Translate

maandag 28 april 2025

De wondere wereld van Cappadocië

Na onze bezoeken aan Istanbul, Gallipoli, Troje (Canakkale), Bursa en Eskişehir zetten we koers naar Ankara, de hoofdstad van Turkije. Daar bevindt zich het interessante museum van Anatolische Beschavingen en het mausoleum van Mustafa Kemal Atatürk, ook wel de ‘Vader van alle Turken’ genoemd. 
Ik denk dat iedere Turk tot op de dag van vandaag trots is op deze man. Onze reisgids Şahin vertelde dat misschien wel 90% van de Turken zijn portret als hun vergrendelscherm heeft. Ik moet bekennen dat zijn levensverhaal mij ook greep. Zijn heldhaftigheid, compassie, zijn visie voor zijn land, zijn daadkracht. De plek van zijn mausoleum maakte indruk op mij, net als het bijbehorende museum. Daar had ik wel iets meer tijd willen doorbrengen. Die dag was er een feestelijke ceremonie. Een bepaalde faculteit van een van de universiteiten van Istanbul bestond 10 jaar en professoren en studenten waren daar om dat te gedenken. We maakten er ook de wisseling van de wacht mee en dat ging er nogal militair aan toe. Er werd hard geschreeuwd en gemarcheerd. Die types wil je 's avonds laat niet tegenkomen in een donkere steeg!  

Het ‘Museum van Anatolische Beschavingen’ -in 1997 in Europa uitgeroepen tot het museum van het jaar- is een rijke bron aan eeuwenoude, goed bewaarde kunst. Het museum bestaat uit chronologisch gescheiden secties: een noordhal met paleolithische vondsten, een westhal uit de neolithische tijd, een zuidhal met voorwerpen uit de vroege bronstijd en een oosthal met voorwerpen uit de Frygische periode (Klein-Azië). Het is verbluffend hoeveel eeuwenoude artefacten puntgaaf zijn opgegraven door archeologen uit binnen- en buitenland. Het pand is een gerestaureerde bazaar en dat draagt zeker bij aan de bijzondere sfeer. Dit museum is een juweel!

Na Ankara gingen we op weg naar Cappadocië, provincie Centraal-Anatolië. (Daar verliet de koude ons en begon het warme weer.) In het Turks spreekt men het uit als Kapadokya. Ik was al licht opgewonden door het woord, laat staan door het landschap. De hoogvlakte van Cappadocië is namelijk wonderlijk en wonderschoon. Het is een surrealistisch en grillig landschap van bergruggen, tufsteenkegels, grotten, valleien en kloven. Die constructies ontstonden miljoenen jaren geleden door een aantal heftige vulkaanuitbarstingen. Dit gebied ligt aan de voet van de uitgedoofde vulkanen Erciyes (bijna 4.000m hoog) en Hasandağ (circa 3.200m hoog). Het gebied werd jarenlang bedolven onder lava en asregens en dit resulteerde in een mix van hard en zacht gesteente. Door erosie ontstonden grillige rotsformaties en vanwege het zachte gesteente was het betrekkelijk eenvoudig kloosters en kerken uit te hakken en ondergrondse steden te bouwen. Eeuwen voor onze jaartelling ontstonden deze ondergrondse steden om te dienen als schuilplaatsen in tijden van gevaar. Dit is UNESCO Werelderfgoed op zijn best! Het is een ongekend fotogeniek landschap. 

Cappadocië is niet alleen interessant vanuit geologisch en etnologisch oogpunt. De pracht van de inrichting van de christelijke heiligdommen is er eveneens ongeëvenaard. Het is een van de belangrijkste voorbeelden van de Byzantijnse kunstperiode na de iconoclastische periode. Men denkt dat de eerste tekenen van monastieke activiteit in Cappadocië teruggaan tot de 4e eeuw toen kleine kluizenaarsgemeenschappen, handelend volgens de leer van de bisschop van Kayseri, begonnen te leven in cellen die uit rotsen waren gehouwen. In latere perioden begonnen ze zich te verenigen in zogenaamde troglodietendorpen zoals Kaymakli dat eveneens in ons reisprogramma zat, als toevluchtsoorden om Arabische invasies te weerstaan. We hadden een geofysicus in ons midden, Marten, die ons veel extra's vertelde over bodemwerking, seismiek en steensoorten. Een leuke kerel die goed kon praten en mensen met zijn toelichtingen wist te vermaken. 

Het Cappadocische monnikendom had zich al stevig gevestigd in de beeldenstormperiode (725-842), zoals blijkt uit de heiligdommen die er zijn te bewonderen, meestal gebeeldhouwde of met tempera beschilderde kruizen. Na 842 werden in Cappadocië vele rotskerken gegraven en rijkelijk versierd met felgekleurde figuratieve schilderkunst. Tot de kerken in de vallei van Göreme behoren onder andere Tokalı Kilise en El Nazar Kilise (10de eeuw), St. Barbara Kilise en Saklı Kilise (11de eeuw), Elmalı Kilise en Karanlık Kilise (eind 12de/begin 13de eeuw). Ik wist niet dat de geschiedenis van Turkije zo rijk is. Zo boeiend.  

Op een zonnige dag met hier en daar een wolk (joehoe!) bezochten we het openluchtmuseum van Göreme nationaal park en de Zelve-vallei. Göreme heeft een groot aantal uit rotsen gehouwen kerken, kloosters en kappellen, met eeuwenoude fresco’s en muurschilderingen. 

Alhoewel we vroeg op pad gingen, was daar al veel volk op de been. Kun je nagaan, hoe het hoogseizoen zal zijn... Dan moet je daar over de hoofden lopen. Vanwege een toiletbezoek bij de ingang miste ik de opmerking van onze gids dat er in de rotskerken die we gingen bezoeken, niet mocht worden gefotografeerd. Dus ik gebruikte mijn camera -zonder flits- zonder schroom. Totdat Pauline mij vertelde dat het niet mocht. Aan deze onwetendheid van mijn kant heb je deze fotocollage te danken. 

De Zelve-vallei is wereldberoemd om zijn zogenaamde 'feeënschoorstenen', tufstenen pilaren met basaltkap. We maakten onder andere een stop bij de Drie Schoonheden, een steenconstructie net buiten de stad Ürgüp (eveneens de wijnstreek van Turkije). Volgens de legende woonden daar een koning en zijn dochter, een schone prinses. Dochterlief werd verliefd op een herder. De koning kon hiermee niet instemmen, hij was te min voor haar. Zij realiseerde zich dat ze haar vader niet zou kunnen overtuigen en besloot er met haar geliefde vandoor te gaan. De verliefden kregen nog een mooi kind ook. Vandaar het getal drie. Op mijn foto zie je de Turkse vlag (een van de talloze grote en kleine die ik zag tijdens deze rondreis) en de vulkaan Erciyes op de achtergrond. 

Voor een aantal medereizigers was Cappadocië vooral de plaats waar ze wilden gaan ballonvaren. Şahin vertelde dat er maandelijks (?) 50.000 toeristen zijn die dit willen maar dat er slechts 5.000 zijn die het mogen. Niet omdat er onvoldoende luchtballonnen zijn maar ondat er strenge regels worden gehanteerd. Er mag niet worden gevaren bij wind van meer dan 10km/uur, niet bij mist en nog wat andere omstandigheden. In het verleden gebeurden er ongelukken en dat wilde de autoriteiten voortaan zo veel mogelijk voorkomen. 

Voor mij was dit uitstapje geen optie. Mijn hoogtevrees is dermate sterk dat ik niet in een mand onder een luchtballon durf te stappen. Velen hebben mij al geprobeerd te overtuigen dat het niet eng is... Als ik ergens zou willen opstijgen, was het wel in Cappadocië! Maar het is een knalrode lijn voor mij. Ik stapte dus niet in maar genoot wel van de ervaring (en de foto’s) van degenen die het wel deden. Voor sommigen werd dit een bijna religieuze ervaring. Ik zag ze zwevend terugkeren aan het ontbijt en die dag bleven ze een wazige blik in hun ogen hebben. Ze voeren op 700m hoogte, beleefden een schitterde zonsopgang boven dit feeërieke landschap. Wel iets om een tikkie jaloers op te zijn! (De bijgevoegde foto is van Belgische Mieke.) 

Die avond scheurden we met oude jeeps naar een hooggelegen terrein om de zon over de grillige pieken te zien zakken. Mijn nieren zaten na deze dodenrit achter mijn oren maar het uitzicht was prachtig. We dronken er een glas bubbels op, zonder alcohol. De ontelbare plastic kurken bleven er als schuldig bewijs achter. Tja.

Dit was deel 2 van mijn drieluik over de recente rondreis door Turkije, een land dat ik tijdens deze reis om vele redenen zeer ben gaan waarderen. Net als de vele vriendelijke Turken die op ons pad kwamen. 

Nog één blog te gaan dus wordt vervolgd.


vrijdag 25 april 2025

Merhaba!

Je snapt het al... er kwam geen blog uit mijn vingers tijdens de afgelopen twee weken. Wij gingen op rondreis door Turkije maar jij kon als lezer niet meereizen. Dat lag soms aan de kwaliteit van de lokale internetverbinding maar vaker aan het feit dat er geen ruimte was in mijn hoofd en in het drukke reisprogramma. Om je alsnog medereiziger te maken, plan ik een drieluik achteraf. Dit is deel 1. 

Al typte ik niets in de afgelopen twee weken, het wat een zeer beschrijvenswaardige reis. Turkije is prachtig, de geschiedenis van het gebied en het land is waanzinnig interessant, de natuur uiterst afwisselend en de Turken alleraardigst. Daarbij zou ik het kunnen houden, ware het niet dat ik graag blog over nieuwe reiservaringen. Dit land verdient bovendien aandacht.   

Waar te beginnen?! Het samenkomen van de reisgroep op de gloednieuwe luchthaven van Istanbul had wat voeten in de aarde. Als voormalig medebouwer van Heathrows Terminal 5 kon ik de plek wel waarderen. The Magic Starts There... maar niemand leek ons er op te wachten, de reisgids voor de komende twee weken was in geen velden of wegen te bekennen. We zwermden over het vliegveld uit op zoek naar een bekende naam of vlag. Iemand uit de reisgroep (Paulien) was echter zo verstandig het noodnummer van de Nederlandse reisorganisatie te bellen. Daar vertelde iemand haar dat dat we moesten verzamelen bij uitgang 14; dat zou in de reispapieren staan, maar geen van ons reizigers had die info. De gids echter wel. Eenmaal bij die uitgang, stond daar Şahin met een stapel papieren en een Turks vlaggetje in de hand. Hij bleek een alleraardigste, leuke man van middelbare leeftijd. Met een hippe bril en een staartje. Wij werden door hem vakkundig naar de bus geleid waar chauffeur Semih onze koffers en reistassen behendig in de comfortabele bus tilde. 

De reis kon beginnen!

Het welkomsdiner was georganiseerd in een soort wegrestaurant. Mijn pilav (rijst) was koud, er kon kennelijk geen toetje vanaf, er was geen glas bier of wijn te bekennen en van een groepskennismaking was evenmin sprake. Dat gaf mij te denken... Geen sterk begin van deze groepsreis. 

Het hotel in Istanbul bleek een Golden Tulip 5-sterrenhotel (Turkse sterren) in een sneue buitenwijk van de hoofdstad. Ver van alles en nogal desolaat ogend. De dag erna maakten we er een nachtelijke evacuatie mee. Mijn liefje en ik hadden een kamer op de negende verdieping. Op enig moment kwam er een serieuze, lange mededeling in het Turks door de speaker. Het was dus even wachten op de Engelse vertaling. Er was brandalarm en we moesten zo snel mogelijk naar beneden komen, niet met de lift. 

We schoten in de kleren -mijn liefje in lange pyjamabroek en op teenslippers maar wel in winterjas- en liepen gedisciplineerd langs de Exit-trap naar beneden. Het licht haperde op sommige verdiepingen. Soms werden we ingehaald door een jonge man of vrouw maar dat deerde ons niet. Wij hielden ons eigen tempo aan. Het stomme is wel dat we vergaten onze schoudertas met paspoorten, portemonnee met cash en creditcards mee te nemen, maar mijn kleine camera zat in mijn jaszak. Nogal slordig en dom voor ervaren reizigers als wij. Het goede nieuws is dat we nu een foto hebben als bewijs. Bij de receptie duurde het lang voordat het sein ‘brand veilig’ werd gegeven. Tja. Een Aziatische gast had in zijn kamer gerookt en het alarm in werking gezet. De sukkel. Het duurde wel even voordat we die nacht weer in slaap vielen. 

Istanbul is een grote, fascinerende stad op twee continenten: Europa en Azië. Die stad heeft net zoveel inwoners als heel Nederland. Met zijn vele fraaie moskeeën (onder andere de blauwe en de groene), het indrukwekkende paleis van een voormalige sultan (Topkapi Paleis), rivier de Bosporus die dwars er doorheen loopt en de beroemde Galata-brug er overheen; bekend van het interessante boek ‘De brug’ van de Nederlandse auteur Geert Mak. Met de museumkaart in de hand kwamen we overal zonder probleem binnen. We voeren over de rivier, genoten van het Tulpenfestival in de stad; een aantal parken was eerder beplant met duizenden bollen om het festival tot leven te brengen. 

We bezochten de Grote Bazaar waar mijn liefje wollen handschoenen kocht van een Armeens mannetje dat daar een kleine kledingkiosk had. Het was er namelijk berekoud. Daarin hadden we ons danig vergist maar wij waren niet de enigen. Een aantal andere groepsleden kocht er wollen mutsen. De stad ligt weliswaar niet hoog maar als de wind waait, voelt het er ijzig aan. Mijn liefje had te weinig winterkleding bij zich dus we droegen mijn (twee) hoodies om en om. Een zelfbewuste vrouw wil niet elke dag hetzelfde gekleed gaan. Eens een modepopje, altijd een modepopje... De weersomslag kwam op het traject na Ankara. 

Het lijkt mij terecht iets op te merken over de groep waarin we reisden. Jarenlang gingen mijn liefje en ik uitsluitend samen op pad. Nu besloten we weer eens in groepsverband te gaan reizen. (Voor aanvang was mij door mijn wederhelft dringend gevraagd coulant te zijn jegens anderen...) Welnu, de meeste groepsleden waren heel aardig, op een enkeling na. Hoog opgeleide personen en allen niet-rokers. Kom er eens om?! Mijn liefje en ik kregen snel aansluiting bij een deelgroep van gelijkgestemden. 65-plussers die elkaar in verschillende combi’s al ongeveer 50 jaar kenden. Onderhoudende, bereisde mensen met intellect en humor en een grote interesse in geschiedenis en andere culturen. Ze kenden hun klassiekers. Wij bleken bij hen te passen. Het klikte en dat zorgde voor extra reispret. Twee weken later namen we afscheid van elkaar met stevige hugs. Teşekkür ederim! 

Er zat een aantal goede fotografen in deze groep, met goede camera's. Mijn eigen webalbum bevat ruim 1.000 foto’s. Die vind je in de rechterkolom van mijn blog. Je hoeft alleen maar op de omslag te klikken. In mijn vorige blog schreef ik dat ik verwachtte dat Turkije een fotogeniek land is. Dat blijkt zo te zijn. Wow! 

Dit was een selfie-reis. Wij maakten veel foto's van onszelf maar anderen in de groep schoten eveneens plaatjes van ons setje. Regelmatig heel leuke en dierbare. Ook die tref je in het album aan. Met een dergelijk plaatjesboek kun je een heel beeldend (reis)verhaal vertellen. 

We snoepten af en toe van Turkish Delight, kochten chocola met pistachenootjes, trakteerden in de bus, probeerden desserts uit, bestelden en deelden ettelijke overheerlijke mezze-schotels. Dat waren onze favoriete Turkse tapas. Mijn liefje en ik kochten twee prachtige pistachetaartjes bij baklava-juwelier Hafiz Mustafa in de hoofdstad en vergaten ze mee te nemen. Ze bleven achter in de minibar van de hotelkamer. Voor de schoonmaakster, had zij ook een goede dag! Mijn dag begon met een kom Turkse yoghurt, in diverse uitvoeringen. Bij mijn ontbijt had ik graag wat meer vers fruit gegeten maar een beker versgeperst granaatappelsap gedurende de dag maakte dat gemis vaak goed. 

Op mijn verjaardag bezochten we het slagveld en de herdenkingsplek van Gallipoli (Eerste Wereldoorlog) en de oude stad Troje. Niemand in ons reisgezelschap kende de geschiedenis van deze veldslag. Desalniettemin raakte men onder de indruk. Vooral de tekst van Atatürk op een muur bij de vele graven... 'Those heroes that shed their tears and lost their lives, you are now lying in the soil of a friendly country. Therefore, rest in peace [..]'. Later in het hotel in Kusadasi ontmoetten we een groep Australiërs en Nieuw-Zeelanders die naar Turkije reisden voor de herdenking op Anzac Day (vandaag, 25 april). 

We lunchten die dag met de dames en Martin in een leuk restaurant aan de binnenhaven waar mijn liefje het gezelschap trakteerde op een mooi glas wijn. 's Avonds werden Belgische medejarige Gust en ik door de reisorganisatie gefêteerd met een grote chocoladetaart. Een gewaardeerd gebaar. De jarigen bliezen samen de kaarsen uit, iedereen in de groep ontving een stuk taart. 

Alcohol is een ander vermeldeswaardig onderwerp. Zeker in een seculiere staat, zoals de vereerde oprichter Atatürk het oorspronkelijk bedoelde, maar die gaandeweg religieuzer werd. De oude leider zou zich in zijn graf omdraaien... Zijn portret hing nog overal. En overal wapperden vlaggen met zijn portret erop. Aan gevels van individuele huizen, van musea en overheidsgebouwen. Hij wordt nog steeds zeer vereerd door de meeste Turken. En terecht. Wat die ziener allemaal bedacht voor 'zijn' jonge republiek, na de afbrokkeling van het Ottomaanse Rijk en de Turkse onafhankelijkheidsoorlog: afschaffing van het sultanaat, scheiding van kerk en staat, politieke hervormingen (onder andere het opzetten van het eerste parlement en de eerste regering), gelijkheid tussen vrouwen en mannen, onpartijdigheid van de rechterlijke macht, onderwijshervormingen, hooggeletterdheid onder burgers, enz. Zijn zwart-wit portret hangt hier nu als magneet in de keuken.  

Ons eerste hotel in Istanbul bood gasten geen alcoholische drank aan. Dat viel de meeste van ons rauw op het dak. Vakantie zonder glaasje bier of wijn? Onbespreekbaar! Zijn we verwend? Nee hoor, we zijn levensgenieters. Er werd op de eerste avond onderhandeld met de eigenaar van een winkeltje om de hoek over drie flessen Turkse wijn voor 75 maar zo desperaat waren we niet. Daarna zorgde onze seculiere reisleider Şahin ervoor dat we dagelijk naar een locatie gingen waar we een glaasje konden drinken bij onze lunches. Het duurste glas wijn dat wij dronken, kostte 15. Later konden we in alle hotels ’s avond een glaasje drinken bij onze buffetkeuze. Wel tegen de hoofdprijs. Mijn liefje werd overigens ook fan van het lokale bier Efes, in een rondbuikig flesje. 

Şahin was de perfecte reisleider, wat ons betreft: klant- en oplossingsgericht, zeer aimabel en kundig en met een goed gevoel voor humor. Het neemt mij zeer voor iemand in als hij of zij hard om de eigen grappen kan lachen. En dat deed'ie! Als kind groeide hij in Spangen Rotterdam-West op maar keerde met zijn familie naar Turkije terug toen hij 17 jaar oud was. Zijn Nederlands was inmiddels wat stoffig en sterk beïnvloed door Engels; dat leidde soms tot vermakelijke versprekingen. Een aantal van zijn uitspraken raakte gevleugeld: gehakte ballen, gewassen beelden, Ottomaanse rijkdom (Rijk), granaataardappel, waarheidsteller (waarzegger), een man zonder buik is als een huis zonder balkon. En heel veel meer. Dat alles droeg bij aan de uitstekende sfeer in de groep.

We legden duizenden kilometers af tijdens deze rondreis, over uitstekende wegen. Je kunt veel over president Erdoğan zeggen, onder andere dat hij het land heeft volgestort met beton. Overal waar we kwamen of passeerden, werd gebouwd. Flats, ommuurde resorts, bruggen en ontelbare wegen. Prima infrastructuur vanuit een reizigersperspectief. (Dat heb ik weleens slechter meegemaakt in het verleden.) Onze bus denderde ongehinderd voort, als een dieseltrein. Chauffeur Semih was een bestuurder van Verstappen-kaliber. 

Onze laatste dag in Istanbul was eveneens memorabel, vanwege de aardbeving (kracht 6.4). We waren op weg naar de luchthaven van Izmir -we zouden gaan vliegen naar Istanbul- toen deze beving in de Zee van Marmara plaatsvond. Op circa zeven kilometers diepte. Dwars door die zee loopt de Noord-Anatolische breuklijn die in 1999 een beving veroorzaakte met een kracht van 7.6 en destijds veel slachtoffers en schade veroorzaakte in de stad. Men wacht daar al jaren op 'the big one'... Nu was het minder heftig maar voor sommige Nederlandse medereizigers niet minder indrukwekkend. (Er zaten geen Groningers in de groep.) Onze vlucht naar de hoofdstad had slechts vijf minuten vertraging. Inmiddels zijn er ruim 300 naschokken gemeten, slapen mensen er in de openlucht en bestaat schade aan 1.400 gebouwen. Ik weet dat Şahin vanaf vrijdag een Nederlandse groep reizigers vijf dagen in Istanbul zou moeten rondleiden. Geen idee of dat is doorgegaan. 

Dit is dus deel 1 van mijn terugblik op de Turkije-rondreis. De twee volgende blogs zullen gaan over het bezoek aan Cappadocië en over de eeuwenoude opgravingen (begravingen, volgens Şahin) die in het zuiden en zuid-westen van het land werden gedaan. Een reis door de tijd. 

Wordt dus vervolgd.


maandag 7 april 2025

Zin an!

Mijn liefje en ik gaan binnenkort weer op reis. Die brengt ons naar een, voor ons, nieuwe bestemming: Turkije. We gaan een rondreis maken door dit land, in groepsverband. Deze reis hangt samen met het feit dat ik deze maand 65 jaar wordt. Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is voor velen een mijlpaal. Mijn vader bereikte die leeftijd nooit dus ook voor mij heeft het betekenis (al ben ik zelf al 20 jaar ‘jubilada’). Dit is haar verjaardagskado aan mij en zij mag mee. Het was geen verrassing, ik werd betrokken bij de definitieve keuze voor een bestemming. Ze legde veel ideeën aan mij voor maar toen ik eenmaal over dit programma had gelezen, wilde het niet meer uit mijn hoofd. Vooral de grote afwisseling sprak mij aan. Geschiedenis-cultuur-natuur, de perfecte combi. 

Dus we gaan met plezier aan deze rondreis beginnen. Niet wetende dat er enkele weken later een situatie zou ontstaan in het land van Atatürk die de gemoederen flink deed oplaaien! De lang regerende president Erdogan (71) van de AK-Partij liet zijn politieke opponent, de 53-jarige Ekrem İmamoğlu van de CHP en populaire burgemeester van Istanbul, oppakken en gevangen zetten. De Turkse presidentsverkiezing is pas in 2028 maar op deze manier heeft Erdogan alle tijd om zijn snode plannen tot uitvoering te brengen. Hij mag zich volgens de wet niet meer verkiesbaar stellen maar die wet wil hij veranderen en dan is zijn belangrijkste politieke rivaal beter alvast van het toneel. Tja. 

Turkije was vóór deze onverkwikkelijke kwestie al een land met een aangetaste democratie. Er zitten meer politieke tegenstanders en activisten achter de tralies, net als journalisten en auteurs die zich kritisch uitlaten over de president en diens koers voor het land. 

Nu gold dat ook voor andere landen die mijn liefje en ik ooit bezochten: Myanmar (nu rampgebied vanwege aardbevingen), Thailand, Vietnam, Cambodja, Sri Lanka, Rusland, Brunei, Qatar, Indonesië en Marocco. Stuk voor stuk stricte regimes, al zijn er gradaties. Wij waren ons telkens bewust van de situatie in zo'n land maar toch reisden we ernaar af. Omdat we reislustig zijn en andere culturen met eigen ogen wensen te zien en te beleven. En van tamelijk ongebaande paden houden. (Bijna) altijd verlieten we zo’n reisbestemming na weken of maanden met een goed gevoel. Omdat we contact kregen met lokale mensen die de reis extra memorabele maakten. 

De rechterlijke macht is in de loop van Erdogans presidentschap gepolitiseerd en de media zijn gemuilkorfd. Er is een groeiende kloof tussen mensen in de stedelijke en landelijke gebieden; op heel veel fronten. Turkije zit al jarenlang in een financiële en economische crisis; de inflatie was vorig jaar 67%, staat nu op 39% en de koers van de lira is door de İmamoğlu-arrestatie verder gekelderd. De gemiddelde Turk/Turkse kan de eindjes nog maar moeilijk aan elkaar knopen. 

Bovendien heeft het land last van aardbevingen. De bevingen van 2023 (magnitude 7.8) in zuidoost- en midden-Turkije waren een ramp voor de bewoners. Daarbij kwamen meer dan 50.000 mensen om. Veel is nog steeds niet hersteld, honderdduizenden Turken wonen nog in tijdelijke behuizing (containers). Dat waren de dodelijkste bevingen van de voorgaande 100 jaar. Turkije ligt middenin een gebied met breuklijnen en botsende tectonische platen. De Noord-Anatolische breuklijn is de gevaarlijkste en actiefste. Wij gaan een deel van die route doen. 

Dat alles neemt niet weg dat ik veel zin heb om aan deze reis te beginnen. We doen dat in een touring car. Het gebied waar we doorheen trekken, staat bol van de Europese en wereldgeschiedenis, heeft enkele van de prachtigste gebouwen ter wereld, is cultureel aantrekkelijk vanwege zijn andersheid. We gaan door fraaie natuur reizen en ook op culinair vlak valt er veel te genieten. 

We vliegen binnenkort naar Istanbul. Dit is de enige stad ter wereld die op twee continenten ligt: Europa en Azië. De Gouden Hoorn is de natuurlijke haven in het Europese deel, met de Zee van Marmara aan de zuidkant. De Bosporus scheidt de beide continenten. Op de avond van aankomst vindt daar een kennismakingsdiner plaats met de overige leden van de groep.  

De volgende dag brengen we onder andere een bezoek aan het bekendste bouwwerk van de stad, de Hagia Sophia. Het gebouw werd in de zesde eeuw als Byzantijnse kerk gebouwd, werd eeuwen later een Ottomaanse moskee, was daarna een tijd lang een museum en sinds 2020 weer een moskee. 
In diezelfde stad staat ook de enige moskee ter wereld met zes minaretten, de Sultan Ahmet-moskee, ook wel de blauwe moskee genoemd. En we gaan het Topkapi Paleis, residentie van de Ottomaanse sultans, bezichtigen. Van de reisorganisatie ontvangen we ieder een museumkaart zodat we de bezienswaardigheden ook van binnen kunnen bewonderen. Een bezoek aan de majestueuze Süleymaniye moskee ontbreekt niet op dit programma. Als wij in Istanbul zijn, vindt daar ook het Tulpenfestival plaats in de stad. 

We houden rekening met demonstraties en protesten in grote steden. Tijdens voorgaande weekenden waren er in Istanbul honderdduizenden mensen op straat om te protesteren tegen de gang van zaken in de Turkse politiek. Ook in andere steden die op onze route liggen (Bursa, Izmir, Ankara) wordt geprotesteerd. Die massademonstraties willen we zoveel als mogelijk vermijden, al steun ik de reden ervan. 

Op het reisprogramma staan verder een bezoek aan de ruïnes van de stad Troje, waar een replica staat van het beruchte houten paard. Het boek ‘Troje’ van de Britse auteur Stephen Fry, een navertelling van deze Griekse mythe (mèt grappen), gaat mee op reis. We gaan naar schiereiland Gallipoli in de Dardanellen-zeestraat waar zich een indrukwekkend monument en museum bevindt. Hier werd tijdens de Eerste Wereldoorlog hevig gevochten tussen geallieerde troepen enerzijds en de Ottomanen anderzijds. De eerste verhalen over deze bloedige strijd hoorde ik van onze vriendinnen in Sydney. Elk jaar wordt daar op 25 april stilgestaan bij Anzac Day. Tijdens dit acht maanden durende gevecht stierven duizenden Ozzies (8.700) en Kiwis (circa 2.800) op het slagveld van Gallipoli. In totaal vonden meer dan 130.000 soldaten er de dood, waaronder ruim 80.000 Ottomanen. 

We gaan naar hoofdstad Ankara (mausoleum van Atatürk, grondlegger van de moderne staat Turkije), naar Cappadocië (land van de feeënschoorstenen, tufsteenkegels en ondergrondse steden; UNESCO Werelderfgoed), het Göreme-openluchtmuseum (kerken en kloosters in grotten, in een vulkanisch gebied), Konya (dansende Derwisjen, een soort mystieke geestelijken) en Fethiye (prachtige azuurblauwe baaien om te snorkelen, aan de zuidwestkust). 

We bezoeken een aantal heilige steden, het wijngebied Ürgüp (inclusief proeverette), een zoetwatermeer van ongekende kleur, kalksteenterrassen (Pamukkale), delen van de vroegere Zijderoute, de graftombe van de Perzische dichter en mysticus Rumi, de Griekse opgraving Hieropolis en de ruïnes en de bibliotheek van Celsus in Efese; de beroemdste bieb uit de Oudheid. Daar mag een boekenwurm als ik niet ontbreken.

Ook op culinair gebied is Turkije een bezoek waard, wat mij betreft. Veel groenteschotels, veel verse kruiden en specerijen, heerlijke desserts (Turkish Delight). Recent las ik een interessant boek van de Turkse schrijfster Elif Shafak (1971). Daarin trof ik de volgende namen aan van Turkse toetjes: bodem van de kookpot, mond van de mooiste, vrouwennavel, hoerentraktatie, vizier’s vinger. En vergeet aşure niet: de Ark van Noach-pudding. Volgens overlevering is die bedacht door de mensen op de ark, om te vieren dat ze de zondvloed overleefden. Daarmee zou dit het oudste toetje van de wereld zijn. Die wil je toch allemaal proeven?! 

De afgelopen twee weken waren mijn liefje en ik geveld door griep (of een covid-variant). We kregen klachten; eerst zwaar, daarna steeds milder. Op enig moment dacht ik weer op weg naar herstel te zijn totdat ik op een ochtend niets meer proefde en rook. Geen sambal, zwarte peper, oude kaas, citroen, banaan, donkere chocola, bergamotthee en koffie. Niks, noppes. Dat vond ik vervelender dan het gesnotter en de lamlendigheid. Vooral met deze reis voor de deur! Inmiddels keerden mijn smaak en eetlust mondjesmaat terug. 

De laptop gaat mee maar ik weet niet of ik in staat ben (regelmatig) te bloggen. Dat hangt af van de aanwezigheid van sterke wifi. Aan nieuwe ervaringen zal het niet liggen... Ook ga ik weer een webalbum aanmaken. Ik denk dat Turkije een fotogeniek land is en verheug mij daarop als amateur-fotografe.  

De foto in de header van deze blog is van de Nederlandse kunstenares Scarlett Hooft Graafland (1973). Zij nam deze foto, in samenwerking met een stuntman -die dagenlang oefende op een trampoline voor deze sprong- in het Turkse natuurpark Göreme. Sinds 3 april is haar foto-expositie, getiteld ‘Mesmerizing’, te zien in museum Panorama Mesdag (Den Haag).


donderdag 3 april 2025

Ze liepen en liepen

Begin dit jaar werd in Spanje het startschot gegeven voor de viering van 600 jaar gedocumenteerde aanwezigheid van zigeuners (gitanos) op het Iberisch Schiereiland. 2025 werd uitgeroepen tot het ‘Jaar van het zigeunervolk in Spanje’. In 1425 werd een vrijgeleide uitgevaardigd door koning Alfonso V van Aragón, waarin werd verwezen naar een groep mensen onder leiding van ene Juan de Egipto Menor (Jan van Klein-Egypte), die eiste dat zij goed zouden worden verwelkomd en behandeld op hun tocht. Het ging om een groep van 12 à 100 personen. Aanvankelijk werden zij in het Spaans ‘Egyptenaren’ genoemd, ‘egitanos’ waarvan ‘gitanos’ is afgeleid. 

Ik begrijp dat het woord ‘zigeuner’ een verouderd begrip is dat inmiddels door de groep als negatief wordt ervaren. Tegenwoordig spreekt men liever over Rom (enkelvoud) en Roma, voor de gemeenschap. Ik bedacht mij ook dat het omgekeerde woord ‘Amor’ is maar ik vermoed niet dat er veel liefde werd en wordt gevoeld voor deze bevolkingsgroep; waar dan ook. Roma-gemeenschappen worden aanhoudend geconfronteerd met racisme, discriminatie en vervolging. In Spanje leven nu circa 725.000 gitanos. Het is moeilijk om het precieze aantal onder de bevolking te kwantificeren omdat de etnische afkomst niet wordt geregistreerd bij volkstellingen.  

De warme ontvangst van de Roma als pelgrims in Spanje maakte plaats voor marginalisering van deze etnische minderheid. Ze werden ervan beschuldigd zich niet aan te passen aan de sociale normen en werden op het hele schiereiland slecht behandeld. Die afwijzing werd nog erger tijdens het bewind van de katholieke vorsten, die een vervolgingsstrategie startten gericht op hun verdrijving. 

Dit jaar herdenkt (en viert) de ‘Fundación Secretariado Gitano’ (FSG) met allerlei evenementen dat de Spaanse zigeuners en hun cultuur een essentieel onderdeel vormen van het sociale en culturele mozaïek van dit land. Hun bijdragen en inzichten zijn sterk vertegenwoordigd in de kunsten, gastronomie, ambachten, taal en levensbeschouwing. De stichting brengt ook in herinnering dat de geschiedenis van het Romavolk in Spanje is gekenmerkt door eeuwen van vervolging en wantrouwen maar ook door coëxistentie en vermenging. Om die reden wordt dit jubileum gezien als een feest. 

In Madrid is de tentoonstelling ‘600 jaar gedeelde geschiedenis’ te zien. Daarin wordt stilgestaan bij belangrijke momenten in de Roma-historie: hun aankomst op het schiereiland aan het begin van de 15e eeuw, de eerste antizigeuner-maatregelen in Europa door katholieke vorsten in 1499. Ook in de 16de en 17de eeuw werden pogingen gedaan om de bewegingsvrijheid en vestiging van zigeuners te beperken. De grote razzia (‘La Gran Redada’), ook wel de Algemene Gevangenneming van Zigeuners genoemd, vond in 1749. Dit was een poging van een minister (markies de Ensanada) onder koning Ferdinand VI om de zigeuners van Spanje uit te roeien. Voor menig Spaanse historicus was dit een geplande genocide. 

Dit ‘project’ bestond uit het apart opsluiten van zigeunermannen en -vrouwen, zodat ze zich niet meer konden voortplanten en zo hun uitsterven werd bewerkstelligd. De zigeuners werden gearresteerd en opgesloten in kastelen en citadellen door het hele land. In sommige steden werden hele wijken ontruimd en door hekken afgezet om gedeporteerden op te sluiten; bijvoorbeeld in Malaga, Cádiz en Cartagena. Uit bewaard gebleven documenten blijkt dat de houding van niet-zigeuners varieerde. Van collaboratie en aanklacht tot verzoeken om genade aan de koning door ‘respectabele’ burgers. Dat geeft aan dat zigeuners een uiteenlopende mate van integratie kenden. 

Ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) hielden Roma zich grotendeels afzijdig. Ze vermeden betrokkenheid, dit was hun oorlog niet. Hun sterke gevoel van staatloosheid en hun afwijzing van het door de Staat opgelegde beleid waren voldoende redenen om deze afstand te rechtvaardigen. Voor degenen uit de Roma-gemeenschap die wel meestreden, trok het anarchistische ideaal (aan Republikeinse zijde) het meest maar er zijn ook gitanos die de andere kant kozen, ter bescherming van hun familie en de christelijke waarden. 

Steeds meer Spaanse oudjes vertellen dat ze, toen ze aan het front waren, probeerden hun status als Rom te verhullen. Deze status was namelijk niet in hun voordeel, gezien de vele vooroordelen die al eeuwenlang over hun volk  bestaan. Het is nog een tamelijk onontgonnen gebied in de Spaanse geschiedenis maar er komen steeds meer details en verhalen boven water.

Wat ikzelf van Roma weet? Niet zo veel... Dat ze oorspronkelijk uit India kwamen en zich lang geleden over het Europese continent verspreidden. Dat ze woonwagenbewoners waren (zijn). Dat Roma en Sinti werden vervolgd door de nazi’s en dat er in Europa tenminste 500.000 mensen van deze etnische groepen werden vermoord. Roma moesten een bruine driehoek dragen. Dat ze in vele landen nog steeds met de nek worden aangekeken. Dat Tomatito een beroemde Spaanse Rom-flamencogitarist is. Mijn liefje en ik zijn in een ver verleden weleens achtervolgd door Rom-vrouwen (met een tak rozemarijn in de hand), vooral in grote steden in Andalusië. Zij wilden onze toekomst voorspellen, wij wilden die liever niet weten. 

Ik ben weliswaar terughoudend wat betreft waarzegsters maar van de muzieksoort van de Roma ben ik al vele jaren fan. De virtuositeit en meeslependheid van hun muziek kan mij bekoren. Django Reinhardt, Tata Mirando, The Gypsy Kings, Rosenberg Trio, Grupo Macarena. Een tijdje geleden keek ik naar een van mijn favoriete tv-programma's Podium Klassiek en zag daar een optreden van de Belgische musicus Tcha Limberger (1977). Hij speelt viool en zingt, heeft zijn eigen orkest en eigen jazz-trio. Hij heeft veel interesse in Hongaarse zigeunermuziek. Deze virtuoos speelde daar zogenaamde zigeuner-jazz met een klassiek tintje. Prachtig!  

Deze relatieve onbekendheid en dit feestjaar waren voor mij redenen genoeg om meer over deze bevolkingsgroep te gaan lezen. Ik legde de hand op enkele interesante boeken, zoals ‘Bury Me Standing: The Gypsies and Their Journey’ en is een non-fictie boek van de bekende Amerikaanse historica Isabel Fonseca. Zij schetst een levendig portret van een mysterieus volk en een verdwijnende cultuur. Fonseca volgde hun uittocht uit India en hun geschiedenis van vervolging: tot slaaf gemaakt door prinsen van het middeleeuwse Roemenië; afgeslacht door de nazi's; met geweld geassimileerd door communistische regimes; uit hun nederzettingen verdreven in Oost-Europa en recenter ook in West-Europa.

En het boek ‘A Gypsy in Auschwitz’ van de Duitse auteur Otto Rosenberg (1927-2001), een autobiografie. De in Berlijn geboren en getogen Otto wordt als 9-jarige met zijn familie gedetineerd en komt op zijn 15de in vernietigingskamp Auschwitz terecht. Door een sterke wil en veel geluk overleeft hij dit. Op een avond in mei 1944 kreeg een groep van ongeveer 6.000 Roma-mannen en -vrouwen in Auschwitz II-Birkenau, te horen dat ze die nacht in de gaskamers zouden worden vermoord. Ze zaten in het zogenaamde Zigeunerlager. Vervolgens pakten ze alle voorwerpen die ze konden vinden en kwamen in opstand tegen de SS’ers, die zich moesten overgeven. De Roma werden daarna naar andere kampen overgebracht maar dat belette de nazi’s niet ze alsnog te vernietigen. Het treurige lot van dit volk wordt ‘de vergeten Holocaust’ genoemd. In Roma-taal (Romani) wordt deze massamoord ‘Samudaripen’ genoemd. 

Op Netflix staat momenteel een film over dit thema, getiteld ‘Nebel im August’; een Duits-Oostenrijkse productie uit 2016. Het is gebaseerd op een biografisch boek van Robert Domes. Het gaat over het 13-jarige jochie Ernst Lossa dat in 1940 in een sanatorium in Zuid-Duitsland terechtkomt. Hij behoort tot de Jeense minderheid, een rondtrekkend volk. De Jeniërs zijn niet verwant aan Sinti of Roma maar de opa van Lossa werd wel ingeschreven in het zogenaamde 'Zigeunerboek' van de Duitse staat. Dit boefje hoort daar niet maar zijn vader kan hem niet uit dat tehuis ophalen omdat die geen vaste woon- of verblijkfplaats heeft. De directeur van de instelling, een stiekeme maar fanatieke nazi, heeft snode plannen met de kinderen die hij onder zijn hoede heeft. Hij speelt voor rechter. 

De illustratie in de header van deze blog is de officiële vlag van de Roma-gemeenschap (wereldwijd). Het blauw staat voor de lucht, het groen voor de aarde, het rode wagenwiel staat voor hun vertrek uit India en hun weg naar vrijheid. De internationale Roma-dag wordt op 8 april gevierd. Hun volkslied is getiteld ‘Gelem, Gelem’: ik liep en liep.