Translate

maandag 29 juli 2013

Walvissen gespot voor de kust van Altea

Vorige week vrijdag spotten twee mannen die met hun boot een tochtje voor de kust maakten een groep walvissen, rond 19:30 uur en circa 28 km uit de kust. De mannen slaagden erin tot op 30 meter afstand van de walvissen te komen om foto’s en videobeelden te maken. De dieren, vier volwassenen en twee kalveren, zwommen zuidwaarts, vermoedelijk op weg naar de Straat van Gibraltar waar ze de Atlantische Oceaan in zwemmen.

Dus toch! Toen mijn liefje en ik vele jaren geleden op zoek gingen naar een vakantiehuisje onder de Spaanse zon, besloten wij in dit deel van de Costa Blanca te gaan zoeken. Ik had namelijk kort daarvoor gelezen dat de betreffende baai -waaraan wij thans wonen- ‘de kraamkamer van Europa’ wordt genoemd. Walvissen zouden in deze beschutte baai met warm water bevallen van hun kalveren en dan na enige tijd de Middellandse Zee inruilen voor de Atlantsiche Oceaan. Het boekje waarin wij alle info en foto’s van de bouw bewaarden, kreeg de naam ‘proyecto ballenato’, het walvissenproject. Tot op heden spotten wij hier nooit een walvis; niet vanaf ons hoger gelegen terras met uitzicht op zee, noch vanaf het strand of op het water.

Het bovenstaande bericht over de groep walvissen, bevestigt het verhaal echter. Nu is 28 kilometer uit de kust wel erg ver kijken en Altea ligt 120 kilometer ten noorden van onze woonplaats maar ik geef de hoop op het spotten van lokale walvissen hier niet op. Als ze in Altea zijn te zien en ze gaan uiteindelijk de oceaan op, moeten ze hier langs komen. Augustus vier jaar geleden maakten wij een reisje naar Tarifa, de zuidkust van Spanje, om er walvissen te gaan zien. We zagen toentertijd dolfijnen en een grote groep grienden (pilote whales). Ze zwemmen dus rond in de Middellandse Zee en het is een kwestie van tijd dat ik ze voor de deur zal zien, denk ik.

In de afgelopen weken las ik een bijzonder boek, getiteld ‘Biological Exuberance – Animal Homosexuality and Diversity’ van dr Bruce Bagemihl. Het gaat over homoseksualiteit in het dierenrijk. Het meeste onderzoek is gedaan onder zoogdieren en vogels. Zijn boek was het resultaat van een promotie-onderzoek. Hij herschreef het zodat het ook interessant werd voor niet-wetenschappers.

Ik las het boek (een dikke pil van circa 900 bladzijden) met veel interesse, plezier en instemming. Bagemihl pretendeert niet volledig te zijn maar wat hij beschrijft, is zeer goed onderzocht en gedocumenteerd. Homoseksualiteit komt voor onder (mens)apen, zebra’s, ooievaars, schapen, libellen, walrussen, eenden, pinguïns, herten, bizons, zwanen, giraffen, walvissen, albatrossen, flamingo’s, meeuwen, steltlopers en nog vele andere zoogdieren en gevederde vriendjes. Van zeker 1.500 diersoorten is bekend dat de dieren homoseksuele handelingen verrichten, meerjarige relaties onderhouden, samen nesten bouwen, uitbroeden en jongen verzorgen.

Bagemihl analyseerde vele publicaties van vooraanstaande dierwetenschappers van de vorige eeuw. Hij stelt homofobie onder wetenschappers vast en trekt daartegen van leer. Een groot aantal zoölogen en biologen heeft klaarblijkelijk moeite met het accepteren van homoseksualiteit in de dierenwereld. Hij haalt vele wetenschappers aan die in hun onderzoekswerk niet kunnen of willen erkennen dat er wel degelijk sprake is van ‘gay and lesbian animals’. Bagemihl geeft er de voorkeur aan deze twee begrippen niet te gebruiken voor dieren daar ze vooral betekenis kregen in de mensenwereld. Hij gebruikt daarom het woord homoseksueel voor mannetjes- en vrouwtjesdieren en hun partners van hetzelfde geslacht.

Waar hij nog feller tegen is, zijn wetenschappers die zich -nadat zij niet kunnen ontkennen dat er in het dierenrijk sprake is van homoseksueel gedrag- negatief uitlaten over die relaties in de dierenwereld. Zij gebruiken beschrijvingen als ‘pervers’, ‘afwijkend’ en ‘misplaatst’ voor homoseksuele handelingen en levensvormen tussen dierenparen. Homoseksueel gedrag is niet tegennatuurlijk want het komt voor in de dierenwereld. Zeggen dat homoseksualiteit dierlijk is, is eveneens kul. Aldus Bagemihl en Barefoot.

Soms kon ik tijdens lezing een schaterlach niet onderdrukken. De vele foto’s in het boek laten bovendien weinig aan de verbeelding over. 

Homoseksuele vrouwtjesbonobo’s en -chimpansees doen veelvuldig aan GG rubbing (genito-genital rubbing): ze wrijven hun vulva’s en geslachtsdelen tegen elkaar, met ogenschijnlijk plezier. Jane Goodall, Diane Fossey en Frans de Waal bevestigden dat eerder. Vrouwtjesdolfijnen drijven onder elkaar terwijl hun snuiten beurtelings de edele delen van de ander aanraken, mannetjes walvissen stoppen hun penissen in alle openingen die hun partners hebben, zelfs hun blaasgat. Maar er is zoveel meer variatie. De penis van een blauwe vinvis, de grootste walvis in de wereldzeeën, is circa twee meter lang. Zoiets met eigen ogen zien, is wellicht teveel gevraagd?!


donderdag 25 juli 2013

Op bezoek bij de alcaldía

Afgelopen woensdag hadden we een afspraak met de vrouw die verantwoordelijk is voor het wel & wee van Orihuela Costa. Haar functie is die van alcaldía, de burgemeesteres van deze streek aan de Costa Blanca. Naast die functie is zij verantwoordelijk voor de stranden en eerste aanspreekpunt voor buitenlandse residenten in dit deel van Spanje. De vrouw in kwestie is van Duitse origine en ze is lid van de politieke partij De Groenen. De delegatie die haar bezocht, bestond uit twee vice-presidenten, één president en nog een afgevaardigde uit de urbanisatie. Met elkaar vertegenwoordigen wij meer dan 1.000 (grotendeels internationale) huishoudens.

Orihuela Costa is een gebied in ontwikkeling. Het bestaat uit de historische plaats Orihuela, alle kustplaatsen eromheen en vele achterliggende deelgemeenten. 
Het is de derde stad van Valencia en groeiend. Momenteel telt Orihuela Costa 94.500 residenten. 

Op het moment dat de stad meer dan 100.000 inwoners zal bevatten, zal de regionale geldkraan heel ver opengaan. Een interessant gegeven. Wij willen als residenten zeker dat er betere infrastructuur, meer publieke diensten en andere faciliteiten beschikbaar komen in ons woongebied maar het is belangrijk een juiste balans te vinden tussen faciliteiten voor vakantiegangers en het woongenot van (permanente en semi-permanente) residenten. De regelmatige lezer weet dat juist die onbalans onlangs de reden was waarom ik contact zocht met het gemeentehuis. Overigens met goed gevolg: de twee geluidsoverlast bezorgende (Ierse) bars in het uitgangscentrum op loopafstand kregen een waarschuwing en houden zich intussen gedeisd, zoals het hoort. ¡Alegría!

We werden door de burgemeesteres en haar -eveneens van Duitse origine zijnde- assistente ontvangen in een grote bespreekkamer in het gemeentehuis. Na een introductierondje vroeg ik, als dagvoorzitter, of ze ons een toelichting kon geven op haar rol en de bijbehorende verantwoordelijkheden. Het werd snel duidelijk dat ze opereert in een zogenaamd matrix-organisatiemodel. Zij is eindverantwoordelijk voor Orihuela Costa en gemeentelijke diensten als transport, educatie, politie en dergelijke leveren service aan haar deelgemeente. Die diensten vallen dus onder een specificieke functionele afdeling en worden toegewezen aan 'projecten' van de Alcadía van Orihuela Costa. Een complexe structuur, zeker in een Spaanse werkomgeving. Als voormalig organisatie-adviseur zag ik vele mislukte projecten en ontevreden personeelsleden.

Ik zou niet in haar schoenen willen staan, zelf ben ik ongeschikt voor een functie in de politiek. Wat ons duidelijk werd is dat politieke tegenstanders en partijen in Spanje meer energie lijken te steken in het bestrijden van elkaars positie en ideeën dan dat ze hun gemeente verder ontwikkelen. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de Spaanse zon... Ik heb respect voor haar benaderbaarheid, haar toewijding en inzet.

We spraken over algemene kwesties zoals toekomstplannen voor de stad, belastingen, wetten en inschrijving in de gemeente. Daarna praatten we over specifieke maatregelen voor onze eigen woonomgeving, zoals: verbeterde vuilophaal tijdens zomermaanden, over het aanbrengen van snelheidsrestricties in de wijk, over de verwijdering van dode palmbomen langs onze avenues, over 'echte' douches aan de stranden en meer. Het was een vruchtbare meeting, de relatie is gelegd en verbeteringen worden hopelijk binnenkort aangebracht. Onze gesprekspartners prezen ons om de betrokkenheid bij de eigen woongemeenschap en de kennis van lokale ontwikkelingen. We hopen de relatie in de toekomst verder te kunnen uitbouwen. Aan het einde van ons gesprek nodigde ik de burgemeesteres uit voor een tegenbezoek aan onze woongemeenschap in September, als het zomerseizoen ten einde is. De foto werd gemaakt door mijn lieftallige assistente. 


zaterdag 20 juli 2013

Vogelverschrikkers

Sinds enige tijd vliegen veel meer duiven in onze Spaanse woonwijk. De regelmatige lezer weet dat ik houd van gevederde vriendjes maar duiven, ook wel vliegende ratten genoemd, behoren niet tot mijn vriendenkring. Toen we als vereniging van huiseigenaren aan een groot schilderproject in de wijk begonnen, moesten alle bloembakken langs de terrassen worden leeggehaald. Nu al het schilderwerk is afgerond, zijn vele bakken weer gevuld. Veel mensen kozen voor een ander soort opvulling; zo ook wij. Het grootste deel van onze eigen bloembakken bevat geraapte schelpen en gevonden koraal van over de gehele wereld. Slechts een kleine hoek is beplant met verse kruiden die dagelijks in de keuken worden gebruikt. Een groot aantal bloembakken aan de terrassen van andere appartementen zijn leeg en duiven gebruiken die om in te broeden en te doen wat daaraan voorafgaat.

Inmiddels is besloten dat de valkenier met zijn havikken en valken weer wordt uitgenodigd. Een aantal jaren geleden vroegen we hem met zijn gevederde vriendjes op te treden tegen de duiven. Het is geen goedkope maar wel een effectieve oplossing. Na de vorige keer hadden we gedurende twee jaar geen overlast van duiven. De kosten gaan we nu delen met woonwijken in de directe omgeving van de onze. Dat is onlangs besloten tijdens overleg met andere (vice-)presidenten.

Daar het momenteel zomervakantie is en er een groot aantal kinderen in de woonwijk verblijft, lijkt het verstandig de valkenier nu niet te laten jagen. We willen geen huilende kids of hun ouders aan de deur die het zielig vinden voor de duifjes. Of voor hun kinderen. Sinds enige tijd vliegen zelfs enkele witte duiven over het terrein, sneeuwwitte vredesduiven, volgens een bekende Nederlandse smartlap. We wachten dus tot september en slaan dan genadeloos toe!

In een bepaald deel van de woonwijk bevindt zich sinds enkele maanden een nest met valken: vader, moeder en vier kleintjes. De kinderen leren momenteel vliegen en jagen, onder begeleiding van hun ouders. Op enig moment zullen de jonge valken hun geboortegrond echter gaan verlaten om te gaan rondzwerven. De ouders zullen dan niet meer achter hen aanvliegen. Wie weet kunnen de ouwetjes dan hun diensten aan de buurt aanbieden?!

Er zijn meer manieren waarop duiven kunnen worden ontmoedigd zich in onze woonwijk te gaan nestelen. Gif en afschieten zijn overigens niet toegestaan volgens de Spaanse wet.

De Engelse assistente van een voormalige president van de vereniging zette duivenvallen op de daken van alle appartementsblokken. Die vallen moesten elke dag worden geleegd. Het hield in dat de gevangen duiven moesten worden gedood. Ik zie mijzelf zoiets niet doen, ik wens geen bloed aan mijn handen! 

Mijn liefje en ik gaven enkele vrienden en bekenden het advies om hun bakken te vullen met dicht bij elkaar staande satépennen; die voelen niet goed aan Spaanse duivenbillen. Dat weten wij uit eigen ervaring. Wat kennelijk ook helpt is het plaatsen van stenen valken, havikken of uilen op de terrasrand. Ook die versteende vijanden schrikken af. 
Eigenaren die hun bloembakken voortaan liever leeg laten, zullen het advies krijgen hun bakken af te dekken met gaas met zodanig grote gaten dat een duivenei erdoorheen kan vallen en zo niet kan worden uitgebroed.

Een Brits echtpaar dat bekend staat om het grote gevoel voor humor -mensen die wij goed kennen- bracht een wel heel bijzondere maatregel tegen duivenoverlast langs hun huis aan... zij zetten koninklijke pionnen in (koningin Elizabeth II en prins Philip), vermomd als gewone mensen van het platteland. Een afschrikwekkende maar tegelijkertijd duurzame en diervriendelijke oplossing tegen duivenoverlast die een lach en veel navolging verdient, wat mij betreft!


maandag 15 juli 2013

Fun in the sun

Het zomerseizoen is hier begonnen: de cycades zijn weer dagelijks te horen. Het geluid dat zij voortbrengen, klinkt als electriciteit die door kabels stroomt. Vanmorgen verwisselde ik de dekbedden voor beddelakens. ’s Avonds en ’s nachts blijft de temperatuur inmiddels ruim boven 20 graden Celsius. Kinderen en kleinkinderen van Nederlandse en Belgische huiseigenaren brengen hier een deel van hun zomervakantie door. We kennen inmiddels velen van hen.

Afgelopen weekend maakten we mee dat een Hollands meisje hier afzwom. Voor de eerste keer. Haar ouders kregen toestemming het zwemdiploma C op het Spaanse vakantieadres af te nemen. Vader -gekleed als zwemleraar- gaf de opdrachten, moeder maakte foto’s, broertje stond langs de lijn en mijn liefje en ik waren ‘natte’ getuigen. De 7-jarige geëxamineerde was zeer serieus tijdens alle verrichtingen.

Als officiële voormalige zwemjuffen zwommen wij met Babette terug in de tijd. Dat is een van die dingen in ons verleden die wij gemeen bleken te hebben: zwemles geven. 
Mijn liefje volgde ooit een beroepsopleiding tot sportlerares, ik volgde een korte opleiding tot zwemjuf als vrijwilliger bij de zwemvereniging. Les gaf ik op zaterdagochtend, zowel in het buitenbad van de eigen woonplaats als in het overdekte zwembad van Rijswijk. Mijn liefje beheerde in de Nederlandse zomer grote zwembaden en gaf in de winter les aan kinderen in een Israëlische kibboets. Je hebt altijd baas boven baas. Beiden bleven we tot op de dag van vandaag waterratjes.

Het valt overigens niet mee om nu af te zwemmen. Het lijkt alsof er meer eisen worden gesteld. Bepaalde afstanden en zwemverrichtingen waren ons bekend maar een aantal verplichte verrichtingen ook weer niet. 
Zo gebeurt watertrappelen tegenwoordig niet meer met de wijsvingers van beide handen boven water maar met de handen in de zij. Ook was er een opdracht waarbij tijdens het watertrappelen naar links, rechts, naar voren en naar achteren moet worden bewogen. Daarnaast moest ze tien seconden drijven op haar rug en op haar buik, zonder beenslag.
Aan het einde van het programma was Babette ogenschijnlijk moe. Ze bewoog als Singer-naaimachientje door het grote bad: zig-zaggend. Wij moedigden haar vanuit het water aan nog even door te zetten. Toen het zover was, sprong pa naast zijn dochter in het bad en feleciteerde haar met het behaalde diploma. Haar iets oudere broertje overhandigde het diploma. Voor die gelegenheid ontving zij tevens een Spaanse versie van het document, compleet met onze handtekeningen.

Onlangs namen we de eerste duik van dit seizoen in de Middellandse Zee. Tot dan toe voelde ik nauwelijks behoefte mij in zee te begeven. Tè koud. Met de komst van de cycaden veranderde dat gevoel. We schaften nieuwe strandstoelen aan; de oude waren zwaar beschimmeld geraakt toen begin dit jaar ernstige waterschade ontstond in een appartement boven onze schuur. Er zit overigens nog steeds vocht in die ruimte; wekelijks moet ik het reservoir van de vochtafdrijver legen. De verzekeringsmaatschappij vergoedde de geleden schade tot op heden niet (ondanks de toezegging). Een typisch Spaans gevalletje van mañana-mañana...

Bepakt en bezakt togen we vandaag richting strand. De zee is momenteel niet blauw. Een brede strook  zeewater langs het strand heeft een melkachtige kleur. Het lijkt op de kleur van zeewater in het Caribische gebied. Ik denk dat er momenteel sprake is van bioluminescentie. Dat verschijnsel kan in de zomer in warme gebieden voorkomen. Over het water uitkijkend, lijkt het net alsof de lucht aan de einder roze is... Een fraai gezicht. Ik vermoed dat het zeewater rond 24 graden Celsius* is. Het is weer heerlijk dobberen.


*Rectificatie: vandaag ging de waterthermometer mee naar de zee. Na 30 minuten meten op verschillende dieptes, kwam de temperatuur niet beneden 28 graden Celsius.... ;-)


donderdag 11 juli 2013

Tafelzilver

Tijdens een recente Nieuwsuur-uitzending hoorde ik dat Nederland ‘het tafelzilver maar moet verkopen’ als het kabinet niet weet hoe het de extra bezuiniging van nog eens zes miljard euro bijeen moet brengen. Het werd gezegd door Bernard Wientjes, voorzitter van de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW. Met dat tafelzilver doelde hij op de verkoop van genationaliseerde banken. “Verkoop ABN Amro, SNS Reaal, verzekeraar ASR en de hypotheekportefeuille van ING. Daarmee haal je vele miljarden op. Het is tafelzilver dat de staat nooit heeft willen hebben.”

Tafelzilver, wij hebben het ook. Beter gezegd: wij hadden het. Toen we nog in Nederland woonden, verzamelden wij tweedehands tafelzilver; we kozen voor het model Haags lofje. We hadden zilveren vlees- en viscouverts, belegvorken, opscheplepels en juskommen. Sommige onderdelen hadden gegraveerde data; antiek bestek met een geschiedenis. In de loop van de tijd kochten we modern zilver bij, vooral messen. In het verleden dineerden wij met goede vrienden af en toe in vol ornaat: met zilveren couverts en een antiek 80-delig Rosenthalservies. Het servies met fijne roze, blauwe en grijze bloemetjes, stamde uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. We kochten het van een oude mevrouw in Brussel en deden het uiteindelijk kado aan een Engelse vriend toen we de UK verlieten. We zouden immers van een zeer ruim Engels landhuis naar een relatief klein Spaans appartement verhuizen... Het tafelzilver verhuisde met ons naar Engeland, Spanje, Bali en weer terug naar Spanje.

Onlangs verkocht mijn liefje ons tafelzilver. In winkelcentrum La Zenia vestigde zich een opkoper van goud en zilver. Mijn liefje opperde op enig moment dat ze eens met die eigenaar/manager wilde praten over de aankoop van zilveren couverts. Ik vond het prima. Eenmaal per jaar poetsen wij het zilver. De grote mand met vorken, lepels, messen e.d. staat vooral stof te vergaren onderin een keukenkastje.
De man, een Bulgaar, was zeer geïnteresseerd. Ze moest de partij maar eens komen tonen. Zo gezegd, zo gedaan. Na een aantal uren keerde ze met een dik pak biljetten, een fles champagne (kado gedaan door de winkelier) en een brede glimlach naar huis terug. De eigenaar beloofde haar dat de couverts en andere zilveren onderdelen niet zouden worden omgesmolten.

Ze is en blijft een handelaar, wat mij betreft. Als bewijs: op haar zesde leeftijd had ze al een goedlopende fietsenstalling met personeel bij sportclub GVAV in Groningen!

Alles dat zij en ik niet meer gebruiken, wordt van de hand gedaan (weggegeven of verkocht). We proberen zo 'licht' mogelijk te leven.

Recent waren enkele Louis Vuitton-tassen aan de beurt. De eerste tas werd gekocht tijdens een vakantie in Italië, andere locaties in Europa volgden. Sommige reis- en schoudertassen gebruiken we veelvuldig; die worden gekoesterd en mogen blijven. In Spanje worden valse Louis Vuitton-tassen aangeboden door Afrikanen maar mensen die er verstand van hebben, zien van een kilometer afstand wat echt en wat vals is. Liever geen tas dan een valse tas, is mijn adagium!
Twee hand- casu quo schoudertassen die we nauwelijks gebruiken, werden naar dezelfde winkel gebracht; inclusief bijbehorende portemonnees. Ook nu was de winkelier enthousiast. Alhoewel de winkel vooral handelt in goud en zilver, wilden ze het avontuur graag aangaan. Mijn liefje werd ter plekke aan de mede-eigenaar voorgesteld als ‘een goede klant’. Zij had de oorspronkelijke verpakking nog en eveneens alle rekeningen. De portemonnees staan inmiddels als heuse sterren in de etalage. In the spotlights, door -echte- parels omringd. Ik moest erom grinniken. Er blijkt veel animo te zijn maar er is tot op heden nog niets verkocht. Zij wacht in spanning af.

Enkele dagen geleden vroeg ik mij met een vriendin in alle ernst af wat zal volgen. Ook zelluf begin ik behoorlijk ‘vintage’ te worden: craquelée rond de ogen en mond, hier en daar wat uitgezakt; weliswaar gebruikt maar toch nog waardevol... Er zou zó maar een dag kunnen komen dat ik naar die winkel wordt gebracht.


woensdag 3 juli 2013

Uit Afrika

Afgelopen maandag werd in Nederland het slavernijverleden herdacht. Het onderwerp slavenhandel lijkt in Nederland net zo gevoelig te liggen als de misdaden die Nederlandse militairen begingen in voormalig Nederlands-Indië. Ook deze smet op het Nederlandse blazoen zullen we onder ogen moeten zien. Onze voorouders verkochten en verscheepten 550.000 Afrikaanse slaven. Niks om trots op te zijn... De Nederlandse regering bood geen excuses aan maar betoonde wel spijt en diep berouw. De aanwezigheid van koning Lex en koningin Max maakte het een en ander goed maar het feit dat zij geen krans legden, viel niet goed bij Surinaamse organisaties.

In de afgelopen weken las ik een aantal boeiende boeken. Ik begon met het ‘Beagle Dagboek’ van Dirk Draulans, een Belgische bioloog, journalist en schrijver die presentator was aan boord van het schip De Amsterdam dat in 2009 de route van Darwin nog eens overdeed met moderne middelen. Oké, ik geef toe: de lectuur is een beetje laat maar ik las het boek van Darwin ‘De reis van de Beagle’, wèl in het Darwinjaar. Draulans is een groot bewonderaar van de man en van zijn monumentale denkwerk.
Ook voor mij is de evolutieleer een onomstreden leer. Ik geloof niet in een God die de aarde en Adam en Eva schiep. Onlangs hoorde ik een bekende Nederlandse theoloog en dominee ‘opbiechten’ dat hij niet meer om de evolutieleer heen kan... zelf kan hij niet meer geloven in een scheppende God. Mijn eerste reactie was: “het werd tijd” maar ik gun ieder zijn of haar geloof.

Ik las Draulans’ dagboek met veel aandacht en interesse. Zijn boek is zeer informatief en zijn ideeën en overtuigingen zijn helder verwoord. Zijn liefde en enthousiasme voor de natuur spat van elke bladzijde! Ik deel zijn passie voor reizen, natuur en walvissen en dat schreef ik hem recent. Ik dankte hem voor zijn interessante werk. Ik ontving een leuke reactie van hem, met dank en nieuwe leestips.
Zijn Darwin-dagboek was een feest van herkenning omdat mijn liefje en ik een deel van Darwin’s route aflegden. Vooral zijn reis over land langs de westkust van Australië deed mij mijmeren: Wave Rock, de Pinnacles, stromatolieten, Shark Bay, schildpadden, zeekoeien, soorten haaien en roggen, kennismaken met een walvishaai; die kuststrook kenmerkt zich door zóveel geologische en dierlijke bijzonderheden!

Draulans spreekt in zijn boek waardering uit voor de Amerikaanse wetenschapper Spencer Wells. Hij is geneticus en antropoloog die het boek ‘The Journey of Man – A Genetic Odessey’ schreef. Aan de hand van technieken uit de genetica beschrijft hij de migratie van de vroegste menssoort, Homo Sapiens. Ik laadde het boek op de Reader en begon te lezen. Boeiend!


Wells beschrijft de migratieroute die de eerste mensen aflegden. Hij en andere wetenschappers deden dat op basis van onderzoek van de Y-Chromosoom, dus langs de mannelijke lijn (als jagers/verzamelaars waren ze meer op pad dan vrouwen). Men deed allerhande onderzoek: genetisch, antropologisch, geologisch, linguitstisch. Wij stammen allemaal uit Afrika, of we nu witte, zwarte of bruine mensen zijn; Europeaan, Afrikaan, Amerikaan, Australier of Aziaat... allemaal hebben wij dezelfde Afrikaanse voorouder. Als mens zijn we vrijwel identiek, slechts 0,1% van het DNA bepaalt ons andere uiterlijk.

Ongeveer 150.000 jaar geleden verlieten onze voorouders de Olduvaikloof in de Grote Slenk (Oost-Afrika). Dat is de bakermat van de mensheid. 150.000 jaar geleden verspreidde homo sapiens zich eerst in Afrika, daarna trok men naar het Oosten -de Levant-, vervolgens ging men via de kustroute langs de Indische Oceaan naar Azië. Per boot stak men over naar Australië. Door extreme opwarming van de aarde trok homo sapiens vervolgens naar Centraal-Azië. Verschillende fysieke kenmerken ontstonden vooral door natuurlijke selectie. Pas 50.000 geleden kwam onze voorouder (Zuid-)Europa binnen. Tussen 40.000 en 25.000 jaar geleden trok men vanuit Centraal-Azië naar de Arctische cirkel. Van daaruit trokken de voorouders van oorspronkelijke Indianen via de Beringstraat continent Amerika binnen. Pas gedurende de laatste 15.000 jaar werd Zuid-Amerika bevolkt. Homo Sapiens betrad Scandinavië en Engeland tenslotte pas in de afgelopen 10.000 jaar. Met deze interactieve routekaart kun je The Journey of Man nog eens bekijken.

Het onderzoek leverde veel meer interessante details op. Zo toonde het onderzoek tevens onomstreden aan dat homo sapiens niet is ‘gekruist’ met Neanderthalers en dat er geen continentspecifieke menssoort bestaat. We zijn allemaal terug te leiden naar één Oost-Afrikaanse voorvader. Dat werpt een nóg scheller licht op het mensonterende van slavenhandel...