Translate

vrijdag 7 november 2025

Wie vertelt, legt vast

Als je van huis wegrijdt, ben je onwetend over wat je later overkomt. Dat gold zeker voor ons deze keer. We reden met goed weer en een lekkere temperatuur weg uit de Costa Blanca, op weg naar de autonome regio Extremadura. Als chauffeur wist ik dat mij een lange route te wachten stond. Wat ik niet wist, is dat we midden in een tornado terechtkwamen na circa 600km te hebben gereden. We waren ongeveer op een uurtje rijden van onze bestemming toen het steeds donkerder en dreigender werd. De lucht kleurde steeds dieper paars. Op enig moment begon het in die donkere wolk te flitsen van jewelste; eerst horizontaal, daarna ook verticaal.

De hemelpoorten openden zich na enkele minuten en de wind wakkerde enorm aan. De auto begon daardoor hevig te schudden. In drie seconden tijd zag ik geen hand meer voor ogen. Er kwam een muur van water op ons af, de ruitenwissers konden het niet aan. De jonge olijfbomen aan de linkerkant van de rijweg werden hevig door elkaar geschud. Ik minderde direct vaart en reed stapvoets naar de rechterkant van de weg. Min of meer op gevoel, ik zag namelijk niets. Dat moest wel met beleid gebeuren want ter rechterzijde van de rijstrook bevond zich een talud. Zo wachtten we het noodweer af, de motor hield ik voor de zekerheid aan en de alarmknipperlichten ook. 

Opgelucht konden we even later de weg vervolgen. Eenmaal aangekomen in het hotel vertelde de receptioniste ons dat het bij hen onderliep in de hal en een boom knalde omver op het buitenterras. Overal in de receptie en centrale hal stonden nog van die gele uitklapbare waarschuwingsborden voor gladde ondergrond op de marmeren vloer. 

Daarna klaarde het snel op. In de plaats Cáceres bleek zich op dat moment een drama af te spelen. Auto’s dreven daar door de straten. De brandweer moest eraan te pas komen maar niemand raakte gewond. In een half uur tijd daalde er 180 liter regenwater per vierkante meter neer! Dat lazen we de volgende dag in ‘el Periodico de Extremadura’. 

Ons eerste hotel was een voormalig kuuroord, op loopafstand van de oevers van het grote stuwmeer van Alange. Deze locatie was ons door een kraanvogeldeskundige aangeraden. Van hieruit konden we deze machtige vogels voor zonsondergang zien overvliegen naar hun overnachtingsplek in het water. Dat bleek te kloppen. We stonden op het geijkte tijdstip goed uitgerust (telefoon en camera’s) te wachten op hun komst. De zonsondergang was die avond kleurrijker dan ooit. Er vlogen honderden kraanvogels over, zij het op grote afstand en op 100 à 200m hoogte. We waren echter diktevreden met het resultaat. We zagen ze! 

De volgende ochtend hoopten we ze te zien vertrekken naar de voedergronden; vooral reeds geoogste rijstvelden in de (verre) omgeving hebben de voorkeur. Die ochtend was nóg beter voor de kijker: ze kwamen lager over en de opkomende zon bescheen hun onderlichamen fraai. 
Voor de luisteraar was die ochtend echter een drama. Vanwege die tornado moesten veel bomen worden gekapt en flink gesnoeid. Mannen met luide kettingzagen vulden de vroege ochtendlucht. Wij hadden ons voorgenomen die ochtend geluidsopnamen te maken voor mijn nieuwe ‘Vroege Vogels’-project maar dat was onmogelijk vanwege de herrie. Ik kon er wel om lachen. Mijn liefje, de geluidsvrouw, ook... 

Ik blijf mij erover verbazen hoe kraanvogels hun lange nekken recht kunnen houden als ze zo lang vliegen. Dat vergt volgens mij een flinke inspanning. Meestal waren het grote groepen kraanvogels, soms kleine(re) plukjes die overvlogen. Als ze nog niet in V-formatie vliegen, is het een getrompetter en geroep van heb ik jou daar. Alsof ze elkaar nog even moeten vinden. Als ze eenmaal in optimale vliegvorm bewegen, neemt het getetter af. Je lijkt dan alleen de koploper en de achterste vogel te horen communiceren. Ik vind dat fascinerend! 

We zijn sowieso blij met elk rondvliegend gevleugeld vriendje, gezien de dramatische toestand van de vogelgriep. Er stond een alarmerend artikel in Trouw over de veldslag die nu in die gelederen woedt. De journalist noemde het ‘een gevleugelde pandemie’. In de nieuwsbrief 'Vogelkijken' stonden hartverscheurende verslagen van zieke vogels in Noord-Duitsland en delen van Frankrijk die moesten achterblijven terwijl de rest van de groep doortrok. In sommige gevallen bleven ook jonkies achter om bij een zieke ouder(e) te blijven. 

Een besmette vogel vertoont al na enkele uren de eerste symptomen en overleed meestal binnen drie dagen. De vogels verzwakken enorm en sterven doorgaans door verdrinking omdat ze te zwak zijn om hun kop boven water te houden. Het virus tast de ademhalingswegen, het spijsverterings- en zenuwstelsel aan waardoor zieke vogels vaak ongecontroleerde bewegingen gaan maken. Dat is niet om aan te zien.  

Op dag 2 bezochten we overdag hoofdstad Mérida (vroeger ‘Augusta Emerita’ genoemd), een stad met eeuwenoud UNESCO Werelderfgoed in en om het centrum. Bij strakblauwe lucht liepen we over de Romeinse brug, zagen we het Romeinse theater en amfitheater, de tempel van de Romeinse godin Diana en meer van heel dichtbij. Men noemt het ook wel het archeologische ensemble van de stad. Had ik niet willen missen. Overal op het terrein zaten archeologen hun werk te doen. Op de vraag van mijn liefje wat ze precies zochten, zei een van hen 'todo'. Ofwel van alles. Er werd genoteerd, materiaal in genummerde zakjes gedaan. Mooi om te zien.   

Op de laatste ochtend van ons verblijf in Alange stonden we extra vroeg op. De lucht boven de embalse kleurde mooi maar er waren wolken. Wij waren vroeg, maar de kranen niet. Die kwamen relatief laat over. We hadden ons voorgenomen die ochtend een laatste poging te doen geluidsopnamen te maken van hun passage. Dat ging best goed. Vanwege de kilte en het lange wachten, zaten de vingers van mijn liefje vastgeklonken aan het telefoonscherm. Kasian. Vroege Vogels-redactrice Jasmijn smacht inmiddels naar enkele fatsoenlijk hoorbare bijdragen, vermoed ik. 

Inmiddels zijn we op bestemming 2. Op weg hier naartoe reden we over de campo (binnenland), zoekend naar die grijze lichamen. Eigenlijk is het gekkenwerk. Het personeel van het toeristenbureau in Alange wist ons niet te vertellen waar de kraanvogels zich precies ophouden overdag. Dat is aan biologen, was hun oordeel. 

Toen we op weg waren naar ons tweede hotel vroegen we een jonge kerel van de Guardia Civil waar we de grootste kans hadden foeragerende kraanvogels te zien. Hij pakte de telefoon direct van mijn liefje over en typte een bestemming in in Google Maps. Het resultaat gaf hij aan haar terug. Op die instructies reden we vervolgens door. 

Onderweg zag ik op een bepaald moment veel grijze stenen in een geoogst veld aan de linkerkant van de weg. Je begrijpt het: die stenen waren levende kraanvogels. Joehoe! We parkeerden de auto aan het begin van een boerenpad en liepen voorzichtig richten de grazende dieren. Kraanvogels zijn nogal schuw, ze vliegen op bij het minste of geringste. Zo fotografeerde ik de eerste ‘grullas’ op de grond zichzelf voederend (inclusief jonkies die met hun ouders meevliegen; die zijn niet witgrijs maar bruinig). Mijn liefje maakte nieuwe opnamen.

Morgen wordt ook weer een dag waarop we cultuur en natuur combineren: we gaan de zwarte madonna van Guadelupe en het koninklijke klooster bezichtigen (eveneens UNESCO Werelderfgoed), een plaatselijk geopark bezoeken, een eeuwenoude boom fotograferen en meer vogels op het veld zien in wat wel het epicentrum van migrerende kraanvogels wordt genoemd (provincie Badajoz). Fingers crossed. 

Al verblijven we nu in een leuk hotel (met restaurant) in de buurt van het stuwmeer van Orellana, we staan niet meer vroeg op om ze te zien overvliegen. Het is goed zo. Onze belevenissen kun je ook in beeld volgen in mijn webalbum, getiteld ‘Extremadura 2025’.


dinsdag 4 november 2025

Wie ziet, kan vertellen

We gaan weer touren in eigen land. Deze keer voert de tocht ons naar de autonome regio Extremadura. We reden er weleens doorheen, speelden en overnachtten 20 jaar geleden op de golfbaan van Cáceres maar verder liggen er geen voetstappen. Extremadura betekent ‘harde rand’ of ‘extreem moeilijk’ in het Spaans. Het is niet per se moeilijk om er te komen. Als wij vanaf de zuidoostkust in een (bijna) rechte lijn naar het westen rijden richting Portugal kom je er, onder Madrid en Toledo door. Regio Extremadura kreeg zijn benaming doordat het zich destijds aan de buitenrand van het katholieke koninkrijk bevond ten tijde van de Reconquista. Dit is de periode in de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland (bijna 800 jaar) waarmee de verhitte strijd van de christenen om gebied terug te veroveren op de moslims wordt aangeduid. 

Mérida is de hoofdstad van de regio en staat op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. In de Romeinse tijd werd deze plaats Emerita genoemd. Je vindt er een eeuwenoude Romeinse brug, een groot amfitheater van acht eeuwen voor onze jaartelling, de tempel van godin Diane (uit de tijd van de eerste Romeinse keizer Augustus) en het Alcazaba (groot Arabisch fort). Allemaal zeer de moeite waard. Die stad gaan we dan ook bezoeken, net als het verderop gelegen klooster van de zwarte madonna: Onze-Lieve-Vrouwe van Guadelupe; eveneens UNESCO Werelderfgoed. In 1493 vernoemde Columbus (daar heb je 'm weer!) de Franse archipel Guadeloupe naar de heilige van dit 13de eeuwse klooster. Na de ontdekking van de Nieuwe Wereld maakte de ontdekkingsreiziger zijn eerste pelgrimstocht naar deze plek in de oude wereld. De bouw van dit klooster liep door in de 14de en 15de eeuw. Tot ver in de 19de eeuw bleef dit het belangrijkste convent van Spanje. 

De steden Cáceres, Trujillo en Plasencia alsmede het nationaal park Monfragüe, een vogelparadijs in het noorden van Extremadura, bewaren we voor een volgende keer. Na uitgebreide lezing in reisgidsen en op het web weten we dat er genoeg reden is om terug te keren naar deze regio (net als Columbus deed). 

Maar de hoofdreden voor dit uitje is de Europese of Euraziatische kraanvogel (grus grus), 'grullas' genoemd in het Spaans. Om vele redenen een fascinerende vogel. Het is een oeroude diersoort waarvan fossielen zijn gevonden die 2,5 miljoen jaar oud zijn, dus uit de tijd van de mammoet. Kraanvogels blijven hun hele leven bij elkaar zodra ze een partner hebben gevonden. Dat kan wel 20 tot 30 jaar duren. Een kraanvogelpaar versterkt hun band jaarlijks door samen te trompetteren en te dansen. Mijn liefje en ik doen dat ook sinds we dit weten... 

Hun getoeter reikt ver, over kilometers afstand. Dat komt door de lange luchtpijp die ze hebben (1,5m) die gekruld ligt in het borstbeen en zo fungeert als een soort natuurlijke geluidsversterker. Kraanvogels zijn in staat om over de hoogste bergketen ter wereld te vliegen: de Himalayas, op ruim 8.000m hoogte. Baby-kraanvogels zijn bijna direct na geboorte in staat om te lopen, te zwemmen en het nest te verlaten.   

In de aanloop naar dit uitstapje zocht ik uit waar in Extremadura we het best naartoe kunnen gaan om deze vogels goed te zien. Er zijn een stuk of tien zones waar deze gevleugelde vriendjes overwinteren maar we gaan die niet allemaal bezoeken. Er moest een keuze worden gemaakt. Extremadura is dé overwinteringsplaats voor ruim 50% van alle migrerende kraanvogels uit Scandinavië, de Baltische Staten en Oost-Europa. (Slechts een klein percentage vliegt door naar Noord-Afrika.) De piek werd hier geteld in 2022. Toen kwam men op ruim 136.000 kraanvogels. 

November 2024 bezochten we de lagune van Gallocanta in de autonome regio Aragón. Ook daar strijken jaarlijks tienduizend tot meer dan honderdduizend kraanvogels neer. Je weet niet wat je ziet en hoort als ze in grote V-formaties over je hoofd vliegen. Hun karakteristieke getrompetter hoor je al van verre aankomen. Spectaculair!

Wat we daar leerden, is dat deze vogels 's ochtends van hun slaapplaatsen naar de weiden en akkers trekken om te foerageren en 's avonds -voor zonsondergang- van die dehesas naar de meren en lagunes terugvliegen om daar te gaan slapen. Ze slapen in water omdat ze dan veilig(er) zijn voor roofdieren op het land. Kraanvogels zijn alleseters: insecten, granen en zaden maar soms ook eikels. Dat laatste doen ze vooral in Extremadura waar de zwartpootvarkens (Ibérico-varkens met hun patas negras) de scepter zwaaien op de landerijen met steen- en kurkeiken. Die krijgen dus enkele maanden concurrentie van deze grote groepen vogels! Ik hoop wel een paar gemengde groepen in het veld te kunnen fotograferen. 

Voor het samenstellen van een reisprogramma maakte ik gebruik van ChatGPT. Op basis van een lange prompt kreeg ik een lijst van locaties in het noorden, midden en zuiden van de regio waar de vogels overwinteren. Daarna was het edel hand- en denkwerk om een definitieve keuze te maken. Dat kun je (nog) niet aan een AI bot overlaten. Ergens in die veelheid van gegevens las ik dat Moheda Alta ‘het epicentrum van de kraanvogels’ is. Nu hoeft dat niet waar te zijn dus ik zocht verder naar bevestiging van deskundigen. 

Zo legde ik contact met een organisatie die de kraanvogels in Extremadura telt in de herfst. Ze noemen zichzelf een studie- en beheergroep (Grus Extremadura). Daar kreeg ik contact met ene José die mij veel tips gaf, onder andere over akkers en waterpartijen in en om zijn eigen woonplaats; inclusief de vele uitkijkpunten. In zijn eerste mail meldde hij dat er op dat moment 400 kraanvogels waren geteld, de keer daarop ging het al om meer dan duizend exemplaren. Ze waren onmiskenbaar in aantocht. Hij bevestigde de betekenis van Moheda Alta. 

Van het een kwam het ander. José stuurde mij daarna een persbericht die de voorpret enigszins temperde. Daarin wordt uitgelegd dat de vogelgriep, het H5N1-virus, niet alleen al tienduizenden dode kraanvogels veroorzaakte onderweg, vooral in Duitsland maar ook in Frankrijk, maar dat het virus inmiddels ook op Spaans grondgebied toesloeg; onder andere in en om de lagune van Gallocanta waar wij vorig jaar waren. Het is de eerste keer dat kraanvogels in het wild worden geraakt door deze vogelgriep. Het tijdstip van deze uitbraak had niet beroerder kunnen zijn! In een krant werd de ziekte een vliegende pandemie genoemd. De vogels komen tijdens de migratie in groten getale samen -ook op tussenstopplekken- en dan gaat een besmetting snel rond. De vrees bestaat dat deze vogelgriep weleens 10 à 15% van de hele migrerende kraanvogelpopulatie zou kunnen treffen. Dat zou een ongekend drama zijn. De Europese kraanvogel heeft nu de status 'niet bedreigd' maar dat zou zomaar kunnen veranderen. We moeten 112 bellen als we dode kraanvogels zien in het gebied. Niks aanraken, alles melden. 

In mijn laatste mail stelde ik José voor elkaar persoonlijk te ontmoeten in zijn woonplaats. Of in de receptie van het plaatselijke hotel. (Dat heeft trouwens een muurschildering met grote kraanvogels in het restaurant, zag ik op de website.) Een soort Vrouw zoekt Boer maar dan anders. In mijn mails aan hem gebruikte ik bewust de ‘wij’-vorm. Opdat hij zich maar niets in het hoofd haalt! Hij zou ons dan kunnen rondleiden en vertellen wat we zien. Dat lukte niet. Wel was er een uitnodiging voor een praatje in het plaatselijke cultureel centrum, gevolgd door een bezoek aan een uitkijkpunt (mirador) over een waterreservoir.  Dat lukte evenmin. Op die avond zijn we alweer op een andere plaats.

Mijn favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ (NPO1 op zondagochtend) deed weer een oproep aan Nederlandse luisteraars in het buitenland. In 2023 deed ik voor de eerste keer mee aan hun eindejaarsprogramma en ook dit jaar meldde ik mij. Toen ging het om vogels in de omgeving van mijn woonplaats: reuring in de salinas en de sneue toestand van de hevig vervuilde Mar Menor, Europa's grootste binnenzee. Nu stelde ik voor een reportage te maken over migrerende kraanvogels in Extremadura. Redactrice Jasmijn en collega’s zijn enthousiast over dat idee. Ik ga de komende dagen dus ook geluidsopnamen maken. Kijken of dat lukt. (Wordt vervolgd.) 

We hebben zin om weer even op pad te gaan. Het zal ongetwijfeld tot boeiende vergezichten en verhalen leiden. Die hoor en zie je binnenkort.

P.S. De foto's van volle velden en in de lucht zijn van eigen makelij. Een nieuw webalbum is in de maak. 


zaterdag 1 november 2025

Griezels

Nee, even geen verkiezingsblog al ben ik blij met de overwinning van D'66 en Rob Jetten als 's lands nieuwe Jeune Premier. De eerste openlijk homoseksuele minister-president van het land. Joehoe! Mijn stem kwam niet bij de winnaar terecht maar de zegen is hem (pro-democratie, pro-Europa, pro-klimaat) van harte gegund. In de Britse krant The Guardian werd hij neergezet als een politicus die aantoont dat het politieke midden stand kan houden in barre tijden. De anti-Wilders.

Hij maakte de verkiezingsleus van zijn partij meer dan waar: ‘het kan wél’. De gematigde Nederlander leek te snakken naar een positief verhaal, een narratief zonder gif. Ervan uitgaande dat achter één zetel in de Tweede Kamer circa 70.000 stemmen staan, betekent het dat ruim 1.8 miljoen Nederlandse kiezers op deze partij en deze partijleider stemden. Sommigen noemden hem in de euforie ‘Kennedy aan de Waal’ (Jetten komt uit Uden, Brabant). De vergelijking was niet met de huidige Amerikaanse Health Secretary (minister van Volksgezondheid) met dezelfde achternaam. Deze vaccinscepticus besloot onlangs alle vaccinatieprogramma’s te stoppen omdat ze een gevaar zouden zijn voor de volksgezondheid. Een gevaarlijke beleidswijziging... Wij gaan onze prikken binnenkort weer halen.

Ik vraag mij wel af hoe de griezels zich nu voelen die enige tijd geleden nog met fakkels voor het Haagse hoofdkantoor van D'66 stonden en er stenen door de ramen gooiden. Ik hoop dat de nieuwe regering ook hen straks weet te verenigen, al realiseer ik mij dat grote vraagstukken zich niet in één termijn laten oplossen. Maar hoop doet leven. Ook ik sla het Grote Boek van Negativiteit en Haat graag dicht. Weg met de extreemrechtse wurggreep op de politiek, weg met de polarisatie, weg met het populisme. Laten we de mouwen opstropen en samen aan de slag gaan. Voor Nederland!

Mijn liefje en een clubje vrienden keken gisteravond gebiologeerd naar, in kleurrijke kleding uitgedoste dansers. Wat dat clubje gemeenschappelijk heeft, is dat iedereen in dezelfde woonwijk woont als permanent resident en dat we allemaal korte of lange tijd in Engeland woonden in een ver verleden. Vooral dat laatste telt: als je er woont, leer je genieten van Indiaas eten, met curry’s als uithangbord voor deze keuken.

Die gerechten leerden we waarderen toen we in Caversham Heights woonden, een fraaie, hoog gelegen buitenwijk van universiteitsstad en graafschap Reading in Berkshire. Met stijgingspercentages van 14%, heel veel bomen en zicht op de Theems. 
Eenmaal leende ik de Jaguar van mijn liefje om naar mijn werk in hartje Londen te gaan. Ik reed de tank zo leeg dat zij de auto de volgende ochtend in zijn vrij moest zetten om daarna beneden bij de benzinepomp aan te komen. Dat lukte haar net... Als straf mocht ik haar auto een tijdje niet lenen. Dat was terecht, vond ik toen en nu. (Zelf had ik echter ook een auto, een Jeep Grand Charokee die ik later naar Spanje exporteerde en die jarenlang een caravan door Europa trok.) Dat 'leegrijden' was wel verwend en egocentrisch drakengedrag van mijn kant.  

We hadden in Caversham destijds een kleine buurtsuper -annex videoshop- die werd gerund door een Indiase familie, op ongeveer 200m van ons huis. Erg aardige lui al mengden we sociaal nooit. We gingen regelmatig eten in een van de vele Indiase restaurants in de omgeving. Als we op vrijdagavond te moe waren om uit te gaan, kochten we soms een Indiaas voedselpakket. Type rijsttafel, met een voorafje, hoofd- en bijgerechten en een toetje. Bij Waitrose. 

Een van mijn teamleden destijds, Veronica Kumar, was Indiase. Een prachtige, slimme meid. We werden uitgenodigd voor haar traditionele huwelijk in het Hilton hotel aan Hyde Park. Het was een happening van jewelste! Met honderden gasten. Mooi dat een keer te hebben meegemaakt. Zo leerde ik Indiaas eten zeer waarderen en die goesting is er tot de dag van vandaag.

Als je wilt weten wat je moet kiezen, vind je hierbij een handig kaartje dat ik overnam van de blog ‘de wereld op je bord’. 

In het noorden eet men vooral: paratha/naan, yoghurt, boter, noten, gedroogd fruit, vlees (vooral lam), Tandoori-gerechten, kashmiri chillies en paneer (Indiase kaas). In het westen vind je met name groenten, linzen en granen, chapati (platbrood), palmsuiker en vindaloos (stoofgerechten). In het zuiden krijg je rijst en rijstprodukten, zoals dosas (rijst wraps) en Idlis (rijst cakes), vis, kokosnoot, zeer pittige chillies (bird’s eye), tamarinde, limoensap en curryblaadjes. En tenslotte, in het oosten serveren ze mosterdolie en -zaad, panch phoran (kruidenmix, 5-spice), zoetwatervis, desserts en andere zoetigheden.

In onze woonwijk hebben we sinds enkele maanden een goed Indiaas restaurant. Alle mannen in de bediening hebben Indiase roots. De eigenaar is een Sikh (draagt een tulband), een aantal van hen komt uit Punjab, uit het hoge Noorden van India. In de eerste week van opening stonden we daar al op de stoep. Zij bieden gerechten aan uit elke regio van het land. Ze zijn zeer klantgericht en de keukenbrigade is top.

Recent organiseerden zij een Bollywood-avondje voor de vaste gasten. Het was er bomvol, vooral Britten, sommige van hen in Halloween-uitdossing. Er hing een goede sfeer. 

Er werd gedanst door vrouwen in traditionele kleding, op zeer opzwepende muziek. Het was soms moeilijk om stil te blijven zitten. De jongste in de bediening (rechts op de foto) kwam telkens vertellen uit welke streek de nieuwe dans stamt. Het werd een leuke avond. Mijn Bhuna curry (uit Bengalen, noordoost-India) was de lekkerste van alle curry's die ik daar tot nu toe at! 


dinsdag 28 oktober 2025

Gallerij van de Oude Glorie

Het is alweer een tijdje geleden dat ik voor het laatst blogde over mijn favoriete kookprogramma ‘Masterchef Australia’. Het waaide 17 jaar geleden van Down Under naar Europa over en sindsdien ben ik fan. Vanwege het vriendelijke format, de afwisseling, de grappen, de juryleden en het glimpje dat je als kijker-amateurkok krijgt van het professioneel beheren van een keuken. We pinken op de bank in Huize Barefoot regelmatig een traantje weg als er een aardige kandidaat of kandidate sneuvelt in de kookstrijd. Het zijn dan nooit de echte kanshebbers op de overwinning al sneuvelde er weleens een talentvolle persoon vanwege een off day. 

De 24 kandidaten waarmee we dit seizoen begonnen, deden allen mee als amateur-koks in eerdere jaargangen van het programma. Niemand van hen won ooit. Soms eindigden ze als tweede; dat wel. Het thema van dit seizoen, het 17de alweer, is dan ook ‘Back to Win’. Terugkomen om alsnog te de overwinning te claimen (eer, bokaal en prijzengeld). Koken kunnen ze ieder voor zich, al heeft de ene deelnemer meer relevante ervaring dan de andere. 

Dit seizoen zit vol met noviteiten en dat is een goede reden om te blijven kijken. Zo was er een episode met een soort ‘Gallerij van de oude glorie’ als achtergrond. Er hingen dikbesnorde mannen en elegante vrouwen in gouden lijsten in de kookstudio. Wie-o-wie waren zij? Het bleek te gaan om bekende, in sommige gevallen zelfs beroemde, wereldburgers die -bedoeld of onbedoeld- een klassieker op hun naam zetten. De kandidaten moesten een keuze maken door na het startsignaal naar een portret te rennen en dat te claimen als inspiratiebron. Het deed mij denken aan een favoriet kinderprogramma uit lang vervlogen tijden: Ren je rot. Dat was een quiz van presentator Martin Ambrosius met kinderen die na de vragen naar de zuil met het goede antwoord moesten rennen. Ook bij Masterchef moesten de kandidaten eerst het goede antwoord geven op de vraag op wiens/wier portret ze waren afgesneld. 

Mijn liefje en ik bevroegen elkaar op dit punt. Wat zou jij maken uit de lange rij vernoemde klassiekers? Door welke oorspronkelijke maker zou jij je laten inspireren? Mijn liefje noemde direct twee gerechten: steak tartare en boeuf bourguignon. Met een beetje goede wil durf ik te zeggen dat dit twee van haar ‘signature dishes’ zijn waarvoor ze mij 's nachts mag wakker schudden. 

Geen enkele steak tartare die ze maakt is dezelfde; dat is het leuke eraan. Het waren de Tartaren (Tataren), een nomadische stam uit Mongolië (Centraal-Azië), die de naam gaven aan steak tartare zoals we dat nu kennen. Het gerecht maakte wel een lange omzwerving via New York naar Frankrijk. Die krijgers te paard hadden de gewoonte rauw vlees onder hun paardenzadel te stoppen om het zo malser te maken. Aldus de overlevering. Het is zo beeldend dat het mensen zal afstoten. Er zijn personen die om uiteenlopende redenen geen rauw vlees eten. (Steak tartare is niet echt rauw-rauw... Er gaan zoveel zurige ingrediënten door het vlees dat het min of meer gaart.) 

In deze Masterchef-jaargang zag ik iemand overigens een vegan steak tartare bereiden (van biet). De woordencombinatie ‘vegan’ met achtervoegsel mogen we binnenkort niet meer gebruiken voor alternatieve vleesgerechten, volgens een recent besluit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Vleesnamen zijn voortaan gereserveerd voor gerechten met uitsluitend dierlijke ingrediënten. De lobby van de vleesindustrie werkte. Cynisch maar waar. Het is goed om te beseffen dat die industrie deels broodheer is van de NVWA. Deze club eist nu dat producenten van vleesvervangers hun naamgeving per direct veranderen. Anders volgen er boetes. Wat een idiotie! 

Na een korte zoektocht op het web bleek monsieur of madame Bourguignon niet te bestaan. Wel is er de verwijzing naar Bourgogne-wijnen. Dit gerecht bestaat uit rundvlees, gestoofd in rode wijn, met een keur aan andere ingrediënten. Het was de wereldberoemde Franse chef Escoffier die dit van oorsprong middeleeuwse gerecht op de culinaire wereldkaart zette. Je kunt er goed mee experimenteren (doet mijn liefje ook) en alternatieve versies bereiden. Ook vega, bijvoorbeeld met aubergine als basisingrediënt. Zo wordt de Auberguignon geboren... Tja. Voor mij is dit een typisch winters gerecht. Wij kochten jaren geleden een Amerikaanse crockpot die zich hiervoor uitstekend leent. Volgende maand komt'ie vast weer uit de keukenkast. 

Het waren de Franse zusters Stéphanie en Caroline Tatin die mij als eerste te binnen schoten. Zij waren de ontdeksters van de tarte tatin; bekend als omgekeerde taart met gekarameliseerde appels. Nu ben ik zelf bepaald geen bakker. Ik heb mij nooit op die hobby gestort maar eet wel graag een toet of taart. Al bijna 37 jaar leef ik met iemand die beter geen zoetigheid eet maar het ook graag doet. Dit Stiekeme Koekiemonster wordt regelmatig door onze Engelse en Zwitserse buurvrouwen Sue en Liselotte, beiden capabel en baklustig, op haar wenken bediend, zonder erom te hoeven vragen. Wekelijks staat er een hele of halve taart voor haar neus. Kom er eens om! 

Slechts éénmaal, in een ver verleden, bereidde ik deze Franse taart. Dat zit zo. Toentertijd werkte ik als consultant bij een gerenommeerd headhuntersbedrijf in hartje Amsterdam. We zochten talent en hielden af en toe een taartenwedstrijd. Er werkten mannen en vrouwen in alle leeftijdscategorieën; een erg leuk team. De eigenaresse was een vrouw, wellicht dat dit feit de bakwedstrijd veroorzaakte? Anyway. Vaak op maandagochtend, na de eerste vergadering van de week, organiseerden we een jury om de nieuwe baksel te beoordelen. Wie maakte nu weer de lekkerste van de week? Er was geen gedwongen deelname. Op enig moment besloot ik wel een keer mee te doen. De zondagavond ervoor was ik thuis begonnen met bakken.  De eerste versie van de taart mislukte grandioos. Vol goede moed begon ik aan een tweede. (Je doet mee of niet.) Inmiddels had daar de middernachtelijke klok geslagen... 

Dat mislukken was toepasselijk want de eerste taart van de Franse zussen was een ongelukje in hun toenmalige herberg, net ten zuiden van Parijs. Mijn liefje en ik zaten daar een keer op het terras om de taart in al zijn glorie en in het volle bewustzijn van de ontstaansgeschiedenis te proeven. Ik zie ons er nog zitten. Door drukte in hun etablissement vergat een van de zussen destijds de taartbodem te leggen onder het fruit. Dan maar erbovenop, moet ze hebben gedacht. Et voilà! Een ster was geboren. Het resultaat van die avond beviel de gasten erg goed en dat doet dit klassieke dessert tot op de dag van vandaag. Mijn tweede taart, een geslaagde versie, viel de volgende dag eveneens in de prijzen: die werd verkozen tot beste van de week. Maar er is geen bakker aan mij verloren gegaan. 

De kandidaat die de Oude Glorie-opdracht won, was Callum Hann. Hij is sterk in desserts maar kan alles goed, zo lijkt het. In seizoen 2 eindigde hij als tweede dus toen had hij al veel in zijn mars en dat heeft hij nog steeds. Hij maakte een werkelijk beeldschone variant op een Russische matroesjka, een hol poppetje met veel vormpjes in steeds kleinere formaten erin. Met vijgen als hoofdingrediënt. Hij werd geïnspireerd door de Russische balletdanseres Anna Pavlova van wie een portret in de studio hing. 

Het verhaal gaat dat een vermaarde chef in Nieuw-Zeeland aan het begin van de 20ste eeuw dit toetje speciaal voor haar (wereldberoemde danseres) maakte tijdens haar tour door het land. Hij zou zijn geïnspireerd door haar tutu. Callum maakte zijn eigen elegante en moderne variant op een pavlova (eiwitschuimtaartje) en werd daarmee de welverdiende overwinnaar. 

Deze slissende jongeman, onder andere schrijver van kookboeken en eigenaar van een kookschool, is een van mijn twee favorieten; de andere kandidaat is Laura Sharad die ooit als jongste (18) meedeed aan seizoen 6 en volgens mij ook tweede werd. Ze zijn dus aan elkaar gewaagd. Hij is een übercreatieve jongeman met veel oog voor detail, zij is een razendknappe kok met Italiaanse roots. Ijzersterke combinaties. Wat mij betreft komen die twee elkaar tegen in de finale! Maar zover is het nog niet. 

We zijn inmiddels aangekomen bij de Top8 (van 24). De recentste afvaller was een kandidate wier vertrek mij niet tot tranen roerde. Het was wel weer een heel leuke opdracht die de kandidaten moesten uitvoeren. Achter de juryleden stond een opstapeling van reiskratten met een landennaam erop. Een van die landen moest als inspiratie dienen voor een gerecht dat de jury zou teletransporteren naar het land van keuze. 

Audra koos voor Spanje (net als Jamie) en bereidde een zeevruchtenpaëlla. Ik zag haar werk met lede ogen aan en zag het misgaan... Om er haar eigen draai aan te geven -dit was geen vereiste bij deze opdracht- voegde ze yuzu toe aan de pan; het sap van een mix van citroen, limoen en sinasappel/mandarijn. Best lekker -weet ik- maar niet in deze Spaanse klassieker. Doperwten in een paella de marisco? Not done. De zeevruchten niet laten meestoven in de rijst? Een gotspe. Sint Jacobsschelpen in de schelp erop serveren? Ziet er niet uit in de pan. Diep verbrande onderkant (socarrat die te ver ging)? De druppel... Er bleek bovendien geen zeevruchtensmaak te bekennen. Klaar. Af! Ze mocht gaan. 

Voortbordurend op de reiskratten stond er daarna een business class-vlucht naar de hoofdstad van Qatar (Doha) op het programma voor de overblijvers. Dat is doorgaans een keerpunt in het programma. Daarna barst de finalestrijd pas echt los! 

Mijn liefje en ik bewonderden de skyline van Doha ooit en de luchthaven van de hoofdstad. Die is waanzinnig boeiend; groen, groot, apart. We landden er dus maar verlieten de luchthaven niet. Deze kandidaten wel. Om te koken in de woestijn. Zelfs bladerdeeg werd er bereid op een bloedheet keukenblad in de volle zon, met de azuurblauwe Golf van Perzië als achtergrond. Kun je nagaan?! Fascinerend en vermakelijk. Ik raak nog even niet uitgekeken.  


donderdag 23 oktober 2025

Solidariteit

Laatst sprak ik met collega-blogger Martin over de uitdagingen van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) voor onze bezigheden. Voor onze eigen intelligentie. Zijn idee is dat als je blogt over je eigen leven, over persoonlijke ervaringen, de concurrentie van AI niet snel zal worden gevoeld. Dat kan zo’n bot eenvoudigweg (nog?) niet. Ik knoopte het in mijn oren. Zo doe ik het eigenlijk al 17 jaar achtereen. Maar voor deze blog sloeg ik dat advies in de wind. Dit wordt een zoektocht naar feiten. 

‘Waarvan je niets afweet daarover moet je zwijgen’. Dat is heel vrij gebruik van een beroemde uitspraak van filosoof Wittgenstein. (Die was weliswaar net anders verwoord en hij bedoelde het met name in metafysische zin.) Het zou goed zijn als meer mensen -vooral schreeuwlelijkerds- dit principe omarmen. 

Zelf ga ik nóg een stap verder: waar je niets van afweet daarin moet je je verdiepen. Als ik mij goed herinner, was het Arthur Japin die deze zin gebruikte in een van zijn romans slim zijn betekent niet dat je veel weet maar juist dat je nieuwsgierig blijft naar wat je niet begrijpt.

In mijn zoektocht naar antwoorden en definities kwam Google telkens met een AI-optie. Soms stond er klinkklare onzin of waren het zinnen vol algemeenheden, soms wist ik na lezing dat het antwoord niet helemaal klopte en heel soms bleek het de juiste info te zijn. Tweemaal dezelfde vraag stellen in iets andere woorden, leverde soms een tegenovergestelde tekst op. Dezelfde vraag stellen in verschillende talen, leverde verschillende antwoorden op. Dat je het maar weet! 

Het thema asiel en migratie houdt mensen bezig. Eerst wilde ik schrijven ‘houdt mensen van de straat’ maar dat is niet meer zo. De twee laatste kabinetten struikelden over dit splijtende thema en er zijn (bijna) wekelijks protesten tegen asielzoekers en de komst van asielzoekerscentra (AZC). Je kunt je oren en ogen ervoor sluiten maar daarmee gaat het niet weg. Je kunt ook in de materie duiken en dat is mijn keuze. Temeer daar in juni 2026 een nieuw asiel- en migratiepact in werking treedt in Europa, het ‘Europese Migratiepact’. Elk jaar werk ik aan tenminste één ‘Hoe zit het?’-blog. Dit tweeluik is er zo een. Een longread met een leestijd van circa 12 minuten.

Het nieuwe pact moet het bestaande asiel- en migratiebeheer voor alle EU-lidstaten gaan stroomlijnen, vereenvoudigen, verkorten en goedkoper maken. 

Er komen strengere controles aan de buitengrenzen van het continent, snellere asielprocedures en beperkingen aan het ‘shoppen’ door asielzoekers. Eén ding is op voorhand duidelijk: het pact staat of valt met de bereidheid van de 27 lidstaten om solidair met elkaar te zijn.

Maar het pact is nog niet eens ingevoerd of het kent al gedoe. De meerderheid van de EU-landen heeft een Minister van Asiel en Migratie. Die komen regelmatig bijeen om kwesties te agenderen en rimpels glad te strijken in de aanloop naar juni volgend jaar. De recentste vergadering was eerder deze maand in Luxemburg. Er bestaat, naar verluidt, met name wantrouwen tussen lidstaten van ‘eerste aankomst’ en die van ‘tweede aankomst’ (als asielzoekers na aankomst op Europees grondgebied menen meer kans op asiel te hebben in een ander EU-land, doorreizen en daar een volgende aanvraag doen). Ook zijn er bij de landen aan de buitengrenzen van het continent zorgen over een eerlijkere verdeling van de lasten en kosten van de aanstaande opvang.

Er worden nu al dingen in gang gezet. Op 12 oktober jongstleden begon men in Europa met het elektronisch registreren van gegevens van niet-EU-inwoners die de buitengrenzen passeren voor een kort verblijf, d.w.z. 90 dagen in een periode van 180 dagen. Dit inreis/uitreissysteem (Entry/Exit System, EES) wordt geleidelijk verder uitgerold naar alle Europese grensovergangen in de komende zes maanden. Met het EES-systeem moeten reizigers van buiten de EU bij hun eerste in- en uitreis aan de grens hun paspoort, gezichtsopname en vingerafdrukken verstrekken. Bij een volgende in- en uitreis is slechts een snelle verificatie aan de orde.

EES biedt nationale autoriteiten realtime informatie over wie de EU binnenkomt, wanneer, waar en voor hoe lang. Dat is een belangrijke stap in de modernisering en versterking van de beveiliging van Europa’s grenzen. Zodra het systeem volledig operationeel is, zal het ook overschrijdingen van toegestane verblijfsduur en gevallen van document- en identiteitsfraude detecteren.

Het nieuwe Migratiepact rust op zeven pijlers die ik hier in detail zal beschrijven. Mijn kritische kanttekeningen en opmerkingen zijn hieronder cursief weergegeven.


1. Gesloten detentiecentra aan de buitengrenzen

Asielzoekers die worden aangehouden op zee of op heterdaad worden betrapt bij een andere vorm van illegale grensoversteek op land worden naar gesloten centra gebracht.

In deze centra aan de buitengrenzen van Europa (in het hoge noorden, in het zuiden  en oosten van het continent) verblijven asielzoekers in eerste instantie maximaal zeven dagen in detentie (de wettelijk toegestane maximale duur van detentie op Europees grondgebied). Ze hebben dan formeel nog niet het Europese grondgebied betreden. 

2. Screening bij aankomst

Eenmaal in een detentiecentrum worden de persoonsgegevens van asielzoekers verzameld. Hun vingerafdrukken en gezichtsopname worden eveneens opgenomen en vastgelegd in de aangepaste Eurodac-gegevensbank die door alle lidstaten kan worden geraadpleegd. Ook personen die illegaal op Europees grondgebied worden aangehouden en gedetineerd, worden gescreend. In hun geval geldt drie dagen. Zo moet de identiteit van een asielzoeker sneller worden vastgesteld. De screening geldt voor iedereen vanaf 6 jaar (tot nu toe was dat 14 jaar). Tijdens de screening wordt ook onderzocht of iemand een gevaar is voor de veiligheid of de volksgezondheid. 

Ik ben kritisch over die korte duur (al begrijp ik de wettelijke begrenzing). Wat als iemand ongedocumenteerd binnenkomt? Of dat de asielzoeker liegt, bijvoorbeeld over het land van herkomst? Of opzettelijk identiteitspapieren heeft vernietigd? Is die korte tijd -maximaal een week- dan voldoende om de juiste persoonsgegevens te vergaren? 

N.B. In Spanje moeten autoriteiten nu al binnen zeven dagen een besluit nemen over de kansrijkheid van een asielaanvraag. Dat gebeurt in een gesloten detentiecentrum aan de grens. Als dat proces niet goed verloopt, moet de asielzoeker na zeven dagen worden vrijgelaten volgens Europese wetgeving. Zo eindigen veel asielzoekers in de illegaliteit. 

3. Grensprocedure voor asielzoekers

Een groep EU-landen, waaronder Denemarken, Italië, Hongarije, Tsjechië en Nederland, pleitte er eerder voor de gehele asielprocedure te 'outsourcen'. Asielaanvragen zouden moeten worden beoordeeld in vluchtelingenkampen in de regio van herkomst. Daarvoor zouden verdragen met de landen worden gesloten. Die ideeën werden niet overgenomen bij de besprekingen over dit nieuwe pact. 

Over heel Europa verspreid kunnen er per jaar maximaal 120.000 asielzoekers de buitengrenzen van Europa passeren. Dat aantal werd berekend als het maximum dat het continent jaarlijks aankan, indien verspreiding over 27 lidstaten wordt gevolgd zoals voorzien in het pact. Ter vergelijking: in 2023 kwamen er alleen al over de Middellandse Zee (zuidelijke buitengrenzen) ruim 270.000 asielzoekers aan. P.S. In 2025 kwamen tot dusver 80.000 asielzoekers op Europees grondgebied aan. 

De asielprocedures worden versneld, vooral voor asielzoekers die een lage slaagkans voor verblijf hebben. Dit moet het doorreizen naar andere EU-landen beperken en de druk op landen van eerste aankomst verminderen. Met het nieuwe pact komen er strengere handhavingsmaatregelen en beperkingen op het recht op bewegingsvrijheid voor asielzoekers totdat hun asielstatus is vastgesteld.  


Dodelijke aantrekkingskracht - Chien Lee

In dat pact komt een verplichte grensprocedure voor specifieke groepen asielzoekers. Die procedure mag maximaal 12 weken (drie maanden) duren, inclusief beroep, en vindt plaats in een gesloten omgeving. Dit is een grote verandering ten opzichte van de oude situatie want in het huidige systeem mogen asielzoekers een AZC vrij in- en uitlopen. 

Er wordt onderscheid gemaakt tussen kansarme en kansrijke asielzoekers (al vond ik nergens een definitie van ‘kansrijk’). Kansarm is iemand uit een land waarvan de EU tot dusver 20% of minder van de asielverzoeken goedkeurde; het zogenaamde ‘erkenningspercentage’. Een asielzoeker wordt ook als kansarm bestempeld als hij of zij uit een veilig land komt.

De gehanteerde definitie van ‘kansarm’ vind ik begrijpelijk (je moet ergens een streep trekken) maar niet per se sterk. Het zou in het nieuwe pact juist gaan om de aanvrager in kwestie, niet om het land van herkomst van die aanvrager.  

Een asielzoeker die eerst door een veilig land reist voordat hij of zij zich aan een buitengrens van Europa meldt, krijgt daar eveneens de status ‘kansarm’. De asielzoeker had in het land van eerste aankomst om internationale bescherming moeten vragen. 

Een kansarme asielzoeker moet aan de EU-buitengrenzen al horen dat hij of zij het Europese grondgebied niet mag betreden. Na afwijzing volgt uitzetting. In het geval van uitzetting naar een veilig derde land moet de afgewezen asielzoeker wel een band hebben met dat land.

Met die band voorzie ik problemen. Hoe toon je die aan?


Visioenen van het Noorden -
Aleksey Charitonov
‘Een veilig land’ is een land dat de EU aanmerkt als veilig. (Daarover bestaan verschillen van mening met mensenrechtenorganisaties. Die vinden het te arbitrair.) Een lijst van veilige landen van herkomst en veilige derde landen maakt deel uit van dit pact en wordt samengesteld door de Europese Commissie. Deze lijst wordt regelmatig geupdate. 

Er is een EU-brede doelstelling om op enig moment maximaal 30.000 asielzoekers in de grensprocedure te hebben. Dat wordt volgens de Europese verordening als 'voldoende capaciteit' beschouwd. Dat betekent dat in de hele EU 30.000 asielzoekers tegelijkertijd de grensprocedure kunnen doorlopen (drie maanden doorlooptijd). Families met kinderen zijn niet van deze grensprocedure uitgezonderd, alleenreizende minderjarigen wel. (Die krijgen meteen een voogd en mogen snel naar school, bijvoorbeeld.) Elk EU-land is verplicht te zorgen voor onafhankelijk toezicht op de eerbiediging van de grondrechten tijdens de screeningsfase en de grensprocedure. 

Elk land moet op enig moment voldoende opvangcapaciteit hebben voor het aantal asielzoekers in de grensprocedure. Elke lidstaat krijgt een quotum, een aantal asielzoekers van wie de aanvragen via de grensprocedure moeten worden verwerkt. Het Nederlandse ministerie voor Justitie en Veiligheid berekende dat Nederland in staat is om op enig moment 211 asielzoekers gelijktijdig in procedure te hebben; dit wordt de ‘capaciteitsverplichting´genoemd. Zodra een land de limiet van het quotum heeft bereikt, is het niet langer verplicht om nieuwe asielaanvragers in procedure te nemen.

Indien de aanvraag van een asielzoeker formeel wordt afgewezen, komt die persoon in de terugkeerprocedure terecht. Autoriteiten hebben dan drie maanden extra de tijd om de asielzoeker te laten vertrekken (uit te zetten). In de praktijk zal dat alleen lukken als het land van herkomst daaraan meewerkt. Ook tijdens de terugkeerprocedure blijft de asielzoeker in een gesloten omgeving. De autoriteiten stimuleren het vrijwillige vertrek van een afgewezen asielzoeker. Ook stimuleert men terugkeer naar het land van herkomst als dat veilig(er) is geworden. (Nederland geeft nu bijvoorbeeld tijdelijk een terugkeerpremie van 5.000 per volwassen Syriër.)

Als de afgewezen persoon echter weigert te vertrekken en/of geen officiële identiteitspapieren heeft, is dat een obstakel voor terugkeer. Ook het gebrek aan medewerking van autoriteiten van het land van herkomst is een probleem. 


Slangenjacht - Javier Azar González de Rueda

Zonder een akkoord met landen van herkomst wordt gekozen voor strengere straffen aan de landen die niet meewerken aan terugkeer van hun onderdanen. Anderzijds kiest men voor deportatie van de afgewezen asielzoeker. Hij of zij wordt dan gestuurd naar detentiecentra in landen buiten de EU, de zogenaamde ‘terugkeerhubs’ (ook wel ‘repatriëringshubs’ genoemd). Zo bespreekt Nederland momenteel met Oeganda een dergelijk verdrag.

Niet meewerken aan uitzetting naar het land van herkomst is een zwakke schakel in deze grensprocedure. Spanje heeft bijvoorbeeld wel goede afspraken met herkomstland Marokko en andere landen in Noord-Afrika (en sub-Sahara), Nederland niet. Daarom stokt daar de terugkeerprocedure voor zogenaamde ‘veiligelanders’. De kans dat een uitgeprocedeerde asielzoeker in de illegaliteit verdwijnt of gaat zwerven, is groot. 

In dit pact staat dat wanneer een lidstaat een asielzoeker beveelt te vertrekken, die persoon het gehele grondgebied van de EU moet verlaten. Vluchten naar een andere lidstaat is onmogelijk. (Van alle afgewezen asielzoekers die het bevel krijgen het EU-grondgebied te verlaten, doet slechts één op de vijf dat. 

5. Overal dezelfde opvangregels

Kansrijke asielzoekers komen in de reguliere asielprocedure terecht. Dat betekent -nog steeds- dat ze in opvangcentra in individuele EU-lidstaten terechtkomen. Het gezamenlijke asielbeleid van Europese landen moet meer op elkaar gaan lijken, om te voorkomen dat asielzoekers gaan ‘shoppen’, ofwel doorreizen naar een ander land waar ze denken meer kans op asiel te hebben. 

Er gaat in heel Europa een hogere standaard gelden voor de opvang van asielzoekers, met nieuwe normen voor huisvesting en toegang tot onderwijs en zorg. Asielzoekers die worden toegelaten, moeten voortaan bijvoorbeeld direct de mogelijkheid krijgen taallessen of een beroepstraining te gaan volgen. Verder mogen asielzoekers sneller aan het werk: na zes maanden na aankomst. (In Nederland geldt die termijn al.) 

6. Eerlijke verdeling van asielzoekers over Europa

De Europese Commissie (27 commissarissen uit 27 landen die het Europese politieke leiderschap vormen gedurende 5 jaar) bepaalt, op basis van inwoneraantal en BBP, welk EU-land hoeveel kansrijke asielzoekers jaarlijks moet opnemen. Men houdt al jaren bij hoeveel asielaanvragen elk EU-land per capita ontvangt. 

Een eerlijke verdeling van het aantal asielzoekers over Europa was en is nog steeds een flessenhals in de hele asielprocedure. De landen aan de buitengrenzen zijn van mening dat zij al te lang een onevenredige verantwoordelijkheid dragen voor asielzoekers. 

Lidstaten die hun quotum asielzoekers weigeren op te nemen, kunnen echter een ‘afkoopsom’ van 20.000 per persoon betalen. Dat is een opt-out. Dat geld gaat in een Europees fonds en komt ten goed aan EU-lidstaten in de voorste linies van asiel. 

De door een EU-land geweigerde groep asielzoekers wordt in de tekst eufemistisch ‘de overname’ genoemd, hintend op het feit dat deze door een ander EU-land wordt overgenomen. Hoe dat wordt bepaald en hoe dat gaat, is mij niet duidelijk. Wel is bekend dat Frontex, het Europeese grens- en kustwachtagentschap, hierin een sleutelrol speelt.


Het hol van de wever - 
Jamie Smart

In het geval dat een EU-lidstaat weigert asielzoekers op te nemen en de voorkeur geeft aan hun herplaatsing, moet dit financieel worden gecompenseerd. In het voorbeeld van Nederland zou dat minimaal gaan om 30 miljoen per jaar, te storten in het Europese fonds. (Dit is de som van minimaal 1.500 asielzoekers per jaar die het ministerie van Veiligheid en Justitie berekende op basis van het nieuwe pact, maal 20.000 per persoon per jaar.) Een andere optie is om personeel of materiaal, zoals tenten en computers, naar landen te sturen waar de asielzoekers wèl worden opgevangen.

Ik vermoed dat elk asielkritisch Europees land voor dit afkoopalternatief kiest. Opvang kost jaarlijks immers een veelvoud van dit bedrag. (In deel 1 van dit drieluik vind je de kosten van opvang per asielzoeker in Nederland nu.) 

Dat klinkt cynisch en dat is het ook. De onderlinge solidariteit tussen EU-land is niet groot op dit punt. Als alle landen liever geld betalen dan asielzoekers opnemen, valt dit nieuwe pact in duigen. 

Een erkende vluchteling (‘statushouder’) moet in het land blijven wonen dat hem of haar asiel verleent. Een korte reis van maximaal drie maanden naar een ander Schengenland is toegestaan. Voor een asielzoeker die langer wegblijft, komt er een straf: de wachttijd voor de aanvraag van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd gaat dan opnieuw in. 

7. Asielcrisis

De Europese Commissie is de instantie die als enige beslist wanneer er in een EU-land sprake is van een asielcrisis. Dat kan niet meer nationaal worden besloten. Het is immers een systeem op basis van Europese solidariteit. In het geval van een crisis worden de asielregels soepeler toegepast: de duur van de grensprocedure kan bijvoorbeeld oplopen van drie tot (max.) negen maanden. Asielzoekers kunnen in dat geval langer in detentie worden gehouden aan de Europese buitengrenzen.

Nou, dat was het. Poeh-poeh! Leef je nog?

Wat mij duidelijk werd, is dat het nieuwe pact niet onomstreden is. Al hebben alle 27 regeringsleiders ingestemd met dit systeem, de onderlinge solidariteit is op een aantal (belangrijke) punten nog ver te zoeken. 

Gelukkig mogen we in Nederland weldra naar de stembus. Daarna komt er hopelijk snel een stabiele coalitie die zich commiteert aan rechtstatelijkheid en echt iets aan de asielproblematiek gaat doen. Ik las bij de Speld (satire) dat de Nederlandse kiezer met hekel aan de rechtsstaat zweeft tussen 12 partijen.

Ook deze blog wordt geïllustreerd met natuurfoto’s uit de wedstrijd voor Wildlife Photographer of 2025.


zondag 19 oktober 2025

Loze verkiezingsretoriek

Iemand sprak laatst in een of andere krant over de magie van schrijven, de magie van het creëren van nieuwe tekst. Dat is bloggen ook. Je kijkt aanvankelijk naar een smetteloos wit, leeg scherm en dan, soms na urenlange noeste arbeid, bestaat er ineens een verhaal. Simsalabim! 

Normaliter is oktober voor mij vooral internationale Borstkankermaand. Een maand met een roze randje. Maar dit jaar is oktober de maand voor de verkiezingen, de tijd van campagnes en debatten. In Nederland zijn we weer midden in de verkiezingsstrijd beland. Onze oranje enveloppen met stembiljet lieten we onlangs achter in een brievenbus in Den Haag. Ik volg een groot aantal debatten op de voet, heb het idee dat dit weleens een verrassende verkiezing zou kunnen worden... 

Het gesprek over asiel en migratie laaide weer op. De protestacties in het land tegen AZC en asielzoekers spelen daarbij zeker een rol. In bijna iedere talkshow noemt wel iemand asiel en migratie het gesprek van de dag. Mij, zelf ooit arbeidsmigrante, boeit dit onderwerp al heel lang. Ik noem muzelluf nu ook migrante. Dat onderwerp zal niet iedere lezer of digipassant interesseren. 

Dit is een longread, deel 1 van een tweeluik. Leestijd per deel: circa 10 minuten. Om het thema wat te verluchtigen, plaatste ik er winnende foto’s bij uit de verkiezing van Wildlife Photographer of the Year 2025. Voor degene die verder lezen aandurft: vergeet niet dat witregels er zijn om even op adem te komen. Ik zou niet willen dat je bezwijkt onder het gewicht van de (vele) feiten! 😉 


Spookstadbezoeker - Wim van den Heever
(overall winnaar)
Voor deze blog dook ik in de materie, temeer daar er een nieuw Europees Migratiepact aan de horizon gloort dat op 12 juni 2026 ingaat. Wat gaat dat voor de asielstromen op Europees grondgebied betekenen? En gaat dit spanningen in de Nederlandse maatschappij en elders verminderen? 
In het Engels wordt het ‘European Pact on Migration and Asylum’ genoemd. Het gaat immers over migratie èn asiel. In Nederland hanteert men liever het woord ‘Migratiepact’. Dat klinkt neutraler. Maar we moeten niet praten over migratie als we asiel bedoelen en niet over migranten als het om asielzoekers gaat. 

Migranten, asielzoekers en vluchtelingen. Wat zijn dat? Migranten zijn mensen die doorgaans tijdelijk naar een ander land verkassen, bijvoorbeeld voor werk of opleiding. Asielzoekers zijn personen die vluchten uit hun land vanwege oorlog, vervolging of ernstige mensenrechtenschendingen en die elders internationale bescherming (asiel) vragen. Zij doen dan een beroep op het VN-Vluchtelingenverdrag en willen worden erkend als vluchteling.  

De aanduiding ‘vluchteling’ -in Nederland formeel ‘statushouder’ genoemd- gebruiken we voor asielzoekers met een door de autoriteiten goedgekeurde asielaanvraag. Zij mogen in het land blijven en hebben een verblijfsstatus. Het totaal aantal vluchtelingen in Nederland bedroeg op 1 januari 2025 263.411 personen, volgens de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de VN (UNHCR). Ongeveer 120.000 van hen zijn afkomstig uit Oekraïne. Voor hen geldt een aparte asielregeling, een van ‘tijdelijke bescherming’. 

Er bestaat een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (voor vijf jaar, intrekbaar) en een voor onbepaalde tijd (nog steeds intrekbaar). Een vluchteling met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft -bijna- dezelfde rechten (en plichten) als een geboren en getogen Nederlander. Er zijn echter verschillen, zoals bijvoorbeeld stemrecht. Om daarna tot Nederlander te kunnen naturaliseren, moet onder andere een tweeledige naturalisatietoets met goed gevolg zijn afgelegd. 


Gesynchroniseerd vissen - Qingrong Yang
Er is ook nog een groep die vlucht voor armoede, honger en uitzichtloosheid in hun thuisland. Zij gaan naar elders voor meer kansen op een beter leven. Die noemden we voorheen ‘economische vluchtelingen’. Asielzoekers die om economische redenen in een ander land aankloppen, kunnen geen beroep doen op het VN-Vluchtelingenverdrag en krijgen geen asiel. Asielzoekers die uit veilige landen komen, evenmin. Zij worden teruggestuurd naar het land van herkomst. 

En tenslotte is er nog een groep die vlucht vanwege de gevoelde gevolgen van klimaatverandering; zij worden klimaatvluchtelingen genoemd. Klimaatverandering is in Nederland evenmin een reden om asiel te verkrijgen. Australië daarentegen, bood inwoners van Tuvalu (eilandstaat in de Stille Zuidzee) als eerste in de wereld asiel aan en blijft voorlopig een jaarlijks asielquotum voor hen hanteren. 

Migranten, asielzoekers en vluchtelingen. Hoeveel zijn het er? Enkele feiten over asiel en migratie in Nederland op een rijtje. In een recent tv-debat (Nieuwsuur) werd een statistiek getoond van het CBS. Het was, naar verluidt, niet zo gemakkelijk om de juiste cijfers bijeen te harken. But here we go. Van het aantal migranten in Nederland gaat het om 17% asielzoekers, 48% arbeidsmigranten, 18% school- en studiemigranten (ofwel kennismigranten) en een groep ‘Overig’ van 17%. 

De registratie van het aantal arbeidsmigranten in Nederland laat sterk te wensen over. Inwoners van Europese landen mogen vrij reizen en werken op het continent en/of er wordt samengewerkt met dubieuze arbeidsbureaus die het niet zo nauw nemen met registratie. De schatting is dat er inmiddels meer dan 1.000.000 arbeidsmigranten in Nederland verblijven, uit de EU en daarbuiten. Hun gemiddelde verblijfsduur ligt rond tien jaar. Voor het CBS is dat aantal echter een ondergrens; het kunnen er veel meer zijn. Deze zeer grote groep (48%) verhoogt de druk op woningen, zorg, onderwijs en schaarse ruimte. Rechtse politieke partijen spreken zich hierover mondjesmaat uit in hun verkiezingsprogramma’s, in tegenstelling tot over asiel. Grip krijgen op arbeidsmigratie is wel degelijk hard nodig. 

Ik weet niet hoe de groep ‘Overig’ (17%) precies is opgebouwd. Het zouden in Nederland geboren kinderen van statushouders kunnen zijn (tweede generatie). Of nareizigers, personen van het gezin van een statushouder. Wellicht ook Nederlandse migranten die naar het geboorteland terugkeren uit het buitenland of personen die voor de liefde migreerden. 


Als een aal uit het water - Shane Gross

Na de gebrekkige en incapabele uitvoering van het ‘strengste asielbeleid ooit’ van kabinet-Schoof, wordt het thema van streng nationaal asielbeleid bovenop Europees beleid in diverse verkiezingsprogramma’s nog steeds fanatiek beleden. In het verkiezingsprogramma van de PVV staat onder andere dat men een totale asielstop wil, een stop op migranten uit islamitische landen (naast een totale stop?!), een stop op gezinshereniging, het opheffen van alle Asielzoekerscentra (AZC) en een subsidiestop voor Vluchtelingenwerk NL. Nederland moet geheel op slot voor asielzoekers en ‘remigratie’ van hen die er al zijn, wordt -zonder vertrekpremie- gestimuleerd. Er zijn partijen die hardop dromen over vertrek uit de Europese Unie (‘Nexit’) en de opzegging van mensenrechtenverdragen, zoals het VN Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVR). 

Het VN Vluchtelingenverdrag legt vast wie een vluchteling is en bepaalt de rechten van vluchtelingen en de plichten van de landen die het verdrag hebben ondertekend. De kernbepaling is het zogenaamde ‘non-refoulement’-principe wat inhoudt dat een land een asielzoeker niet mag terugsturen naar een land waar zijn of haar leven of vrijheid wordt bedreigd vanwege ras, geaardheid, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of lidmaatschap van een bepaalde sociale groep. Voor de goede orde: met één pennestreek kan Nederland dit verdrag opzeggen. 

Dat opzeggen gaat minder makkelijk in het geval van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit werd opgesteld door leden van de Raad van Europa, in navolging van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN. De essentie van het EVR is het beschermen van de mensen- en burgerrechten van alle inwoners van de EU. Het garandeert fundamentele vrijheden en rechten, zoals vrijheid van meningsuiting, recht op vrijheid en veiligheid, verbod op discriminatie, toegang tot de rechtspraak en recht op een eerlijk proces. Sinds 1998 kunnen individuen zich rechtstreeks wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg als zij menen dat er sprake is van een schending van hun recht door een lidstaat.  


Gevangen in de koplampen - Simone Baumeister

Ook dit verdrag kun je opzeggen maar dit is een politiek gewaagde en juridisch complexe stap, aangezien het strijdig is met wetgeving van de Europese Unie. Dit verdrag is namelijk een wezenlijk onderdeel van het lidmaatschap van de EU. Als men dit verdrag toch wil aanpassen, moeten protocollen worden aangepast en alle leden van de Europese Raad (staatshoofden en regeringsleiders van 27 lidstaten) moeten die goedkeuren. Dat zal een langdurig proces zijn dus beloven dat je snel succes kunt boeken door op te zeggen, is een leugen. Dat is loze verkiezingsretoriek. Kiezersbedrog. Daarover moet een politieke partij eerlijk zijn, niet alleen in verkiezingstijd. 

Er zijn landen in Europa die de huidige Europese asiel- en migratieregels aan hun laars lappen. Neem België. Dat land is al vele malen veroordeeld voor het niet-opvangen van alleenstaande mannelijke asielzoekers maar onze zuiderbuur negeert die rechterlijke uitspraken. Afgelopen zomer kwam daar een nieuwe wet bij die bepaalt dat asielzoekers die in een ander Europees land al een beschermde status kregen, geen recht meer hebben op opvang in België. (Dit om het zogenaamde shoppen’ tegen te gaan.) In Nederland roepen anti-asielpartijen ook op tot dit soort politieke ongehoorzaamheid en actie. Het dubbel demissionaire kabinet-Schoof stuurde aan op een opt-out voor Nederland bij de EU qua asiel en migratie maar die actie was klungelig en aan het verkeerde adres. 

De demissionaire minister van Asiel en Migratie riep een jaar geleden een asielcrisis uit in Nederland waarmee ze het staatsnoodrecht meende te kunnen activeren. Daarmee hoopte ze de Vreemdelingenwet te omzeilen. Deze wet regelt de rechten, plichten en procedures voor niet-Nederlanders (vreemdelingen) met betrekking tot hun toegang tot en verblijf in Nederland. Haar standpunt was niet overtuigend enjuridisch houdbaar: het aantal asielaanvragen in Nederland lag toen rond het gemiddelde in Europa. Er was geen sprake van crisis. Daarop moest ze haar pakket van asielbeperkende maatregelen aanpassen.

Gematigder partijen spreken over een opvangcrisis en dat lijkt beter gekozen. De AZC zijn overvol, een asielaanvraag duurt in Nederland ellenlang (gemiddeld 79 weken), de doorstroom hapert (er zijn veel te weinig reguliere opvangplekken en woningen) en daardoor stijgen de kosten van opvang sterk. De gemiddelde kosten van een plaats in de reguliere opvang liggen op €30.400 per persoon per jaar. In de noodopvang is dat €69.400 per persoon per jaar. Nederlandse gemeenten zijn door de Spreidingswet verantwoordelijk voor opvang, maar twee derde van de gemeenten heeft minder opvangplekken dan hun wettelijke taak voorschrijft. 

Strengere regels worden echter vrijwel zonder uitzondering komend jaar van kracht als gevolg van het nieuwe Europese Asiel- en Migratiepact. 

Het opmerkelijke is dat Malik Azmani (VVD) voor de tot standkoming van dit nieuwe Europese pact onderhandelde namens het Europees Parlement en dat Frans Timmermans (toen nog geen PvdA in fusie) als vice-president van de Europese Commissie jarenlang een rol speelde bij de voorstellen. Nederland keek dus bepaald niet toe vanaf de zijlijn. Linkse en rechtse politieke stromingen in Europa vonden elkaar destijds nog op het splijtende thema van asiel en migratie. In 2024 gaven de regeringsleiders van alle lidstaten van de EU hieraan groen licht. 

Dit pact gaat bestaan uit 1 Richtlijn en 9 Verordeningen. Verordeningen zijn Europese wetten die direct en automatisch van toepassing worden in heel Europa. Individuele landen hebben geen mogelijkheden om daarvan af te wijken. Dit moet het huidige asiel- en migratiebeheer in heel Europa gaan stroomlijnen en -fingers crossed!- vereenvoudigen en verkorten. 

Het nieuwe Europese Migratiepact kent zeven pijlers waarop het rust.


Overlevingszak - Ralph Pace

(1) Er komen gesloten detentiecentra aan Europa’s buitengrenzen, in het noorden, zuiden en oosten van het continent. (2) Iedere asielzoeker wordt gescreend bij aankomst. (3) Er komt een grensprocedure voor kansarme asielzoekers. (4) Er komen minder verschillen tussen landen in de kans op het verkrijgen van asiel. (5) De opvangregels in AZC worden overal hetzelfde. (6) De verspreiding van kansrijke  asielzoekers over Europese landen wordt eerlijker. (7) Er is voortaan maar één instantie in Europa die bepaalt of er ergens op het continent een asielcrisis heerst. 

Aan de hand van strengere controles aan Europese buitengrenzen wordt vastgelegd wie in welke procedure terechtkomt; de grensprocedure of de algemene asielprocedure. Voor asielzoekers hanteert men twee statussen: kansarm en kansrijk. (Definities volgen in deel 2.) Vingerafdrukken en biometrische gegevens van iedere asielzoeker komen in een database terecht die door elke lidstaat kan worden geraadpleegd. Van iemand met een lage kans op verblijf (kansarm) zal de procedure aan de buitengrenzen van Europa versneld worden afgehandeld. Van daaruit wordt de terugkeer naar het land van herkomst geregeld. 

Er komen nieuwe normen voor huisvesting en toegang tot onderwijs en zorg voor kansrijke asielzoekers in de algemene asielprocedure. De Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de Unie, met één commissaris uit elke EU-lidstaat) bepaalt voortaan, gebaseerd op inwoneraantal en BBP, hoeveel migranten elk EU-land moet opnemen. In de aanloop naar het nieuwe pact berekende het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid dat dit voor Nederland zou neerkomen op tenminste 1.500 asielzoekers per jaar.  

De Europese Commissie is de enige instantie in Europa die kan beslissen of er in een land sprake is van een migratiecrisis. Geen enkel land in de EU ontspringt de dans nog om verantwoordelijkheid te dragen voor het oplossen van de gezamenlijke asielproblematiek. De nieuwe Europese regels worden nu ingebed in nationale wet- en regelgeving van elk van de 27 landen van de EU. In het geval van Nederland leidt dit onder andere tot wijziging van de Vreemdelingenwet.

Definities, aantallen en kosten van het nieuwe systeem komen in een volgende blog aan de orde. Net als een gedetailleerde beschrijving van de zeven pijlers van het pact. Voor de mensen thuis.

Wordt vervolgd.