Dit is blog 3 over onze recente rondreis door Turkije, het laatste deel van de drieluik. In deel 1 beschreef ik de bezoeken aan het noorden en noordwesten van Turkije (provincies Istanbul en Canakkale). Deel 2 had ons bezoek aan Cappadocië, Centraal-Anatolië, tot onderwerp. En dit deel gaat over de bezoeken aan opgravingen in een aantal antieke steden in het zuidwesten. Meestal mis je meer dan je meemaakt - vrij naar columnist Martin Bril. In dit geval klopt dat niet!
De blogtitel is een uitspraak van de Turkse schrijfster Elif Shafak. Zij moet de eerste persoon nog tegenkomen die zijn/haar armen om een besneeuwde top heeft geslagen. Ik trof deze zin aan in haar laatste roman ‘Er stromen rivieren in de lucht’. Een boeiend boek over het belang en de kracht van water.
Reizen vind ik verslavend, vooral omdat het zo leerzaam is. Je leert over een nieuwe wereld (hoe oud die soms ook is), over de bewoners en hun culturen en over juzelluf. En leerzaam was deze rondreis. Of het nu ging om iets kleins als de herkomst van het woord ‘turquoise’ of om de vele beschavingen die zich op Turks grondgebieid vestigden: Hettieten, Trojanen, Frygiërs, Lyciërs, Lydiërs, Cariërs, Perzen, Romeinen, Byzantijnen, Ottomanen... allemaal even interessant. Zij lieten allen hun sporen na op dit grondgebied. Niet alleen weet ik nu veel meer over Turkije door de eeuwen heen, ik kreeg ook meer begrip voor Turkse arbeidsmigranten die na decennia zwoegen in een buitenland naar hun geboortegrond terugkeren. In deze rijke grond wil je inderdaad worden begraven, dat begrijp ik inmiddels.
Tijdens de reis troffen we nogal wat besneeuwde toppen aan, zelfs langs de zuidelijke route die we tijdens de tweede week volgden. De witte pieken van het Taurusgebergte begeleidden ons op een groot deel van deze route, die parallel loopt aan de Middellandse Zeekust. Ik maakte veel foto’s van besneeuwde bergen van achter het grote busraam.
Mijn liefje vroeg mij op de ochtend na terugkeer waarvan ik het meest had genoten. Die vraag is sneller gesteld dan beantwoord. Ik zag immers zoveel moois en indrukwekkends. De reis was haar verjaardagskado aan mij en ik vond deze bestemming een schot in de roos. Na enig nadenken, antwoordde ik dat het de bezoeken waren aan Hierapolis, Aphrodisias en Efeze.
De antieke stad Hierapolis (‘Heilige Stad’ in oudGrieks) ligt in de Turkse provincie Pamukkale. Het is opgedragen aan de Anatolische moedergodin Cybele. Dit is UNESCO Werelderfgoed sinds 1988. Deze plek was beroemd om zijn warmwaterbronnen, hoogwaardige wollen stoffen en kleurstoffen, en als de geboorteplaats van de stoïcijnse filosoof Epictetus. Het theater dat zich daar bevindt, is misschien wel het mooiste dat ik tijdens deze reis zag. Het stamt uit de tijd van de Romeinse keizer Hadrianus, werd gebouwd na een aardbeving in het jaar 60 na onze jaartelling. De rijk versierde façade van het theater is circa 100m lang en staat nog bijna geheel overeind. Op het terrein vind je ook de resten van een tempel die werd opgedragen aan de Griekse god Apollo (geassocieerd met de Anatolische zonnegod Lairbenos).
De stad Aphrodisias is vernoemd naar Aphrodite, de Griekse godin van de liefde. Deze stad behoort eveneens tot het UNESCO Werelderfgoed. In de jaren '60 van de vorige eeuw werden de resten ontdekt door de Turkse archeoloog en professor Kenan Erim (1929-1990). Hij ligt begraven bij de fraai gerestaureerde poort, dat was zijn grote wens. In de Romeinse tijd was de stad beroemd om zijn beeldhouwersschool. De nabijgelegen marmergroeve werd sinds de Hellenistische tijd intensief geëxploiteerd en er ontstond een omvangrijke marmerindustrie. Een groot deel van de monumentale poort is er nog te zien, het theater is waarzinnig mooi net als het odeon, de sarcofagen die je er kunt bewonderen, zijn prachtig en bijna intact. Lopend door de resten van de agora voel je je geteletransporteerd naar vroegere tijden. Het Sebasteión is van een buitenaardse schoonheid. Dit werd eind jaren '80/begin jaren '90 van de vorige eeuw opgegraven. Deze tempel was gewijd aan Aphrodite en de Julius-Claudische keizers en werd betaald door de nobelen van de stad. De bouw vond plaats van circa 20 tot 60 na onze jaartelling, ten tijde van de regeerperioden van de keizers Tiberias en Nero. Een aantal van de medereizigers ging naar het gymnasium tijdens hun middelbareschooltijd dus die genoten dubbel. (Een 70-plusser reciteerde zelfs een oudGriekse tekst uit het hoofd!)
En tenslotte de stad Efeze (ook wel Efes of Ephesus
genoemd), tevens UNESCO Werelderfgoed. Deze stad kent een Griekse, Romeinse en
Byzantijnse periode. Efeze bevond zich oorspronkelijk in Klein-Azië en bestond -circa
1100 voor Christus- uit een groep inheemse nederzettingen rondom het
heiligdom van de Griekse vruchtbaarheidsgodin Artemis. Het is een belangrijke
toeristenbestemming omdat je er een goede indruk krijgt van hoe een stad er in
de bloeitijd van het Romeinse Rijk (‘Romeinse Rijkdom’,
volgens reisgids Şahin) uitzag. Die dag was het er druk maar niet vol.
De bibliotheek van Celsus was voor mij, boekenwurm, het hoogtepunt. De leeszaal was ooit bekleed met marmer en in de nissen in de muren werden ongeveer 12.000 perkamentrollen bewaard. De muren waren dubbelsteens om de kwetsbare rollen te beschermen tegen vocht. De façade was gericht naar het oosten zodat lezers optimaal gebruik konden maken van het ochtendlicht. De bibliotheek bestond binnen oorspronkelijk uit drie verdiepingen, waar de rollen via galerijen konden worden benaderd en gelezen. Waarschijnlijk is de bibliotheek bij een brand na een aardbeving aan het eind van de derde eeuw ingestort en niet herbouwd. De voorgevel (bestaande uit twee verdiepingen) bleef overeind. Voor ons, liefhebbers... Bijzonder!
Dit jaar schreef Paulien Cornelisse het
Boekenweekessay. Ze gaf het boekje de titel ‘Hèhè’ mee. Ik ontving het als kado
van vriendin Bernadette en las het uit op de bank in Spanje. Vanaf dag 2 van deze
reis kwam ik niet aan lezen toe. Cornelisse onderzocht het gebruik van deze
typisch Nederlandse uitdrukking en definieert het als een woord dat gezelligheid
maar ook eerlijkheid uitdrukt. Eerlijk over de vermoeidheid, eerlijk over de
rampen die zouden kunnen gebeuren maar niet gebeurden. Zo voelde dat ook voor
ons. Hèhè zeiden mijn liefje en ik telkens als we op opgravingssites weer boven
waren of juist beneden. We waren dan blij dat we de route samen hadden afgelegd
en er niets misging (zoals struikelen of vallen). De foto die een medereizigster
van ons maakte, is daarvan het bewijs. Er waren meer groepsleden die zeiden dat
ze ons samen lief vonden. Tja. (Ze moesten eens weten!)
Sinds mijn liefje in coronatijd van de trap viel en daardoor een gat in haar voorhoofd opliep, heb ik één angst: dat ze (weer) valt. In gedachten zie ik haar dat wekelijks doen; dat beeld schud ik maar moeizaam van mij af. Ze kan kilometers lang wandelen over uitgestrekte vlakten maar ze is minder comfortabel op een ongelijke ondergrond. Langdurig tegen een heuvel oplopen of een trap opgaan, zeker over ongelijke treden, is een te grote aanslag op haar beenspieren. (Een eerdere diagnose zette dat in gang.) Dus ik liep tijdens de afgelopen reis als een blindegeleidehond aan haar zijde, altijd bereid en in staat mijn hand uit te steken. Als ik even (ook een Paulien-woord) wilde fotograferen, wachtte ze op mij of stak een medereiziger zijn of haar hand uit om te helpen.
Er waren meer personen met mobiliteitsproblemen in het reisgezelschap. Een aantal liep met stokken. Twee medereizigers struikelden en vielen op enig moment maar hielden er geen blijvend letsel aan over. Eén man stootte zijn hoofd hard (bloed) in een ondergrondse stad die grotendeels bukkend moest worden bezocht. Reizen is niet alleen verslavend, het is ook inspannend.
We maakten een boeiende en afwisselende reis met een
mooi stel mensen. De meeste reisorganisaties volgen eenzelfde route en programma.
Een rondreis door Turkije is een absolute aanrader, wat mij betreft. Het webalbum vind je in de rechterkolom. (Veel foto's van muzelluf en een aantal van medereizigers, zoals Luc en Mieke.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten