Translate

zaterdag 14 september 2013

Op hoogtestage

Afgelopen dagen waren we wederom in Andalusië, een reisje dat ik boekte voor de verjaardag van mijn liefje. In een recente krant stond dat reserveringssite booking.com dagelijks 500.000 hotelreserveringen verwerkt. Ongelofelijk! Gelukkig waren niet al die boekingen voor de Sierra Nevada.

Deel 1 van de reis voerde ons naar Trevélez, het hoogstgelegen dorp van Spanje, op 1.462 meter. Onderweg zag ik overal grote cactusvruchten hangen. Op enig moment kon ik mij niet inhouden: ik wilde er per sé eentje proeven. Ik plukte een rode rijpe vrucht, trok de schil er vanaf en at de sappige inhoud met veel plezier op. Niet lang daarna voelde ik de ragfijne stekels in een mondhoek en aan de binnenkant van mijn onderlip. De stekeltjes bleven mij twee dagen irriteren maar het mocht de pret niet drukken. Er is niets leuker dan gezond snoepen van de vrije natuur! In velden plukte ik bovendien granaatappels, witte en blauwe druiven, appels en bramen en verorberde ze zonder bijwerkingen. Dat alles boven hondenpieshoogte, inderdaad... 

De bergdorpen van de Sierra Nevada  zijn doorgaans wit, de straten smal en bloemrijk en overal hangen rode pepers te drogen. 
De laatste steile meters naar het hotel legden we te voet af, de straten werden te smal voor The Beast (onze auto die het heel goed deed in de haarspeldbochten op de route). 

Trevélez is beroemd om zijn hammen die daar op natuurlijke wijze worden gedroogd. Mijn liefje is een grote hamliefhebber dus die bestemming viel in goede aarde. De ‘Jamón Gran Reserva’ wordt zelfs 18 maanden gedroogd.
Het gebied wordt vooral bezocht door getrainde wandelaars maar ook wij genoten van de prachtige panorama’s. ’s Avonds aten we in een dorprestaurant dat niet had misstaan in een Zwitsers skigebied: een blokhut met uitsluitend houten interieur. We kregen een tapa van het huis waar de rijke smaak vanaf spatte. Vooral de tomaatjes waren goddelijk! Bij navraag bleek dat het restaurant een eigen ecologische groententuin onderhoudt.

Deel 2 van de reis leidde naar Lanjarón, de stad van het bronwater met dezelfde naam. De route voerde door de Alpujarras. We deden aan bermtoerisme, aangezien de strandstoelen nog achterin de auto lagen. Zo genoten we van het uitzicht, met een broodje Trevélez-ham. De bergwegen zijn hier en daar smal maar van goede kwaliteit; bijna overal staan stenen of ijzeren vangrails dus eng was het nergens (al had ik wel even zwetende handpalmen toen ik de berg op reed). Er ligt een beetje sneeuw op de hoogste pieken en op delen van het traject zag ik laaghangende wolken onder ons het dal intrekken. Een fascinerend gezicht, dat vond zelfs het liefje van lid nummer 29242 van de Cloud Appreciation Society. Ik was hoogstverbaasd op deze grote hoogte in dit gebied wijnranken te zien staan. Dat overal olijfbomen zijn, weet ik van eerdere bezoeken. De olijven zijn weliswaar groot maar onrijp. De oogst daarvan vindt pas in januari plaats. In een dorpswinkeltje kocht ik (verse) ecologische knoflook en laurierblad. Onderweg plukte ik verse amandelen van de boom; die worden momenteel geoogst.


Het laatste deel van de reis had het Alhambra in Granada als doel. Vele jaren geleden bezochten we Granada en de tuinen van het Alhambra maar we konden toen de paleizen niet binnengaan. 

UNESCO droeg de Spaanse beheerders van dit fotogenieke middeleeuwse werelderfgoed enkele jaren geleden op het aantal bezoekers dagelijks te limiteren, ten behoud van het complex. Vooraf bestelde ik kaarten die op een vast tijdstip toegang verschaffen tot de Nazaríes-paleizen en de Generalife, de Moorse gebouwen. Onze tijd was 12:30 uur maar we waren al vóór 10:00 uur op lokatie. We wandelden op ons gemak door de tuinen en bezochten het paleis van Ferdinand en Isabella, de christelijke vorsten die de Moren uit Spanje verdreven (1492) en in het Alhambra hun westerse sporen achterlieten middels een groot Renaissancistisch paleis.

In aanloop naar dit bezoek las ik het boek ‘The Alhambra’ van Robert Irwin. Ik ben dol op Moorse architectuur en bedacht dat deze lectuur een goede voorbereiding op het lang gekoesterde bezoek was. Irwin beschrijft de geschiedenis van het 42 hectare uitstrekkende complex gedetailleerd. Bovendien laat hij zich zowel kritisch uit over mensen die het Alhambra in de loop der tijd -zonder respect- restaureerden als over hen die het complex geromantiseerd beschreven. Er is veel onbewezen onzin geschreven, aldus Irwin. 
Ik stak er dusdanig veel van op dat ik regelmatig als gids fungeerde. Over de koranteksten op de wanden, de gedichten van voormalige moorse dichters op de muren, de toenmalige inwoners van de Moorse paleizen, de mensen die er werkten, de vrouwen die er leefden, enzovoort. Een interessant boek dat de moeite van het lezen waard is voor mensen die 'de Rode' (vertaling van Alhambra) geinformeerd willen bezoeken.

De verjaardagslunch gebruikten mijn liefje en ik in de Parador van het Alhambra. Het bezoek leverde honderden foto’s op. Het uitstapje was zonnig en zalig. Reizen is verslavend. Het webalbum is inmiddels online. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten