Het is vandaag internationale pinguïndag. Joehoe! Dat wilde ik niet voorbij laten gaan zonder er aandacht aan te besteden. Ik begrijp hoezeer dit diertje de harten van mensen beroert. Dat deed en doet het ook met ons.
Mijn liefje en ik waren in de gelukkige omstandigheid pinguïns met eigen ogen te aanschouwen in Zuid-Afrika, verschillende landen van Zuid-Amerika en voor de kust van dat continent (Falkland- en Galapagos-eilanden) en in Australië en Nieuw-Zeeland. Het zijn mijn vrienden van het Zuidelijke Halfrond. Van de 17 soorten die er wereldwijd nog over zijn (van de oorspronkelijke 50), zagen we de rotspinguïn, koningspinguïn, ezelspinguïn, Adeliepinguïn, dwergpinguïn, Humboldtpinguïn, Magelhaenpinguïn en Galapagospinguïn. We zagen ze en raakten telkens vertederd. Inmiddels behoort een aantal van hen tot de bedreigde diersoorten.
Ik hoop dat de pinguïns in Antarctica -het gebied van de grootste soort: de keizerspinguïn- niet al te hard worden geraakt door de vogelgriep H5N1. (Die zou op termijn ook op zoogdieren kunnen overslaan.) Maar deskundigen maken zich ernstig zorgen nu de winter er in die contreien aankomt. Alle pa's Pinguïn en hun kuikens (moeders jagen op eten) schuilen dan juist extra dicht bij elkaar om de barre omstandigheden te kunnen doorstaan. De kans op besmetting neemt zo enorm toe. Dus fingers crossed! Waar zouden we zijn als mensheid als we deze bijzondere vogels die niet kunnen vliegen ook nog zien verdwijnen?!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten