Translate

dinsdag 14 oktober 2025

De mensen thuis

De regelmatige lezer weet dat ik onlangs naar het Spaanse honk terugkeerde met mijn liefje. Bronchitis bleek de verstekeling. Volgens mijn huisdokter (zij) was de overgang van de Spaanse warmte naar de Hollandse gure wind en regen en het dagelijks reizen met druk openbaar vervoer teveel voor een type als ik. Ergens onderweg had zich kennelijk een 'awful creature' (virus) genesteld in mijn lichaam die na enkele dagen thuis begon op te spelen. Het gorgelt, reutelt en borrelt nu in de borststreek, met af en toe diepe uithalen die niet om aan te horen zijn. Blaffende honden bijten niet, zegt de volkswijsheid. Nou, pas maar op! Ik baal wel dat mijn immuunsysteem die vreemdeling niet te lijf ging en bedwong. Ooit, als jonge studente, kreeg ik last van bronchitis die hoogstwaarschijnlijk werd verwaarloosd. Ik had -zeker toen- geen tijd om ziek te zijn en in bed te liggen. Dat laatste is nog steeds geen hobby van mij. 

Tijdens de terugvlucht naar Alicante raakten we aan de praat met enkele staffleden van voetbalteam Oranje Onder 18 dat naar Pinatar Arena vloog voor twee oefenwedstrijden in de aanloop naar het WK van 2026. We beloofden hen naar een van de wedstrijden te komen kijken en ook dat we dan de Nederlandse vlag zouden meebrengen. Dan zouden ze ons herkennen op de tribune. Zo gezegd, zo gedaan. De grote rood-wit-blauwe vlag zat nog in een verhuishoes van 25 jaar geleden. Ik schoof het lange ding oneerbiedig via de achterklep de auto in. 

In het afgelopen weekend was er in deze contreien sprake van Code Rood vanwege extreme regenval die samenhing met storm Alice. Daarom werd de oefenwedstrijd tegen Zwitserland op vrijdagavond uitgesteld. Die avond gingen wij wel met vrienden naar restaurant ‘Tropical’ in Los Alcázares waar men de zandzakconstructie toen al aan het opbouwen was. (Het mocht niet baten.) 

Het werd inderdaad beestachtig weer. Bij ons op het terras mat de regenmeter na de stortvloed 122 milimeter regenwater. Dat komt neer op ruim 12 liter water per vierkante meter. Een record! 

In de tunnel van de AP-7 ter hoogte van onze woonplaats sleurde de regen een grote hoeveel modder mee naar binnen. De kracht van het water was dermate groot dat de nooddeuren in de tunnelbuizen open werden geblazen en de tunnel onder water kwam te staan. De rijstrook in de richting van Cartagena werd het hardst getroffen. 

Een aantal buurgemeenten net over de provinciegrens, aan Murciaanse zijde, kreeg het nóg meer voor de kiezen. Vanwege de enorme hoeveelheid regenwater liepen de pijpleidingen van het drinkwater vol met modder waardoor het drinkwater besmet raakte. Dat trof circa 100.000 mensen thuis. Bewoners van San Javier, Los Alcázares, San Pedro del Pinatar en Torre Pacheco moesten tijdenlijk met jerrycans in de rij staan voor de mobiele drinkwagentanks. Soms lijkt het hier ook oorlog... 

In onze woonplaats was dit probleem echter niet aan de orde. Het overtollige water werd via de rio seco afgevoerd naar de Middellandse Zee en wij behielden ons (schone) drinkwater uit de kraan. Mijn liefje ging vanmorgen in haar eentje  boodschappen doen bij Consum aan Murciaanse zijde. Daar was het vak met drinkwater helemaal leeggeroofd... In de gangen stonden talloze 5-literflessen opgestapeld. Bij de mensen thuis komt daar nog steeds geen druppel water uit de kraan. Het probleem lijkt nog niet opgelost. Onze gemeente verschaft schoon drinkwater en brengt dat in grote tankwagens naar de buren. Dat betekent wel dat de waterdruk soms te wensen overlaat.   

Alsof dit allemaal niet dramatisch genoeg was, verloor O18 ook nog hun oefenwedstrijd tegen Polen. Ik sleepte mij bij de haren naar de voetbaltribune die langzaam voldruppelde; ook met Nederlandse fans. Daar zaten we, met die grote Nederlandse vlag voor onze snuffer (we wisselden af). Voor Jan-met-de-korte-achternaam. En dan te bedenken dat mijn liefje en ik he-le-maal geen vlaggenzwaaiers zijn maar ja... voor de goede zaak doet een mens thuis rare dingen. We hadden het nu eenmaal aan Anoush en Joran beloofd. 

‘Onze’ jongens konden niet op tegen de lange, sterke en taaie kerels van Polen die heel goed verdedigden. Al na vijf minuten stonden ze met 1-0 achter. Mijn liefje, ooit opgeleid tot sportcoach, schreeuwde de longen uit haar lijf. Die ligt binnenkort waarschijnlijk ook op apegapen op de bank. Vooral het niet-aanspelen van de vaak vrijstaande nummer 2, Chivano Wijks (spelend bij FC Bayern München; als enige jongeling in het buitenland), ergerde haar mateloos. Zodra hij wel werd aangespeeld, ging de bal in de richting van het doelgebied van de Polen. De lange Sean Steur (middenvelder bij Jong Ajax) was de enige die in de 17de minuut knap wist te scoren via de paal. Eindstand: 2-1. De eerste nederlaag van dit jonge elftal. 

Het is ook vermakelijk om te kijken naar optredens in verkiezingstijd, wat mij betreft. Een grote groep Nederlanders lijkt dat met mij oneens te zijn, want het vertrouwen in de politiek onder de bevolking daalde in het afgelopen jaar tot een dieptepunt. Zelf ben ik volledig ongeschikt om in de politiek te opereren want ik zou alle domme koeien en feitenvrije types systematisch negeren. (Daar heb je er tegenwoordig steeds meer van!) Het vertrouwen in algemene zin raakte ik niet kwijt, het vertrouwen in de partijen die kabinet-Schoof vormden wel. Wat een broddelwerk leverden die met elkaar af. 

Maar goed, nieuwe ronde nieuwe kansen. Mijn liefje en ik keken met frisse blik naar het politieke debat dat RTL recent organiseerde. Geert Wilders (PVV) liet het wederom afweten dus Rob Jetten (D’66) stapte goed voorbereid en vol vertrouwen en enthousiasme het podium op in zijn plaats. Dat zorgde voor een meer inhoudelijk debat, op tamelijk rustige toon. Er werd niet op de speler maar op de bal gemikt. Ik vond het een verademing al vond ik het hoofdgeschud van sommige politici als zij luisterden naar hun opponent(en) vervelend. 

Voor de buis zaten wij op schoot met een blocknote, klaar om te turven. Nu zul je denken, het is toch geen wedstrijd? Dat klopt. Dilan Yesilgöz praat echter met regelmaat over ‘de mensen thuis’. Daarmee legt ze een onterechte claim op ons; ze lijkt zich hiermee op te werpen als de Moeder Theresa van Nederland. Onoprechter kan het niet... Als ik het haar hoor zeggen, krijg ik acuut pukkels over mijn hele lichaam. Da's erger dan bronchitis!

We vroegen ons af hoe vaak ze die irritante uitdrukking zou gaan bezigen. Na een uurtje onderhoudende tv stond de teller op 10 (we wisselden af). Een ingezonden brief van een Volkskrant-lezeres ging vanmorgen ook over dit onderwerp. Die vrouw krijgt de neiging om te gaan zwaaien en roepen naar het scherm als ze dat zinnetje uit de mond van de VVD-partijleider hoort. Als mens thuis. Op mij moet Yesilgöz ook maar niet rekenen.


woensdag 8 oktober 2025

Enerverend

Dit wordt een blog over het Vaderland-in-vogelvlucht, een terugblik op een weekje in de Grote Stad. Of, zoals onze Amsterdamse vriend Martin zou bloggen: DGS. Inmiddels zijn we weer op Spaans grondgebied na een, in alle opzichten, enerverend bezoek. Grappig genoeg was deze blogtitel ook het woord waarmee we vanmorgen ‘genie’ werden. Eenmaal thuis, hebben we weer ons geliefde ochtendprogramma: het eerste kopje koffie voor mijn liefje na opstaan, enkele oefeningen Spaans met Duolingo voor mij en de puzzel Spelwijze (Volkskrant) die we samen dagelijks proberen op te lossen met als doel: een dagje samen genie zijn. 

Enerverend dus. En wel hierom. Nog nooit in mijn leven als bewoner van Spanje zag ik zóveel mensen op luchthaven Alicante. Ik kon mijn ogen niet geloven! Het was er werkelijk stampvol. Deze reis begon met vertraging met Transavia. Nog nooit in mijn leven als reiziger zag ik zoveel medereizigers op vliegveld Schiphol. Ik was niet de enige die dat vond. Achter mij liep een jonge vrouw naar de bagagecaroussel die zei ‘moeten al die mensen niet werken?’. 

Op Schiphol stapten we vervolgens in de trein naar Den Haag. Vanwege de volle reistas had ik weinig zin trappen op en af en lopen in een dubbeldeks Intercity. We stapten dus in het treinstel waar reizende fietsers hun stalen rossen tijdelijk mogen stallen. Daar stond tevens een Amerikaanse jongedame, goedgevuld in een strakzittend roze pak, met enkele tassen om zich heen. Op enig moment kwam er een kerel met bierwalm langs die zijn oog op haar liet vallen. Hij sprak haar aanvankelijk in het Nederlands aan en zei dat ze mooi was. 

Zij verontschuldigde zich en zei dat ze geen Dutch verstaat. Dus gooide hij het over de Engelse boeg. Het werd steeds genanter, de man was duidelijk de weg kwijt en kwam ook op ons nogal intimiderend over. (Er zaten uitsluitend vrouwen in deze coupé.) De Amerikaanse negeerde hem zo goed als mogelijk door meer dan geïnteresseerd naar het groene, platte landschap van de Randstad te staren. Nadat hij eindelijk vertrok, bood ik haar mijn excuses aan voor dit gedrag. Namens de rest van de vrouwelijke bevolking van Nederland. Ik kreeg direct bijval van elke aanwezige vrouw. We bespraken de kwestie nog een tijdje in het Engels plenair na, een groepsgesprek dat je niet wilt voeren als je net een uurtje terug bent op Vaderlandse bodem. 

Later diezelfde dag kwamen we twee Spaanse jongedames tegen die ongeveer gelijk met ons vanuit Spanje naar Schiphol vlogen. We stonden namelijk naast elkaar bij de bagagecaroussel op onze reistassen te wachten. Zij herinnerde zich dat niet, ik wel (Spelwijzer!). Ik liep ze in onze Haagse straat tegen het lijf en zei dat ik dat nogal toevallig vond. Ze vertelden dat ze uit Bilbáo komen, van Baskische origine zijn en voor werk in Den Haag zullen verblijven. De volgende dag zouden ze beiden aan een lokale baan in de toeristensector beginnen. 

Op dat moment stond ik min of meer over een struikelsteen gebogen met mijn camera. (Ik struikel zelf wel af en toe maar ben nog nooit gevallen. Knock on wood!) Ik legde uit waar zij naar keken en hoe mensonterend en belabberd Nederlandse autoriteiten joodse inwoners hadden behandeld tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. 

Deze ene specifieke ‘stolperstein’ memoreert het trieste lot van Hagenaar Daniël Sanders (1895) die in 1942 in Westerbork terechtkwam en in 1944 in Auschwitz werd vermoord. De Struikelstenenroute zouden we in Delft voortzetten, over de Oude Delft (de straat waar mijn voormalige studentenhuis staat) en door de Choorstraat. Soms lagen er vier of vijf tegels voor een huis. Die Delftse stenen kunnen wel een onderhoudsbeurt gebruiken, vind ik. Oppoetsen is ook een manier om slachtoffers van het fascisme niet te vergeten! Er liggen ruim 7.000 van deze herdenkingsstenen door het hele land, een aantal dat voortdurend toeneemt. Even later in die straat werd ik aangesproken door een vrouw die Nederlands met een zwaar accent sprak. Zij had mij zien fotograferen en vertelde dat er een tweede struikelstreen in deze buurt was te vinden. We gingen op zoek. 

En dat was nog maar dag 1!

Wat mij ook opviel vanaf die dag, waren de vele zwervers in de binnenstad, de mannen die vuilniszakken openden en vuilnisbakken uitvlooiden voor blikjes waarop statiegeld zit. Moeders met bakfietsen vol kids, haastige mensen met oortjes in die met anderen ver weg praatten. Mijn liefje dacht eenmalig dat een vrouw in een Albert Heijn-winkel tegen haar sprak. Daarna wist ze beter. En we moesten wennen aan de vele fatbikes met jonge en oude bestuurders die razendsnel van links maar ook regelmatig van rechts op hetzelfde pad crossten. Dit jachtige stadse leven is ons volkomen vreemd in het rustige Mojón. Desalniettemin blijf ik mij van binnen een stadse voelen. 

We verbleven in een stemmig appartement in het centrum. Ruim, licht, comfortabel. Met visgraadparket, kookeiland, heerlijke bedden, een douche om lang onder te staan en een balkon met zitje. Dat hele huizenblok bestaat uit huurappartementen, voor de lange en korte termijn. 's Avonds zaten we op een grote bank of een luie stoel te lezen of naar tv te kijken (onder andere Masterchef Australië). 's Ochtends maakten we ons ontbijtje met beschuit & fruit en een gezonde cracker met belegen kaas. AH was deze week onze hofleverancier. We kookten niet. Dit appartement is een plek om naar terug te keren. 

Wat mij eveneens bijbleef, was een lesbo-stel, 30-plussers, in een drukke tram. Mijn liefje wees ik op het laatste lege stoeltje, zelf bleef ik staan in het gangpad. Een van die meiden bood mij haar zitplaats aan. ‘Mevrouw, wilt u zitten?’ Ik dankte haar hartelijk. Nee, dat was onnodig. Zij drong aan en uiteindelijk ging ik zitten. Wel met een hoofd vol gedachten. Allereerst zei ze u tegen mij... Maar veel indrukwekkender was dat dit de eerste keer in mijn leven was dat iemand mij kennelijk als een oude(re) vrouw zag die hulp behoefde. ¡Madre Mia! 

Vriendin Bernadette, die net als ik dit jaar 65 werd, ging daar zelf nogal coulant mee om. Voor haar is het maar een getal. Dat is wel zo maar als dat getal kennelijk in groeven en plooien in je gezicht gebeiteld staat, wordt het toch een ander verhaal. Soit. 

Haar verjaardagsfeestje in Gastrobar Berlage (achter het Kunstmuseum) was echt een feestje. We kwamen vroeger aan dan het feestvarken. Stom maar waar. Ik had namelijk een ander tijdstip onthouden en dat had zich vastgezet in mijn brein. (Ook zo wat...) We zongen haar toe, zij, haar oudste broer en oudste petekind speechten voor haar. Petekindje Odette, vernoemd en de jongste eregaste op dit feestje, mag zich een bofkont noemen met zo'n suikertante! Dat alles onder het genot van een glaasje bubbels en -onder andere- een bitterbal. 

Het werd in de afgelopen week nat, koud en guur voor ons, semi-Spaanse meisjes. De dag na aankomst kreeg mijn liefje haar lichaam al niet meer op temperatuur. Ik troonde haar mee naar een (voorheen) leuke Vintage-winkel in de Passage om een wollen trui of vest te vinden. Dat werd een Maria-van-de-Sound-of-Music kledingstuk van het Oostenrijkse merk 'Almgwand', met geruiten capuchon en knopen van reebokgewei. Ze sliep er de afgelopen dagen nog nèt niet in... Bernadette doneerde een azuurblauwe poncho als aanvullende bescherming tegen onvriendelijk weer. De Blauwe Engel van Den Haag en omstreken! 

Voor muzelluf kocht ik een lange waterdichte regenjas – met reflecterend detail achterop om de fatbikers op afstand te houden- bij de Hema. De extralange raglanmouwen kon worden dichtgeknoopt met klittenband. Aldus de folder. Klaar voor de vele buien en harde wind die we voor de kiezen kregen. Tijdens ons bezoek aan de hoofdstad hagelde het zelfs! 

We ondernamen veel meer dan ik hier vermeld maar dat kun je alsnog zien in mijn webalbum. Op de koffie bij sneue Piet in Rotterdam die was gecrasht met zijn fiets. Een lekkere en onderhoudende lunch bij vrienden in Amsterdam. Een enerverend bezoek aan Museum Feniks en Hotel New York in Rotterdam. Een soort sentimental journey door Delft (inclusief Vermeer-centrum). Een bezoek aan een -voor de tweede maal- getrouwde neef van mij en zijn vrouw in hun nieuwe huis in een buitenwijk van Den Haag. Zij gaan nu als samengesteld gezin (vijf personen in de puberleeftijd!) verder. Een zalig Indonesisch etentje bij Garuda van Ron Blauw. Zo legden we elke dag tenminste 10km te voet af. Voor de bijna 300 foto's verwijs ik naar album ‘Kaaskoppen 2025’. 

En dan ineens breekt toch de terugreisdag aan. De tijd vliegt als je het naar je zin hebt! Het werd echter een langere reisdag dan gepland en gehoopt; er trad flinke vertraging op. Geduldig wachten is nooit mijn forte geweest... De Nederlandse vrouw (woonachtig in Spanje maar heen en weer reizend voor werk) voor ons in de incheckrij meldde dat 8 van de 10 van haar Transavia-vluchten zijn vertraagd. Geen beste statistiek. 

In de trein van Den Haag naar Schiphol spraken we met een Spaanse die al 40 jaar, met haar Britse man, in de Hofstad woont. Ze zou naar Barcelona vliegen om de verjaardag van haar zus te vieren. Ze zei een paar keer met trots dat ze Catalaanse was. Haar vader besloot in de beginjaren '70 van de vorige eeuw, toen de kinderen werden geboren, met zijn gezin naar Andorra te verhuizen. Hij wilde niet dat zij onder Franco opgroeiden. Ik knipperde (ongemerkt) met mijn ogen. Nog nooit had een Spaanse of Spanjaard uit vrije wil tegenover ons publiekelijk een negatieve mening geventileerd over die vermaledijde generaal. Het werd een enerverend gesprek met een mooi mens. We namen heel hartelijk afscheid van elkaar. 

In het vliegtuig naar Alicante zaten we te midden van een illuster gezelschap: de Nederlandse spelers van Oranje O18, waarbij O niet staat voor O-benen maar voor ‘Onder’. Alle, voor dit team geselecteerde, spelers zijn dus jonger dan 18 jaar. Dit is de toekomstige lichting voor het Nederlands elftal, zal ik maar zeggen. Jonge, talentvolle gasten van Ajax, Feyenoord, PSV, AZ, FC Twente en andere clubs die samenkomen in een nationaal jeugdteam. Allemaal in donkerblauw KNVB-pak met oranje leeuw en de naam van de hoofdsponsor (ING) erop. Bijna allemaal jongens met een kleurtje. 

Mijn liefje zat vóór de hoofdtrainer, de 35-jarige Anoush Dastgir. Hij was onder andere vier jaar bondscoach van het Afghaanse mannenvoetbalelftal. Zelf zat ik aan de andere kant van het gangpad vóór assistent-trainer Joran Pot van de KNVB. Een lange jongeman met XL-benen en schoenmaat 48 die eerder twee Nederlandse (helaas geen Afghaanse) vrouwenvoetbalteams coachte. Leuke kerels om mee te praten.

Ze waren op weg naar Pinatar Arena, een professioneel sportcomplex op steenworp afstand van ons huis. Daar wordt tijdens de wintermaanden vaak getraind en gespeeld door clubs uit het koudere West-Europa. Als je bekende sporters aan het werk wilt zien, moet je daar zijn. 

O18 gaat daar twee oefenwedstrijden spelen, tegen Zwitserland en Polen. Dit zijn wedstrijden in de aanloop naar het WK O18 van (maart) 2026. Volgens Joran is dit team kanshebber voor de overwinning. Ze verblijven in het hotel van Montepiedra (bij het strand van La Glea), ons eveneens bekend. We beloofden ze te komen aanmoedigen. Op hun verzoek brengen wij een Nederlandse vlag mee, die halen we met plezier voor hen uit de mottenballen. Als tegenprestatie (zo gaat dat tegenwoordig, leren we van Trump) beloofden zij ons een kleurrijke groepsfoto. 

De joviale Transavia-piloot vloog ons veilig terug naar onze eindbestemming. Nu zit ik weer in short, t-shirt en teenslippers achter mijn computerscherm. Het vest en de regenjas borgen we voorlopig op in een diepe kast. Een Delfts blauw tegeltje met geschilderde ijsvogel hangt inmiddels ergens in huis. Net als twee gedroogde boombladeren in herfsttenue. Ik ben geen fan van de herfst maar de verkleuringen in de natuur zijn waanzinnig mooi. Morgen wordt hier de Dia de la Communidad Valenciana gevierd, een regionale feestdag. 

De foto in de header van deze blog is de favoriet van de afgelopen week van mijn liefje. Barefoot als pantoffelheldin. Dat geeft te denken... 


dinsdag 30 september 2025

Kaaskoppen

Afgelopen zondag werd de prijs voor het beste Nederlandstalige natuurboek uitgereikt tijdens het Vroege Vogels Festival. De eer viel te beurt aan ‘Muizenleven’ van auteur en filosofe Eva Meijer (1980). Haar boek was een van de 139 inzendingen. Meijer begon aan een experiment en ging met 25 ex-laboratoriummuizen samenleven om ze beter te begrijpen en te leren kennen. Zo kwam ze erachter dat deze gewezen proefdieren geen ‘plaag’ zijn maar levende wezens met eigen karakters, vriendschappen, een eigen taal en cultuur. Samenleven met muizen was voor Meijer een les in zorg en verbondenheid en deed haar beseffen dat we allemaal kleine wezens zijn in de uitgestrekte ruimte die het leven is. 

Juryvoorzitter Jean-Pierre Geelen sprak tijdens de live-uitzending van een even meeslepend als ontroerend boek. Een piekfijn werk, dat je de ogen opent op verschillende manieren, gemaakt door een auteur die duidelijk met hart en ziel in de materie zit.Met dit werk toont Meijer aan dat muizen complexere dieren zijn dan gedacht. De Natuurboekenprijs is een initiatief van natuurorganisatie LandschappenNL, de Volkskrant en radioprogramma Vroege Vogels. De winnares krijgt 5.000 en een originele tekening, gemaakt door kunstenaar Raoul Deleo. Alhoewel ik met interesse luisterde naar de geïnterviewde winnares zullen muizen niet tot mijn vriendenkring gaan behoren. Dat ligt bepaald niet aan haar. Ik heb nog nooit iemand zó enthousiast over deze diersoort horen spreken!

Hun favoriete hapje daarentegen, kaas, is wel aan mij besteed. In de afgelopen tijd vlogen Nederlandse vrienden weer binnen. Dat gaat doorgaans gepaard met de komst van een mooi stuk belegen boerenkaas waaraan de stalgeur nog kleeft. Dit type kaas is het grootste gemis voor ons als Nederlanders in het buitenland. Geen drop (werd voor mij geen verslaving), geen hagelslag (kennen we hier als ‘fidéos de chocolate’) of iets anders. Spanje brengt genoeg kazen voort, van verse kaas tot Manchego, maar die komen niet in de buurt van onze voorkeur.

Als ontbijt eten we het liefst plakjes kaas op een vezelrijke cracker en een beschuitje met aardbei of ander fruit. Bij hoge uitzondering worden er twee crackers met kaas toegestaan; we zijn er zuinig op! Alleen als we een stuk kaas uit de vacuümverpakking halen, staan we onszelf toe de eerste plakjes van de zijkant te schaven. (Dus niet van de korte bovenkant.) Vanzelfsprekend hebben we een kaasschaaf in de la liggen (plus eentje als reserve). De kaasschaaf is niet door een Nederlander uitgevonden, tot verrassing van vele medelanders. Het was de Noorse meubelmaker Thor Bjørklund die de ‘ostehøvel’ bedacht. Hij was gewend met een timmermansschaaf hout te bewerken en dat bracht hem op een ander idee. In 1925 vroeg hij er patent op aan. De kaasschaaf werd een van de meest geliefde uitvindingen voor de Noren. Op 27 februari van dit jaar werd het 100-jarig bestaan van dit superhandige gebruiksvoorwerp gevierd. Wij kunnen niet zonder! 

Deze kaaskoppen gaan binnenkort een weekje naar het Vaderland. Is dit een vakantie? Of noemen we het een uitje? Hoe het ook zij, we hebben er zin an. We gaan in eerste instantie om de opgehitste boel daar tot bedaren te brengen. Succes is niet gegarandeerd maar als je het niet probeert, dan weet je het niet. Eens kijken of we die extreemrechtse geesten weer in de fles krijgen. 

Dat is echter niet onze enige missie. We gaan ook vriendin Bernadette bijstaan die 65 jaar wordt. Daar hoort een groot feest bij en daarbij mogen wij niet ontbreken! We kennen elkaar dit jaar 20 jaar dus ook dat is het vieren waard. Zij zal voorlopig nog een bezig bijtje blijven maar ze is wel klaar met het officiële werk dat ze in de afgelopen decennia deed. Ze kan terugkijken op een mooie, gevarieerde loopbaan. Eerst gaat ze (lang) reizen. 

Zoals altijd wanneer we naar Nederland gaan, vullen we niet alle dagen met vaste afspraken. Voor je het weet, loopt de agenda vol en die situatie willen we niet meer. Het mag er tegenwoordig bij ons wat relaxter aan toegaan. Mensen die vroegen of we deze keer langskomen, gaan we wel met een bezoekje verblijden. 

Zo staat er een lunchafspraak in de agenda met twee leuke personen uit Amsterdam die we leerden kennen tijdens de Turkije-rondreis die we maakten in april van dit jaar, Nelleke en Martin. Daar vierde ik mijn 65ste verjaardag en deze twee leukten met mijn liefje, een gezellige lunch aan een binnenhaven in de buurt van Troje op. Zij werkte jarenlang in de museumbranche en hij was cameraman. Inmiddels zijn ze beiden gepensioneerd. 

Op de terugweg maken we misschien wel een stop bij de Dapp Frietwinkel in Leiden (Aalmarkt 14). Eigenaar Siem van Bruggen (hiernaast) werd afgelopen weekend tijdens de WK Friet in Frankrijk uitgeroepen tot beste frietbakker ter wereld. Hij deed mee in de categorie ‘authentieke friet’. Een van de geheimen van de bakker is dat hij zijn biologisch geteelde aardappelen uit Nederlandse zeeklei voor het (driemaal) frituren kookt in water met rozemarijn. Dat hem dat geen windeieren legde, is het feit dat zijn friet al werd verkozen tot beste in 2015 bij de jaarlijkse friettest van het AD. En nu dus wereldkampioen. Eén frietje per week maakt de maag niet van streek! 

Er staat zeker een bezoek aan Museum Fenix (Feniks) in Rotterdam op ons programma. Een in cultuur, wereldgeschiedenis en migratie geïnteresseerde persoon wil dat met eigen ogen zien. Een aantal vrienden ging mij voor naar deze plek en niet iedereen was even waarderend. Iemand stelde dat het onderwerp ‘migratie’ (de geschiedenis van landverhuizers) een beetje ondersneeuwde en dat de tentoongestelde kunst wat ‘bijeengeraapt’ lijkt. Iemand anders vond het echter absoluut een bezoek waard. Ik ga het zelf beoordelen. De Tornado, het kunstwerk dat op het grote gebouw staat en is ontworpen door de Chinese architect Ma Yansong, zet ik als amateurfotografe graag (letterlijk) in het zonnetje. Met andere woorden: een nieuw webalbum is in de maak. 

De laptop gaat mee op pad dus wellicht blog ik de komende week nog een keer vanuit Den Haag. De shorts en t-shirts gaan tijdelijk uit, net als de teenslippers en het zwempak. Ze worden ingeruild voor een warme jas, lange broek, trui en sokken. Dat is even wennen maar er staat hopelijk veel goeds tegenover. 

We gaan zeker een smakelijk stuk belegen boerenkaas met stalgeur mee naar huis nemen.


zaterdag 27 september 2025

Gaaf land


Illustratie: Tjeerd Royaards (voor Trouw)
Er moet mij iets van het hart. In de afgelopen dagen voelde ik mij, als Hollandse in het buitenland, uiterst gedesillusioneerd over mijn Vaderland. Ik had af en toe behoefte om te wenen maar deed het niet. In tegenstelling tot Volkskrant-columnist Sander Donkers die kennelijk eenzelfde gevoel had en zijn tranen wel de vrije loop liet op een druk perron van een treinstation. Ook hij schreef erover. 

Ik vond het ronduit ontluisterd wat er was gebeurd. Fascisten marcheerden door de straten van mijn voormalige woonplaats. Mijn liefje zei dat ze zich schaamde voor haar land. Het rechts-extremistische gedachtengoed in de Nederlandse politiek en de maatschappij is mij al jarenlang een doorn in het oog. Hoe een groep extreemrechtse ophitsers de boel letterlijk en figuurlijk in brand zette in Den Haag was een gevolg van de normalisering ervan. De geest leek (lijkt) uit de fles.

Ik begrijp de onvrede onder de bevolking over vele zaken maar dit kun je met alle goede wil van de wereld geen protesteren meer noemen. Dit is moedwillig vernielen, provoceren, intimideren en chaos veroorzaken. Deze -voornamelijk- mannen in zwarte hoodies en met gezichtsbedekking zwaaiden met VOC-vlaggen en prinsenvlaggen, riepen nazi-leuzen en brachten de Hitler-groet. Daar is geen woord Spaans aan dus duiden is gemakkelijk: dit is politiek geweld uit extreemrechtse hoek. Deze types zijn tegenstanders van de Nederlandse overheid en van de democratische rechtsorde. Ze haten ‘links’, haten gematigde politici en politieke partijen die het redelijk alternatief zoeken in een sterk gepolariseerd land. In een van de allerrijkste landen ter wereld. Tja. 

Alsof dit niet al erg genoeg was, waren er daarna politici ter rechterzijde van het politieke spectrum die het niet over hun lippen verkregen om deze acties tot extreemrechts geweld te bestempelen. Tuurlijk, alle partijen veroordeelden deze wandaden -het is bovendien verkiezingstijd- maar dit politiek geweld uit extreemrechtse hoek noemen? Dat ging een aantal van hen te ver. Maximale polarisatie is al decennialang het verdienmodel van Wilders’ PVV en de VVD van Yesilgöz, ooit een fatsoenlijke partij, loopt in deze polonaise hossend mee. Woorden doen ertoe maar ook stilte is in dit verband veelzeggend! 

Dit gezegd hebbende, blog ik liever over een ander type stilte en de straat terugeisen. Deze blog gaat over de laatste dwaalgasten in onze straat die recent vertrokken. Deze straat wordt in de zomermaanden overgenomen door Spanjaarden die met de familie (meer generaties) naar hun vakantiehuizen komen. Weg rust, weg stilte, weg vogels. Dat is het begin van het zomerse pandemonium. Geweldloos, dat wel. 

We zaten relatief laat aan de lunch vanwege assistentie bij een klus op het terras van buurman Jan (zelf thans in Denemarken). Op dat moment verschenen onze overburen Jezus en Maria aan de poort. Nu wordt er in reli-kringen weleens gediscussieerd over de vraag of het Jezus is of juist Maria die aan de poort staat. Welnu, in ons geval waren ze het beiden. Zij zijn de laatste der Mohikanen die vertrokken. 

Nadat mijn liefje en ik hier neerstreken, leerden we deze twee seniore Madrilenen (80-plussers) in de loop van de jaren beter kennen. Aanvankelijk vonden we hem een luidruchtige wildbeller. Kennelijk hadden ze geen goede telefoonontvangst in  huis. Hij ging dus voor elk telefoongesprek de straat op en liep dan minstens één uur lang heen en weer te bellen voor onze casita. Met indrigende stem en dominant gedrag. Zijn fysieke verschijning en dat gedrag leidden ertoe dat we hem achter de schermen ‘Franco’ gingen noemen. (Naar die abjecte Spaanse generaal van weleer.) 

Inmiddels leerden we hen persoonlijk kennen. Sinds vorig jaar weten we dat hij Jesús heet en vriendelijk en grappig is. Hij noemt zijn Maria (Mári in de wandelgang) doorgaans niet bij haar naam maar zegt ‘mi mujer’ (mijn vrouw). Mári is minstens zo dominant als haar echtgenoot. Ze kibbelen dan ook regelmatig met elkaar, ondanks hun 60-jarige huwelijk. Zij heeft eveneens een harde stem maar afgelopen zomer hoorden we dat dit komt omdat ze lange tijd slechthorend was. Ze draagt nu achter elk oor een gehoorapparaat dus het hoorvermogen verbeterde sterk maar haar harde stem bleef. 

Jezus was in de stellige overtuiging dat wij Nederlandse tweelingen zijn maar dat sprak hij nooit uit tegenover ons. God verhoedde dat. Totdat hij dat wel deed. Hij noemde ons tijdens een conversatie open en bloot ‘gemelas’. Mijn liefje corrigeerde hem subiet en noemde mij haar ‘novia’. Zijn zoon, die bij dat gesprek aanwezig was, legde zijn pa uit dat wij levenspartners zijn; geen zussen en zeker geen tweelingen. Hij was eerst verbaasd maar vond het daarna prima, naar verluidt. De tolerantie zelve. Kom er eens om! 

Jezus en Maria stonden daar met een restje witte wijn, drie glazen, de laatste plakjes ham en een zak andere keukenoverblijfselen voor onze neus. Om op gepaste wijze afscheid te nemen. (Mári drinkt geen alcohol, vandaar de drie glazen.) Tijdens het afscheid sprak ik hem er wel op aan dat hij dacht dat ‘mi mujer y yo’ (mijn vrouw en ik) leeftijdgenoten zijn. De meeste mensen moeten even wennen aan mijn gevoel voor humor en ironie maar hij begreep het direct. Nou, fluisterde hij in de richting van mijn oor, je bent wel de knapste, hoor. ‘La chica mas guapa’. Ah-ah. Vandaar dat er zoveel selfies in mijn webalbums zitten... 😉 

Van hieruit bestelden ze een taxi naar Orihuela (stad) en zouden daar in de hogesnelheidstrein (tren AVE) naar Madrid stappen. Die bereikt een snelheid van ruim 300km/uur dus in twee uur tijd zouden ze thuis zijn. We namen hartelijk afscheid en beloofden hen via Whatsapp op de hoogte te houden van het reilen & zeilen in de straat en op het gemeentehuis. Volgend jaar zomer hopen zij weer van de partij te zijn en ons daar wederom aan te treffen. We kregen 's avonds een appje ter bevestiging van hun goede aankomst, gepaard met veel omhelzingen. Vrienden voor het leven, in een (doorgaans) gaaf land. 

De straat is dus weer van ons. Op de meeste dagen staan er overdag slechts één of twee auto’s geparkeerd. We genieten ’s nachts weer van de frisse lucht die door de open schuifpui stroomt. Van het geluid van jagende torenvalken boven onze hoofden, van V-formaties met trekvogels die overvliegen. Van zwemmen in een niet meer zo volle zee en lunchen op een rustig terras.


maandag 22 september 2025

Dwaalgasten

In SpanjeVandaag stond recent een artikel over een jonge Nederlandse torenvalk die in Catalonië was terecht kwam. Hij vertrok begin September uit de Achterhoek en vloog via Duitsland, Luxemburg en Frankrijk naar de Costa Brava. Dat weten we omdat deze roofvogel was geringd. Torenvalken zijn standvogels hetgeen wil zeggen dat ze niet migreren maar op en rond hun geboorteplek blijven. Wij hebben er in onze woonwijk ook een aantal rondvliegen. Eén paartje vermenigvuldigde zich hier en nu zien we ze met hun jongen jagen op duiven. Je hoort ze overigens eerder dan je ze ziet. Hun ijzingwekkende gekrijs is van verre te herkennen. Ze jagen hun prooi ermee de stuipen op hun lijf!

Dit najaar was er in Nederland een opvallende piek in het aantal (ver)trekkende valken, mede dankzij gunstige weersomstandigheden en oostelijke wind. Toch blijft het uitzonderlijk dat juist dit gezenderde mannetje zo ver zuidelijk doorvloog. Een vogel die niet op locatie X thuishoort maar er wel tijdelijk neerstrijkt, wordt een dwaalgast genoemd. Het is onbekend of deze torenvalk doorvliegt naar het diepere zuiden. Daaraan wordt getwijfeld want er gaan winden uit het zuiden blazen en dat zou weleens teveel zijn voor deze jonge vogel. 

In Trouw las ik onlangs een interessant artikel over de kunst van het navigeren bij dieren. Die kunnen dat veel beter dan wij en onze navigatiesystemen. Wetenschappers begrijpen losse puzzelstukjes maar overzien het grotere geheel en de verklaring nog niet. Een internationaal multidisciplinair team gaat dit tot op de bodem uitzoeken en krijgt daarvoor zeven jaar de tijd. Uniek! De Nederlander David Lentink van de universiteit van Groningen is erbij betrokken als 'principal investigator'. Hij begon zijn wetenschappelijke loopbaan in lucht- en ruimtevaarttechniek maar inmiddels boeit alles dat vliegt hem. Het project gaat van start onder de naam NaviSense

De bevinding over de jonge torenvalk in Noord-Spanje weten we dankzij de Animal Tracker-app. Deze app is onderdeel van een onderzoek van Sovon Environmental Research en het Max Planck Instituut. Hun doel is om meer inzicht te krijgen in de verspreiding en overleving van jonge Nederlandse torenvalken. Uit eerdere data bleek dat velen van hen sterven, kort na het uitvliegen, terwijl anderen verrassend ver weg trekken. De trektocht van vogels met miniatuurzenders kan zo tot op de meter nauwkeurig worden gevolgd. Met deze smartphone app kunnen mensen hun eigen waarnemingen vastleggen en vogelfoto’s uploaden. De gegevens worden opgeslagen in de Movebank Database en direct gepubliceerd op Animal Tracker dat door honderden onderzoekers wordt gebruikt om bewegingsgegevens te analyseren, delen, beheren en archiveren. 

Wij hebben hier momenteel ook te maken met een dwaalgast. Het gaat om onze vriend Diederik die via België, Luxemburg en Frankrijk naar ons toe vloog. Hij logeert niet in onze casita maar verblijft in een huurappartement in onze wijk, op vijf minuten loopafstand. Diederik is de echtgenoot van mijn vriendin Nelly die in 2009 overleed aan de gevolgen van uitgezaaide longkanker. (September is ook haar geboortemaand.)

Ik ken hem sinds de jaren '80 van de vorige eeuw dus hij is een van mijn oudste vrienden in de vriendenkring. Mijn liefje leerde hem kennen aan het einde van dat decennium dus zij en Diederik gaan ook al lang mee. Sinds de dood van zijn partner is het leven een stuk ingewikkelder en soms zelfs vreugdeloos geworden voor hem. De ene mens treurt nu eenmaal anders en rouwt langer dan de andere... Maar er zijn veel zoete herinneringen die we met elkaar delen en die werken als pleisters op de wond. 

Door omstandigheden is Diederik gebonden aan ‘huis’ dus we maakten weinig uitstapjes. Wel wandelden, zwommen en praatten we tot 's avonds laat. Als keukenprinses deed ik mijn best om lekker voor ons te koken en ook mijn liefje maakte een van haar beste maaltijdsoepen ooit dus de innerlijke mens werd goed verzorgd. We lunchten enkele keren in de buurt; onder andere bij onze favoriete strandtent Chiringuito Ramón. Met de voetjes in het zand, onder een strakblauwe lucht en de zon op onze huid was het goed toeven op Playa Higuericas.

Wel wisten we onze gast over te halen met ons mee te gaan cruisen en de zon in Europa’s grootste binnenzee (Mar Menor) te zien zakken. Deze grote zoutwaterlagune raakte in de afgelopen decennia ernstig vervuild maar er gloort beterschap aan de horizon! Het volledige herstel gaat decennia duren maar sinds kort ligt er een duidelijke langetermijnvisie en een zeven puntenplan. Een bufferzone rond de lagune, herstel van natuurlijke duinen en kunstmatige moerassen als groene filters, herstel van natuurlijke waterlopen, duurzame landbouw (biologisch) in de directe omgeving, schoonmaken en herbeplanten van de nabijgelegen Sierra Minera (voormalig mijnbouwgebied), ontmanteling van een omstreden jachthaven op de landtond tussen lagune en Middellandse Zee. In 2050 moet het dan weer een gezond, zelfregulerend ecosysteem zijn dat economie, ecologie en de sociale functie in balans houdt. Fingers crossed! 

Ons doe je altijd een plezier met een tochtje op het water. Wij stapten eerder aan boord van Joven Ana Belen met vrienden maar dat was een kortere rondvaart en die was overdag. Nu gingen we langer en verder de zee op en maakten we de zonsondergang mee. 

We stapten als eerste aan boord en zochten een goede plek op het bovendek, met een stoffen overkapping boven onze hoofden tegen de nog steeds sterke zon. Het varend gezelschap was een mengeling van Spaans en buitenlands. Niet zo jong maar ook niet heel oud. Ik zou zeggen: grotendeels bestaande uit leeftijdsgenoten. Een soort Zonnebloem Light. Mijn liefje sprak met een echtpaar uit Valencia-stad en een bouwconsultant die actief was in Dubai. Niet dat het aan de Costa Cálida ontbreekt aan bouwprojecten. Integendeel. Op enig moment telde Diederik tenminste 20 bouwkranen aan de horizon! 

We voeren naar het midden van de Mar Menor waarover de Amerikaanse kunstzwemster Esther Williams (die van de prachtige duiken in vroege Hollywood-films) ooit zei dat dit ‘het grootste zwembad op aarde’ was. Mar Menor heeft een kustlijn van 73km. We werden op onze tocht vergezeld door zeil- en motorboten, stand up paddle-planken en waterscooters met hun bestuurders. La Manga del Mar Menor, de 22km lange volledig bebouwde woonstrip die als een van de eerste plekken in Spanje in de golven zal verdwijnen als de zeespiegelstijging doorzet, was nooit uit ons zicht. Isla Mayor, een van de vijf eilanden die allen beschermd natuurgebied zijn, ligt bijna in het centrum van deze grote plas.

De speaker van het cruisebedrijf vertelde dat het op een na grootste vulkanische eiland in de Mar Menor, Perdiguera, dat voorheen een belangrijke rol speelde op de meditterane handelsroute, vorige eeuw eigendom werd van multinational El Pozo, Spaanse marktleider in vleesverwerking. Dit Murciaanse bedrijf is ook hoofdsponsor van de Murciaanse toptennisser Carlos Alcaraz. CEO Tómas Fuertes, met een geschat vermogen van 2 miljard, kocht dit eiland (25ha) in 1991 om er een 5-sterrenhotel te laten bouwen. Een jaar later kreeg het eiland de status van beschermd natuurgebied en beschermd landschap waardoor die bouwplannen van tafel moesten. Ondanks dat het privébezit is, worden er beperkt excursies op het eiland georganiseerd. 

Daarna dineerden we bij een van onze favoriete restaurants in Los Alcázares: El Chato. Dat was gemoedelijk en smakelijk. Onze vriend vliegt binnenkort naar Nederland terug.


dinsdag 16 september 2025

Ontdekkingsreizigers

Een vriend appte, nadat we meldden weer thuis te zijn, ‘Oost West thuis best’. Zelf ben ik daar niet per se van overtuigd. Thuis is goed maar of het daar het best is, betwijfel ik. Ik zou het liefst continu reizen naar verre bestemmingen. Deze vriend niet. Mijn liefje ook niet meer. De bestemming is altijd belangrijk maar het onderweg zijn, is dat nog meer. De vrijheid om linksaf of rechtsaf te slaan (naar de keuze van dat moment), urenlang rechtdoor te rijden en dan maar zien waar je terechtkomt, daar gaat het om wat mij betreft.

Mijn liefje noemde haar recente verjaardagsuitje op enig moment een vakantie. Jawel, we verlieten huis en haard tijdelijk en gingen op pad voor ons plezier. Ticks in the box. Desalniettemin vond ik het woord niet goed gekozen. Onze uitstapjes van tegenwoordig zijn relatief kort. In voorgaande jaren gingen we vaak weken en soms zelfs maanden achtereenvolgend op pad. Avontuurlijk. Ik genoot er met volle teugen van maar dat is verleden tijd. De jaren van de grote, verre reizen liggen achter ons. We zagen veel van de mooiste plekken op aarde en dat brengt dierbare herinneringen. Wij deden het anders dan de meeste anderen: niet wachten tot de pensioengerechtigde leeftijd maar vroeg stoppen met werken om samen te gaan reizen. 

Hoe het ook zij en hoeveel semantiek hier wellicht ook aan de orde is, het was wel een heel leuk uitje! Bladerend door het webalbum is het duidelijk dat we veel hebben gezien en ondernomen tijdens deze minivakantie (oké, compromis). We waren in een deel van Andalusië dat we goed kennen maar er zijn altijd nieuwe pareltjes te ontdekken. Zo maakten we een tussenstop in Antequera (bekend). Deze keer deden dat we vooral om de lange weg te breken naar onze hoofdbestemming. In deze plaats vind je UNESCO Werelderfgoed in de vorm van eeuwenoude dolmen (Andalusische hunnebedden) en een bijzonder park met pannekoekrotsen (El Torcal). Beide zeker een bezoek waard. Nu gingen we voor het eerst logeren in 'Finca Eslava' met een goed restaurant. Het is een 18de eeuws gebouw dat eigendom was van Franse geloofsvluchtelingen. Ik denk dat het ging om Hugenoten maar dat weet ik niet zeker. Deze keer gingen we de stad en de omgeving nader verkennen. En we reden langs de Peña de los Enamorados’, de beroemde piek van Antequera. Er kleeft een romantisch verhaal over een jonge christen en de dochter van een moslimkoning aan die bergtop. Hun liefde was verboden dus ze trachtten naar de berg te vluchten. In hun wanhoop sprongen ze samen de afgrond in. Zo verkozen ze de dood boven een scheiding, wat de legende tot een symbool van eeuwige liefde en opoffering maakt. 

Het belangrijkste reisdoel van dit uitstapje was echter het dorp El Rocío en het bezoek aan Nationaal Park Doñana (beide UNESCO Werelderfgoed). Daar reden we de volgende dag naartoe. Een bezoek aan El Rocio is een ervaring op zich. We reserveerden een kamer in een verzorgde en comfortabele ‘casa rural’, genaamd ‘El lince’ (de lynx; kom ik op terug). El Rocío wordt omgeven door het nationaal park en een aantal lokale natuurparken. Daarin zit verschil. Een nationaal park heeft strengere regels voor bezoek en onderhoud dan een lokaal natuurpark. 

El Rocío is groter dan ik verwachtte. De kerk Nuestra Señora del Rocío is van binnen en van buiten zó mooi dat je je ogen uitkijkt. Het ligt aan een groot plein dat is bestrooid met zand en waar lokalo’s met hun paarden rondrijden. Het hele stadje draait om paarden. Het zand ligt overal en alleen om de lucht van paardenpoep te onderdrukken; niet om een kopie te zijn van een Wild West plaatsje. Voor sommige bars staan hoge houten tafels waarop een biertje kan worden geserveerd, zonder van je paard te stappen. De regenboogvlag wapperde aan de gevel van het gemeentehuis. 

Elke zichzelf serieus nemende Spaanse broederschap (hermandad) in de wijde omgeving heeft daar een groot eigen huis met enorme paardenstallen aan de achterkant. De huizen zijn zodanig gebouwd (kont-tegenover-kont) dat de stallucht niet in de woonkamers doordringt. De broederschappen van Barcelona, Córdoba, Cádiz, Sevilla, Orihuela, Dos Hermanas, Punta Umbria, Bruselas (jawel!), Valverde, Palos de la Frontera, Triana en heel veel meer locaties zijn daar te bezichtigen. Voor de bedevaart -waardoor El Rocío het beroemdst is- leiden er drie wegen naar het hart van het dorp. Jaarlijks komen er in het Pinkersterweekend meer dan één miljoen pelgrims naar dit oord; te voet, te paard, met paard en wagen. Ik keek om mij heen en vroeg mij serieus af hoe die daar passen... 

De avond voor ons parkbezoek gingen we naar de Heilige Mis. De kerk liep al vroeg vol. Iedereen die daar komt, wil een foto maken van het gouden beeld van de Heilige Maagd dat boven het altaar hangt. Er loopt een man rond die vertelt dat er niet mag worden gefotografeerd en gefilmd. Dat zei hij ook tegen mij. Maar werkelijk IE-DER-EEN deed het, terwijl hij toekeek. Tot bejaarde dames van de bezoekende bridgeclub aan toe! Ik moest erom lachen. Typisch Spanje. Je stelt een regel in maar handhaven? Ho maar. 

Daarna brachten mijn bijna-jarige liefje en ik een gemoedelijke avond door op een terras in het zand, om de hoek van de kerk. Om de lokale sfeer te proeven, ruiters te paard te begroeten, een drankje met tapa te nuttigen en de zon te zien zakken. Tot de nacht inviel en we naar onze overnachtingsplek slenterden door datzelfde rulle zand. Ik zou daar niet dood willen worden gevonden maar het was een onvergetelijke ervaring! 

De volgende dag leerden we de aardige Juan-Luis kennen, een geboren en getogen Rociaan. Hij vertelde ons veel over zijn geboortegrond terwijl we in zijn 4x4 naar het Nationaal Park Doñana reden in alle vroegte. Zelf heeft hij twee paarden waarop hij rijdt en twee veulens in een belendende weide die nog moeten groeien. Elk jaar in juni wordt daar ook een paardenfestijn georganiseerd dat ‘La Saca de las Yeguas’ heet, het uitlaten van de merries. Deze merries worden als één grote kudde -een man te paard voorop en een hekkensluiter te paard achterin- in twee dagen van Almonte via zandpaden naar het plein voor de kerk van de Heilige Maagd in Rocío gevoerd. Dit is een van de oudste tradities van Andalusië. 

Binnenrijden in het Nationaal Park in het prille ochtendlicht was werkelijk prachtig. Zoals de opkomende zon door de bomen scheen en ze soms in vuur en vlam zette, met het optrekkend vocht uit de bodem. Natuur op zijn mooist! Mijn liefje en ik gingen daar op de dag van haar verjaardag met ons tweeën op privé-safari; die was ruim van te voren geboekt. We deden het met de stoere maar zachtardige Juan-Luis die in het normale leven bombero forestal is, brandweerman tijdens het zomerseizoen, dat helaas het bosbrandenseizoen is. Dit is in Spanje een seizoensgebonden baan dus in de overige seizoenen werkt hij als natuurgids. Hij was zeer kundig, wist ons van alles te vertellen over grote en kleine dieren, over bomen en het water dat er komt en gaat. 

September/Oktober zijn goede maanden om naar Doñana te gaan. Het is ook de tijd van het wild. We hoorden de bronstige reebokken langdurig en zwaar burlen. De paartijd is begonnen! We zagen ze ook, jong en oud. Zonder en met gewei. Juan-Luis vertelde dat plaatselijke natuurliefhebbers in dit seizoen 's avonds met een stoeltje en een biertje in de hand buiten zitten om naar deze indrukwekkende geluiden te luisteren. 

Het is bijna niet te bevatten dat de droge gebieden die zich in Europa's grootste nationaal park bevinden, er enkele maanden geleden als een aftakking van de oceaan uitzagen. Overal stond zeewater. Het hoge water was inmiddels verdwenen. De marismas’ van Doñana zijn zoutsteppen en getijdenmoerassen in de benedenloop van de Guadalquivir. Die waren nu leeg. Er was hier en daar nog wel een klein zoetwatermeertje waar groepen waadvogels verbleven. Het waren bijna allemaal familieleden van de reiger. Roerdompen, (grote en kleine) zilverreigers, koereigers, ralreigers, purperreigers en blauwe reigers. Een bont gezelschap. We zagen heel weinig roofvogels, slechts één buizerd cirkelde boven ons. 

En dan is er nog het succesverhaal van de Iberische lynx. Het dier komt uitsluitend in Spanje voor, nergens anders ter wereld. Jaren geleden waren er nog maar 50 exemplaren van deze katachtigen in Doñana. Het dier stond op de rode lijst van bedreigde soorten, op het punt van uitsterven. Datzelfde gold voor de 30 lynxen in natuurpark Sierra de Andújar in de provincie Jaén (ook in Andalusië). Uit DNA-onderzoek bleek dat die 80 dieren allemaal tot dezelfde (twee) families behoorden. Een groep van gespecialiseerde biologen, natuuronderzoekers, dierenartsen en anderen bedacht dat het goed zou zijn de twee groepen te mengen om zo vers bloed in te brengen. Nu zijn er 2.000 lynxen in Spanje. Joehoe! Ze lopen daar maar we zagen er niet een in het wild. Er is overigens een lynxenobservatorium in dit nationaal park; dat bezochten we niet. Wel zagen we de pootafdruk van een vos (‘zorro in het Spaans) op een wandelpad. 

De een na laatste dag van ons verblijf besteedden we aan een rondreis langs historische lokaties waar Columbus verbleef voordat hij op zijn ontdekkingstocht naar Amerika vertrok. Deze Genuees kwam in de omgeving van Huelva terecht. Hij wilde graag op reis (hij ook!) en bereidde een project voor om sponsoren te werven. 
Het 15de eeuwse Fransiscaner klooster van Santa María de la Rábida (ook wel ‘Maagd der Wonderen’ genoemd) in Palos de la Frontera, speelde daarbij  een grote rol. Dit klooster stond destijds onder leiding van prior Antonio de Marchena (bewaarder van de orde) die de biechtvader was van de toenmalige koning en koningin van Spanje, Ferdinand en Isabel. Columbus hoopte dat de monnik een goed woordje zou doen bij hen om zo geld te verkrijgen voor zijn overzeese ontdekkingstocht. Wij begonnen de dag in dat mooie klooster met zeer oude fresco’s en modernere schilderijen van lokale kunstenaars die het leven van Columbus uitbeelden; tot en met zijn dood. Ik bezocht het sobere kamertje waar dat gesprek tussen de prior en Columbus plaatsvond. Best apart... In het belendende park vind je een bronzen monument waarmee zijn 500ste sterfdag werd herdacht en een buste van prior Marchena. 

Daarna bezochten we de 'Muelle de las Carabelas' waar drie replica’s van de houten zeilschepen liggen waarmee Columbus en zijn crew wegzeilden, op zoek naar een nieuwe wereld. Het gaat om de Niña, Pinta en Santa María. Ze werden gebouwd om de 500ste herdenkingsdag van de ontdekking van Amerika te vieren. We stapten aan boord van deze drie karvelen. Op de Santa María (het schip waar Columbus aan het roer stond; in het midden) sprak een gids ons toe. 
Dit waren lichte, wendbare en snelle zeilschepen met drie masten maar ook daarop zou ik niet dood willen worden gevonden. ¡Madre Mia! Je kon echt niet goed staan op het dek van die schepen die stammen uit de Middeleeuwen. Het stond zo krom als een hoepel. En dan te bedenken dat ze maandenlang aan boord verbleven, vaak onder barre omstandigheden. We keken er ook naar een audovisuele show van deze reis. 

Ze navigeerden destijds nog zonder kaart, met beperkte middelen om positie te bepalen. Dat deden ze aan de hand van de stand van de zon, maan en sterren. Amazing, niet waar?! Ik lees nu een boeiende roman, getiteld ‘The Cartographers’ van auteur Peng Shepherd. Het is een soort science-thriller die boeit. Het verhaal draait om Nell, een academica en historica van oude kaarten, die werd ontslagen uit haar droombaan bij de New York Public Library door niemand minder dan haar eigen pa, vanwege een ruzie over een bijzondere wereldmap. Er bestaan hierover veel geheimen en die worden in het boek langzaam ontrafeld. 

We sloten de dag af met een bezoek aan de plek waar de mede-admiraals op die eerste expeditie van Columbus werden geboren (Martín en Vicente Pinzón en Juan Niño) en de beroemdste admiraal zelf ligt begraven. Het Columbus-monument staat op de Plaza de las Monjas in Moguer (naast het klooster van Santa Clara dat werd gerestaureerd). Interessant. 

De dag erna reden we in één ruk -van ongeveer 700km- terug naar huis waar dezelfde warmte ons begroette. Aan de Costa werd die echter vergezeld door hoge luchtvochtigheid. Het wil nog niet echt afkoelen in dit deel van Europa.


woensdag 10 september 2025

Uitzwaaitapas

Later deze week staat de verjaardag van mijn liefje in de agenda. Zij en ik gaan enkele dagen naar Andalusië om dat samen te vieren. Dat was jarenlang een goede gewoonte en die herstelde we vorig jaar weer in ere. We gaan niet alleen naar deze autonome regio omdat het de bakermat is van de tapascultuur. We gaan er naartoe omdat er zóveel meer is te zien en te beleven. 

Volgens onze Spaanse buurman Jesús, die met een fles wijn voor onze poort stond als dank voor advies dat we hem recent gaven, zijn het maar gekke lui (‘gente loca’) in Andalucía. Op mijn vraag waarom antwoordde hij dat ze elkaar daar voor het minste of geringste uitmoorden. Dat zegt een geboren Spaanse Bask (geboortegrond van de ETA...). Tja. 

We gaan via Antequera -waar de dolmen tot UNESCO Werelderfgoed behoren; die bezochten we eerder- een bezoek brengen aan Europa’s grootste nationaal natuurpark. Doñana is UNESCO Werelderfgoed. Condé Nast Traveler magazine van deze maand plaatste dit park op plek 1 van hun reisadvies. (Gevolgd door de Camargue in Zuid-Frankrijk en de Donau-delta in Roemenië.) 

Dit park staat al jaren op ons reislijstje maar de afgelopen jaren was daar nogal veel gedoe. Door de droogte nam het aantal dieren, residente vogels en trekvogels, in dat gebied enorm af. Die droogte had deels een natuurlijke oorzaak: er viel eenvoudigweg te weinig regen. Het misbruik dat lokale boeren (van aardbeienteelt) in het gebied maakten, was een andere hardnekkige reden van dit probleem. Ze sloegen er in de loop van de tijd meer dan 800 illegale waterputten en met dat grondwater irrigeerden ze doodgemoedereerd hun landerijen. Daardoor raakte de watervoerende laag (aquifer) uitgeput en vielen belangrijke lagunes droog, met alle ecologische gevolgen van dien. De huidige Spaanse regering besloot enkele boeren in Doñana uit te kopen. En boeren die stoppen met het verbouwen van gewassen in het gebied worden financieel gecompenseerd door het Ministerie van Ecologische Transitie, voor elke onbebouwde hectare grond voor een periode van tenminste tien jaar. De regering van Andalusië en het bestuur van Huelva leggen geld bij. 

Wat nieuw slecht nieuws is voor het gebied, is dat er afgelopen weekend in een artikel in een krant van Sevilla was te lezen dat er eind augustus een eerste geval van vogelgriep (‘gripe aviar’; H5N1) werd geconstateerd. Het zou gaan om een geïsoleerd geval in de Caño del Guadiamar (een park boven El Rocío). Men trof er een dode fuut aan; deze vogel is gedeeltelijk een trekvogel. Intussen vond men ook een dode blauwe reiger in de natuur en een geval op een boerderij in de buurt. Dat gaat niet goed! 

Lang geleden koos ik mijn liefje haar als levenspartner. Niet omdat ze een doorsnee vrouw was, met doorsnee-voorkeuren. Integendeel. Ze maakte in haar leven opmerkelijke keuzen hetgeen haar een interessante vrouw maakte in mijn ogen. Op dat bijzondere van haar borduurde ik jarenlang voort. Ze is niet altijd gemakkelijk in de omgang en evenmin gemakkelijk te verrassen maar ik doe altijd mijn best om van een uitje iets bijzonders te maken.

Op de ochtend van haar verjaardag worden we vroeg opgehaald in het plaatselijke hotel voor een privé-excursie naar nationaal park Doñana. Het goede nieuws dat ik ter voorbereiding las, is dat er dit jaar al zoveel regen viel (gemiddeld meer dan 300ml/m2) waardoor de meeste moerasgebieden (marismas) daar een goed waterniveau bereikten. Daarom heb ik goede hoop dat we daar een aardige hoeveelheid lokale vogelsoorten en trekvogels kunnen aanschouwen. Het gebied is een walhalla voor vogelliefhebbers: er zijn daar circa 400 vogelsoorten te bewonderen. Dit enorme aantal komt door de grote diversiteit aan habitats in dat gebied: moerassen, rivieren en beken, bossen met steendennen en kurkeiken, struikgewas, stuifduinen en fossiele duinen, en rijstvelden.  

We verblijven in het dorp El Rocío, in de provincie Huelva. Het is een piepkleine maar eeuwenoude plek met een bijzondere geschiedenis (UNESCO Werelderfgoed sinds 2023). Deze plaats wordt omgeven door natuurparken zoals je op het kaartje hierboven kunt zien. 

Het ontstond in de 13de eeuw en ziet er ook nog (bijna) zo uit als toen: de wegen zijn niet bestraat (zandstraten), een flink aantal huizen is nog van hout. Enkele van de interessantste wetenswaardigheden is dat de paarden die oorspronkelijk in dat gebied voorkwamen, ‘monstrencos’ (moeraspaarden), door de Spanjaarden naar de Nieuwe Wereld werden getransporteerd. Naar verluidt, zou het woord ‘mustang’ voor wild paard, daarvan zijn afgeleid. Ook dit typisch Andalusische type behuizing werd exportproduct. El Rocío wordt dan ook de Moeder van het Wilde Westen genoemd. Daar wil je als cowgirl wel de sporen laten rinkelen!

Elk jaar wordt in El Rocío de beroemde ‘romería’ gehouden. Dit is een bedevaart waarbij volgens Wikipedia honderdduizenden mensen en volgens onze Spanje-reisgids (DK Eyewitness) zelfs één miljoen of meer personen, veelal zigeuners, van heinde en verre naartoe komen. Soms met huifkar en paard of te paard om hun Lieve-Vrouwe-van-Rocío te vereren.

Ze komen naar de fraaie Nuestra Señora del Rocío-kerk waar een beeld staat van de aanbeden maagd. Zij zou daar sinds 1280 wonderen hebben verricht. Sinds 2023 is deze bedevaart tot cultureel erfgoed verklaard. Tijdens het festival (mei of juni) wordt door mannen onderling gevochten wie haar dit jaar op de schouders mag nemen. Menig katholieke hotemetoot bezocht deze kerk. Dat geldt bijvoorbeeld voor eerdere pausen, de huidige Spaanse koning en voormalig dictator Franco. Het is dus Fransiscus, Felipe, Franco en fij... Een bont gezelschap! Dat plekje wilde ik haar, met haar doorgaans bijzondere interesses, niet ontzeggen. Overigens wordt er deze week elke avond om 19:00 uur een heilige mis gehouden in die kerk. Dat gaan we meemaken als afvallige katholieken!

Daarna rijden we door naar provinciestad Huelva, geen Werelderfgoed maar wel een plaats van nationaal cultureel belang, dat ook een bezienswaardige geschiedenis kent. Vanaf de monding van de rivieren Tinto en Odiel gingen schepen eeuwen geleden op weg en werden nieuwe landen en oceanen ontdekt en bevaren. Christoffel Colombus was een van die opvarenden. Hij vertrok uit deze  provincie (Huelva) om Amerika te gaan ontdekken. Je vindt er dan ook vele monumenten die aan deze ontdekkingsreiziger zijn gewijd of die aan hem herinneren.

Voordat we zouden vertrekken, werd er door vrienden in de buurt een avondje met tapas & een drankje georganiseerd voor de aanstaande jarige. Onze Engelse vrienden Pat & Sue zijn weer terug op hun Spaanse honk. Buuf Liselotte stelde haar huis en terras beschikbaar voor het partijtje. Een leuk gebaar. Die avond werden de eerste verjaardagskadootjes overhandigd.

Tijdens dit aanstaande uitje ga ik niet bloggen dus de verhalen en foto’s houd je tegoed. Al mijn aandacht gaat de komende dagen uit naar haar, the birthday girl. De komende dagen spreek ik haar aan als mijn Lieve-Vrouwe-van-El-Rocío.