Lang keek ik ernaar uit maar in de afgelopen twee
dagen was het dan zover: een bezoek aan Tana Toraja. Het volk is wereldberoemd vanwege
de opvallende architectuur en de begrafenisrituelen.
Op dinsdag bezochten we een begrafenisceremonie in een dorp in de buurt van
Makale. Het was de begrafenis van Nenek Beti (oma Beti) die zes maanden
geleden, op 75-jarige leeftijd, overleed. Onze gids nam ons mee en introduceerde
ons bij de zoon van de overledene. Hij heette ons welkom en nam de slof Nikki-sigaretten
in ontvangst... Wij hadden weliswaar moeite met het type gif(t) maar zoals
Bernadette zei ’s lands wijs, ’s lands eer. Er wordt erg veel gerookt in Sulawesi en sigaretten
zijn dan ook het geliefde kado. Daarna werden we uitgenodigd op een overdekte
tribune plaats te nemen. De familie van de overledene, zwermde in de loop van
de jaren over de wereld uit dus het duurde even voordat de ceremonie
plaatsvond. Een begrafenis is voor de christelijke Toraja’s niet uitsluitend
een verdrietige gebeurtenis, het is ook een moment van blije familiehereniging.
Veel familieleden droegen traditionele kleding waarin zwart de boventoon voerde.
De gids gaf ons kledingadvies: donkere, lange broek, donkere lange mouwen. We bleken
de enigen in de bloedhitte die daaraan voldeden...
Bernadette liep op
enig moment achteruit om een foto van de binnenplaats te nemen, toen wij haar
toeriepen stil te staan. NU! Op minder dan een voet afstand van haar schone Teva’s
lagen namelijk de ingewanden van een geslachte karbauw. Was ze bijna Tevalady af?! Alhoewel de gereformeerde zendelingen
van Hollandse afkomst een groot deel van de Toraja tot het christendom wisten
te bekeren, stond de kerk het de Toraja van Sulawesi toe de inheemse begrafenisrituelen
te behouden. Er wordt dus geofferd en in dit geval op zeer grote schaal. De familie
van oma bleek vermogend en de offerandes die worden aangeboden, zijn navenant:
karbouwen, grote en kleine varkens. We telden er minstens 100! Gelukkig hoefden
we geen verdere slachtingen te aanschouwen. Ook verlieten we de ceremonie vóórdat
het gekookte buffelvlees als lunch werd uitgedeeld.
De rijkdom van een Sulawese familie wordt onder
andere uitgedrukt met het aantal rijstschuren dat tegenover het familiehuis (tongkonan)
staat. De daken van de prachtig gedecoreerde schuren hebben, naar verluidt van
onze Toraja-gids, de vorm van de schepen waarmee ze vanuit hun oorspronkelijke
gebied emigreerden. De patronen die worden gebruikt, hebben grote betekenis.
Het aantal waterbuffelhorens geeft eveneens de rijkdom maar ook de lengte van
de stamboom aan. Toraja zijn meesters in houtbewerking. De oudste rijstschuren zijn geheel van hout en hebben
bamboedaken, veel recente gebouwen zijn 'gado-gado': een mix van hout en beton. Kortom:
heel veel moois om met eigen ogen te bekijken!
Bernadette ontwikkelde in de afgelopen dagen een
groot zwak voor waterbuffels van Torajaland. Zij 'spaart' ze ondertussen... Verschillen in
leeftijd, huidskleur en leefomstandigheden werden minutieus vastgelegd. Zelfs
onze chauffeur Pak Nawi hielp mee met zoeken naar de mooiste exemplaren. Gisteren
bezochten we Zuid-Torajaland, vandaag het noordelijke gedeelte. Het zuiden
lijkt rijker dan het noorden.
Dat was nog niet alles. Oma zal binnenkort in een
familiegraf worden bijgezet. Alleen Toraja van aristocratische afkomst voorzien
hun graf van een zogenaamde 'tau-tau',
een pop die tegenwoordig steeds meer gelijkenis vertoont met de overledene. In
het verleden werden vele oorspronkelijke poppen geroofd; in opdracht van
kunstverzamelaars en -handelaren. Tegenwoordig worden die dan ook goed
afgeschermd en bewaakt.
Ook de manier waarop de Toraja hun doden begraven, is dus bijzonder (en door de kerk goedgekeurd). We bezochten een 100-jarige boom waarbij baby’s in de stam waren begraven. De gaten waren afgedekt met bamboe. Ook zagen we rotsen die graven bevatten, te herkennen aan de mini-rijstschuur erbovenop. Grotten met houten kisten en poppen en rotswanden waarin tau-tau waren geplaatst. Veel bezochten we te voet en dat was heerlijk.
Ook de manier waarop de Toraja hun doden begraven, is dus bijzonder (en door de kerk goedgekeurd). We bezochten een 100-jarige boom waarbij baby’s in de stam waren begraven. De gaten waren afgedekt met bamboe. Ook zagen we rotsen die graven bevatten, te herkennen aan de mini-rijstschuur erbovenop. Grotten met houten kisten en poppen en rotswanden waarin tau-tau waren geplaatst. Veel bezochten we te voet en dat was heerlijk.
Morgen gaan we Torajaland verlaten en gaan we op
weg naar de Badavallei. Het wordt een lange reisdag. Wellicht dat de
internetverbinding in de komende dagen te wensen overlaat maar ik meld mij weer
zodra het kan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten