Translate

donderdag 17 augustus 2017

Señor Fernando

In voorbereiding op het passeren van de koopakte bij de notaris, ontdekte onze zaakwaarnemer Antonio in februari van dit jaar dat de afmetingen van ons nieuwe huis niet overeenkwamen met de gegevens in het zogenaamde ‘Registro de Propiedad’ van de gemeente, het Eigendomsregister. Vanuit de lucht zag hij een aanbouw aan de achterzijde van het huis -door mijn liefje en ik ‘De Caravan’ of ‘De Oranjerie’ genoemd- die niet stond geregistreerd.

Het aparte is dat wij met de vorige huiseigenaren William & Lynn in een plaatselijk parkje aan het bowlen waren toen het telefoontje met die bevinding kwam. Ik zag aan Bill‘s steeds roder wordende hoofd en zijn lichaamshouding dat er iets niet in orde was maar wist op dat moment niet dat het iets gemeenschappelijk betrof. Niet veel later vertelde Antonio ons wat hij had geconstateerd en ondernomen. Wij wisten niet beter dan dat meer dan tien jaar geleden een bouwvergunning was aangevraagd en verkregen voor de uitbreiding van het huis. We zijn niet de enige in de straat met een dergelijke aanbouw.

Kon het passeren van de akte bij de notaris nu wel doorgaan? Moest de verkoop überhaupt doorgaan indien er sprake zou zijn van illegale aanbouw? Geen van de partijen had behoefte aan gedoe. Zij hadden al hun meubilair reeds verkocht of op de boot gezet en onze verhuisdozen stonden reeds in hun huis. Bovendien hadden wij ons huis verkocht…

Antonio vond ook uit dat er in onze nieuwe woonwijk een Vereniging van Huiseigenaren bestaat; niet zo’n formele als die in Campoamor, deze houdt geen jaarvergaderingen. Wel is er een president die Fernando bleek te heten en in Murcia woont. Hij werd gebeld. Als het de betrokken partijen lukte, moest hij met  terugwerkende kracht namens de vereniging een verklaring ondertekenen over het akkoord van die aanbouw. Dat lukte niet. Wel kwam -op kosten van de Britse eigenaren- een architect de eetkamer bekijken en opmeten.

In het koopcontract werd vervolgens alles in detail beschreven; het huis kent twee verschillende afmetingen: een met en een zonder aanbouw. Het reservepotje voor het regelen van de kwestie wordt benoemd, net als het werk van de architect. Er was op de dag voorafgaande aan het notarisbezoek en de dag zelf nog veel overleg, ook met de notaris. De akte kon uiteindelijk passeren. Mijn liefje en ik werden formeel eigenaren van een huis met zonder aanbouw. Wij zouden rond de zomer zelf contact zoeken met president Fernando om de zaak te finaliseren.

Dat eerste contact vond in juli plaats, via een Spaanse mail. Fernando spreekt alleen zijn moerstaal. Daarin schreef ik dat we hem graag wilden spreken om de ampliación formeel te regelen. Hij schreef één zin terug: in augustus zou hij naar zijn vakantiehuis in onze woonwijk komen. Ik stuurde hem daarop ons telefoonnummer toe zodat hij ons na aankomst kon bellen. Op 10 augustus had ik nog niets van hem gehoord. Ik stuurde wederom een mail met de vraag wanneer we konden afspreken. Rond één uur op 12 augustus, was zijn antwoord. Geen aanhef, geen groet, niets. Zijn adres stond in het Betreft-vak.

Fernando was kennelijk een man van weinig woorden. Zou het een nukkige, arrogante Spanjaard zijn? Organisatietalenten als mijn liefje en ik zijn, vroegen we Antonio tijdig om raad. Die stuurde ons een Spaanse voorbeeld-verklaring; met Fernando moesten we tot iets vergelijkbaars komen. Dat voorbeeld gebruikte ik vervolgens om met de gegevens uit het officiële koopcontract een Spaanse verklaring op te stellen, met één doel: zijn handtekening. Het document brandde in mijn mapje toen we naar onze afspraak liepen.

Fernando bleek een benaderbare persoon met pretogen te zijn, al was dat niet het eerste dat mij opviel toen ik hem de hand schudde. Een man met een snor, roker,  binnensmonds pratend (zoals vele Murcianen doen), in sportbroek en -shirt van een marathon, op badslippers, met een klassieke primrose yellow Fiat 500 op de oprit. Als woordvoerster van de familie ging ik tactisch naast hem zitten. Zijn eerste vraag was of we een groot of een klein probleem kwamen bespreken. Vanzelfsprekend zei ik ‘pequeno’ (klein); ik wilde de kwestie niet groter maken dan het was.

We kletsten wat om het ijs te breken. Na mijn toelichting en beschrijving van de aanbouw, legde hij uit dat we helemaal geen probleem hebben. Hij was als president door de vorige eigenaar benaderd voor die aanbouw. Zolang je geen muren verandert of plaatst, heb je zelfs geen bouwvergunning nodig. Voor die achterkamer waren bestaande muren gebruikt, de aluminium schuifpui en het dak waren demontabel. Hij toonde ons zijn eigen overkappingen en aanbouw; daar was onze Oranjerie niets bij. Van illegale bouw was dus geen sprake en dat was belangrijk om te weten.

Tijdens het gesprek bleef ik de verklaring echter onder zijn neus duwen. Zonder zijn handtekening zou ik niet weggaan. Af en toe legde ik mijn hand op zijn arm; zoiets werkt bij Spanjaarden. Hij lachte op enig moment mijn zorg weg: die handtekening krijg je van mij. De afspraak had het beoogde resultaat. Op ons verzoek kwam hij de aanbouw nog even met eigen ogen bekijken. Fernando keerde inmiddels naar Murcia terug, zijn vakantie zit erop. Gisterenochtend belde hij: “Met de president”... dat intimideerde niet (meer), Hij gaf mij, zoals afgesproken, het fiscale nummer van de vereniging (CIF) door waarmee ons certificado compleet is.

Met deze verklaring gaat administrateur Antonio de exacte gegevens van ons huis in het betreffende register vastleggen. Daarna gaan we weer naar de notaris om een bijgewerkt eigendomsbewijs te ontvangen. No pasa nada, het komt goed.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten