Translate

donderdag 28 augustus 2014

Aapjes kijken

Sulawesi ligt in Wallacea, een gebied waaraan de wereldberoemde Britse wetenschapper Alfred Russell Wallace zijn naam gaf. Het houdt in dat je in deze Indonesische provincie veel bijzondere plant- en diersoorten aantreft die verder nergens anders in de wereld voorkomen. Links van die lijn liggen Borneo en Bali, rechts ervan bevinden zich onder andere Lombok en Australië.

In de afgelopen dagen waren we in de hooglanden van Minahassa, onder andere om Tangkoko Nature Reserve te bezoeken, een primair tropisch regenwoud. Onderweg bezochten we dierenopvang Tasikoki, circa 20 jaar geleden opgezet door de Nederlander Willy Smit. We kregen een rondleiding over het terrein en zagen bedreigde diersoorten in kooien: twee sun bears (die we in Maleisië onder betere omstandigheden zagen), twee orang oetans (ditto), een albino-makaak die vanwege oogproblemen geen kans maakt in de wildernis, vier krokodillen, enkele herten en heel veel vogels. Havenstad Manado was vroeger het epicentrum van dierensmokkel. Veel van de opgevangen dieren zijn afkomstig uit Papoea-Nieuw Guinea. De beren en mensapen staan al tien jaar op een wachtlijst om in veilige natuur te worden teruggeplaatst?! Kasian. Alhoewel de vrijwilligers een goede zaak dienen, vond ik het bezoek aan deze getraliede dieren tamelijk deprimerend...

We kwamen vroeg aan in de Jungle Lodge die ons voor één nacht onderdak zou geven. Er was daar niets te doen dus we lazen de wachttijd weg op onze veranda, totdat we door de ranger van Tangkoko werden opgehaald. We kregen serieuze kledingvoorschriften: lange broek, sokken over de broekspijpen, lange mouwen, DEET op het bedekte èn onbedekte lichaam en stevige wandelschoenen. Er huist namelijk een kleine rode teek -gonone- in het park die weliswaar geen ziekmaker is maar wel enkele weken irritante jeuk kan veroorzaken. Boerinnetjes van Buut'n op safari! Van de kans op malaria is hier overigens geen sprake.

Al die aanwijzingen volgden wij trouw op om het kleinste aapje ter wereld met eigen ogen te zien: Tangkasi (Tarsius Spectrum). Het diertje, door mijn liefje oneerbiedig 'het muisje' genoemd, hetgeen door Bernadette werd overgenomen, past in mijn handpalm. Het heeft een lange staart, heel grote ogen, puntoren en een nek die 180 graden kan draaien, in beide richtingen. Om 4 uur ’s middags was het zover. Goed ingepakt en met zaklamp liepen we naar de ingang van het park waar het zweet toen al over mijn lichaam in de richting van mijn gesprayde sokken gutste. We volgden de ranger naar een boom waar we vervolgens minstens een uur omheen stonden. Zelf moest ik aan prinses Irene denken, Bernadette aan Lourdes... Ruim 170 jaar reiservaring en wijsheid stond daar naar een boom te staren om een 'muisje' van circa 15 centimeter te zien. Tja.

Nèt voor zonsondergang ontstond reuring in de boomholte. We zagen schaduwen bewegen. Niet veel later bleek een exemplaar op een hoge tak te zitten. De ranger scheen zijn lamp in die richting en daar zat het mini-aapje... met grote ogen keek het ons aan. En wij keken terug. De tarsier is een nachtdier dat zich voedt met insecten. Na ongeveer een half uur lieten we het diertje met rust. Het was immers tijd om te gaan jagen. Waren we blij het te hebben gezien? Ja! Zouden we nogmaals zo’n lange tocht maken en het overige discomfort vrijwillig ondergaan? ‘Kweenie.

De volgende ochtend stonden we met de hanen op om nogmaals een voettocht door het tropische regenwoud te maken; wederom goed ingepakt maar nu voor circa vier uur om makaken, boshoenders, neushoornvogels, toekans en andere dieren van het bos te zien. Dezelfde ranger begeleidde ons. Hij keek veelvuldig naar boven, haalde zijn verrekijker uit zijn rugzak terwijl wij gretig wachtten op de aankondiging van iets bijzonders. Lange tijd gebeurde dat niet... Wel zei hij dan telkens it’s a leave” hetgeen die dag (en de dagen erna) een van onze gevleugelde uitdrukkingen werd. We zagen een handjevol vogels maar hoorden meer: onder andere de roep van een maleo en een oreo. Ook de toekan schitterde door afwezigheid. Wel hoorden we op een bepaald moment een helikoptergeluid dat bleek te worden veroorzaakt door de vleugels van een grote neushoornvogel die boven de boomtoppen vloog. En heel hoog in een boom zagen we een bear kuskus, een typisch Sulawesisch buideldier. Na lang lopen, ontdekten we een grote makakenfamilie die ons duldden in hun nabijheid. Wij keken en ook zij keken terug. Het leidde tot vermakelijke taferelen. 

De rondreis door Sulawesi zit erop. We evalueerden de reisroute. We zullen het reisbureau onze grotendeels positieve feedback geven. Een ding is duidelijk: we besloten onze reis liever op Bunaken dan in Tomohon. Op onze bonte avond aldaar ging bijna alles mis: ontelbare insecten in onze kamer, de uitwijkkamer bleek niet schoongemaakt, we kregen een lauwe, smakeloze avondmaaltijd, er was geen wijn en we een troffen een foute gastheer in het hotel. Maar reizen is en blijft verslavend!

Eerder vandaag begon reismaatje Bernadette aan haar terugvlucht naar Nederland. Ik zal haar gaan missen. Mijn liefje en ik blijven nog een nachtje in Manado en vliegen morgenochtend vroeg met Lion Air naar Denpasar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten