Translate

maandag 15 april 2024

Waar water is, is leven (deel 1)

Tijdens mijn favoriete NPO1-radio programma ‘Vroege Vogels’ van gisterochtend kwam de rivierenman van het Wereld Natuurfonds aan het woord. De ecoloog vertelde dat deze week een meerdaagse internationale rivierenconferentie wordt gehouden in Groningen, de Free Flow Conference

De formerende eenmansbeweging PVV (formeel geen politieke partij) noemt de publieke omroep NPO nutteloos” en wil er zo snel mogelijk van af. Men wil ook af van klimaatbeleid dat men “zinloos” noemt. Het valt mij op dat het vaak loos is bij deze club... Dat ligt aan hen, cultuur- en natuurbarbaren. 

De rivieren in Europa (en in de rest van de wereld) zijn in de loop van honderden jaren door ingrepen van de mens hindernisbanen geworden voor de natuur. Vissen worden bijvoorbeeld gehinderd door dammen en stuwen. Deze conferentie gaat over ruimte geven aan rivieren, aan de toekomst ervan. In Nederland verscheen recent een rapport over de Rijn en de Maas. 

Gisteravond keek ik tevens naar een uitzending van ‘Vroege Vogels’ op NPO1 tv. Daar ging het eveneens over rivieren en waterbeheer. In Nederland gaat de bodemdaling sneller dan de zeespiegelstijging. Het huidige waterland Nederland, achter starre maar kwetsbare dijken, zal op de lange termijn meer ruimte moeten geven aan het water (de rivieren), om veilig te blijven als woonoord voor mensen. 

In 2030 moet in heel Europa een netwerk zijn gerealiseerd van 25.000km onbelemmerd stromende rivieren. Dat staat namelijk in de Natuurherstelwet van de Europese Commissie. Je weet wel: de wet die onlangs vanwege politieke onwil en kortzichtigheid in de ijskast werd gezet. Dat besluit werd genomen omdat het vermoeden bestond dat er meer Europese lidstaten tegen de wet zouden gaan stemmen dan er landen voor zijn.

Ik heb steeds vaker te doen met al die wetenschappers, natuurbeschermers en andere goedbedoelende mensen die zich uit de naad werken om de wereld een betere plek te maken. Ook voor dieren en de natuur! Ze zien hun tijd en energie stranden door politici zonder visie en zonder lef. Ik vraag mij ook steeds vaker af waarom parlementariërs hun eigen koers varen en niet luisteren naar burgers die zij vertegenwoordigen en die zich zorgen maken om de deplorabele staat van Moeder Aarde. Tja. 

Wij maakten onlangs met vrienden een fieldtrip naar Andalusië. We reisden af naar Sierra de Cazorla en zouden enkele dagen doorbrengen in dat natuurpark. Eerder bezochten mijn liefje en ik het bergdorpje Cazorla (minder dan 10.000 inwoners). Toen verbleven we in het centrum en reden een dag het park in om daar roofvogels te zien.  

Onze vrienden Piet & Agnes bezochten het omringende natuurgebied al ettelijke malen. Ze weten er dan ook veel over te vertellen. Betere reisgidsen dan zij zijn er niet. Hun buurvrouw Ina, die wij ook al een tijdje kennen, ging ook mee. Ik realiseerde mij vantevoren onvoldoende dat dit een belangrijk stroomgebied is van de rivieren van Spanje, waarvan twee de grootste zijn van het land. Rivieren Guadalquivir en Segura ontspringen hier. Het natuurpark dat we gingen bezoeken en waarin ons hotel ligt, bestrijkt circa 2.100km2. Het is het grootste beschermde biosfeerreservaat van Spanje. De officiële aanduiding is ‘Parque natural de Cazorla, Segura y las Villas’; een zeer waterrijk gebied van meren, watervallen en stromen.

Mijn liefje en ik blijven doorgaans op de gebaande paden maar Piet & Agnes laten zich (bijna) door niets tegenhouden. Dus zij gingen voorop, wij volgden op gepaste afstand. Het werden prachtige dagen maar er was af en toe wel een déjà vu van Colombia... De regelmatige lezer herinnert zich waarschijnlijk dat wij eind vorig jaar/begin 2024 een rondreis maakten door Colombia die wij eerder afbraken dan gewenst omdat de infrastructuur zo belabberd was. Dagelijks reden we urenlang via steenslagwegen van A naar B in niet zulke comfortabele auto’s. Wel om de mooiste plekken van dit immense land met eigen ogen te zien maar dat had een prijs. Deze ervaring herbeleefden we min of meer in delen van het park van Cazorla. 

In de aanloop naar dit uitstapje besloten we op eigen gelegenheid naar een plaats in de provincie Granada te rijden, genaamd Don Fadrique. Daar zouden we elkaar treffen en gezamenlijk een kop koffie drinken. De route ernaartoe was afwisselend en mooi. Bergketen na bergketen in de verte, hier en daar sneeuw op de toppen. Op een zonnig terras vertelden Piet & Agnes ons dat we niet zomaar ergens zaten. Don Fadrique was een Spaanse bevelhebber tijdens de Tachtigjarige Oorlog en de beruchte zoon van de hertog van Alva. Zijn volledige naam is Don Fadrique Álvarez de Toledo maar die mag je direct vergeten. Wat je moet onthouden, is dat het bloedbad van Naarden op zijn naam staat. Fadrique en zijn companen slachtten de mannen af, verkrachtten de vrouwen en plunderden de huizen totdat daar niets meer overeind stond. De stadsmuren werden verwoest, de grachten gedempt, de stad werd in de as gelegd. Maar de Spaanse furie was nog niet ten einde. Iets vergelijkbaars deden zij met de burgers van Haarlem. 

Dus fijne jongen, die Don Frederik! Een van de historische romans van Simone van der Vlugt, getiteld ‘Rode sneeuw in december’, gaat over het bloedbad van Naarden. Het verbaasde mij dan ook niet dat op servetjes aandacht werd gevraagd voor huiselijk geweld tegen vrouwen. De koffie kreeg ineens een bittere bijsmaak. Maar het goede nieuws is dat de Geuzen van de Lage Landen na 80 jaar strijd die verdomde Spanjaarden van toen een lesje leerden en verjoegen! 

Daarna reden we achter elkaar het uitgestrekte natuurpark in. Langs eiken, dennen, rotsen en olijfbomen. En rivierwater natuurlijk, heel veel en snel stromend water! Je hoeft geen geleerde te zijn om op de kaart van het gebied de vele blauwe lijnen en vlakken te herkennen. 

De eerste stop maakten we bij ‘Cerrada del Rio Castril’. In dit gebied mag dan de oorsprong liggen van de Guadalquivir en de Segura, er lopen veel meer kleinere rivieren. Aangezien het er in de afgelopen weken regelmatig regende, stroomde de rivier Castril goed. (Op vele plekken in dit park waren kleine en grote watervallen te zien.) Er was een stevig houten wandelpad langs de rotsen aangebracht waardoor je goed boven de rivier kon meelopen en rondkijken. Er was zelfs een stalen brugconstructie waarmee je de rivier kon oversteken. Die wiebelde bij elke pas die je erop zette maar dat weerhield -de meeste van- ons niet. 

Vervolgens reden we naar het lieflijke dorpje Castril (minder dan 3.000 inwoners), gelegen op de Altoplano van Granada. Het is een labyrinth van smalle straatjes met overal fleurige bloembakken aan de gevel. We liepen naar het hoogste punt, keken over de vallei vanaf het Balcon de la Dehesa’ en dronken iets op een terras met uitzicht op olijfgaarden. Een van de leuke dingen van een bezoek aan Andalusië is dat je bij elk drankje een tapa van de zaak krijgt; elk rondje iets anders maar doorgaans lekker. 

We reden verder zuidwaarts, langs de oever van het stuwmeer Tranco de Beas. Dat meer was weliswaar nog niet tot de rand gevuld maar het was al wel voller dan vorig jaar rond deze tijd. Toen reden we daar met onze vrienden Paco & Rolando. (Destijds om twee verjaardagen te vieren.)

Op weg naar het hotel, langs rotsen, dennen, loofbomen en olijfbomen, passeerden we de ‘Cueva del Agua’, de grot van het water, in de plaats Tiscar (gemeente Quesada). De rivier Tiscar loopt door een ravijn met rotswanden vol stalagmieten en stalactieten. Ook hier had men een houten wandelconstructie met trappen gebouwd. Het onstuimige rivierwater valt er een meter of tien naar beneden. Aan een van de lager gelegen rotswanden hangt een beeld van de maagd van Tiscar. Het verhaal gaat dat zij geluk zou brengen aan jonggehuwden. Toen wij naar de grot afdaalden, kwamen we een leuk jong Spaans stel tegen dat de grot voor het eerst bezocht. We zagen ze later met hun armen om elkaar heen staan. 

Aan het einde van de middag reden we La Iruela binnen, de plaats waar ons hotel staat (vlakbij Cazorla). Dat hotel kijkt uit op een Andalusisch kasteel, gevestigd in Alto Guadalquivir, op een rots die ‘El Picacho’ heet (scherpe bergtop). ’s Avonds is dit historische erfgoed -de ruïnes en het voormalig klooster- fraai verlicht. Je ziet nog torens en muren die op de rotsen steunen. De hoteleigenaar legde in de afgelopen maanden een nieuw overdekt terras aan met een ingenieuze pergolaconstructie die electrisch open en dicht kan. We zaten daar urenlang comfortabel en gezellig, te praten en te kijken naar de ondergaande zon. Met menig drankje en tapa voor onze neus.   

De foto die als blogheader functioneert, vat de natuur van Andalusië in één beeld samen - voor zover dat kan: sneeuw op de hoogvlakten van de Sierras, honderden miljoenen olijfbomen, rijke kalkgrond, rode aarde en veel groen. 

Deel 2 van dit reisverslag volgt binnenkort. Ik besloot het als een drieluik te publiceren. Ik wilde dit indrukwekkende bezoek aan het park niet afraffelen in één enkele blog. Daarvoor is er veel te veel te zien en te beleven. Je hebt er dus nog twee te gaan deze week. De foto’s zijn te vinden in het webalbum (kolom rechts).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten