Translate

zondag 6 juli 2025

Bestselleritis

Illustratie: Timber Sommerdijk
Afgelopen weekend begon de zomervakantie in het zuiden van Nederland. In Spanje was het de start van de eerste massale uittocht, van binnenland naar de kust of de (hoge) bergen. 

Als de tijd van de zomervakantie aanbreekt, zie je in alle kranten en tijdschriften boekentips verschijnen. De Volkskrant bedacht voor dit jaar een lijstje van klassiekers per Europees land. Alleen van Andorra wist men niets te verzinnen! The Guardian liet bekende Britse auteurs hun boekentips toelichten. Dat deed de boekenredactie van El País, Babelia, ook. Het artikel over de 70 getipte boeken begon als volgt.

‘Naar schatting liggen er ongeveer 3,75 triljard zandkorrels op alle stranden op aarde. Een deel daarvan zal zijn weg vinden tussen de pagina's van de boeken die we deze zomer lezen. Een boomblad of een museumkaartje kan bewaard worden als bladwijzer. De zomer is om uit te rusten, te reizen maar zeker ook om te lezen.’ Stemmige inleiding, wat mij betreft.  

We stoppen tijdelijk met de arbeid, grossieren ineens in veel vrije tijd en daar hoort zeker een onderhoudend boek bij. Lezen is goed voor ons zolang het betreffende boek onze aandacht vraagt en onze verwondering stimuleert. Je moet wel iets kiezen dat plezier verschaft. Niet omdat het moet of omdat anderen dat van je verwachten. Voor mij is het echter elke dag boekenfeest. Als ik, om wat voor reden dan ook, eens niet kan lezen, voelt dat raar en schraal. Een dag niet gelezen, is een dag niet geleefd. Rustig op de bank zitten met een goed boek onder de neus is bovendien een heel verstandig tijdverdrijf op warme zomerdagen zoals wij die nu aan de Costa Blanca beleven. Ik las overigens dat er in buurprovincie Murcia in de aanloop naar de zomervakantie dagelijks 33 honden en katten worden gedumpt. Tja.   

Dit is ook de tijd van een aantal prominente literaire prijzen. Onlangs won de Nederlands-Joodse Yael van der Wouden (38) de Women’s Prize for Fiction 2025. Dit is een jaarlijkse Britse literaire prijs die wordt toegekend aan de schrijfster van de beste roman in de Engelse taal, verschenen in het Verenigd Koninkrijk. Daarmee hoopt de initiator van deze prijs de vrouwelijke stem in de literatuur te bevorderen. De winnares ontvangt £30,000 prijzengeld en een bronzen beeldje dat de "Bessie" wordt genoemd. Het is vernoemd naar de persoon die deze prijs beschikbaar stelde en die anoniem wenst te blijven. De Engelse titel van het winnende boek is ‘The Safekeep’, in het Nederlands vertaald als ‘De bewaring’. Het boek speelt zich af na de Tweede Wereldoorlog, in een huis in Overijssel waar twee vrouwen (Isabel en Eva) elkaar ontmoeten. In die woning blijken oorlogstrauma’s te zijn ontstaan en onder het tapijt te zijn geveegd. Een interessante debuutroman die ook op de shortlist van de Man Booker Prize International stond (maar die niet won). 

Eind vorige maand trok een andere prijs mijn aandacht, de Orwell Prijs voor politieke non-fictie. De Oekraïense schrijfster Victoria Amelina won deze prijs postuum. Zij werd in 2023 op 37-jarige leeftijd gedood door een Russische kruisraket die neerkwam op een restaurant in Kramatorsk. Ze dineerde daar met een vriendin en was bezig met onderzoek naar het boek dat deze prijs won, getiteld ‘Looking at Women, Looking at War’. Ze was moeder van een kind. De Britse auteur George Orwell, onder andere bekend van het boek ‘1984’ (dat ik op de middelbare school op mijn eindexamenleeslijst zette) zei ooit What I have most wanted to do… is to make political writing into an art. Ik denk dat hij blij zou zijn met het hedendaagse resultaat. 

Amelina’s boek is een soort oorlogsdagboek waarin zij beschrijft hoe vrouwen in Oekraïne naar de oorlog in hun land kijken. Aan het begin van de oorlog stortte ze zich op humanitair werk, toen vluchtelingen uit het oosten en zuiden in haar geboortestad Lviv arriveerden. Al snel besefte ze dat ze met schrijven iets groters kon bereiken. Amelina schreef tot dan toe fictie; haar meest gevierde roman, Dom's Dream Kingdom, verscheen volgend jaar in de Engelse vertaling. Maar een grootschalige invasie was geen tijd voor een roman. Dit boek getuigt van de begane wreedheden en van de kracht van de menselijke geest. De jury noemde het een prachtig geschreven boek, technisch onaf maar met een tragische volledigheid. Haar echtgenoot nam de prijs in ontvangst. 

Een generatie geleden werden de shortlists van literaire prijzen nog gedomineerd door mannen. Dat is aan het veranderen. De schrijvers die wij nu als toonaangevende romanschrijvers beschouwen, zijn vaak vrouw. Ik denk niet dat deze boeken bestsellers zullen worden maar ik, veelvraat op boekenvlak, ben blij ze te hebben gelezen. 

Er stond onlangs een interessant artikel in de Volkskrant over de bestseller als cultuurverschijnsel. Wanneer is een boek een bestseller? Het eenvoudigste (en letterlijkste) antwoord is: een boek dat in de lijst van bestverkochte boeken staat. Maar wie stelt die lijst(en) op? Iedere boekhandel hanteert er eentje en andere instellingen ook, zoals het CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek). Hoe objectief is dat? Boekhandels jagen al decennialang op het zomerboek van het jaar. De aanloop naar de zomervakantie is een van de piekmomenten in de verkoop van boeken. Zelfs sporadische lezers kopen dan een boek voor op het strand, voor in de tuin, het vliegtuig en de hangmat. 

Er verscheen een nieuw boek, getiteld ‘De bestsellermachine’ van de Groningse emeritus hoogleraar Letterkunde Erica van Boven. Ik las het zelf (nog?) niet maar in het krantenartikel wordt regelmatig uit dit boek geciteerd. De auteur omschrijft een bestseller als een boek dat hoge verkoopcijfers behaalt binnen een kort tijdsbestek. Zij noemt bestsellers tevens succesboeken met een korte levensduur. Dit in tegenstelling tot klassiekers, succesboeken met een (heel) lange levensduur. Dit zijn erkende literaire meesterwerken die hun tijd moeiteloos overleven. Ik kan veel boektitels van mannelijke auteurs uit de mouw schudden maar ik beperk mij hier tot vrouwelijke auteurs. 

Te denken valt aan klassiekers als ‘Oeroeg’ (en ander werk) van Hella Haasse, ‘Het achterhuis’ van Anne Frank, ‘Het bittere kruid’ van Marga Minco, ‘De klop op de deur’ van Ina Boudier-Bakker (stond bij mijn ouders in de boekenkast), ‘De wetten’ (en opvolgers) van Conny Palmen, ‘Het puttertje’ van Donna Tart, ‘De kleur paars’ van Alice Walker, ‘Wolf Hall’ van Hilary Mantel, ‘Het verhaal van de dienstmaagd’ van Margaret Atwood, ‘Ik weet waarom gekooide vogels zingen’ van Maya Angelou, ‘Pride and Prejudice’ van Jan Austen, ‘Je eigen kamer’ van Virginia Woolf en vele anderen. Stuk voor stuk meesterwerken maar ook bestsellers. 

Bestsellers zijn vaak massaproducten. De bestseller is echter niet per se het beste boek. Er zijn waardevollere boeken die minder aandacht trekken. Van Boven stelt dat de bestseller in literaire kringen met een mengsel van dédain, achterdocht en jaloezie wordt bekeken. Dat neemt niet weg dat bestsellers de kurken zijn waarop de boekenmarkt drijft. 

Bij het bepalen van een bestseller speelt kuddegedrag een cruciale rol. Iedereen leest boek X omdat iedereen het leest. Dat is Bestsellerwet Nummer 1, volgens Van Boven. Bestsellers zijn wel opvallend vaak boeken die niet alleen lekker lezen maar waarvan je ook nog iets opsteekt. Als je iets wilt lezen over een bepaalde periode, een verschijnsel, een groep of individu, sociale verhoudingen in een bepaalde tijd en dergelijke kun je beter een onderhoudende bestseller openslaan dan een gortdroge encyclopedie of historische non-fictie. Dat is voor mij ook een belangrijk criterium om een boek ter pakken. 

Maar meer dan literaire personages maken personages uit bestsellers je deelgenoot van de eigentijdse cultuur. Daarmee bieden ze een goede inkijk in de tijd waaruit ze voortkomen. Bekende fictieve karakters uit de best verkochte boeken van weleer die mij bijbleven, zijn Sara Burgerhart (‘Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart’ van Betje Wolff en Aagje Deken), Jas (‘De avond is ongemak’ van Marieke Lucas Rijneveld), Salomé Abergel (‘Oroppa’ van Safae el Khannoussi), Rika van der Lans (‘Sonny Boy’ van Annejet van der Zijl), Alide (‘Eenzaam avontuur’ van Anna Blaman). Niet allemaal bestsellers maar zeker allemaal wel klassiekers. 

In Nederland verschenen vorig jaar 134.000 boektitels. De Top1% van die boeken (1.340 titels) is goed voor 40% van de verkopen. Het aantal verkochte exemplaren van de bestseller daalt al enkele jaren. In het begin van de 20ste eeuw verkocht een tot bestseller bestempeld boek nog honderduizenden exemplaren. Inmiddels typeert men een bestseller als een boek dat eerder tienduizenden exemplaren verkoopt. Vorig jaar werd maar van één titel meer dan 150.000 exemplaren verkocht. Die eer viel te beurt aan ‘De Camino’ van Anya Niewierra. Zij zegde haar baan als directeur van een Zuid-Limburgse VVV op en leeft nu van haar schrijverschap. Hoe mooi is dat?! Debuutroman ‘Oroppo’ van Safae el Khannoussi behoorde tevens tot die Top1%. Er vlogen inmiddels al meer dan elf drukken over de toonbank, ofwel meer dan 100.000 exemplaren. 

Maar er is nóg een kleine kentering gaande. In datzelfde jaar haalden boekhandelaren 13% van de omzet uit de Top100. Van de drie bestverkochte titels van 2024 werden samen 380.000 exemplaren verkocht. Dat is bijna 40% minder dan de verkopen van de Top3 in 2023. Het belang van toptitels voor de omzet daalt dus. 

Ilustratie: Timber Sommerdijk
Wat dé zomerseller van 2025 wordt, is nog niet te zeggen. Dat ene boek waarover iedereen praat en dat iedereen wil lezen, is nog niet gesignaleerd volgens het artikel in de Volkskrant. 

Ook volgens de boekennieuwsbrieven die ik wekelijks ontvang. Zelf heb ik ook geen suggestie maar boekentips vind je genoeg in deze blog. Als er maar wordt gelezen... Veel plezier!


woensdag 2 juli 2025

Poep onder de loep

Het aantal personen dat in Nederland meedoet aan het bevolkingsonderzoek Darmkanker neemt af. Tien jaar geleden, bij de start van het onderzoek, deed 70% mee, nu is dat gedaald tot 57%. Een slechte zaak. De redenen voor deze lage opkomst schijnen te zijn dat mensen geen klachten hebben en daarom niet meedoen. Bovendien vindt een deel van hen het vies om ontlasting te onderzoeken. Ook daar snap ik niets van. Die ontlasting is het resultaat van alles dat je de twee dagen ervoor uit vrije wil tot je nam. Tja. 

In Nederland wordt iedereen tussen 55 en 75 jaar opgeroepen voor het darmonderzoek. Het belang van dit soort onderzoek hoeft aan míj niet te worden uitgelegd. Als 100% van de uitgenodigde mensen uit de doelgroep zou meedoen, scheelt dat 50% van het aantal doden. Per dag sterven er twaalf mensen in Nederland aan dikke darmkanker. Het is in de darm juist zo dat er (bijna) nooit klachten zijn. Dit is een van de meestvoorkomende vormen van kanker. Meten is weten en vroegtijdig ingrijpen redt levens. 

In Spanje wordt dit bevolkingsonderzoek ook gedaan, onder personen tussen 50 en 69 jaar; eveneens om de twee jaar. (Ik vind het apart dat er een andere leeftijdscategorie wordt gehanteerd.) Hier vinden ze het net zo belangrijk. Ik vond een relevant artikel in de Spaanse krant El País. Daarin las ik dat in 2024 41.167 nieuwe gevallen van darmkanker werden vastgesteld. Hoewel negen van de tien mensen deze ziekte kunnen overleven als die vroeg wordt ontdekt, heeft het na longkanker het hoogste sterftecijfer. 

Miljoenen burgers in de doelgroep vermijden de screeningtest, aldus de Spaanse Vereniging tegen Kanker (AECC). Om effectief te zijn, moet het programma de volledige doelgroep omvatten en minstens 65% van hen bereiken. Maar ook hier haalt men dat percentage niet. Ze krijgen een reddingslijn toegeworpen maar besluiten zich er niet aan vast te klampen. Onbegrijpelijk, aldus iemand met darmkanker die in dat artikel werd geïnterviewd. Ook hier werd benadrukt dat screening een vroege diagnose mogelijk maakt. 

De eerste keer dat ik een envelop met ontlastingstest en begeleidend schrijven ontving (ruim twee jaar geleden), was ik verbaasd. Mijn oudere liefje had die uitnodiging namelijk nooit ontvangen. Waarom ik wel? Die eerste test pakte goed uit, het resultaat was negatief. De tweede oproep kwam recent en ik deed weer wat ik de eerste keer deed: in mijn ontlasting prikken en het resultaat van de zelfafnametest afgeven bij het lokale medisch centrum. Daarna vergat ik het onderzoek. 

Totdat we op een avond terugkwamen van een gezellig etentje bij buurvrouw Liselotte. Er stond een Correos-man met aangetekende brief voor de poort. Ik tekende voor ontvangst en opende de brief. Uitslag: positief. Men had bloed in mijn ontlasting aangetroffen. Mij werd aangeraden vervolgstappen te nemen. Tot dan toe had ik nooit last van mijn ingewanden en ook keek ik regelmatig achter mij tijdens een toiletbezoek. Nooit iets zorgwekkends gezien. 

Het opmerkelijke is dat ik die ochtend had geblogd over kanker. Het was de dag van Alpe d’Huzes en daarin verhaalde ik over mijn familiegeschiedenis met kanker; onder meer dat ik de enige was van mijn gezin bij wie deze ziekte tot dan toe nooit werd geconstateerd. Dat en meer schoot door mijn hoofd na lezing van de brief. 

De volgende dag zat ik bij een huisarts in het ziekenhuis. Ik liet er geen gras over groeien. Zij verwees mij door naar een specialist van het ‘Aparato digestivo’. In Nederland kom je dan in het bestand van een Maag-Lever-Darmarts terecht. Die afspraak volgde een week later. Toen zat ik tegenover doctora Martha del Valle, een vriendelijk ogende vrouw van middelbare leeftijd met Venezolaanse roots.

Ik legde uit dat ik niet bij haar terechtkwam vanwege fysieke klachten maar na een positieve uitslag in het bevolkingsonderzoek van de autonome regio Valencia. Ze drukte een paar keer op mijn onderbuik. Het deed nergens en op geen enkel moment pijn. Ze stelde een coloscopie voor (‘colonoscopia’ in het Spaans). Ook moest ik een laxeermiddel aanschaffen dat ik moest innemen en ik moest op dieet, drie dagen voor de ingreep. Wat moet dat moet. 

Wel moest ik lachen om de naam van het paardenmiddel: PLEINVUE. Mijn Frans is goed genoeg om dat direct te kunnen vertalen. Ruim zicht! (Dat snapt iedereen, daarover hoef ik niet uit te wijden.) De ingreep zou onder narcose plaatsvinden en dokter Martha zou die uitvoeren. De datum werd geprikt voor een week later. 

De nieuwe week begon met de opdracht alle groenten en fruit uit mijn meditterane dieet te weren. Alle voeding moest vezelarm zijn. Dat is een aderlating voor mij. Pas als je tot verandering wordt gedwongen, realiseer je je hoe gezond wij doorgaans eten. Ineens stonden witbrood en andere slappe happen (als witte toast en witte rijst) op het menu. Jakkes, maar allemaal voor het goede doel. 

Mijn eigen Florence Nightingale bereidde een lichte bouillon van kippenbouten. Die bouillon zou ik kunnen nuttigen op de dag vóór de ingreep, wanneer ik alleen vloeibaar mocht eten. Het was veel werk: zeven, nog eens zeven en nog eens zeven. Totdat het de gewenste helderheid had. Ondertussen lag het verpakte middel in een grote doos op mijn bureau mij dagelijks aan te staren. 

Het dieet van de eerste twee dagen kostte mij geen enkele moeite al was er weinig aan. Mijn laatste vaste maaltijd nam ik op dinsdagavond (witte rijst met gekookte kip). 
Op woensdag mocht ik gedurende de hele dag alleen water (zonder prik), thee, zwarte koffie, sap zonder pulp en heldere bouillon. 's Avonds was het tijd voor Pleinvue. Het ging om twee kuren van minimaal 45 minuten met drie uur tussentijd. Je zou er misselijk van kunnen worden. De twee batches van dit oplosbare goedje lagen als een steen op mijn (lege) maag. De laatste twee slokken van die avond waren een verzoeking. Ik was op het randje van misselijk. 

Het goede nieuws is dat het werkte... als een tierelier! Dokter Martha zou volledig zicht hebben. 

De afspraak in het ziekenhuis was relatief vroeg in de volgende ochtend. Ik kreeg een persoonlijke code die op het scherm zou verschijnen als oproep. Mijn liefje zou later met diezelfde code kunnen volgen waar ik in het proces zat. Maar het duurde en duurde. Totdat het wel mijn beurt was. Ik schoot in operatiehemd en sloffen, deed mijn haarnetje op en een mondkapje voor. Toen ik de wachtruimte inliep, stond dokter Martha daar via Google Translate met een Rus te praten die kennelijk hetzelfde ging beleven als ik. Zij vroeg hem of hij zijn middeltje had ingenomen. 

Het wachten duurde voort, ik werd er vooral hongerig van maar koelde ook nogal af. Het was daar zo koud als in het voorportaal van Dante's hel. Wel met een dekentje over mij heen. Intussen maakte mijn liefje zich, aan de andere kant van de deur, nogal nerveus. Telkens wanneer mijn nummer op het scherm verscheen, sprong zij op en meldde  zich bij de deur om mij op te wachten. Maar achter die deur was het nog lang mijn beurt niet. Het was druk die dag.  

Na nóg een uur wachten, was het wel zo ver. In de operatiekamer groette ik de arts en haar assistentes. Leuke, frisse meiden. Ze keuvelden over vrije dagen en het drukke werkschema. En over hun lunch. Terwijl mijn maag bleef rommelen. De arts legde uit dat het wachten nu was op de anesthesist. Dat bleek een redelijk jonge, communicatieve Spanjaard te zijn. Hij boog zich over mij heen en spoot zijn narcosegoedje in mijn bloedbaan. Weg was ik.   

(Hem en zijn middeltje had ik wel mee naar huis willen nemen!) Ik sliep diep en droomloos terwijl dokter Martha haar ding deed. Na de ingreep werd ik naar de verkoeverruimte gereden. Daar ontving ik een sapje waar ik lang over deed. Mijn maag was het nu al ontwend. Lekker rechtop gezeten, zwaaide ik naar een andere arts die ik persoonlijk ken. Ik voelde mij prima. 

Op dat moment had ik nog niet met de arts gesproken over haar bevindingen. Lang verhaal kort: ze had een poliep (bultje in de wand van de dikke darm) verwijderd maar verder niets verkeerd geconstateerd. Joehoe! Er zijn goedaardige en kwaadaardige poliepen. Een darmpoliep, vooral een adenomateuze, kan in de loop van de tijd uitgroeien tot darmkanker; zelfs zonder dat je klachten hebt. Mijn opluchting was dan ook groot. Ik kleedde mij rap om en stapte monter op mijn liefje af, klaar om naar huis te gaan. 

In drie weken tijd van diagnose naar ingreep: kom er eens om. Het belang van meedoen aan bevolkingsonderzoek lijkt mij duidelijk. Het voorkomt een boel narigheid. Dus gewoon doen!

 

zaterdag 28 juni 2025

Pray The Gay Away

Vandaag wordt in Boedapest, de hoofdstad van Hongarije, de 30ste Gay Pride Parade gehouden. Deze vreedzame mars werd door de extreemrechtse regering van Victor Orbán verboden. Ook een apart LGBTI-gerelateerd evenement, gepland om samen te vallen met de officiële Pride-mars van vandaag, werd drie keer door de politie verboden. De organisatoren vochten dat verbod aan bij het Hongaarse Hooggerechtshof, maar ondanks het feit dat de organisatie twee keer in het gelijk werd gesteld en een bevel werd afgegeven aan de politie om het evenement te laten doorgaan, zwichtte het Hof uiteindelijk. Dat gebeurde ongetwijfeld onder grote druk van Orbáns politieke partij en regering. Orbáns bijnaam in progressieve kringen is niet voor niets ‘The Victator’. 

De regering van Orbán heeft een lange geschiedenis van discriminatie en het aanwakkeren van haat tegen LGBT'ers. En dan te bedenken dat Hongarije in het eerste decennium van de 21ste eeuw een van de vooruitstrevendste EU-landen was op het gebied van LGBTI-rechten! Het land viel echter (ver) terug nadat Orbán in 2010 aan de macht kwam en al spoedig het homohuwelijk verbood. Het ging daarna van kwaad tot erger. Een zeer controversiële wet uit 2021, ‘Wet LXXIX’, verbiedt elke openbare uiting van deze gemeenschap. Hun uitingen worden als schadelijk voor kinderen afgeschilderd, er wordt opzettelijk een link gelegd tussen de LGBTI-gemeenschap en delinquente pedofielen. Deze wet zou zijn gemodeleerd naar de Russische anti-LGBTI-wet uit 2013. 

Een later amendement op de ‘Act on the Right of Assembly’ (Wet op het recht van volksvergaderingen), een van de meeste draconische wetten tot nu toe, kwam in maart van dit jaar tot stand. Deze wet maakt het mogelijk om boetes op te leggen aan organisatoren en deelnemers van Gay Pride, en gezichtsherkenningssoftware te gebruiken om deelnemers te identificeren. Het werd binnen één dag door de president ingediend en ondertekend. Mensen  die de parade bijwonen, kunnen nu dus een boete krijgen van maximaal 200.000 HUF (500). Voor organisatoren dreigt celstraf. Het recht van burgers om vreedzaam te protesteren staat op meer plekken in de wereld onder druk. Ook in Europa (Nederland, bijvoorbeeld) en de Verenigde Staten. 

De razendsnelle aanname van deze wet is het zoveelste verontrustende bewijs van de flagrante minachting van regeringspartij Fidesz voor de rechtstaat en voor democratische checks and balances. Deze wet leidde direct tot lastercampagnes tegen LGBTI'ers. 

16 lidstaten en 20 ambassades, het Europees Parlement, de Europese Commissie en belangrijke mensenrechtenorganisaties kwamen daarop in actie en spanden een rechtzaak aan tegen Hongarije bij het Hof van Justitie van de EU. Vanwege schending van het ‘Handvest van de grondrechten van de EU’. Ook zijn inmiddels miljarden aan eurosubsidies aan het land bevroren vanwege de Hongaarse antirechtstatelijkheid. De eerste hoorzitting vond plaats in november 2024. De uitspraak wordt dit najaar verwacht. Orbán, de langstzittende premier van Europa (15 jaar), is een luis in de pels van progressief Hongarije en Europa. 

Al deze onwettige en discriminerende besluiten kunnen op veel internationale kritiek rekenen. In mei van dit jaar gaven 20 lidstaten van de Europese Unie een gezamenlijke verklaring uit waarin ze de Hongaarse wettelijke maatregelen die Budapest Pride verbieden, veroordeelden. Ze riepen de Europese Commissie op om al haar instrumenten voor rechtshandhaving in te zetten. 

Als reactie op de pogingen van de Hongaarse autoriteiten om de vrijheid van vergadering en van de organisatie van LGBTI-evenementen te beperken, kondigde de burgemeester van Boedapest, Gergely Karácsony (1975), op 17 juni aan dat de stad, samen met de mede-organisatoren van de Rainbow Mission, de officiële Pride zal gaan organiseren als een gemeentelijk evenement. Een evenement waarvoor geen goedkeuring van de politie nodig is. Kortom: Tom Poes verzon een list. 

De burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, zal vandaag demonstratief bij de mars aanwezig zijn. Zij is niet de enige hoogwaardigheidsbekleder (en ook niet de enige burgemeester van een Europese hoofdstad) die dat zal doen. De Spaanse minister van Cultuur Ernest Urtasun zal erbij zijn, net als de Nederlandse staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mariëlle Paul, vertegenwoordigers van de Franse regering, de voormalig Belgische premier Elio Di Rupo (homo) en de voormalig Ierse premier Leo Varadkar (idem). Bovendien reizen tenminste 70 Europarlementariërs af om eveneens hun solidariteit te betuigen. 

De Hongaarse overheid maakte duidelijk dat ook buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders de wet overtreden met hun aanwezigheid tijdens de mars. De Hongaarse minister van Justitie Bence Tuzson blijft namelijk volhouden dat de parade verboden is. 

De juridische situatie is duidelijk: de Pride-parade is een wettelijk verboden bijeenkomst, organisatie of aankondiging die volgens de Hongaarse wet strafbaar is met een gevangenisstraf van maximaal een jaar. Wie deelneemt aan een door de autoriteiten verboden evenement, begaat een overtreding. Aldus Tuzson. Ik ben heel benieuwd hoe het vandaag verloopt.

Tegelijkertijd meldde een bekende, extreemrechtse haatgroep (HVIM) aan de politie dat ze op dezelfde dag als Pride langs de geplande route een eigen bijeenkomst zal houden. Die groep, die zich de hoeder van traditie noemt (en een hakbijl als logo heeft), infiltreerde in Gay Pride-kringen en traceerde zo de precieze route van vandaag. In tegenstelling tot de vreedzame Gay Pride verbood de politie deze mars niet. Tja.

Het autoritaire pad van Hongarije raakte recent in een versnelling. De verklaring hiervan zou zijn dat de macht van Orbán in 15 jaar niet onder zoveel druk staat als nu. Men ziet nu onder andere in dat de Hongaarse economie zonder EU-fondsen wel kan overleven maar zich niet kan ontwikkelen. (Gepensioneerden krijgen nu voedselbonnen van de overheid, bijvoorbeeld.) Orbán probeert daarom de aandacht te verleggen: naar interne vijanden. Een herverkiezing bij de parlementsverkiezingen van 2026 is dan ook geenszins zeker. Om deze redenen zou deze Gay Pride Parade weleens een grote protestmars met een politieke ondertoon kunnen worden. 

Er wacht hen dus een roerige dag in de straten van Boedapest. Desondanks worden er vandaag duizenden mensen verwacht. Naast dat het een feest van liefde is, gaat dit om vrijheid en burgerrechten voor iedereen. 

En vandaag wordt in Spanje gevierd dat het homohuwelijk 20 jaar bestaat. Premier Sánchez was aanwezig bij een speciale herdenking en verklaarde daar dat zijn regering geen stap terug zal doen. Hij wil dat de rechten van de LGBTI-gemeenschap beschermd blijven. “We gaan niet toestaan dat iemand terug in de kast moet”. Zo kan het ook.  

zaterdag 21 juni 2025

Da-dum, da-dum, da-dum, da-dum… ♫

De astronomische zomer is vandaag begonnen. Joehoe! Niet alleen hier, aan de Costa Blanca, maar over de hele wereld. Het is tevens de langste dag van het jaar. Ook leuk. Het zomert in grote delen van Europa maar niet bepaald in het westen van Engeland en Wales. Daar is het nat en grauw. Dat weet ik omdat onze vrienden Pat & Sue daar momenteel vertoeven. Ze zien groen en geel van jaloezie als we ze een foto doorsturen van een zomerse lunch in Chiringuito Ramón (ook hun plaatselijke favoriet) en van intens blauwe luchten. Zij gaan jaarlijks naar hun geboortegronden terug om de familie, zoon, dochter en kleinkinderen, te ontmoeten. En ook om aan al te grote hitte te ontsnappen. Zij zijn verwoede zeezwemmers dus ze zien ook scheel van afgunst als we een fotootje van onszelf in zee sturen. Al wonen ze in Wales op loopafstand van een mooi strand, er kan niet worden gezwommen vanwege het slechte weer. 

Mijn liefje en ik besloten deze zomer thuis te blijven. Zeker toen we lazen dat de eerste hittegolf zich pas eind augustus zou voordoen, volgens de weerdeskundigen. Het was dan ook een verrassing dat we al zo vroeg in dit seizoen dagen van tenminste 30 graden Celsius kregen. Ze zaten ernaast. In Nederland is het nu net zo tropisch als hier. De definitie van een hittegolf is daar dat er sprake moet zijn van tenminste vijf dagen met een temperatuur die hoger ligt dan 25 graden Celsius en tenminste drie van tenminste 30 graden Celsius. Aldus het KNMI. 

Het is deze maand precies 50 jaar geleden dat de film Jaws in de bioscoop verscheen. Ik las een boeiend artikel in de Volkskrant dat deze iconische film van Steven Spielberg van verschillende kanten belicht. Over de vrouwonvriendelijkheid ervan, de vele noviteiten, de gebruikte techniek, speciale effecten, de wijze waarop de film werd gelanceerd, de rol van de regisseur, de gevolgen ervan. De filmredacteur van deze krant is van mening dat de film de (film)geschiedenis veranderde.

De kop van dit krantenartikel heeft onder andere de woorden ‘Da-dum, da-dum, da-dum, da-dum’... Dat deuntje kent iedereen. Het was dé tune van de film die door de beroemde Amerikaanse componist John Williams (een favoriet van mij) werd geschreven. Voor veel kijkers gold destijds dat ze kippevel kregen als ze dit muziekje hoorden. Ik ook maar niet van angst. Ik vond het zó goed gekozen en gecomponeerd! Veel mensen durfden in de zomer van 1975 niet in zee te zwemmen. Ik geloof niet dat ik daar last van had. 

Overigens ben ik begonnen aan het recente boek van Sir David Attenborough, getiteld ‘Ocean. Earth’s Last Wilderness’. Het is een dikke pil dus daarmee ben ik wel even bezig. Wat mij als eerste opviel, is dat alle illustraties in de hoofdstukken zijn getekend in zwart-wit. Wat mij vervolgens opviel aan hoofdstuk 1, is dat er parallellen worden getrokken met de leeftijd van de erudiete Brit (Attenborough is inmiddels 99 jaar) en de negentigjarige levensduur van een blauwe vinvis; de grootste (wal)vis die in onze oceaan rondzwemt. Ik vind het een vernuftige manier om de omvang van de veranderingen in de natuur gedurende zijn leven te beschrijven. De twee andere hoofdstukken gaan over de bewoners van de diepzee en van de kelpbossen. 

“Marine science has revealed natural wonders a young boy in the 1930s could never have imagined. New technology has allowed us to film wildlife behaviour I could only have dreamed of recording in the early stages of my career, and we have changed the ocean so profoundly that the next hundred years could either witness a mass extinction of ocean life or a spectacular recovery.” 

Mijn liefde voor haaien en andere zee(zoog)dieren begon al voordat de film ‘Jaws’ in de bioscopen verscheen. Ik denk dat mijn eerste kettinkje als kind bestond uit een hanger met een haaientand eraan. Ik heb ongetwijfeld ook weleens een spreekbeurt gehouden over dit majestueuze dier. Met de witte haai als icoon en  toppredator in de natte voedselketen. 

De Amerikaanse organisatie OCEARCH, wereldwijd leider in oceaanonderzoek en haaienbescherming, kwam vanwege dat 50-jarige jubileum met nieuwe inzichten in de witte haaien die de inspiratie vormden voor de film. Al bijna twintig jaar is deze organisatie bezig met het oplossen van het wereldwijde raadsel van de witte haai; een raadsel dat wetenschappers al meer dan 400 miljoen jaar bezighoudt.

Dit markeert een belangrijke mijlpaal in het begrijpen van de migratiepatronen, voortplantingsgedrag en overlevingsstrategieën van deze solitaire roofvissen. Met elke gemerkte haai verzamelt OCEARCH meer dan 24 soorten gegevens, van genetische en gezondheidsbeoordelingen tot migratiepatronen over lange afstanden en de voortplantingsstatus. Deze gegevens helpen OCEARCH bij het in kaart brengen van essentiële haaienhabitats en het wetenschappelijk onderbouwen van toekomstige beschermingsacties.

De organisatie heeft ook een zogenaamde ‘shark tracker’ waarmee het publiek kan bekijken wat waar rondzwemt. Daarop zijn interessante dingen te zien. Deze tracker richt zich vooral op zeedieren aan de oostkust van de Verenigde Staten maar een dier met een zendertje kan naar overal worden gevolgd. Recent werd daar een mannelijke witte haai van ruim vier meter gespot die men 'Contender' (mededinger) is gaan noemen. Het is de grootste witte haai (Carcharodon carcharias) die ze voorzagen van een zender ooit. Dit geeft een ‘bite’ aan dit jubileum! 

Mijn liefje en ik zochten in een ver verleden samen naar haaientanden op het strand van Cadzand. Toen had ik al zo’n sterk zoekbeeld (als schelpenzoeker) dat ik ze bij bosjes uit het natte zand opraapte. Ze zitten nog ergens in mijn schelpenmuseum. Dat deden we ook aan de oostkust van de Verenigde Staten. Daar vlogen de fossiele haaientanden mij eveneens om de oren. We bezochten een plek in Chili waar fossiele resten waren gevonden van de grootste haai die ooit in die wateren rondzwom. Ook bezochten we vele jaren geleden samen een Disneypark in Florida waar we nietsvermoedend in een bootje stapten en niet veel later een van de grote mechanische haaien uit de film ‘Jaws’ aan stuurboord uit het water zagen verrijzen. Onze harten zaten in onze kelen. Nét echt! 

Ik zwom met haaien op het Groot Barrière Rif, in ‘Shark Alley’ in Belize, aan de kust van Mauritius en rond de Galapagos-eilanden. Kortom, de liefde en bewondering voor dit dier wordt breeduit gemeten. Nog nooit zag ik er echter eentje live in de Middellandse Zee. De grote plas water in mijn achtertuin, de diepe zee met zijn legendarische helderheid en heel veel zeeleven. Vandaag nemen we weer een plons. 

Robert Mattey was de knutselaar op de set van de eerste Jaws-film. Joe Alves was de production designer (en later regisseur van Jaws 3-D). Hij overzag het ontwerp van het drietal mechanische haaien, dat vaker niet dan wel functioneerde en zo mede debet was aan het verveelvoudigde aantal draaidagen en bijna in drievoud overschreden budget van de film (van 3,5 naar 9 miljoen dollar).

Midden jaren zeventig van de vorige eeuw betrof de ‘Jawsmania’ een ongekend cultureel fenomeen. Met USD$476 miljoen aan kassa-opbrengst (omgerekend naar nu zo’n 2 miljard dollar) was het de tot dan toe lucratiefste speelfilm ooit. Spielberg twijfelde nog even of hij de film wel moest regiseren. De voortekenen waren weinig gunstig halverwege de draaiperiode. De keuze om, als eerste Hollywoodfilm ooit, écht op zee te draaien in plaats van in een studiobassin, leek rampzalig uit te pakken. Het weer werkte niet mee, de filmschuit sloeg om en de mechanische haaien weigerden vaak dienst. ‘The shark is not working’, klonk het dagelijks over de walkietalkies. Maar deze film vestigde Spielbergs naam als succesvolle Hollywood-regisseur. Later betuigde hij wel spijt. Het had deze diersoort in een benauwde positie gebracht. Er werd voortaan gejaagd en gevist op deze ‘menseneter’. Dat droeg bij aan de decimatie van de haaienpopulatie. 

Alleen deze zomer verkrijgbaar op Martha’s Vineyard, een groot eiland ten zuiden van Cape Cod, waar een aantal opnames voor deze film werden gemaakt: een limited edition Jaws-popcornbak in de vorm van een haai met openklapbare bek. Zolang de voorraad strekt. 

Jaws is deze zomer (eind augustus) weer te zien in de Nederlandse bioscopen. Goed voor twee uurtjes griezelen of verwonderen. De spin-off uiterst spannende film 'Open Water' mag ook niet ongezien blijven, wat mij betreft. Die heeft ook haaien als hoofdpersonen en is nóg spannender. (Een duikend echtpaar wordt per abuis midden in de oceaan achtergelaten.) Maandagavond te zien op SBS9 om 20.30 uur. 

 

dinsdag 17 juni 2025

Ra-ta-ta-ta-ta-ta

Ik denk dat ik in de 17 jaar dat ik het nu doen, nog nooit blogde over militaire aangelegenheden. Niet vrijwillig en niet onder de druk van de tijd. Wel blogde ik regelmatig over militairen die -in het licht van de geschiedenis van de democratie- de fout in gingen ergens in de wereld. Maar het is nooit te laat voor verandering.

Binnenkort wordt de NAVO-top gehouden in mijn voormalige woonplaats Den Haag en dat heeft veel voeten in de aarde. Gastland zijn anno 2025 is geen sinecure. Vriendin Bernadette woont aan de rand van het gebied waar de ontmoeting met de 32 leden volgende week dinsdag begint. Ze heeft wel een beetje last maar geen overlast, naar verluidt. Ik zag foto’s van hekken, betonblokken en slagbomen voorbijkomen. Zij ziet het belang van deze top in, net als ik. Haar huis zal volgende week niet achter een scherm van Fort Den Haag verdwijnen maar toch... 

Met de ambitieuze Nederlander Mark Rutte als nieuwe secretaris-generaal van dit bondgenootschap, kon het organiseren van een nieuwe top in eigen land niet uitblijven. Het enige dat ik hoop is dat daar geen geweld of andere ellende ontstaat. De baas van de Nederlandse Strijdkrachten zei laatst op tv dat ze in hun gelederen de voorbereidingen ‘Operation Orange Shield’ noemen.  

Spanje wordt in dit verband weleens het luiste jongetje van de Europese tak van het NAVO-bondgenootschap genoemd. Dit land, mijn tweede Vaderland, zit met zijn defensie-uitgaven nog niet op de 2%-norm. Tien jaar geleden werd afgesproken dat ieder lid 2% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) aan defensie zou gaan uitgeven. Dat was lange tijd geen optie voor Spanje en ook niet voor Nederland. Het feit dat niet elke bondgenoot aan zijn budgettaire verplichtingen voldoet, was een doorn in het oog van president Trump. 

Zo was het ook in 1951 voor de Amerikaanse generaal Eisenhower. Hij maakte zijn afkeur duidelijk in een brief aan de Amerikaanse ambassadeur in Nederland: Den Haag vertoont een gebrek aan gevoel van urgentie, een gebrek aan bereidheid om offers te brengen, een gebrek aan vastberadenheid om zijn deel van de gezamenlijke last te dragen. (Gelezen in de Volkskrant,) Het uitbreken van de Koreaanse oorlog gaf de aarzelende Nederlandse regering het laatste zetje. De defensie-uitgaven werden stapsgewijs verhoogd naar circa 4% van het toenmalige BBP. Dat zou ook de piek van de naoorlogse nationale defensie-inspanningen blijken te zijn.  

Sinds de daad van agressie van Rusland onder leiding van Poetin, namelijk een buurland op weg naar volledige democratie binnenvallen (Oekraïne) en vervolgens platbombarderen tot er bijna geen bestaan meer mogelijk is, is er veel veranderd in de wereld om ons heen. Heel veel. In de wijde wereld maar ook bij mij persoonlijk, in mijn denken over defensie en de strijdkrachten. 

Na Trumps aantreden eerder dit jaar verkondigde hij dat de eerdere 2% niet meer voldoende is; dat moet naar 5%. Voor de goede orde: Washington zelf geeft momenteel 3,4% aan defensie uit en zou ook niet zonder slag of stoot in korte tijd naar 5% kunnen groeien. 

Dat is meer dan een verdubbeling van de huidige afspraak en dat stuitte op bezwaar bij sommige Europese leden van de NAVO. Het altijd slimme oliemannetje Rutte vond een compromis: een stijging van het defensiebudget naar 3,5% en een verdere 1,5% uitgave aan defensiegerelateerde projecten zou ook goed zijn. Dat lijken de (meeste) leden van het bondgenootschap wel te kunnen accepteren. We gaan zien wat de aanstaande top brengt. Uiteindelijk zal men dit niet per se doen omwille van Trump maar om Europa veilig te houden. Een typisch voorbeeld van voortschrijdend inzicht. 

Spanje bleef muisstil na het recente commando uit het Witte Huis en stribbelde daarna, ernaar gevraagd, tegen. De regering heeft echter toegezegd voor het einde van dit jaar wel te voldoen aan de oude afspraak van 2%. De daarmee gepaarde extra investering van ruim 10 miljard voor Defensie en Innovatie zal worden gedaan zonder belastingen te verhogen, “zonder ook maar één cent aan investeringen in de verzorgingsstaat te onttrekken en zonder dat er een groter overheidstekort ontstaat, aldus premier Sánchez. Dat geloven we dan maar. 

Overigens zou het zo maar kunnen dat er binnenkort nieuwe verkiezingen worden uitgeroepen in Spanje want de secretaris van de PSOE raakte verwikkeld in een onverkwikkelijk corruptieschandaal. De man in kwestie (Santos Cerdán) werd stante pede geroyeerd maar daarmee zijn zeker niet alle problemen beteugeld. 

De Spaanse Minister van Defensie (nog wel), Margarita Robles Fernández (1956; lid PSOE), verklaarde dat het nieuwe budget van 2% genoeg moet zijn om het land veilig te houden en te beschermen. Tegelijkertijd zei ze ook dat zij nieuwe besluiten in Den Haag volgende week niet zal blokkeren. Zij stelt eenheid in het Noord-Atlantische bondgenootschap en eenheid in Europa hoger als prioriteit dan politieke principes van haar partij en coalitiepartner. Inderdaad, het belang van internationale allianties nam exponentieel toe in de afgelopen periode. We moeten zeker ook minder afhankelijk worden van de (minder betrouwbaar geworden) Verenigde Staten van Trump.

Spanje trad in 1982 toe tot de NAVO maar nam aanvankelijk niet deel aan de geïntegreerde militaire structuur. Het land wordt inmiddels beschouwd als een betrouwbare bondgenoot. Het levert aan alle belangrijke missies en operaties en op Spaanse bodem staan enkele NAVO-operatiecentra. Zo is de Combined Air Operations Center (CAOC) bij Madrid verantwoordelijk voor alle planning, leiding en coördinatie van luchtverdedigingsoperaties in Zuid-Europa. Met andere woorden: Spanje is hoofdbeheerder van het gehele luchtruim boven Zuid-Europa. (Spanje is een van de 13 zogenaamde kaderlanden van de NAVO.) In 2022 organiseerde het de NAVO-top om hun 40-jarig lidmaatschap van het bondgenootschap te vieren. 

Wij waren afgelopen weekend aanwezig bij het jubileum van de jaarlijkse vliegshow van San Javier, getiteld ‘Aire 2025’. Deze show bestaat al 25 jaar en de daar gevestigde Adelaarspatrouille (Patrulla Águila) viert dit jaar zijn 40-jarig bestaan. Koning Felipe VI en de Defensieminister waren ook aanwezig. 

Op 14 juni was er gelegenheid de vliegtuigen in stilstand te zien en foto's op de grond te maken. Dat sloegen wij over. Op 15 juni traden de beste acrobatische teams van Europa aan: de Italiaanse Frecce Tricolori, de Britse Red Arrows, Patrouille de France, Patrouille Suisse en de jubilerende  Patrulla Águila. Plus alle militaire vliegtuigen van de Spaanse luchtmacht. 

Het type vliegtuig van de Patrulla Águila  (Airbus C-101), beter bekend als de ‘culopollo’ (kippenkont), gaat na 40 jaar met pensioen als officieel opleidingstoestel van de Academia del Aire. Alle vliegtuigen van deze patrouille werden voor deze gelegenheid uitgerust met het roofvogellogo van de groep op de staart. De P-21 Pilatus turboprop wordt de opvolger. De koning vloog erin als co-piloot tijdens deze vliegshow. Zijn 19-jarige dochter, kroonprinses Leonor, begint na de zomer aan haar opleiding tot vliegenierster. Het is het derde en laatste onderdeel van haar verplichte opleiding als toekomstig staatshoofd. Amalia kan direct een studie naar haar keuze volgen na de middelbare school, Leonor niet. Zo staat dat in de Spaanse Grondwet. 

Fietsend naar Lo Pagán zagen we parachutisten op grote hoogte met de Spaanse vlag afdalen. Mijn liefje en ik vonden een tafeltje met twee stoelen op een bediend terras, onder een degelijke overkapping. De betreffende strandtent had een bord buiten staan waarop was te lezen dat je maximaal 30 minuten met een drankje mocht blijven zitten. Daarna was het tijd om te verkassen. Daar had werkelijk iedereen op dat terras maling aan! Dat is ook Spaans.   

Het optreden van de Bombardier brandblusser was het eerste dat we er live zagen, bij het nuttigen van een kopje koffie met worteltaart. Dit toestel kan in 10 seconden 6.000 liter water opslurpen om het elders op de vlammen uit te spuwen. 

Dit werd gevolgd door verrichtingen van een Chinook-helicopter. Dat loodzware toestel (ruim 22.000kg) liet zien dat het ook achteruit omhoog kan vliegen en dat het zich als een gewone helicopter langzaam kan voortbewegen. Wow. Als puber droeg ik een gebroken geweertje op een rever van mijn jas maar tegenwoordig kan ik dit soort verrichtingen waarderen. Over verandering gesproken... 

Een optreden van de Northrop F-5 straaljager (eveneens opleidingsvlieguig) werd afgewisseld met een duo-optreden van een T¡6 FIO (Noord-Amerikaans toestel uit Texas) en een Mentor Beechcraft T-34. Die twee oude kisten vlogen kont-aan-kop. Dat ziet er eenvoudig uit maar is in werkelijkheid razend knap. De F-18 Hornet was voorbij voordat ik er erg in had. Zijn maximale snelheid is 1.915km/uur (ofwel Mach 1,8). De piloot vloog op zijn kop en dat vond ik al indrukwekkend maar toen hij zijn vermaarde ‘vuelo lento’ (langzame vlucht) vertoonde, viel mijn mond open. Dit razendsnelle vliegtuig kan ook bijna verticaal vliegend vooruit op zeer lage snelheid (ongeveer 200km/uur). Wow-wow. Toen zaten we inmiddels aan de Sierra Cazorla agua mineral.

Wat eveneens nieuw was tijdens deze vliegshow is dat er rechtstreeks contact was met de piloot in de cockpit. Dat vond ik eveneens bijzonder. Moet je halsbrekende, soms zelfs dodelijke capriolen uithalen en ook nog een beetje zitten chatten met het publiek onder je. Tja. 

De Eurofighter Typhoon (opvolger van de F-18) was van de buitencategorie qua geluidsoverlast en snelheid, wat mij betreft. Toen dat monster overkwam, voelde je de grond onder je voeten langdurig beven. Het schoot als een reuzenhaai door het water. Zo enorm wendbaar als dat gevaarte is. Triple wow! De muziek uit de huizenhoge geluidsboxen was erop aangepast: keihard geschreeuw van head bangers. Zelfs de speaker deed zijn best met zijn gera-ta-ta als imitatie van een mitrailleur. Het leek wel oorlog! Dat vliegtuig kan in 5 seconden naar 800km/uur acceleren. Het heeft een maximale snelheid van 2.450km/uur (Mach 2.0). De motoren samen leveren ongeveer 150.000pk. Een Eurofighter slurpt 4.500 liter brandstof per uur. Even vloog de piloot door de geluidsbarrière. Toen zaten wij aan een bordje inktvisringen en een tinto de verano. Ons kregen ze niet weg! 

De omroeper wist mij nóg meer interessants te vertellen over dit vliegtuig. Het is een Airbus-toestel dat in Getafe (bij Madrid) wordt geassembleerd, getest en daarna geleverd aan de Spaanse luchtmacht. Spanje heeft er momenteel 90 in bezit. Dat getal liet ik op mij inwerken... ne-gen-tig?! Ze kosten circa €160 miljoen per stuk. In december 2024 bestelde de Spaanse Luchtmacht er nog eens 25 bij. Hoeveel procent van het BBP is dat?! Deze vliegtuigen hebben een basis blij Sevilla en op de Canarische Eilanden. Ik ben blij dat ik daar niet woon. 

Er volgde veel meer, teveel om op te noemen. Maar de massa kwam voor het optreden van de eigen 6-koppige patrouille, Patrulla Águila. Een van hun spectaculairste capriolen is dat ze met hun zessen tegelijkertijd landen. Ik zag het ze niet doen maar er werd voldoende vertoond om onder de indruk te zijn van hun vakmanschap.

De Ambulancedienst SAMU rukte die dag 83 keer uit. Bij sommigen liep de spanning te hoog op, anderen raakten oververhit. Een piloot zou op 14 juni gewond zijn geraakt en door de militaire medische dienst zijn behandeld nadat hij met zijn toestel in aanvaring kwam met een meeuw. (Met een snelheid van Mach 0,9.) Daarbij raakte ook de cockpit beschadigd. De vlucht werd direct afgebroken. Het zou gaan om de piloot van een Eurofighter Typhoon. Ik trof een indrukwekkende foto van de botsing op het web aan. Iemand had dat moment gefotografeerd. Hoe het dier het maakt, bleef onvermeld (maar dat laat zich raden). 

Ons kregen ze evenmin klein. De foto’s van deze dag vind je in mijn webalbum.


woensdag 11 juni 2025

Cruisin' together... ♫

We gingen afgelopen weekend het water op met onze vrienden Paco y Rolando. Zij zijn zelf booteigenaren in Nederland maar we stapten niet bij hen aan boord. Nee, we gingen aan boord van een opgeknapt Spaans cruiseschip om te gaan varen op de Mar Menor, Europa’s grootste binnenzee (135km2). De Spaanse organisatie die de tocht organiseert en uitvoert, heet Cruceros Mar Menor. Niet heel creatief maar je weet wel waar je aan toe bent als je zoekt naar een bootritje. 

Wij zagen deze boot aan het einde van de vorige zomer naar de aanlegplaats van Los Alcázares varen en afmeren waarna een stel jolige passagiers van boord stapte. Dat wekte mijn belangstelling. Ik liep op de kapitein af en vroeg hem wat deze vaart inhield. Het bleek een zonsondergangcruise te zijn met wijnproeverette aan boord. Varend wijn savoureren? Dat leek ons leuk! Dat bleek echter de laatste vaart van het seizoen te zijn. Ik kreeg een folder mee die we bewaarden tot het volgende seizoen.

Nu dus. Momenteel vaart men alleen uit op zaterdagochtend (11:00 uur). Alhoewel de zomer hier is begonnen, is dit voor hen nog min of meer voorseizoen. Zonsondergangcruises worden alleen in het hoogseizoen georganiseerd. Dan kan voor deze rondvaart ook worden opgestapt in Lo Pagán en Santiago de la Ribera. Wellicht gaan mijn liefje en ik later deze zomer nog een keertje mee. 

Op de website van het bedrijf is te lezen dat het schip Joven Ana Belen vorig jaar grondig werd gerenoveerd. Er kwam een zonnescherm op het bovendek (geen overbodige luxe), het dek werd gemoderniseerd, de toegang to de boot werd vergemakkelijkt, de elektrische installatie werd vernieuwd, aan de achterzijde van het schip kwam een zwemplatform, de toiletruimte werd vernieuwd. De boot is nu ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers. De Ana Belen werd uitgerust met een AIS-systeem (klasse A), een automatisch identificatiesysteem dat in verbinding staat met de Maritieme Reddingsdienst. Dus als het ten onder gaat, weet die dienst het tenminste! Nu moet wel worden vermeld dat de Mar Menor nergens dieper is dan zeven meter maar verdrinken kun je daarin niettemin. En, het klapstuk van alle verbeteringen, er werd een model van een zeepaard op de boeg geplaatst; het logo van het bedrijf. 

In 2012 waren er in Mar Menor nog ongeveer 200.000 zeepaardjes, in 2022 was dat aantal door hardnekkige vervuiling gedaald naar 800 exemplaren. In 2023 trof men er zelfs nul aan... De Universiteit van Murcia startte daarop een broedprogramma dat suksesvol is. In 2024 vond men weer een handvol jonge zeepaardjes in zee. (Ja, levend!) Als de conditie van het water voldoende is verbeterd, wil men deze bijzondere diertjes terugplaatsen in de lagune.

We waren niet de enige geïnteresseerden in dit tochtje op het water, ik denk dat alle kaartjes waren uitverkocht. Er stapte slechts een handjevol niet-Spanjaarden aan boord. De meerderheid bestond uit Spaanse gepensioneerden en ouders met jonge kinderen. Toen we aan boord gingen, ontvingen we een zonnehoedje met opdruk van het bedrijf. Als aandenken. 

Onze varende vrienden zijn meer luxe gewend aan boord van hun eigen gevaarte maar ze vonden het leuk om mee te gaan. Ana Belen voerde ons langs de vijf eilanden van de Mar Menor: Isla del Barón (ook wel Isla Mayor genoemd), Isla Perdiguera, Isla del Ciervo (Herteneiland), Isla del Sujeto en Isla Redonda (ook wel Rondella genoemd). Al deze eilanden zijn lava-eilanden, ontstaan door vulkaanuitbarstingen in dit gebied. Er was een gids aan boord. 

Isla del Barón is het grootste eiland met bijna 94ha oppervlakte. Het is eigendom van de Spaanse adelijke familie Figueroa. Isla Perdiguera is met een kleiner  eiland verbonden door een zogenaamde zandtombolo; dat landje heet Esparteña omdat daar ooit veel aspertogras stond. Vroeger liepen daar veel patrijzen rond. Op en rond Isla del Ciervo vind je de interessantste flora en fauna, onder andere het zeepaardje. De eilanden Sujeto en Redonda zijn de belangrijkste broedplaatsen voor vogels. Rondom Sujeto ruik je de tijm en lavendel die er volop bloeit. Alle vijf eilanden zijn beschermd gebied. 

Gedurende deze twee uur durende trip werd het nooit enerverend maar het zicht was altijd goed en de kleuren van het water waren prachtig: van aguamarijn tot azuurblauw. We zaten lekker op het bovendek met zonnescherm, op een zee die door talloze zeilboten werd bevaren. Er was genoeg te zien. Alle vier vinden we het een feestje om op het water te zijn. (Mijn liefje en ik bevoeren alle oceanen van Moeder Aarde.) Zelf aan het roer of genietend van de verrichtingen van professionele schippers. We love our Blue Planet! Foto’s van dit uitje vind je in het Spanje-webalbum (rechterkolom).

Van Europa’s grootste binnenzee naar de oceaan is een vloeiende overstap. Deze week vindt in Nice (Zuid-Frankrijk) namelijk de VN Oceaan-conferentie plaats (van 9 t/m 13 juni). Dit is een belangrijke bijeenkomst. Deskundigen vergelijken deze conferentie met de VN-conferentie in Parijs van 2015. Daar werd het Akkoord van Parijs, een internationaal verdrag over klimaatverandering, door leden van de Verenigde Naties aangenomen. 

Voor een verdrag over oceanen lijkt er wereldwijd een gebrek aan commitment te bestaan. Er zijn deze week 60 staatshoofden aanwezig in Nice maar die van de Verenigde Staten schittert door afwezigheid. We weten dat Trump lak heeft aan dit soort afspraken en samenwerkingsverbanden. Die wil vooral ‘drillen’! Ook de demissionaire Nederlandse regering stuurde niemand. De afgetreden Minister van Waterstaat was een PVV’er dus dan weet je het... Natuurbeheer is geen hobby, Schiphol steunen en 130 rijden op de snelweg wel. Tja. 

Belangrijke onderwerpen zijn onder andere de regulering van diepzeemijnbouw, bescherming van internationale wateren, bestrijding van plasticvervuiling, instelling van visserijvrije zones en maatregelen tegen illegale visserij en industriële visvangst. 

De oceanen beslaan 71% van het aardoppervlak, omvatten 90% van de biosfeer, bieden voedselzekerheid aan meer dan drie miljard mensen, maken het transport van meer dan 80% van de wereldwijde goederen mogelijk en herbergen zeekabels die 98% van het internationale internetverkeer vervoeren. Nieuwe statistieken en analyses van de OESO tonen de cruciale rol aan die de oceanen spelen in de economie en het levensonderhoud van honderden miljoenen wereldburgers. 

Als we de oceaan als land zouden beschouwen, zou deze de op vier na grootste economie ter wereld zijn, volgens gegevens uit 2019. Van 1995 tot 2020 droeg de oceaan 3 à 4% bij aan de wereldwijde bruto toegevoegde waarde (de economische waarde van een sector) en bood werk aan 133 miljoen voltijdsequivalenten (de omvang van een personeelsbestand). 

Van kelpbossen die zo hoog zijn als reuzensequoias tot warmwaterreservaten waar grote walvissen worden geboren: oceaangebieden kunnen wedijveren met de grootsheid en diversiteit van bekende nationale parken op land. 

Onderzeese canyons evenaren de pracht van sommige canyons op aarde, zoals bijvoorbeeld in Frankrijk, Spanje, Verenigde Staten, Australië, Zuid-Afrika, Argentinië en Chili. Net zoals deze parken op land in beheer zijn en zijn gereserveerd voor het algemeen belang, zijn beschermde zeegebieden (Marine Protected Areas) onderwaterreservaten waar de schoonheid en gezondheid van mariene ecosystemen moeten worden behouden.  

MPAs beslaan tot nu toe samen circa 75.000km2. Dat is slechts een fractie van het wateroppervlak want het komt neer op 2,8% van de totale oceaan. Ongeveer 10% daarvan ligt in territoriale wateren (0-12 zeemijl), 5% behoort tot exclusieve economische zones en 0,14% betreft de volle zee. Met volle zee worden internationale wateren buiten de maritieme grenzen van landen aangeduid. Deze beschermde gebieden liggen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Verenigde Staten (incl. Hawaii), Australië, Kiribati, Ecuador en Chili. Daarenboven zijn er twee internationale commissies die over zo’n gebied besluiten, rondom Antarctica (27 landen) en in het noord-oosten van de Atlantische Oceaan (15 landen en de EU).

Bescherming van mariene ecosystemen werkt. Er bestaat inmiddels een aantal Blue Parks op de wereldkaart. Dit zijn eveneens beschermde natuurgebieden (MPAs), met de juiste regels en het juiste beheer om de natuur in die wateren te beschermen. De criteria voor Blue Parks zijn gebaseerd op de wetenschap achter de effectiviteit van beschermde natuurgebieden. Ze beslaan met elkaar op dit moment slechts 1% van de wereldwijde oceaan; beheerd door 23 landen. Maar niet alle MPAs zijn Blue Parks, ofwel niet gebaseerd op wetenschappelijk standaarden voor effectief beheer. Gebieden voor de kust van Colombia, Filipijnen, Costa Rica, Verenigde Staten en Brazilië zijn thans genomineerd om Blue Park te worden.

Beschermde, goed beheerde zeegebieden kunnen de effecten van overbevissing ongedaan maken, kwetsbare koraalgemeenschappen versterken en onszelf -nationaal en wereldwijd- beschermen tegen stijgende zeespiegels en sterker wordende stormsystemen. Het probleem is echter dat veel delen van de oceaan eigendom zijn van niemand (en daarmee dus van iedereen). Dat bemoeilijkt het dragen van verantwoordelijkheid voor het beheer van bepaalde blauwe zones. 

In een tijd van versnelde klimaatverandering, afnemende visserij en een stijgende zeespiegel die de 3,5 miljard bewoners van kustgebieden wereldwijd bedreigen, moeten landen pleiten voor de bescherming van de oceanen door middel van goed beheer. 

Er is een dringende noodzaak om de bescherming van tenminste 30% van de oceanen vóór 2030 te versnellen. Dit internationale 30x30-voornemen werd jaren geleden geformuleerd. Dat wordt in de volksmond het Verdrag voor de Hoge Zee genoemd. Daarvoor zijn 60 ratificaties nodig; 31 landen -waaronder Spanje- deden dat eerder. 18 landen en de EU verbonden zich er formeel aan afgelopen maandag tijdens de top in Nice. Dat brengt het aantal op 49 ratificaties. (Nederland tekende al wel maar ratificeerde nog niet.) Hoewel de mijlpaal van zestig landen mogelijk pas eind dit jaar wordt bereikt, biedt deze conferentie een belangrijk podium om politieke steun te verkrijgen. De tijd dringt.

Een ander belangrijk agendapunt in Nice is de decarbonisatie van maritiem transport. Het doel is een stappenplan overeen te komen voor het verlagen van broeikasgasemissies op het water. En ja, dat geldt ook voor cruiseschepen of ze nu groot zijn of klein.