Translate

dinsdag 20 februari 2018

Bloesemtocht - deel 1


Mijn liefje en ik maakten afgelopen weekend een uitstapje naar het binnenland van Alicante. Het doel was om daar amandelbomen in bloei te zien. Mijn weervrouw meldde dat het een zonnige dag zou worden dus we trokken er vroeg op uit. Als je naar Alicante rijdt, of het nu is via de AP-7 of langs de kustweg N332, doemt op enig moment een bergwand voor je op die beeldvullend is. Zelf ben ik meer van zee dan van bergen maar het is altijd een imposant gezicht.

Heuvels en bergen blijven je vanaf dat moment omringen. Wij reden langs Alicante, over de CV-800 in de richting van Jijona - op zijn Valenciaans Xixona. Dit plaatsje is beroemd vanwege turrón, een Spaanse lekkernij die wordt gemaakt van amandelen. Het is een soort nougat die hier vooral met feestdagen wordt genuttigd.

We dronken er een kopje koffie en brachten een bezoek aan het Museo del Turrón, naast de fabriek van bekende merken als El Lobo (1725) en 1880. Nougat kent in Spanje een lange traditie. Het verhaal gaat dat turrón uit de 11de eeuw stamt, ten tijde van de Moorse heersers. Koning-emir Ali heerste destijds over Alicante en was getrouwd met de Scandinavische prinses Ilda. In het voorjaar bedekte de blaadjes van de amandelbloesem de heuvels ten noorden van Alicante met een witte laag. Dat deed Ilda denken aan de sneeuw in haar vaderland. In diezelfde tijd begon een kleine, lokale bakkerij daar amandelsnoepjes te vervaardigen zodat de emir de belofte aan zijn vrouw gestand kon doen. In de 15de eeuw was turrón uitgegroeid tot ‘dulce Espanol’, zoetigheid van nationale allure. In het museum proefden wij de turrón blando, een smeuïge variant volgens traditioneel recept: niet met suiker maar met bijenhoning vervaardigd.

Daarna was het tijd om op zoek te gaan naar de bloeiende amandelbomen. Deze route werd ons aanbevolen door vriend Piet. We reden over smalle, steile paden en haarspeldbochten, over bergpassen en door valleien. Vanuit hoger gelegen gebied hadden we matig zicht over de valleien vanwege nevel. Ik denk dat de botsing van warmte en kou daaraan debet was. Het mocht de pret niet drukken. Waar je ook keek zag je fraaie finca’s; groot en klein, vervallen en nog in functie. Het hoogste punt bereikten wij die dag op de puerto de Carrasqueta, gelegen op 1.020 meter.

Op die route deelden we de weg met racefietsers, mountain bikers en motormuizen. Sommige motorrijders gingen als shorttrack-schaatsers door de bocht maar dan zonder (Samsung) SmartSuits… Die pakken bleken tijdens deze Winterspelen het geheime wapen van Nederlandse beoefenaars van die tak van sport. Het motto van de ontwikkelaar was als je streeft naar het hoogst haalbare moet je diep gaan. Hun sportkleding bevatte sensoren die precies aangaven wat de afstand tussen heupen en ijs was, zowel in bochten als op rechte stukken. Als ze niet diep genoeg zaten, stuurde de coach bij met een druk op de knop Go Lower!

Wij gingen hoger. Qua autoverkeer was het rustig op de berg dus er was volop gelegenheid om uit de auto te springen voor een foto. Als je door zo’n fraai natuurgebied rijdt, mogen roofvogels niet ontbreken. Halverwege de ochtend zagen we een stuk of 15 roofvogels in de lucht. Imposant. Het bleek te gaan om vale gieren. Deze vogels hebben een vleugelspanwijdte van twee à drie meter! Ze cirkelden op de aanwezige thermiek en spiedden om zich heen. Vale gieren zijn aaseters dus ze moesten karkassen in hun vizier hebben gehad. Het valt nog niet mee ze in vlucht met de telelens vast te leggen… Van deze giersoort zijn er nog veel te zien in heel Spanje; het dier wordt wereldwijd evenmin bedreigd. Er stond een uitkijkpost op de belendende heuvel dus ik weet zeker dat dit gebied ook vogelaars trekt.

Amandelbomen zijn loofbomen; ze hebben het naar hun zin op hoogte, op zonnige hellingen met rotsachtige grond. Ze houden van warme zomers en van winters met matige regen. Afhankelijk van de soort amandel, zijn de bloemblaadjes wit of (licht)roze. We zagen ze allebei, soms zij aan zij. Aan de bloesem te zien, waren we aan de vroege kant. Het uitzicht deed mij denken aan het schilderij ‘Amandelbloesem’ (1890) van Vincent van Gogh met bloeiende takken tegen een blauwe lucht. Het is symbool van nieuw leven. Van Gogh deed het schilderij kado aan zijn broer Theo en diens echtgenote Jo, bij de geboorte van hun zoon. Hij liet zich inspireren door Japan, ik door Spanje. Op lager gelegen plekken was de bloesem eerder in bloei. Daar rook je de zoete aroma reeds om de bomen hangen. Je kont de bijen, zoekend naar nectar, horen zoemen.

We waren op weg naar het pittoreske El Castell de Guadalest voor een late lunch toen we langs de route een fraai pand, een winkel met lokale producten (onder andere amandelen en amandelbloesemhoning) en een zonnig terras zagen liggen. Ik trapte op de rem en schoot het parkeerterrein op. We mochten aanschuiven bij restaurant La Venta de Bonifato en dat bleek mazzel. Het Spaanse echtpaar dat na ons binnenwandelde, werd de deur gewezen; alle andere tafels bleken gereserveerd. We bestelden een typisch Valenciaans gerecht ‘espencat’, gegrilde groenten (groene & rode paprika, aubergines) met dobbelsteentjes gezouten kabeljauw. De Spanjaarden kwamen gaandeweg binnen. Onze hoofdgerechten (lamskoteletten en biefstuk) werden bereid op open vuur. Heerlijk. Ze schonken een mooie rode huiswijn uit Alicante (Laudum Reserva). Een culinaire ervaring die voor herhaling vatbaar is.

Het werd een, in alle opzichten, mooie dag. Met een laatste blik op dramatische bergpieken reden we huiswaarts. Dit uitstapje is de moeite waard, dit deel van Spanje is prachtig in deze tijd van het jaar. Wel moet je deze bloesemronde vóór eind maart doen; daarna zijn de amandelbomen uitgebloeid. We gaan de bloesemtocht binnenkort herhalen in de provincie Murcia. Het digitale España 2018-foto-album vulde ik inmiddels aan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten