Laatst
sprak ik met collega-blogger Martin over de uitdagingen van kunstmatige intelligentie (artificial
intelligence, AI) voor onze bezigheden. Voor onze eigen intelligentie. Zijn idee is dat als je blogt over je eigen leven, over persoonlijke
ervaringen, de concurrentie van AI niet snel zal worden gevoeld. Dat kan zo’n
bot eenvoudigweg (nog?) niet. Ik knoopte het in mijn oren. Zo doe ik het eigenlijk al 17 jaar achtereen. Maar voor deze blog sloeg ik dat
advies in de wind. Dit wordt een zoektocht naar feiten.
‘Waarvan
je niets afweet daarover moet je zwijgen’. Dat is heel vrij gebruik van een
beroemde uitspraak van filosoof Wittgenstein. (Die was weliswaar net anders
verwoord en hij bedoelde het met name in metafysische zin.) Het zou goed zijn
als meer mensen -vooral schreeuwlelijkerds- dit principe omarmen.
Zelf ga ik nóg
een stap verder: waar je niets van afweet daarin moet je je verdiepen. Als ik
mij goed herinner, was het Arthur Japin die deze zin gebruikte in een van zijn romans “slim
zijn betekent niet dat je veel weet maar juist dat je nieuwsgierig blijft naar
wat je niet begrijpt”.
In mijn zoektocht naar antwoorden en definities kwam Google telkens met een AI-optie. Soms stond er klinkklare onzin of waren het zinnen vol algemeenheden, soms wist ik na lezing dat het antwoord niet helemaal klopte en heel soms bleek het de juiste info te zijn. Tweemaal dezelfde vraag stellen in iets andere woorden, leverde soms een tegenovergestelde tekst op. Dezelfde vraag stellen in verschillende talen, leverde verschillende antwoorden op. Dat je het maar weet!
Het
thema asiel en migratie houdt mensen bezig. Eerst wilde ik schrijven ‘houdt mensen van de straat’ maar dat is niet meer zo.
De twee laatste kabinetten struikelden over dit splijtende thema en er zijn
(bijna) wekelijks protesten tegen asielzoekers en de komst van asielzoekerscentra
(AZC). Je kunt je oren en ogen ervoor sluiten maar daarmee gaat het niet weg.
Je kunt ook in de materie duiken en dat is mijn keuze. Temeer daar in juni 2026
een nieuw asiel- en migratiepact in werking treedt in Europa, het ‘Europese
Migratiepact’. Elk jaar werk ik aan tenminste één ‘Hoe zit het?’-blog. Dit tweeluik
is er zo een. Een longread met een leestijd van circa 12 minuten.
Het nieuwe pact moet het bestaande asiel- en
migratiebeheer voor alle EU-lidstaten gaan stroomlijnen, vereenvoudigen, verkorten
en goedkoper maken.
Er
komen strengere controles aan de buitengrenzen van het continent, snellere
asielprocedures en beperkingen aan het ‘shoppen’ door asielzoekers. Eén ding is
op voorhand duidelijk: het pact staat of valt met de bereidheid van de 27 lidstaten
om solidair met elkaar te zijn.
Maar
het pact is nog niet eens ingevoerd of het kent al gedoe. De meerderheid van de
EU-landen heeft een Minister van Asiel en Migratie. Die komen regelmatig bijeen
om kwesties te agenderen en rimpels glad te strijken in de aanloop naar juni volgend
jaar. De recentste vergadering was eerder deze maand in Luxemburg. Er bestaat,
naar verluidt, met name wantrouwen tussen lidstaten van ‘eerste aankomst’ en
die van ‘tweede aankomst’ (als asielzoekers na aankomst op Europees grondgebied
menen meer kans op asiel te hebben in een ander EU-land, doorreizen en daar een volgende aanvraag doen). Ook zijn er bij de landen aan de buitengrenzen van het
continent zorgen over een eerlijkere verdeling van de lasten en kosten van de
aanstaande opvang.
Er
worden nu al dingen in gang gezet. Op 12 oktober jongstleden begon men in Europa
met het elektronisch registreren van gegevens van niet-EU-inwoners die de buitengrenzen
passeren voor een kort verblijf, d.w.z. 90 dagen in een periode van 180 dagen. Dit
inreis/uitreissysteem (Entry/Exit System, EES) wordt geleidelijk verder uitgerold naar alle Europese
grensovergangen in de komende zes maanden. Met het EES-systeem moeten reizigers
van buiten de EU bij hun eerste in- en uitreis aan de grens hun paspoort,
gezichtsopname en vingerafdrukken verstrekken. Bij een volgende in- en uitreis is
slechts een snelle verificatie aan de orde.
EES
biedt nationale autoriteiten realtime informatie over wie de EU binnenkomt, wanneer,
waar en voor hoe lang. Dat is een belangrijke stap in de modernisering en
versterking van de beveiliging van Europa’s grenzen. Zodra het systeem volledig
operationeel is, zal het ook overschrijdingen van toegestane verblijfsduur en
gevallen van document- en identiteitsfraude detecteren.
Het
nieuwe Migratiepact rust op zeven pijlers die ik hier in detail zal beschrijven. Mijn kritische kanttekeningen en opmerkingen zijn hieronder cursief weergegeven.
1. Gesloten detentiecentra aan de buitengrenzen
Asielzoekers
die worden aangehouden op zee of op heterdaad worden betrapt bij een andere
vorm van illegale grensoversteek op land worden naar gesloten centra gebracht.
In
deze centra aan de buitengrenzen van Europa (in het hoge noorden, in het zuiden en oosten van het continent) verblijven asielzoekers
in eerste instantie maximaal zeven dagen in detentie (de wettelijk toegestane maximale
duur van detentie op Europees grondgebied). Ze hebben dan formeel nog niet het Europese
grondgebied betreden.
2. Screening bij aankomst
Eenmaal
in een detentiecentrum worden de persoonsgegevens van asielzoekers verzameld. Hun
vingerafdrukken en gezichtsopname worden eveneens opgenomen en vastgelegd in de
aangepaste Eurodac-gegevensbank die door alle lidstaten kan worden
geraadpleegd. Ook personen die illegaal op Europees grondgebied worden
aangehouden en gedetineerd, worden gescreend. In hun geval geldt drie dagen. Zo
moet de identiteit van een asielzoeker sneller worden vastgesteld. De screening
geldt voor iedereen vanaf 6 jaar (tot nu toe was dat 14 jaar). Tijdens de
screening wordt ook onderzocht of iemand een gevaar is voor de veiligheid of de
volksgezondheid.
Ik
ben kritisch over die korte duur (al begrijp ik de wettelijke begrenzing). Wat
als iemand ongedocumenteerd binnenkomt? Of dat de asielzoeker liegt,
bijvoorbeeld over het land van herkomst? Of opzettelijk identiteitspapieren
heeft vernietigd? Is die korte tijd -maximaal een week- dan voldoende om de juiste
persoonsgegevens te vergaren?
N.B.
In Spanje moeten autoriteiten nu al binnen zeven dagen een besluit nemen over
de kansrijkheid van een asielaanvraag. Dat gebeurt in een gesloten detentiecentrum
aan de grens. Als dat proces niet goed verloopt, moet de asielzoeker na zeven
dagen worden vrijgelaten volgens Europese wetgeving. Zo eindigen veel asielzoekers
in de illegaliteit.
3. Grensprocedure voor asielzoekers
Een
groep EU-landen, waaronder Denemarken, Italië, Hongarije, Tsjechië en
Nederland, pleitte er eerder voor de gehele asielprocedure te 'outsourcen'. Asielaanvragen
zouden moeten worden beoordeeld in vluchtelingenkampen in de regio van
herkomst. Daarvoor zouden verdragen met de landen worden gesloten. Die ideeën
werden niet overgenomen bij de besprekingen over dit nieuwe pact.
Over
heel Europa verspreid kunnen er per jaar maximaal 120.000 asielzoekers de
buitengrenzen van Europa passeren. Dat aantal werd berekend als het maximum dat het
continent jaarlijks aankan, indien verspreiding over 27 lidstaten wordt gevolgd
zoals voorzien in het pact. Ter vergelijking: in 2023 kwamen er alleen al over
de Middellandse Zee (zuidelijke buitengrenzen) ruim 270.000 asielzoekers aan. P.S. In 2025 kwamen tot dusver 80.000 asielzoekers op Europees grondgebied aan.
De
asielprocedures worden versneld, vooral voor asielzoekers die een lage
slaagkans voor verblijf hebben. Dit moet het doorreizen naar andere EU-landen beperken en
de druk op landen van eerste aankomst verminderen. Met het nieuwe pact komen
er strengere handhavingsmaatregelen en beperkingen op het recht op
bewegingsvrijheid voor asielzoekers totdat hun asielstatus is
vastgesteld.
 |
Dodelijke aantrekkingskracht - Chien Lee
|
In dat pact komt een verplichte grensprocedure voor specifieke groepen
asielzoekers. Die procedure mag maximaal 12 weken (drie maanden) duren,
inclusief beroep, en vindt plaats in een gesloten omgeving. Dit is een grote
verandering ten opzichte van de oude situatie want in het huidige systeem mogen
asielzoekers een AZC vrij in- en uitlopen.
Er
wordt onderscheid gemaakt tussen kansarme en kansrijke asielzoekers (al vond
ik nergens een definitie van ‘kansrijk’). Kansarm is iemand uit een land waarvan
de EU tot dusver 20% of minder van de asielverzoeken goedkeurde; het zogenaamde
‘erkenningspercentage’. Een asielzoeker wordt ook als kansarm bestempeld als hij
of zij uit een veilig land komt.
De
gehanteerde definitie van ‘kansarm’ vind ik begrijpelijk (je moet ergens een streep
trekken) maar niet per se sterk. Het zou in het nieuwe pact juist gaan om de
aanvrager in kwestie, niet om het land van herkomst van die aanvrager.
Een
asielzoeker die eerst door een veilig land reist voordat hij of zij zich aan
een buitengrens van Europa meldt, krijgt daar eveneens de status ‘kansarm’. De
asielzoeker had in het land van eerste aankomst om internationale bescherming
moeten vragen.
Een
kansarme asielzoeker moet aan de EU-buitengrenzen al horen dat hij of zij het
Europese grondgebied niet mag betreden. Na afwijzing volgt uitzetting. In
het geval van uitzetting naar een veilig derde land moet de afgewezen
asielzoeker wel een band hebben met dat land.
Met
die band voorzie ik problemen. Hoe toon je die aan?
 |
Visioenen van het Noorden - Aleksey Charitonov |
‘Een
veilig land’ is een land dat de EU aanmerkt als veilig. (Daarover bestaan
verschillen van mening met mensenrechtenorganisaties. Die vinden het te
arbitrair.) Een lijst van veilige landen van herkomst en veilige derde
landen maakt deel uit van dit pact en wordt samengesteld door de Europese
Commissie. Deze lijst wordt regelmatig geupdate.
Er
is een EU-brede doelstelling om op enig moment maximaal 30.000 asielzoekers in
de grensprocedure te hebben. Dat wordt volgens de Europese verordening als
'voldoende capaciteit' beschouwd. Dat betekent dat in de hele EU 30.000
asielzoekers tegelijkertijd de grensprocedure kunnen doorlopen (drie maanden
doorlooptijd). Families met kinderen zijn niet van deze grensprocedure
uitgezonderd, alleenreizende minderjarigen wel. (Die krijgen meteen een voogd
en mogen snel naar school, bijvoorbeeld.) Elk EU-land is verplicht te zorgen voor
onafhankelijk toezicht op de eerbiediging van de grondrechten tijdens de screeningsfase
en de grensprocedure.
Elk land moet op enig moment voldoende opvangcapaciteit hebben voor het aantal asielzoekers
in de grensprocedure. Elke lidstaat krijgt een quotum, een aantal asielzoekers van
wie de aanvragen via de grensprocedure moeten worden verwerkt. Het Nederlandse
ministerie voor Justitie en Veiligheid berekende dat Nederland in staat is om
op enig moment 211 asielzoekers gelijktijdig in procedure te hebben; dit wordt
de ‘capaciteitsverplichting´genoemd. Zodra een land de limiet van het quotum heeft
bereikt, is het niet langer verplicht om nieuwe asielaanvragers in procedure te
nemen.
Indien
de aanvraag van een asielzoeker formeel wordt afgewezen, komt die persoon in de
terugkeerprocedure terecht. Autoriteiten hebben dan drie maanden extra de tijd om
de asielzoeker te laten vertrekken (uit te zetten). In de praktijk zal dat
alleen lukken als het land van herkomst daaraan meewerkt. Ook tijdens de terugkeerprocedure
blijft de asielzoeker in een gesloten omgeving. De autoriteiten
stimuleren het vrijwillige vertrek van een afgewezen asielzoeker. Ook stimuleert men terugkeer naar het land van herkomst als dat veilig(er) is geworden. (Nederland geeft nu bijvoorbeeld tijdelijk een terugkeerpremie van €5.000 per volwassen Syriër.)
Als
de afgewezen persoon echter weigert te vertrekken en/of geen officiële identiteitspapieren heeft, is
dat een
obstakel voor terugkeer. Ook het gebrek aan medewerking van autoriteiten van
het land van herkomst is een probleem.
 |
Slangenjacht - Javier Azar González de Rueda |
Zonder
een akkoord met landen van herkomst wordt gekozen voor strengere straffen aan de
landen die niet meewerken aan terugkeer van hun onderdanen. Anderzijds kiest men voor
deportatie van de afgewezen asielzoeker. Hij of zij wordt dan gestuurd naar detentiecentra in
landen buiten de EU, de zogenaamde ‘terugkeerhubs’ (ook wel
‘repatriëringshubs’ genoemd). Zo bespreekt Nederland momenteel met Oeganda een dergelijk verdrag.
Niet
meewerken aan uitzetting naar het land van herkomst is een zwakke schakel in deze
grensprocedure. Spanje heeft bijvoorbeeld wel goede afspraken met herkomstland
Marokko en andere landen in Noord-Afrika (en sub-Sahara), Nederland niet. Daarom
stokt daar de terugkeerprocedure voor zogenaamde ‘veiligelanders’. De kans dat een uitgeprocedeerde asielzoeker in de
illegaliteit verdwijnt of gaat zwerven, is groot.
In
dit pact staat dat wanneer een lidstaat een asielzoeker beveelt te vertrekken,
die persoon het gehele grondgebied van de EU moet verlaten. Vluchten naar een
andere lidstaat is onmogelijk. (Van alle afgewezen asielzoekers die het
bevel krijgen het EU-grondgebied te verlaten, doet slechts één op de vijf dat.
5. Overal dezelfde opvangregels
Kansrijke
asielzoekers komen in de reguliere asielprocedure terecht. Dat betekent -nog
steeds- dat ze in opvangcentra in individuele EU-lidstaten terechtkomen. Het gezamenlijke
asielbeleid van Europese landen moet meer op elkaar gaan lijken, om te
voorkomen dat asielzoekers gaan ‘shoppen’, ofwel doorreizen naar een ander land waar
ze denken meer kans op asiel te hebben.
Er
gaat in heel Europa een hogere standaard gelden voor de opvang van
asielzoekers, met nieuwe normen voor huisvesting en toegang tot onderwijs en
zorg. Asielzoekers die worden toegelaten, moeten voortaan bijvoorbeeld direct de
mogelijkheid krijgen taallessen of een beroepstraining te gaan volgen. Verder
mogen asielzoekers sneller aan het werk: na zes maanden na aankomst. (In Nederland geldt
die termijn al.)
6. Eerlijke verdeling van asielzoekers over Europa
De
Europese Commissie (27 commissarissen uit 27 landen die het Europese politieke
leiderschap vormen gedurende 5 jaar) bepaalt, op basis van inwoneraantal en BBP,
welk EU-land hoeveel kansrijke asielzoekers jaarlijks moet opnemen. Men houdt
al jaren bij hoeveel asielaanvragen elk EU-land per capita ontvangt.
Een
eerlijke verdeling van het aantal asielzoekers over Europa was en is nog steeds
een flessenhals in de hele asielprocedure. De landen aan de buitengrenzen zijn
van mening dat zij al te lang een onevenredige verantwoordelijkheid dragen voor
asielzoekers.
Lidstaten
die hun quotum asielzoekers weigeren op te nemen, kunnen echter een ‘afkoopsom’
van €20.000 per persoon betalen.
Dat is een opt-out. Dat geld gaat in een Europees fonds en komt ten goed aan EU-lidstaten
in de voorste linies van asiel.
De
door een EU-land geweigerde groep asielzoekers wordt in de tekst eufemistisch ‘de
overname’ genoemd, hintend op het feit dat deze door een ander EU-land wordt
overgenomen. Hoe dat wordt bepaald en hoe dat gaat, is mij niet duidelijk. Wel
is bekend dat Frontex, het Europeese grens- en kustwachtagentschap, hierin een
sleutelrol speelt.
 |
Het hol van de wever - Jamie Smart
|
In
het geval dat een EU-lidstaat weigert asielzoekers op te nemen en de voorkeur
geeft aan hun herplaatsing, moet dit financieel worden gecompenseerd. In het
voorbeeld van Nederland zou dat minimaal gaan om €30 miljoen per jaar, te storten in het Europese
fonds. (Dit is de som van minimaal 1.500 asielzoekers per jaar die het
ministerie van Veiligheid en Justitie berekende op basis van het nieuwe pact, maal
€20.000 per persoon per
jaar.) Een andere optie is om personeel of materiaal, zoals tenten en computers,
naar landen te sturen waar de asielzoekers wèl worden opgevangen.
Ik
vermoed dat elk asielkritisch Europees land voor dit afkoopalternatief kiest. Opvang
kost jaarlijks immers een veelvoud van dit bedrag. (In deel 1 van dit drieluik vind je de kosten van opvang per asielzoeker in Nederland nu.)
Dat klinkt cynisch en dat is
het ook. De onderlinge solidariteit tussen EU-land is niet groot op dit punt. Als
alle landen liever geld betalen dan asielzoekers opnemen, valt dit nieuwe pact
in duigen.
Een
erkende vluchteling (‘statushouder’) moet in het land blijven wonen dat hem of
haar asiel verleent. Een korte reis van maximaal drie maanden naar een
ander Schengenland is toegestaan. Voor een asielzoeker die langer wegblijft,
komt er een straf: de wachttijd voor de aanvraag van een verblijfsvergunning voor
onbepaalde tijd gaat dan opnieuw in.
7. Asielcrisis
De
Europese Commissie is de instantie die als enige beslist wanneer er in een EU-land sprake is van een asielcrisis. Dat kan niet meer nationaal worden besloten.
Het is immers een systeem op basis van Europese solidariteit. In het geval van
een crisis worden de asielregels soepeler toegepast: de duur van de grensprocedure
kan bijvoorbeeld oplopen van drie tot (max.) negen maanden. Asielzoekers kunnen
in dat geval langer in detentie worden gehouden aan de Europese buitengrenzen.
Nou,
dat was het. Poeh-poeh! Leef je nog?
Wat
mij duidelijk werd, is dat het nieuwe pact niet onomstreden is. Al hebben alle
27 regeringsleiders ingestemd met dit systeem, de onderlinge solidariteit is op
een aantal (belangrijke) punten nog ver te zoeken.
Gelukkig
mogen we in Nederland weldra naar de stembus. Daarna komt er hopelijk snel een stabiele
coalitie die zich commiteert aan rechtstatelijkheid en echt iets aan de asielproblematiek
gaat doen. Ik las bij de Speld (satire) dat de Nederlandse kiezer met hekel aan
de rechtsstaat zweeft tussen 12 partijen.
Ook
deze blog wordt geïllustreerd met natuurfoto’s uit de wedstrijd voor Wildlife
Photographer of 2025.