens 20% was jonger dan 16 jaar. Voor babies jonger dan 1 maand oud verzesvoudigde het sterftecijfer in deze periode. (2% van het eigen AZG-personeel werd gedood, 7% van hen raakte gewond in diezelfde periode.)

Israëlische militairen schenden de ene na de andere regel van het Oorlogsrecht. Ik noem dat liever het Internationaal Humanitair Recht. Het schrijft de manier voor waarop oorlogen dienen te worden gevoerd. De wijze waarop schade moet worden beperkt en slachtoffers van gewapende conflicten moeten worden beschermd. Aanvallen waardoor buitenproportioneel veel burgerslachtoffers vallen, zijn verboden. De wet schrijft een balans voor tussen militaire noodzaak en humaniteit. Die is in Gaza sinds het begin van deze oorlog ver te zoeken. Gazanen worden door Israëlische militairen bewust beschoten (met het doel om te verwonden en te doden) op punten waar zeer schaars voedsel wordt gedistribueerd. Zo kwam de foto van Alzanoun tot stand. 

Daarentegen blijft Hamas steevast eisen dat Israël deze oorlog beëindigt en zich volledig terugtrekt uit Gaza voordat de laatste gijzelaars worden vrijgelaten. Een gotspe. Hamas is uitgespeeld in de Gazastrook. Het heeft niets meer te eisen, vind ik. De doelen die het Israëlische leger zich bij aanvang van deze oorlog stelde, zijn behaald: het ontmantelen van Hamas’ militaire capaciteiten en het verzwakken van hun bestuur. Zoals gezegd, had deze terreurgroep sowieso al nooit het beste voor ogen voor de Gazanen. Dat ziet hoofdsponsor Qatar inmiddels ook in.


Ook de Israëlische militairen zijn uitgespeeld. Nu is het tijd voor onderhandelaars. De hoogste tijd voor ervaren diplomaten, voor serieuze onderhandelingen. Ik begrijp goed dat een tweestatenoplossing verder weg is dan ooit maar hoop doet leven.  


zondag 3 augustus 2025

Eerst betalen, dan pas dood

We vierden de verjaardag van onze Zwitserse vriendin-buurvrouw Liselotte onlangs op ons terras. Mijn liefje haalde haar wandelend op van haar huis en langzaam liepen ze onze kant op. Daar werd ze tijdelijk herenigd met haar hondje Lenny. Zelf had ze het idee dat ze dit feestje niet meer zou meemaken. Dat zit zo. 

Op een vroege doordeweekse ochtend ontving mijn liefje een whatsapp-bericht van haar. Zij woont twee straten verderop, in haar eentje. We gaan al een jaar of drie à vier goed met elkaar om. We koken voor elkaar, wisselen recepten uit, drinken samen iets, gaan uit en helpen elkaar indien nodig. Ze berichtte dat ze onze hulp nodig had en dat ze naar de Eerste Hulp wilde met een taxi. Dat klonk niet goed dus mijn liefje liep direct in ochtendkleding naar haar huis terwijl ik thuisbleef en een ontbijtje voor twee maakte. 

Niet veel later kreeg ik een appje dat de ambulance moest worden gebeld en dat ook ik moest komen. Mijn liefje bleek een doodzieke vrouw aan te treffen die geen adem kon krijgen. Na te hebben gedoucht (deze Zwitserse gaat NOOIT op pad zonder te douchen), voelde ze zich ietsepietsie beter maar het was nog steeds zeer zorgwekkend. In het Spaans vroeg ik om een ambulance van het privéziekenhuis maar de persoon aan de andere kant van de lijn had kennelijk een ander plan. Het ging maar over admin en type verzekering terwijl het water mij aan de lippen stond. Bij gebrek aan Liselotte's patiëntgegevens gaf ik mijn eigen naam (e.d.) maar op. Ook dat bespoedigde de zaak niet. Op enig moment zei ik dat er iemand zou kunnen sterven als er niet snel zou worden gehandeld. Zelfs dat bleek tegen dovemansoren gezegd dus ik besloot op te hangen en naar de eigen auto te rennen. 

Als ze die rit maar zou overleven, dacht ik... Ze was als een vis op het droge. Ik sprak haar voortdurend bemoedigend toe. (‘Hold on, bitte!’) Ik reed zo hard als ik kon maar in het hoogseizoen is dit een vreselijk druk traject op de N332 langs Torrevieja, met altijd lange files. Ambulances met gillende sirenes en zwaailichten zijn daar een dagelijks verschijnsel. De stoet auto’s wijkt dan op beide rijstroken netjes uit om ruimte te maken. Maar nu niet voor Liselotte! 

We reden naar de Eerste Hulppost, haalden een rolstoel en rolden de patiënte naar binnen. Zij had alles klaar voor de financiële administratie en ik kreeg creditcard en pincode in mijn handen gedrukt. Voor Zwitserse personen werkt de ziekenhuisadmin hier anders dan (bijvoorbeeld) voor Nederlanders. Zwitserland is weliswaar een Europees land maar het maakt geen deel uit van de Europese Unie. Dan gelden andere regels. Er moest eerst worden betaald voor het aankloppen bij ‘Urgencias’. Of ik stante pede €750 wilde neerleggen. Liselotte bleef maar naar adem happen en wij bleven maar zeggen dat zij eerst aan de zuurstoftank moest.

De vrouw aan de balie kwam pas echt in actie toen ik de transactie had verricht. Daarna lag onze vriendin in vijf minuten tijd op een Eerste Hulp-bed met zuurstof en overal slangen en elektroden op het lichaam. Mijn liefje en ik haalden opgelucht adem. Het was ons in ieder geval gelukt haar aan goede (medische) handen over te dragen. 

Een half uur later stond ik weer met haar creditcard voor de balie. Nu om een deposito te betalen voor een dag op Intensive Care. Of ik maar €3.500 kon neertellen. Dat kon ik want Liselotte is niet onbemiddeld en goed verzekerd. Toch knipperde ik met mijn ogen... dit soort bedragen realiseer je je niet als je met een Spaanse privéverzekering bij de medische stand aanklopt. Wij hoeven nooit iets vooraf te betalen of een aanbetaling te doen voor wat voor behandeling dan ook. Er wordt achter de schermen even gebeld met de verzekeraar en door gaan we! (Eén dag op de Intensive Care blijkt voor haar €3.000 te kosten.) 

Zo kwam ze op de IC unit terecht waar ze enkele dagen moest blijven. Daar werd de diagnose officieel gesteld: longemfyseem. Dat is een vorm van ‘COPD’ (‘EPOC’ genoemd in het Spaans). Een ernstige longziekte die de longblaasjes kapotmaakt, een ziekte die je oploopt na decennialang roken. Dat is wat Liselotte deed. Ze stopte nadat wij er twee jaar geleden bij haar op aandrongen. Dat lukte haar maar de longschade bleek onomkeerbaar. Zelf dacht ze dat ze last had van astma (net als een zoon). 

Nu mogen COPD-patiënten niet vliegen maar dat wist zij niet. Ze keerde onlangs terug van een reisje naar Ierland en Wales om daar vrienden te ontmoeten. Ze kwam zieker terug dan toen ze vertrok, al was haar conditie toen al slecht. Tijdens die reis raakten haar longen ook nog eens ontstoken (pneumonitis, geen longontsteking) en die aandoening veroorzaakte deze gezondheidscrisis. Op IC kreeg ze nieuwe medicatie en zuurstof, eerst via een gezichtsmasker, later via een neusbril (twee slangetjes). 

Een van de zwaarste dagen voor iedereen ontstond door een delirium. Ze reageerde heftig op medicatie X die men haar toediende. (Het is een  bekende bijwerking maar niet iedere patiënt krijgt die.) 
Dat ze overal spetterende kleuren zag aan de wanden, mensen hoorden praten in vele vreemde talen en iemand voortdurend hoorde zingen was tot daar aan toe. Een goede LSD-trip doet dat ook. Maar dat ze zeker wist dat wij een plaats voor haar zochten in een verzorgingstehuis elders, dat anderen haar wilden vermoorden en nog meer enge gedachten, was een schok. Deze vriendelijke vrouw werd zelfs ongedurig tegen het IC-personeel (nooit tegen ons). De volgende ochtend brachten we een grote doos chocolaatjes mee voor het medische team, uit naam van de patiënte. Dat team was groots. Ons gebaar werd zeer gewaardeerd. Volgens Liselotte deden ze daarna meer hun best...

De ochtend na die acute verwardheid vroeg ze ons hoe het in Casa Terracotta was gegaan. Wij keken haar met opgetrokken wenkbrauwen aan (boven ons mondkapje te zien). Wat?! Die naam gaf ze aan het verzorgingstehuis. Hoe kwam ze erop?! Na haar te hebben gerustgesteld dat ze uitsluitend naar haar eigen huis terugkeert, verdween die waan langzaamaan naar de achtergrond. Ze had het zich ingebeeld. Dat was voor mij reden genoeg om een tekening voor Liselotte te maken. Die kreeg ze van ons, ingelijst, voor haar verjaardag. Met een dikke knipoog die ze nu zeer kan waarderen. Het schilderij krijgt een bijzonder plekje in haar huis. Als aandenken aan ons gezamenlijke avontuur. 

Naast narigheid waren er ook momenten waarop we zeer persoonlijke, diepe gesprekken voerden. Over angst voor de dood, de betekenis van vriendschap,  mensen vertrouwen, over ziekzijn en niet meer beter worden, zin geven aan het leven en lijden. 

Liselotte nam ooit haar oude, zieke moeder in huis en verzorgde haar elf jaren lang. Dat deed ze vervolgens ook jarenlang voor haar zieke echtgenoot, totdat thuiszorg niet meer toereikend was. Dus ze weet alles van mantelzorg. 

Deze ervaring ligt nu achter ons maar het ging mijn liefje en mij niet in de koude kleren zitten. Iemand bijna zien verstikken, voor de poorten van de dood wegslepen, elke dag -soms meermalen- over een rotweg naar ziekenbezoek, de dagelijkse ‘familie-update’ met Spaanse artsen die niet allemaal even goed en duidelijk waren, Liselotte’s zoon in Zwitserland zo precies mogelijk bijpraten, omgaan met de vele administratieve kronkels en die proberen op te lossen. Wat achteraf het gemakkelijkst was, was de patiënte elke dag opbeurend toespreken. Zelf dacht ze dat ze deze inzinking niet zou overleven. Dat ze het ziekenhuis niet meer zou verlaten. But she did. Het was voor allen een forse inspanning maar we deden het toch maar. De kracht van samenredzaamheid! 

Na het verjaardagfeestje op een zonnig terras brachten we haar, moe maar tevreden, naar huis. We doen nog een beetje admin en boodschappen voor haar, de rest beheert ze inmiddels zelf. We gaan elke namiddag even bij haar langs voor een praatje en een drankje. 

Mijn liefje werd fysiek moe, ik vooral geestelijk. Vanaf morgen wordt het leven voor iedereen normaler (wij gaan weer zwemmen in zee!). Liselotte maakt het goed in haar eigen huis. Ze kreeg een grote zak medicatie mee die haar voorlopig in goede staat moet houden. Lenny de hond is nog even elders ondergebracht maar ze ziet hem regelmatig. Volgende week begint ze met een paar uurtjes thuiszorg per dag. Iedere naaste realiseert zich dat haar longen ernstig ziek zijn en dat er geen herstel mogelijk is van deze vorm van COPD. Dat zonk inmiddels ook in bij de patiënte zelf. 

Maar ze is reuzeblij dat ze haar verjaardag alsnog mocht vieren. En vieren deden we, al was het in kleine kring.