Onze kennismaking begon lang geleden in een studentenhuis aan de Oude Delft. Ik wilde graag een kamer in het huis waar Nelly al bleek te wonen en daarvoor moest ik aan een instemmingsronde meedoen. Aan het einde van de avond werd gestemd en de persoon met de meeste stemmen kreeg de kamer. Dat viel mij te beurt... maar zónder de stem van Nelly! Ik kwam terecht in de kleinste, donkerste kamer aan de steeg. Mijn hol bleek recht tegenover Nelly's riante tuinkamer te liggen. Tijdens mijn eerste corvee hernieuwde ik het contact met mijn notoire 'overbuuf'. Ik wilde wel eens weten hoe het zat met haar stem! En wat bleek? In deze ronde was ook een vriendje van haar in de race aan wie zij haar stem had gegeven. Dat bleek Nelly ten voeten uit te zijn: trouw aan haar vrienden en dat zou ik nog vaak zelf gaan ervaren. Na het corvee serveerde ik mijn vermaarde Franse uiensoep aan haar en zo begon de vriendschap alsnog goed. Ze werd mijn beste vriendin.
We werden tamelijk onafscheidelijk al hadden we ieder onze eigen bezigheden. Nelly werkte als voltijd juf op school, ik studeerde en was actief in het Delftse Vrouwenhuis. Ik ging weleens met Nelly mee naar haar klas om haar aan het werk te zien en te helpen bij het opvrolijken van het lokaal. Zij was een juf met een groot hart. Ze hield van haar kinderen maar ook van de moeders van de kids.
We kookten vaak samen. Nelly kon goed improviseren maar de mosselavond was toch ons culinaire hoogtepunt. Ik zal de lange wijsvinger van Nelly die het laatste druppie saus uit het kommetje veegt, nooit vergeten. Ze pikte de lekkerste stukjes uit de sla en mijn bord was zelfs aan de andere kant van de tafel niet veilig voor haar geoefende vingers. Dat alles hoorde net zo bij Nelly als de spijkerbroek die ze het liefst droeg, de gympen waarop ze liep, het rode autootje waarin ze reed. En niet te vergeten de Theo en Thea-tandjes waarmee we samen sketches opvoerden: wij waren het die het hardst om onszelf moesten lachen. Zingen, dansen... we deden het graag. Maar we deelden ook serieuzere ervaringen: onze jeugdjaren, familieperikelen, verliefdheden.
Nelly vertelde mij over Diederik. Ze had hem gezien in de keramiekbus en ze wist direct: hij was het, hem wilde ze! Maar hij bleek niet eenvoudig te veroveren en dat was Nelly tot dan toe niet gewend. Want wie kon haar iets weigeren als je in die levenslustige, grote, blauwe ogen keek?! Als Diederik belde, was ze in de zevende hemel en als hij eens niet belde, was ze niet in haar hum. Maar Nelly hield vol -dat kon ze toen al goed-, gooide haar charmes in de strijd en overwon.
Het werd een bijzondere relatie, met Diederik als Nelly's beschermer. Dat deed hij doorgaans op heel eigen wijze. Zo plaatste hij eens een nepspin op de muur zodat Nelly -die heel bang was voor spinnen- aan het beeld van het beest kon wennen. Die spin is altijd meeverhuisd en zit nog steeds in een hoekje van hun huis. Het is een aanpak die Diederik typeert: eigenzinnig maar doordacht. Precies zoals Nelly het nodig had. Ze voelde zich geborgen in zijn armen.
Nelly ging gebukt onder haar flaporen dus op een dag waren haar 'chippies' aan de beurt. De chirurg had haar verteld dat de ingreep op haar leeftijd pijnlijk zou zijn maar dat hield haar niet tegen. En daar lag ze: met een witte tulband om het hoofd, haar donkere haarlokken als een fonteintje erbovenuit en die intens blauwe ogen eronder... Het beeld werd gecompleteerd met een lange breinaald die ze gebruikte om de jeuk rond de hechtingen van haar nieuwe oren te beteugelen! Nadat de tulband af mocht, ging ze naar de beste kapper van Delft om zich een korte coupe aan te meten.
Dat was het begin van Nelly's metamorfose. Ze was als herboren met haar nieuwe oren! Niet veel later liep ze als trots model op de catwalk, met de fraaiste kapsels de mooiste kleding te showen. Zij is die kapper tot op de dag van vandaag trouw gebleven.
Nelly was inmiddels uit het onderwijs gestapt uit behoefte zichzelf professioneel verder te ontplooien. Haar eerste stappen als verkoper waren niet gemakkelijk maar ze was een doorzetter. Nelly was een goede sales-vrouw, oprecht en tegelijk commercieel, vol toewijding aan de zaak en een harde werker bovendien. En tuurlijk, ze was ook weleens gestresst en geprikkeld, haar bordje lag immers altijd vol. Ze had ambities te over.
Toen Nelly de baan bij het nieuw op te zetten Call Center van De Bank kreeg aangeboden, nam haar carrière een grote vlucht. Hier was ze qua rol helemaal op haar plaats: ze was de baas, mocht nieuwe business ontwikkelen, met een zelf te vormen team. Ik bezocht haar daar op een middag en zag haar bezig. Ik was zó trots op haar: het zachtje rupsje van weleer was uitgegroeid tot een prachtige vlinder! Ze ontpopte zich tot stimulerende coach voor haar mensen en ze sloot warme vrouwenvriendschappen tijdens haar banktijd waarop ik weleens een beetje jaloers was.
Toen mijn liefje en ik twintig jaar geleden gingen samenwonen, was Nelly -met Diederik- de eerste die bij ons kwam dineren. Wij werden haar 'meisjes'. Ik kan een lange lijst met andere primeurs opsommen: Nelly kwam voorrijden in een stretch-limo voor een avondje uit toen ik dan eindelijk was afgestudeerd en de eerste rit in mijn cabrio was met Nelly. Zij was de eerste die met ons ging varen op de nieuwe zeilboot na deze te hebben gedoopt met champagne. Een van mijn leukste foto's samen is van een boot vol slingers en confetti en wij feestend op de boeg.
Nelly was de eerste die mijn verjaardag kwam vieren toen we net in Engeland woonden. En als ik naar Nederland kwam, mocht ik niet binnenstappen zonder een pot picalilly. Ik maakte er een sport van telkens nieuwe smaken en uitvoeringen voor haar te vinden. Nelly was ook de eerste die de caravan kwam inzegenen met een magnum champagne en de eerste logee in ons huis in Spanje. Dat alles typeerde haar zo: altijd aandacht voor haar vrienden, oprecht meegenietend!
En toen kwam die inktzwarte dag van Nelly's diagnose. Enkele maanden ervoor was ze tijdens een koud, nat weekend bij ons in de caravan in Groningen komen logeren. Mijn liefje was toentertijd snipverkouden en Nelly belde haar na enkele dagen op met de woorden: 'bedankt, je hebt mij flink aangestoken'. Maar het was geen verkoudheid en het zou ook niet meer overgaan... Op het moment dat het doembericht werd uitgesproken, waren wij aan de andere kant van de wereld. Er kwam in de nacht erop een ongelofelijk zwaar onweer over. De grond trilde ervan. Het immense gedonder en gebliksem was een afspiegeling van het verdriet en de boosheid die ik voelde. Toen ik later eens in al mijn wanhoop tegen haar riep: 'waarom jij?!', antwoordde zij: 'waarom een ander?!' Ze meende dit.
Toen Nelly mij later belde met het goede bericht dat de chemotherapie aansloeg, vielen mijn liefje en ik elkaar huilend in de armen in de campervan waarin wij op dat moment reisden. We hosten door de bus die met vier wielen tegelijk van de grond kwam. Toen ik haar zei 'dat nu die rotlong er nog uitmoest', sprak ze mij bestraffend toe: dat mocht ik niet zeggen. 'Haar longen waren prachtige organen.' Zo was ze.
Ik herinner mij het telefoongesprek dat ik met Diederik voerde nadat Nelly's zieke long dan toch was verwijderd: de verbazing dat zij de dag erna al in bed de krant lag te lezen, met beide armen omhoog.?! Een held is iemand die respect afdwingt door grootse daden. Nelly deed dat.
En Diederik was Nelly's held, in hoofdletters. Wat hij voor zijn Snoepiedondersteen deed: medische tijdschriften uitpluizen, Internet afstruinen, experimenten ontdekken, medicijnen opsporen, artsen in binnen- en buitenland aanschrijven, suggesties doen aan de behandelende arts en niet te vergeten: Nelly moed inspreken... met zijn gevleugelde 'stapje-voor-stapje'. Maar hij deed ook de boodschappen, leerde koken volgens Houtsmuller en was er altijd om voor haar te zorgen en haar te verzorgen, 24 uur per dag.
Diederik had veel koosnaampjes voor zijn Nelly en Nelly 'spaarde' ze. Zelf was zij ook goed met woorden, zowel gesproken als geschreven. Ze was vaak Nelliaans creatief en cheeky. Toen de keelarts eens aan haar vroeg: 'hoe lang heeft u nog?' antwoordde ze: 'de hele middag, hoor'.
Ze werd een begenadigd schrijfster op haar weblog. Of ze nu reporter was voor 'Women on Top' of haar verdriet en eenzaamheid in woorden vatte: altijd was het treffend, vaak ontroerend. Ze voelde zich soms eenzaam op het zware pad dat zij moest gaan maar ze was nooit alleen. Ik weet dat Nelly in haar leven vele harten heeft beroerd. En wat je geeft, dat krijg je terug. Zij was iemand om veel van te houden.
Elk jaar sinds 2005, wanneer Marti en ik van lange, verre reizen terugkwamen voor een verblijf in Nederland, was er 'Nelly-dag': een dag met zorg en aandacht, speciaal voor haar. Als het mooi weer was, kwam zij met Diederik naar Kijkduin en als het weer tegenzat, togen wij naar Rotterdam. Ik deed mijn uiterste best om gezond en lekker voor Nelly te koken want mijn liefde voor haar bleef óók door de maag gaan. In de afgelopen jaren beleefden wij vele gezamenlijke 'Nelly-weken' in Spanje. Zelfs nog afgelopen november. Weken vol zoete en zilte herinneringen. Erasmus schreef het: 'niets droogt sneller dan een traan' maar de liefde voor elkaar zal niet voorbijgaan.
Ik zou een boek kunnen schrijven over mijn bijzondere vriendin: hoe ze haar angsten uit haar jeugd de baas werd, haar fysieke ongemakken te lijf ging, hoe zij aan zichzelf sleutelde om een betere manager te worden, zich inzette voor haar familie en de leukste tante was, hoe zij de trouwste vriendin bleef, hoe ontzagwekkend zij met haar ziekte omging... Nelly was een prachtig mens. Authentiek. Ontroerend. Trouw. Moedig. Intens. Creatief. En vooral dapper, heel dapper.
Wij hebben vaak afscheid van elkaar genomen. Geen van beiden was er goed in. Vandaag is ons afscheid dan toch definitief. Het komt veel te vroeg. Lieve Nelly, maatje van mij, ik dank je met heel mijn hart voor de vriendschap die je mij hebt geschonken. Al zullen toekomstige primeurs nooit meer dezelfden zijn, jij zult er altijd deel van uitmaken. Want de mooiste kamer in mijn hart is voor jou...
Op donderdag 8 januari 2009 nam ik (met deze tekst) afscheid van Nelly.
Wij zijn inmiddels naar Spanje teruggekeerd.