Onlangs gingen we wederom
op zoek naar de amandelbloesem. Het vorige uitje voerde ons naar het binnenland
van Alicante, nu gingen we op verkenning in de provincie Murcia. Het was
weer een zonnige dag al warmde het langzamer op. Het gebied dat we deze keer
bereisden, is op zich anders: de hoogvlakte is ruiger en naakter. De bodemkleur is anders, net als het
licht. En heuvels zijn hier heuse bergen. We gingen tijdig; naar verluidt, gaat
de sneeuwgrens weer dalen. Enkele weken geleden lag daar nog een pak sneeuw.
Via Balsica reden we
richting Murcia. Mijn liefje zei “we nemen jouw favoriete weg”. Voor mij
was het te vroeg voor ironie. Op die route kreeg ik namelijk al eens een fikse
bekeuring. Het zoeft zo lekker op die doorgaans lege weg dat je ongemerkt de maximaal
toegestane snelheid overschrijdt. Hermano
Mayor te está mirando… Big Brother is watching you. Die weg brengt voor de Spaanse
staat het meeste geld in het laatje. Deze keer zette ik de cruise control aan.
Voor we Murcia-stad
bereikten, sloegen we af richting Almería, Mula en Caravaca de la Cruz. De stad
Mula lieten we achter ons, de weg voerde verder naar Calasparra (afslag 33).
Deze stad bezochten we voor het eerst in mei 2007. Daar komt namelijk de beste
rijst voor paëlla vandaan dus we gingen destijds naar de Spaanse
rijstvelden. Deze keer dronken we er slechts een kopje koffie maar wel in een heel trendy pastelería.
Op dat moment hadden we de
eerste amandelbomen in bloei reeds gezien. Vanwege de open vlakten en ons
relatief -voor de tijd van het jaar- vroege uitje, was de bloesem hier en daar nog pril en teer. Dat verfijnde stond in schril contrast met de woestheid van de
omgeving. De vaak grillige bomen met hun witte en roze bloemen, omringd
door rode aarde leverden mooie plaatjes op. Hier en daar vloog een buizerd op.
Ik was in mijn element. De bloesem van de perzikbomen, die daar eveneens in groten
getale staan, laat op de hoger gelegen terreinen nog op zich wachten. Elke
vroege fotostop was guur; mijn wollen vest deed goede dienst. Bloemblaadjes
waaiden om mijn hoofd en benen. Toch sneeuw! Mijn liefje waagde zich aanvankelijk
niet buiten de auto.
We verlieten
Calasparra in noordelijke richting via de C-3314 en gingen op weg naar Jumilla, bekend
van de wijnbouw maar daarvoor is het ècht te vroeg. Onze bestemming was de
stad Cieza, die we via de B-19 aanreden. Die stad en omgeving staan al ruim een
jaar op mijn lijstje van te bezoeken oorden in Spanje. In de omliggende Sierra
de Ascoy en de Cañón de Almadenes bevinden
zich namelijk neolithische rotstekeningen (vermoedelijke datum: 6.000-5.000 voor
onze jaartelling). Die sites zijn UNESCO-werelderfgoed. Individuen die de
grotten willen bezoeken, moeten een afspraak voor bezichtiging maken en dat kan
alleen in de zomermaanden.
In de zaterdagkrant
van La Verdad van 27 januari jongstleden stond een uitgebreid artikel over de
primitieve rotstkunst van de ‘Arco
Mediterráneo’, de zogenaamde Middellandse Boog die regio Murcia, Andalusië,
Castilla-La Mancha, Catalonië en Aragón omspant. 20 jaar geleden werden alle tot
dan toe gevonden rotstekeningen langs die boog tot werelderfgoed verklaard.
Destijds ging het om 856 vindplaatsen, hedentendage heeft men er 2.000
geïnventariseerd. 120 daarvan liggen in de regio Murcia, in het gebied dat we
op deze dag doorkruisten. De belangrijkste vindplaatsen zijn: Yecla, Jumilla,
Cieza, Calasparra, Moratalla, Cehegin, Mula, Totana en Lorca. Het artikel
stopte ik in mijn Murcia-gids, voor later raadpleging.
Cieza heeft echter
ook een fraai museum. Museo Siyâse verhaalt niet alleen over de rotstekeningen en
andere paleolithische vondsten uit die streek. In de vorige eeuw
werden in dit gebied de resten van een moslim-nederzetting uit de 11de eeuw ontdekt. Twee van de 19 huizen die men uitgroef (van de bestaande 700 woningen)
bouwde men in het museum na. Het is een lichte, moderne ruimte in een pand uit
1912 waarin voorheen het casino was gevestigd. Het museum is op maandag
gesloten, de toegang is gratis. Vanaf de bovenverdieping heb je mooi uitzicht
over de omringende lappendekens van amandel- en fruitbomen. Ik viel met mijn
neus in de boter want het museum heeft tot midden maart tevens een foto-expositie
van plaatselijke fotograaf Fernando Galindo Tormo. Hij fotografeert de bloesem
van Cieza al jarenlang. Hij legde deze ‘Floración’ van zeer dichtbij en vanuit de lucht vast. Hij zag die bloesem in al zijn pracht, op elk moment van de dag en in alle stadia van bloei. Fantastische foto’s, niets is nep.
We lunchten in
gastrobar ‘Pinxame’ (Prik mij) en dat werd gelukkig geen pijnlijke aangelegenheid. We
bestelden onder andere konijn met aardappel en er werd tongstrelende Jumilla-wijn
geserveerd. Vanwege de vele landbouwactiviteiten wonen hier veel
Zuid-Amerikanen. Langs de bloesemroute zagen we mannen op trappen aan bomen rukken. Ik
denk dat ze bloesem stripten om meer ruimte voor de latere vrucht te maken. Ik
weet dat echter niet zeker, heb er spijt van dat ik niet uitstapte om het te
vragen. En om hun vriendelijke koppen van dichtbij te fotograferen!
Het overkomt mij vaak… Doorrijden en dan simmen over de gemiste kans. In plaats van zelf tot actie over te gaan, verzocht ik mijn liefje om vanaf haar positie in de auto de situatie te fotograferen. Dat bleek tegen de zon en van teveel afstand; een misser. De mannen bedankten ons voor de aandacht - zelfs in het Engels. Die Zuid-Amerikaanse invloed vond ik ook terug op de lunchplek: er kwam Sol-bier uit de tap en er stond pittige Mexicaanse kaas op het menu. Ik proef het rode pepertje nog, als ik mijn ogen sluit.
Het overkomt mij vaak… Doorrijden en dan simmen over de gemiste kans. In plaats van zelf tot actie over te gaan, verzocht ik mijn liefje om vanaf haar positie in de auto de situatie te fotograferen. Dat bleek tegen de zon en van teveel afstand; een misser. De mannen bedankten ons voor de aandacht - zelfs in het Engels. Die Zuid-Amerikaanse invloed vond ik ook terug op de lunchplek: er kwam Sol-bier uit de tap en er stond pittige Mexicaanse kaas op het menu. Ik proef het rode pepertje nog, als ik mijn ogen sluit.
Na de lunch was het
tijd voor deel 2 van deze toeristische route (van Piet). We reden vanuit Cieza
over de A-30 naar de plaats Abarán dat in het dal van de rivier Segura ligt. De
smalle weg volgt de meanderende rivier. Doorgaans valt de bloesemperiode samen
met een gezwollen rivier. We passeerden een waterkrachtcentrale in werking. De
waterstand was hoog dus er was ook bird life te spotten; de vogelvriend in mij was eveneens content. We sloten deze leuke dag af met een mooi glas wijn uit
Jumilla. De foto’s van dit uitje zitten alweer in mijn publieke album.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen