Translate

dinsdag 16 december 2025

Beschavingsverlies

“Rare jongens, die Romeinen!” 

Weet je nog wie dit zei? Als brugpieper kwam ik in de klas van Gérard Hamers terecht. Hij was leraar Frans. Met hem begon mijn grote liefde voor de Franse taal en cultuur. Hij was mijn leraar Frans tot en met de eindexamenklas. Hij was erudiet, charmant, had de wind eronder maar gaf goed en leuk les. Zo stimuleerde hij ons onder andere tot het lezen van de stripboeken van René Goscinny en Albert Uderzo in het Frans: de Asterix en Obelix-reeks. Saillante  details zijn dat de tekenaar werd geboren met twaalf vingers (daaraan werd hij geopereerd) en dat hij kleurenblind is. Er zijn wereldwijd bijna 400 miljoen albums verkocht. De woordspelingen en dubbelzinnigheden zijn vaak goed verstopt maar naarmate ik verder kwam in Franse taalbeheersing ontdekte ik er steeds meer. Het bleef jarenlang een bron van veel leesplezier. 

Zo is er de kleine held van het verhaal: Asterix; de Franse vertaling van asterisk (*), kleine ster. Hij was meer dan een voetnoot van de wereldgeschiedenis! Obelix, zo groot en in de vorm van een obelisk. Idéfix, de kleine witte hond van Obelix - van idée fixe, zijn obsessie op vier pootjes. Alcoholix, de plaatselijke wijnverkoper. De bard die zich als zeer getalenteerde zanger beschouwde, Assurancetourix - van assurance tout risque (allrisk-verzekering); met zijn gezang beschermde hij zijn volk tegen de Noormannen. Unhygienix is de naam van de dubieuze visverkoper (zijn vrouw heet Bacteria). De Romeinse spion heet Dubbleosix. Een van de Romeinse kampen in Gallië heet ‘Babaorum’. Als je de tekening ziet, begrijp je de grap: het dorp is getekend als taartje (baba au rhum). De strips zitten er vol mee! 

De boeken zitten ook vol met parodieën op geschiedkundige gebeurtenissen en historische figuren, zoals Churchill, De Gaulle en Columbus. De makers gebruikten tevens beroemde kunstwerken in hun eigen verhalen, zoals bijvoorbeeld werk van Pieter Bruegel. Deze boeken zijn misschien nog wel leuker voor volwassenen dan voor kinderen. 

“I'm Asterix, the heroe of this adventure. Those crazy Romans thought they’d have another go at our little Gaulish village.Zo begon Goscinny’s 29ste stripboek in de lange reeks, getiteld ‘Asterix versus Caesar’. (Ik haal hier bewust de Engelstalige versie aan, niet de Franse.) 

De kern van het verhaal van de strijd van Asterix en Obelix tegen de Romeinen is het relaas van een klein dorp met kleine helden (de Galliërs) die met veerkracht, slimheid, vriendschap en een magisch drankje de overmacht van het grote, corrupte Romeinse Rijk weerstaan. Dat verhaal speelt zich af in het jaar 50 voor onze jaartelling. Hun strijd is er niet op gericht om Rome te veroveren maar gaat om het behoud van hun eigen vrijheid en de onafhankelijkheid van hun eigen dorp tegen Romeinse onderdrukking en Romanisering.  

Aan Asterix en zijn entourage moest ik denken toen ik recent de Nationale Veiligheidsstrategie (National Security Strategy, NSS) van Trump & Co. las. Dit document deed veel stof opwaaien, vooral in Europa. Het zette hier en daar zelfs kwaad bloed. Waar bemoeien die klojo’s zich mee? Asterix had het kunnen zeggen... Voor mij personificeert Asterix Europa en staat de regering-Trump II voor de verderfelijke Romeinen. Trump zelf is de hedendaagse Caesar. In het verhaal Asterix versus Caesar heet een van de Romeinen Dubius Status en een ander Marcus Ginantonicus. Ook leuk! 

Ik las het document niet in zijn geheel (30 pagina’s) maar wel de passage over Europa. Die paragraaf draagt de titel ‘het bevorderen van Europese grootsheid’. Typisch Trumpiaans taalgebruik. Na bijna een jaar Trump II staat hiermee zwart op wit dat de Europese Unie niet langer een bondgenoot is maar een tegenstander van de Verenigde Staten. Een vijand in politiek, economisch maar vooral ideologisch opzicht. 

Vóór het tijdperk Trump werd er in de Amerikaanse veiligheidsstrategie vooral gewezen op de onbetwistbare voordelen van allianties, op de deugden van globalisering en de rol van dat land als organiserende macht. 

De veiligheidsstrategie anno 2025 kun je lezen als één grote belediging aan het adres van de Europese Unie en diens leiders. Het staat bol van de extreemrechtse uitspraken en vijandigheden. Ik had niet anders verwacht van schimmige types als JD Vance (vice-president), Stephen Miller (stafchef) en Russel Vought (architect van het oerconservatie Project 2025) maar toch shockeerde het mij.

Hun prioriteit lijkt te liggen bij het exporteren van de cultuuroorlog naar onze contreien. Ik vind het ook ronduit schaamteloos dat er openlijk wordt gezinspeeld op normalisatie van de betrekkingen met Rusland.

Maar we moeten niet wanhopen, dat deden die kleine Galliërs ook niet. Nu staat het als volgt verwoord in de strategie. Ik haalde de krenten voor je uit de pap. 

‘Europa doet onvoldoende militaire uitgaven en op dit continent is sprake van economische stagnatie. De werkelijke problemen van Europa zijn echter veel dieper geworteld. Continentaal Europa heeft een steeds kleiner aandeel in het wereldwijde BBP -van 25% in 1990 naar 14% nu- en dat is deels het gevolg van nationale en transnationale regelgeving die creativiteit en bedrijvigheid ondermijnt.’ 

Dit is duidelijke kritiek op de Europese Unie. Het huidige BBP-percentage van de EU ligt op 15,2% volgens Europese cijfers. Wat ook niet wordt vermeld, is dat we de derde plek in de wereld innemen, na China (circa 19%) en de VS (15,5%). Als we Europa als groter geheel bezien (dus meer landen dan de lidstaten van de EU), ligt dat percentage ruim boven 20%. Dan torent Europa zelfs boven koploper China uit. 

‘Deze economische achteruitgang wordt overschaduwd door het reële en veel grimmiger vooruitzicht van beschavingsverlies. De grotere problemen waarmee Europa wordt geconfronteerd, omvatten activiteiten van de Europese Unie en andere transnationale instanties die de politieke vrijheid en soevereiniteit ondermijnen, migratiebeleid dat het continent transformeert en conflicten veroorzaakt, censuur van de vrije meningsuiting en onderdrukking van politieke oppositie, kelderende geboortecijfers en verlies van nationale identiteit en zelfvertrouwen.’

Bij Toutatis! Beschavingsverlies? (Hoor wie dit zegt...) De Amerikanen doelen hiermee waarschijnlijk op het feit dat we op dit continent minder wit en christelijk zijn geworden. Migratie is inderdaad een hoofdbreker, een probleem dat we echter zelf moeten oplossen. Daar hebben we geen Amerikaanse inmenging bij nodig. Zeker niet in Amerikaanse stijl. Het Europese Migratiepact dat in juni 2026 van start gaat, doet een goede poging om meer grip te krijgen op het probleem. Kelderende geboortecijfers? Waar bemoeien ze zich mee?! Het is wel waar: het aantal geboorten in de EU neemt gestadig af, met een grote dip in 2023. Het continent vergrijst dus de productiviteit moet flink omhoog; dat is een economisch gegeven. Sinds wanneer is dat een bedreiging voor de Amerikaanse veiligheid? 

‘Als de huidige trends zich voortzetten, zal het continent over 20 jaar of minder onherkenbaar zijn. Het is dan ook verre van vanzelfsprekend of bepaalde Europese landen economieën en legers zullen hebben die sterk genoeg zijn om betrouwbare bondgenoten te blijven. Veel van deze landen zetten momenteel hun huidige koers voort. Wij willen dat Europa Europees blijft, zijn beschavingszelfvertrouwen herwint en afstapt van de mislukte focus op verstikkende regelgeving.’ 

De meeste Europeanen willen ook dat Europa Europees blijft maar wat betekent dat precies? Tijden veranderen, mensen veranderen, landen veranderen. De meeste veranderingen kunnen we niet tegenhouden. Niet elke verandering is een verbetering, dat is waar. Met het lidmaatschap van de EU kwam er een grote hoeveelheid Europese regels mee. Sommige zijn compleet onzinnig, dat beaam ik. (Neem bijvoorbeeld het recente verbod op vleesgerelateerde benamingen van vleesvervangers. Muggenzifterij.) We moeten echter niet vergeten dat de regeringsleiders van de 27 lidstaten zelf over de belangrijkste zaken beslissen. Niet het Europarlement, niet de Europese commissie. Veelal zijn het dus keuzen die Europese premiers met elkaar maakten. Daar gaan wijzelf over en zo hoort het ook. Dat keuzen en verbeteringen sneller mogen gebeuren, is een no brainer.

‘Dit gebrek aan zelfvertrouwen is het meest evident in de relatie van Europa met Rusland. Europese bondgenoten hebben een aanzienlijk militair overwicht ten opzichte van Rusland op bijna alle vlakken, met uitzondering van kernwapens. Als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne zijn de Europese betrekkingen met Rusland nu sterk verzwakt en beschouwen veel Europeanen Rusland als een existentiële bedreiging. Het beheren van de Europese betrekkingen met Rusland vereist aanzienlijke diplomatieke inspanningen van de VS, zowel om de strategische stabiliteit op het Euraziatische vasteland te herstellen als om het risico op een conflict tussen Rusland en Europese staten te beperken.’

Klop-klop... Is daar iemand?! Rusland is toch het schorriemorrie?! Voor de meeste Europeanen is dit land -in de persoon van Poetin- de vijand. Rusland ís de existentiële bedreiging voor het vrije Europa. Met zo’n land willen en kunnen we geen diplomatieke betrekkingen (meer) onderhouden. Het respecteert de soeverniteit en de grenzen van buurlanden niet. Het land viel Oekraïne binnen,  een land op weg naar volledige democratie, als toekomstig lid van de Europese Unie. Tja. 

Europa heeft Trump niet gevraagd om vriendschappelijke betrekkingen met Rusland aan te gaan. Het is Trump zelf die koketteert met zijn relatie met strongman Poetin. (Wat zit daar achter?!) Imperialist Poetin zal niet stoppen bij Oekraïne. Hij wil de oude glorie en de grenzen van de Sovjet Unie in ere herstellen. Rusland als grootmacht. Om dat te voorkomen, moeten wij als grootmacht Europa in rap tempo sterker worden qua defensie en onafhankelijk van de steun van de Verenigde Staten.

‘Het is een kernbelang van de Verenigde Staten om te onderhandelen over een spoedige beëindiging van de vijandelijkheden in Oekraïne, om de Europese economieën te stabiliseren, onbedoelde escalatie of uitbreiding van de oorlog te voorkomen en de strategische stabiliteit met Rusland te herstellen, en om de wederopbouw van Oekraïne na de vijandelijkheden mogelijk te maken, zodat het land als een levensvatbare staat kan blijven bestaan. [..] De regering-Trump staat lijnrecht tegenover Europese functionarissen die onrealistische verwachtingen koesteren ten aanzien van de oorlog, gesteund door instabiele minderheidsregeringen, waarvan vele de basisprincipes van de democratie vertrappen om oppositie te onderdrukken.’ 

Hoe onrealistisch is het om te verwachten dat het ‘slachtoffer’ van deze gewelddadige invasie geen land hoeft af te staan aan de agressor om een vredesakkoord te bewerkstelligen? Er ligt niet alleen een grote oceaan tussen de Verenigde Staten en Europa, er zit een gapend gat tussen hun en ons rechtvaardigheidsgevoel. Het is Rusland dat een groot deel van Oekraïne aan flarden bombardeerde. Het is Rusland dat moet opdraaien voor de wederopbouw van dit kapotgeschoten land. 

‘Amerika moedigt zijn politieke bondgenoten in Europa aan om de heropleving van de geest te bevorderen, en de groeiende invloed van patriottische Europese partijen geeft inderdaad reden tot groot optimisme. Ons doel moet zijn Europa te helpen zijn huidige koers te corrigeren. [..]. We willen samenwerken met gelijkgestemde landen die hun vroegere grootsheid willen herstellen.’ 

Amerika’s steun voor extreemrechts lijkt nu officieel regeringsbeleid te zijn en dat is schokkend. Met ‘patriottische Europese partijen’ worden partijen als in Frankrijk (Rassemblement National van Marine le Pen), België (Vlaams Belang van Tom van Grieken), Duitsland (Alternative für Deutschland van Alice Weidel), Hongarije (Fidesz van Victor Orbán), Tsjechië (ANO van Andrej Babiš) en Slowakije (SMER van Robert Fico) bedoeld. Op Vaderlandse bodem hebben we de PVV van Geert Wilders die helemaal in dit rijtje past. 

De door hen nagestreefde vroegere grootsheid, hun ideaal, is het Europa van 50 jaar geleden. Deze ‘patriotten voor Europa’ (PfE) bestaat uit politieke partijen die de Europese Unie van binnenuit kapot willen maken, als een vijfde colonne. Zij zijn de vijanden van de vrijheden op ons continent. Zij helpen niet om Europa op koers te houden, zij helpen Trump om onze koers te veranderen. Dit alles is onterechte Amerikaanse inmenging in Europese kwesties. 

Quid nunc? De vraag is nu: wie zal de grote druïde van ons continent worden? Wie durft het aan? Wie ontpopt zich als de Panoramix van Europa? De wijze, vaderlijke figuur die als zodanig door eenieder wordt erkend. De maker en bewaarder van de toverdrank die de Galliërs bovenmenselijke kracht geeft? Wij, Europeanen, hebben veel te verliezen. Wij moeten ons eigen pad kiezen. Amerika is geen voorbeeld om te volgen.  

Ik sluit af met uitspraken van twee van mijn favoriete Volkskrant-columnisten. De eerste is van Sheila Sitalsing: ‘een samenleving die niet weet wat er te verliezen valt, kan zich niet verdedigen tegen ondermijnende krachten van buiten.’ Deze is van Sander Schimmelpennink: ‘als de dappere Oekraïeners het tweede leger ter wereld kunnen stoppen, moeten wij op z’n minst de strijd met de Amerikanen aandurven.’ En zo is het. 


donderdag 11 december 2025

Cats & Dogs

Toen ik circa 38 jaar geleden vanuit Amsterdam bij mijn liefje in Dordrecht ging wonen, woonden daar al twee katten in huis. Zelf was ik geen katten gewend al vind ik veel dieren leuk. Er was een korte periode in mijn jonge leven waarin ik meende dierenarts te willen worden. (En architecte, mode-ontwerpster, marien biologe en meer.) Het werd in het echt een andere studie die veel algemener was. Juist vanwege mijn brede interesse koos ik voor letterkunde, literatuur en cultuur. Talenlerares wilde ik echter niet worden, dat wist ik al vroeg in de studie. Dat was in mijn ogen een beroep met te weinig afwisseling. 

Ik dacht ook dat ik een hondenmens was, alhoewel ik opgroeide in een gezin zonder huisdieren. Mijn moeder was nogal proper (deels Duitse roots) en vond dieren in huis jakkie-bah. Later had ik echter zelf een hond, een boxer met de naam Maximiliaan van de Klappeheide; naar de fokker in Brabant. Een hond van stand. Hij was een goedzak met speels karakter en een underbite. Niet moeders mooiste maar een grote lieverd. Daarna waren het de honden Bram (schapendoes), Benji (labrador), Bico (boxer), Snolliebollie (labrador) en Chilli (Deens merk) van vrienden die mijn hart beroerden. 

Er is veel geschreven over het verschil tussen honden- en kattenmensen. De kattenmens zou in het algemeen introvert en gevoelig zijn, terwijl hondenmensen zichzelf eerder als levendig en actief omschrijven. Dat laatste is niet zo vreemd want met een hond moet je naar buiten, doe je de dagelijks ronden, ontmoet je mensen. Een kattenvrouw blijft thuis op de bank zitten met een goed boek en de kat op schoot. (Inderdaad, wie wil dan naar buiten?!) Verder blijkt uit onderzoek dat kattenmensen vaker op zichzelf zijn en hondenmensen juist gedijen in gezelschap. Winston Churchill zei ooit dat honden naar ons opkijken en katten op ons neerkijken. 

De katten van mijn nieuwe huisgenote heetten Scarlett O’Hara, een lapje met intens groene ogen, en Porcelaine, een kater van Siamese origine met lichter-dan-lichtblauwe ogen. Scarlett kwam uit het asiel en was een getroubleerde poes. De dierenarts dacht dat ze was mishandeld. Ze was schuw, vertoonde zich niet vaak, bleef in haar hoekje van het huis. Soms sprong ze bovenop een keukenkastje en bezag mijn verrichtingen daar op afstand. Heel soms kwam ze voor een aai en een knuffel. Ze werd incontinent en het halve huis werd in plastic verpakt. Ze bleef altijd ‘onze’ lieve Scarlett. 

Porcelaine’s gedrag was volledig tegengesteld aan dat van Scarlett. Als ik muzelluf op vrijdagavond moe op de bank uitstrekte of luierde in het weekend, sprong hij op mijn borst en zat op 10cm afstand met zijn neus voor mijn neus. Hij zocht altijd contact. Hij loensde dan en dat deed ik ook. Van liefde. 

Hoe moest ik mij tot die twee gaan verhouden als nieuwkomer in huis? Bovendien was ik geen kattenmens (dacht ik). Dat bleek onjuist. Ik ben zowel een honden- als kattenmens! Die pluizige twee bepaalden dat. Ik ging van deze katten houden alsof ze mijn kleintjes waren. Toen Scarlett op 14-jarige leeftijd overleed, plengden wij dikke tranen. Porcelaine was ten einde raad. Hij miste zijn maatje. Ze waren zó lang samen geweest. Het was hartverscheurend... Hij wilde niet meer eten, viel regelmatig om. Ik voederde hem met de hand totdat hij niets meer wilde. Zijn leven was voltooid. Ze zullen altijd een bijzonder plekje in mijn hart hebben. 

Mijn liefje en ik werden eerder dit jaar mantelzorgers in de woonwijk. Dat had te maken met Zwitserse buurvrouw en vriendin Liselotte. Zij lijdt al jaren aan COPD (zijzelf meende lange tijd dat het ‘slechts’ astma was) en kon op een ochtend geen adem meer krijgen. Ze dacht te stikken. Wij snelden naar het ziekenhuis waar zij op Intensive Care werd opgenomen en daar ruim een week verbleef. Ze lapten haar op, zo goed en zo kwaad als dat ging. Het gaat inmiddels naar omstandigheden goed met de buuf. We drinken wekelijks een borrel bij haar, gaan soms uit en koken regelmatig voor elkaar. Ze is dol op koken en bakken en kan dat heel goed. 

Haar hond Lenny (10), een Shih Tzu (‘leeuwtje’ in Mandarijn), verdient een eervolle vermelding aan het einde van dit bewogen jaar. Hij is een eigenwijze, kleine macho die vindt dat hij het middelpunt is van elke samenkomst. Zo gedraagt hij zich ook. Waar een kleine hond groot in kan zijn! Als hij op twee poten had gelopen, had hij aan manspreading, mansplaining en manterrupting gedaan. Ik ging hem als hond meer waarderen in de loop van dit jaar. Een van zijn grappigste gedragingen is dat hij zijn kop in zijn nek gooit en langdurig ‘wow-wow-wow’ zingt als hij mij -ons- ziet aankomen. (Hij raakte ook bevriend met mijn liefje.)

Dat weerhoudt mij er niet van om soms pedagogisch onverantwoord gedrag te vertonen tijdens onze veelvuldige gezamenlijke wandelingen. Het was een wereldberoemde andere Lenny die eens zong ‘Are you gonna go my way?’ De Lenny-op-vier-pootjes doet dat in principe niet. Hij ziet zichzelf als leider, niet als volger. Het moet vaak op zijn manier of niet. Dan gaat hij op zijn krent zitten en weigert verder te lopen. In de richting van waar we komen, dus met zijn rug naar mij toe. Die strijd win ik altijd, het is zijn krent die dan over het trottoir raspt. Vooruit, niet terug! Ik spreek hem tweetalig aan: in het (Zwitser-)Duits en Engels. Als hij mij boos maakt, praat ik Nederlands met hem. Ooit volgde ik met mijn eigen hond een puppycursus waarin ik leerde dat je ongewenst gedrag niet moet belonen. 

Hij zal denken ‘gelukkig is de hond die in beproeving standhoudt’ maar ik volhard ook... 
In de afgelopen weken bezocht ik een kinderspeelplaatsje in de wijk tijdens onze rondgang. Daar mocht hij zijn machismo bewijzen op de schommel, de glijbaan én de wip. Eens kijken wat een ware haan hij is. Hoe onverschrokken hij is als viervoeter. Telkens als hij daarin teleurstelt, hang ik hem bij thuiskomst bij zijn oren aan de waslijn. Wie niet horen wil, moet voelen’, zoals mijn moeder vroeger zei. 

Dat laatste (foto linksboven) vraagt enige toelichting. Al is Lenny ontmand, wekelijks krijgt die grote pluchen beer -tenminste tweemaal zijn eigen afmeting- het ervan langs. Hij bespringt haar, werpt zijn kleine lichaam op dat grote zachte kussen en gaat ermee aan de haal. Eerst verbijsterde ons dat gedrag. WTF?! Nu niet meer. Ik moedig hem ook niet aan, dat kun je niet vragen van een feministe. Maar ik laat hem zijn (af)gang gaan. Totdat de waanzin in zijn kop voorbij is. Tja. 

Noorse achterburen bleken hun huis recent te hebben verkocht. Het werd ontruimd. Mijn liefje zag de eigenaar sjouwen met een schildersezel en een groot onbeschilderd doek. Hij ging die bij de vuilnisbak zetten, toen mijn liefje hem ernaar vroeg. Even later stapte ze onze eigen casita binnen met de woorden: ‘Zo, je Sinterklaaskado heb ik alvast gevonden. Nu het gedicht nog’. Dat was duidelijke taal. Zelf ben ik groot voorstander van recyclen, het hergebruiken van iets dat nog intact is en goed functioneert. Dus ik omarmde het kado, alhoewel ik jaren geleden mijn Rembrandt-set met olieverftubes had weggegeven aan een vriendin met meer talent en schilderlust. 

Maar een mens is altijd oud genoeg om de draad van iets weer op te pakken. In een diepe kast vond ik een oude Van Gogh-doos met pastelkrijtjes en in mijn grote voorraad papier een map met pastelpapier. Dat zette ik op de Noorse ezel. 

Afgelopen tijd maakte ik tijdens een wandeling een mooie foto van Lenny op het strand (al zeg ik het zelluf). Ik denk dat ik beter fotografeer dan ik teken of schilder... Je ziet de schaduw van de duinbegroeiing, de afdruk van diverse soorten reptielen- en hondenpootjes, plus een teder groen takje op het fijne, witte zand. De hond staat centraal (eindelijk!) en kijkt naar mij op. Aangelijnd. Dat werd het voorbeeld voor een pasteltekening van Lenny, als aanstaand kerstkado voor zijn moeder Liselotte. 

Enthousiast ging ik aan de slag. Het 'kunstwerk' gaat elke dag ietsje vooruit maar ik weet niet of het uiteindelijk goed genoeg zal zijn... Bij twijfel kan ik de foto altijd nog vergroten, inlijsten en in kerstpapier wikkelen.


zondag 7 december 2025

Early Birds Abroad

Dat ik een vroege vogel ben, is duidelijk. Mijn gemiddelde dag begint rond 6:00 uur maar eerlijk is eerlijk: 's avonds lig ik niet bepaald laat in mijn mandje. Daar lees ik wel altijd een tijdje door. 

In een vorige uitzending van het favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ op zondagmorgen (NPO1, 7:00-10:00 uur) meende ik een bekende geluidsopname te herkennen. Het fragment volgde op een ingesproken tekst op de Fenolijn; het programmaonderdeel waarin mensen een eigen bijdrage kunnen leveren in de vorm van een ingestuurd geluidsfragment. Een Nederlandse man vertelde van zijn stoel te zijn gevallen van verbazing toen hij kraanvogels zag en hoorde overvliegen in Zuid-Oost Friesland. Voor de eerste keer in zijn leven. Ik begreep (herkende) zijn opwinding en enthousiasme. Het is een prachtig gezicht en hun getrompetter maakt indruk. Hij vertelde losjes en leuk over die ervaring. Hij werd gekozen tot beste inzender van die week. Kennelijk stuurde hij geen vogelgeluid mee. Zijn inzending werd afgekondigd door Menno Bentveld, de presentator van het programma. Hij introduceerde het daarop volgende geluidsfragment met ‘hier nog een mooie opname van het geluid van kraanvogels. En ja hoor, ik veerde op want ik herkende eigen werk! 

Nu kun je geen patent aanvragen op een opname van het geluid van deze vogels en de programmamakers mogen naar hartelust aan de haal gaan met inzendingen, ook de mijne. Mijn werk is gedaan, ik heb de puzzelstukjes ingestuurd. Daarna is het aan hen om er een boeiend geheel van te maken. Dit radioprogramma deed ongeveer twee maanden geleden een oproep aan luisteraars in het buitenland om mee te doen aan een nieuwe Eindejaarsuitzending. Je kent mij: ik reageerde positief (zoals ik dat ook deed in 2023). 

Alhoewel de programmamakers graag zien dat je de luisteraar deelgenoot maakt van de geluiden uit jouw leefomgeving, was men ook enthousiast toen ik vertelde wat ik deze keer van plan was. We zouden een binnenlands reisje gaan maken om kraanvogels te zien. ‘Kraanvogel’ werd in de afgelopen jaren ook in Nederland een magisch woord. Hun indrukwekkende getrompetter, hun sierlijke ballet als vorm van ‘lentekriebels. En als een vogel dan ook nog over duizenden kilometers migreert, is dat voor wetenschappers en vogelaars een extra mysterieus gegeven. 

Onze opnamen voor het aanstaande programma kwamen voort uit een hechte samenwerking tussen mijn liefje, ervaren geluidsvrouw, en mij, goede prater (😉). Deze week las ik trouwens in de krant dat basisschoolleerlingen van nu minder goed in staat zijn om een constructief gesprek te voeren dan vroeger. Goed kunnen praten is geen luxe, het is een vaardigheid die je hard nodig hebt om mee te komen op school en om (later) in de maatschappij goed te functioneren. Kinderen die het basisniveau niet halen, hebben moeite om een gesprek te beginen, vast te houden en netjes af te ronden. Zorgelijk.  

In november reden we naar Extremadura om daar duizenden kraanvogels uit het Hoge Noorden te zien en horen vliegen en foerageren. Voordat we vertrokken, namen we ons voor in ieder geval geluidsopnamen te maken bij het grote stuwmeer van Alange. Dat was onze eerste stop, aangeraden door José van NGO Grus Extremadura (‘grus grus’ is de wetenschappelijke vogelnaam). Hij is een Spaanse bioloog met wie ik contact kreeg in de aanloop naar ons vogeluitje.

Mijn eerste vraag aan José was waar de beste plekken waren om deze iconische vogels te zien. Zijn organisatie telt onder andere het aantal kraanvogels dat de autonome regio binnenvliegt. Van het een kwam het ander. Vervolgens nodigde hij ons uit voor van alles en nog wat: een ontmoeting in het hotel waar wij verbleven (zijn woonplaats), een gezamenlijk uitstapje naar de plaatsen waar de vogels foerageren en slapen, een lezing over de vogels en hun migratiepatroon, in het cultureel centrum van Alange. 

Zijn uitnodigingen via mail kwamen echter telkens te laat voor ons. Of we waren alweer weg of we zagen zijn uitnodiging aan het einde van een dag. Ik ben het inmiddels gewend. Spanjaarden en internet sloten niet per se een gelukkig huwelijk. Hij beaamde dat, nadat hij ons weer had uitgenodigd voor iets toen wij alweer terug waren op ons honk aan de Costa Blanca. Als alternatief stuurde hij zijn persoonlijke mailadres door voor de volgende keer. Dat is ook typisch Spaans. Uiterst hartelijk, zeker als je de taal spreekt. 

De regelmatige lezer weet dat we onderweg naar Extremadura in een tornado terechtkwamen. We overleefden het. Als mediateam liepen we wel een soort ‘gevolgschade’ op. Toen we namelijk op de vroege ochtend na aankomst de eerste geluidsopname(n) wilden maken aan de rand van het stuwmeer, schalde het knetterharde geluid van kettingzagen door de lucht. Daar kwam geen kraanvogel bovenuit! We moesten er hard om lachen en ook dat legden we vast. De wervelstorm blies plaatselijk hoge bomen om en die werden vakkundig omgezaagd en afgevoerd. Ook enkele exemplaren uit een bomenrij langs het hotelterras moesten eraan geloven. 

Op de tweede ochtend deden we een volgende poging. We stonden er extra vroeg voor op. Dat verliep beter, al waren de kraanvogels vanwege bewolking aanzienlijk later op dan tijdens de wolkenvrije ochtend ervoor. Zo gaat dat. Wilde natuur laat zich maar ten dele managen.  

Daar dit een koudere ochtend was, zaten de vingers van mijn liefje na het werk aan de telefoon vastgevroren. Ik moest ze voorzichtig een voor een van het scherm plukken. Het duurde uuuuuuren voordat de tengels weer naar behoren functioneerden. Kasian. 

Uiteindelijk stuurde ik vijf opnamen door naar Jasmijn, de redacteur van Vroege Vogels waarmee ik dit project doe. Mijn liefje deed af en toe ook een gesproken duit in het zakje dus Jasmijn vroeg of ze mocht weten wie de reisgenote op de achtergrond was. Dat mocht. De laatste opname die ik doorstuurde, was van een geoogst rijstveld waarop een grote groep kraanvogels foerageerden. Daar pikten ze de achtergebleven korrels weg. Toen we tè dichtbij kwamen, vlogen ze op; met een boel trompetgeschetter als gevolg. De telefoon stond aan. Leuk voor de luisteraar!  

Op enig moment meldde Jasmijn dat haar collega Merlijn de reportage al had gemonteerd en het geheel ‘hartstikke leuk’ vond. Kritisch als ik ben, op muzelluf (en anderen), was ik verrast door dit vroege succes. Wat hen betreft hoefde ik niets meer te doen. Ik was klaar met mijn huiswerk. Wel stuurde ik nog enkele zelfgeschoten foto’s door via Whatsapp. Die vielen eveneens in goede aarde: ‘alsof ze uit een film komen’. Nu is het wachten op het programma dat op 4 januari 2026 zal worden uitgezonden. Watch this space! 

Vorige week zaterdag werd het 17de Festival van de Kraanvogels in Extremadura gehouden. Het ging door zonder ons. Tijdens dat festival werd van alles georganiseerd: een vroeg ontbijtje met kraanvogels, een ochtendexcursie, een fotografieworkshop en een tekenworkshops voor de kleintjes, plus enkele ‘charlas’ (praatjes) en technische lezingen; onder andere door onze José. Er zouden nu circa 120.000 kraanvogels op Extremadurese bodem verblijven. 

Normaliter wordt het festival georganiseerd in een bezoekerscentrum in Moheda Alta, het zelfverklaarde episch centrum van deze migranten op het Iberisch Schiereiland. Men week dit jaar uit naar een andere locatie (Madrigalejo). Wij waren ook in Moheda Alta tijdens onze trip en zagen de erbarmelijke staat van dat centrum. De deur zat op slot, de ramen waren eeuwig beslagen en de natuur overwoekerde de plek (lekker puh!). Sommige uitkijkposten in de omgeving waren zo krakkemikkig dat ik niet eens een poging waagde om een trap te bestijgen. Hoe kan men iets interessants dat voor veel vogeltoerisme zorgt, zo laten versloffen?! 

Vroege Vogels riep niet alleen de luisteraars in het buitenland op om mee te doen aan een speciale uitzending, we mogen nu ook wekelijks geluiden uit onze woonomgeving insturen naar hun Fenolijn. Tot voor kort was die optie alleen beschikbaar voor luisteraars op Nederlandse bodem. Wij, buitenlanders, horen er steeds meer bij. Joehoe!   

Tijdens de uitzending van vorige week zondag zond iemand het geluid in van een wandeling door een dikke laag gevallen bladeren in een bos. Een andere luisteraar stuurde het geluid van voetstappen door knisperende sneeuw in. Beide zonder tekst. Het lijkt alsof steeds meer mensen meedoen en er steeds meer bijzondere waarnemingen zijn. De wereld van de vroege vogels, een wereld van jonge en oude natuurliefhebbers, is een prettige wereld. Insturen kan telefonisch via 035-6711338 en via Whatsapp.


woensdag 3 december 2025

Knuffels in boekvorm

Als er iets fictie is in het leven, dan is het wel Sinterklaas! Die stokoude man in jurk en met lange baard is gewoon iemands vader, opa, buurman of een ingehuurde vreemdeling. De noodpakketten die dit jaar een grote rol spelen in het Sinterklaasjournaal -als oplossing voor problemen- zijn ook een vorm van fictie, wat mij betreft. Alsof die ons gaan redden van... Ja, van wat eigenlijk?

Pakjesavond komt eraan en er valt dit jaar veel te kiezen in de boekhandel. (Auto)biografieën zijn het soort werk dat veel kado wordt gedaan in de schoen en onder de kerstboom. Maar ook zogenaamde ’cozy fiction’ is thans favoriet. Ik vertaalde dat als ‘knuffels in boekvorm’. Zelf ben ik een multiknuffelaar, ik knuffel met alle boekgenres! 

2025 is onder andere het jaar van de boekbekogeling. Twee tieners in hoodies, op een fatbike, mishandelde een langsrijdende vrouw op een fiets door haar met het verzamelde werk van Charles Bukowski te bekogelen. Ze liep gekneusde ribben op en deed aangifte bij de politie. Op andere plekken was het ook raak. Zo liepen voorbijgangers hersenschuddingen op. Het moet toch niet gekker worden?! (Ik lees dat werk liever, in deze donkere dagen voor Kerst...) 2025 was voor mij als veellezer een rijk jaar, met langverwachte nieuwe boeken van favoriete binnenlandse en buitenlandse auteurs die het daglicht zagen. Soms lees ik ze in de oorspronkelijke taal, soms in vertaling.

Er zijn door de tijd heen boekenkasten volgeschreven over de betekenis van een openingszin of -alinea van een boek. Met een pakkende eerste zin zit je als lezer direct in het verhaal. Een goede eerste regel helpt de lezer zich te oriënteren op de wereld van het boek. Waar ben ik, met wie heb ik te maken? Een goede eerste zin maakt nieuwsgierig naar de rest. Amerikaanse auteur Ursula Le Guin noemde openingszinnen in een essay ooit ‘doors to the world’.

Er wordt gezegd dat de beste openingszin aller tijden voorkomt in ‘Anna Karenina’ (Leo Tolstoj), ‘Moby Dick’ (Herman Melville) of ‘1984’ van George Orwell. Die van Orwell is mijn favoriet: It was a bright cold day in April, and the clocks were striking thirteen’. Je ervaart de dystopie, de dreiging is meteen voelbaar. Knap, he?!

Dus hierbij enkele boekentips (fictie/non-fictie), boeken die je in je schoen zou willen vinden of zelf kado kunt doen; inclusief openingszin. Om de keuze voor een kadootje te vergemakkelijken.

Fictie

Oroppa – Safae el Khannoussi (winnaar Libris Literatuurprijs 2025)

Openingszin: ‘De zoveelste schreeuw sneed door de kamer. Maar deze was anders. Op het bed lag de doodverklaarde met opengesperde ogen en mond, haar handen verkrampt in de lucht.

Judith Fanto – Narcis (literaire fictie, ontroerend verhaal over een vriendengroep in Europa tijdens het Interbellum)

De brief bereikte mij op een dinsdagmorgen in 1948, de vochtige februarilucht hing stil en onaangedaan in de straten van Haarlem. Mevrouw Kleij, de huisbazin, had mij de slappe ochtendkoffie gebracht en was de deur uitgegaan voor een boodschap. 

Paulien Cornelisse – De verwarde cava. Terug op kantoor (winnaar NS Publieksprijs 2025. Hilarisch boek met scherpe observaties)

Nou, en dan is hier je bureau,’ zei de jonge vrouw, een meisje nog. Ze keek aarzelend van het bureau naar Cavia.

Simone van der Vlugt – Kruistocht van een koningin (historische roman over koningin Isabel die een stempel drukte op de geschiedenis van Europa)

Op de dag dat mijn leven compleet veranderde kleurde de wereld wit. Sneeuw was geen zeldzaamheid in het noorden van Castilië, maar de hoeveelheid die op die novemberdag in 1461 viel was dat wel.

Marente de Moor - De bandagist (de Grote Nederlandse Woningmarktroman, over grootstedelijke malaise)

‘Blakend van het lymfevocht, glad en hard als een pas aangespoelde kei, verrees het voor mijn gezicht.

Peter Buwalda – de Jaknikker (langverwachte tweede roman van een taalkunstenaar; deel van de trilogie)

Naar bed. Eindelijk. Zoals meestal stelt Barbara voor naar boven te gaan, ook dat geduld heeft hij weten op te brengen. Ze klapt haar boek dicht; hij laat het zijne zakken.

Auke Hulst - Tandenjager (literair avontuur met iemand die op tanden jaagt tijdens de Napoleontische oorlogen in Europa)

… en daar zijn de duizelingen. Bij de eerste tekenen ervan trekt hij zijn voor mond en neus geknoopte halsdoek naar beneden, vist met trillende vingers de kopermunt uit zijn patroontas en legt die op zijn tong, als ware het zo’n zoethoutpastille die maman weleens had meegebracht uit Londen.

Isabel Allende – Mijn naam is Emilia del Valle (meeslepende roman over een jonge vrouw die ervan droomt journaliste te worden. Speelt zich grotendeels af in Chili)

De dag dat ik zeven jaar werd, op 14 april 1873, trok mijn moeder, Molly Walsh, me mijn zondagse kleren aan en nam me mee naar Union Square om een foto van me te laten maken, de enige die bestaat uit mijn kindertijd.

David Baldacci – De val (heel spannend boek vol intriges en morele thema’s, van een veelschrijver)

Walter Nash wilde niet bij de begrafenis zijn. Geen mens wilde zijn vader toch begraven, zelfs niet als vader en kind geen nauwe band hadden gehad?

John Grisham – De weduwe (spannend boek met juridisch thema van een veelschrijver)

De cliënten die werden aangetrokken door het eigenaardige advocatenkantoortje op de hoek van Main en Maple namen problemen met zich mee waar Simon schoon genoeg van had.

Ian McEwan – Wat we kunnen weten (gelaagde roman die zich afspeelt in een toekomstig Engeland dat onder water staat; een klassieke McEwan)

Op 20 mei 2119 nam ik de nachtboot vanaf Port Marlborough, zodat ik aan het eind van de middag aankwam op de kleine kade bij Meantwrog-under-Sea die dienst doet als haventje van de Bodleian Snowdonia Library.

Dan Brown – Het ultieme geheim (ingenieuze thriller over onorthodoxe ideeën over het menselijk bewustzijn. Speelt zich af in Praag. Anders dan Browns vorige Langdon-boeken in de reeks)

Ik ben dood, dacht ze. Ze zweefde hoog boven de spitsen van de oude stad. Onder haar glansden de verlichte torens van de Sint-Vituskathedraal op een zee van twinkelende lichtjes.

David Szalay – Het vlees (winnaar van de Booker Prize 2025)

Als hij vijftien is, verhuist hij met zijn moeder naar een nieuwe stad en begint hij op een nieuwe school. Dat is niet makkelijk op die leeftijd – de verhoudingen op school liggen al vast en het kost hem moeite om vrienden te maken.

Stephen King – Vrees niet (spannend maar ook grappig boek waarnaar dit jaar rijkhalzend werd uitgekeken door de fans)

Maart, en het weer is om te huilen. De Straight Circle komt elke werkdag van vier tot vijf uur ’s middags bijeen in de kelder van de Buell Methodist Church. 

John Irving – Queen Esther (nooit gedacht, toch gekregen van deze inmiddels 83-jarige auteur. Onderhoudende roman met veel typische Irving-thema’s)

A Josiah Winslow was born in Plymouth, Massachusetts, in 1629—his father, Edward Winslow, was a Separatist Puritan who’d traveled on the Mayflower in 1620. Edward’s younger brother John sailed on the Fortune, arriving in Plymouth in 1621.

Ken Follett – Cirkel der Dagen (historische roman over de bouw van Stonehenge, door een meesterverteller)

‘Met een rieten mand vol te verhandelen vuurstenen op zijn rug sjokte Seft over de Grote Vlakte. Zijn vader en twee oudere broers waren bij hem. Hij haatte hen alle drie.

Percival Everett – James (Winnaar van de Pulitzer Prize 2025 en de British Book Award 2025. Hervertelling van de klassieker over Huckleberry Finn van Mark Twain maar dan vanuit het perspectief van de tot slaaf gemaakte Jim)

‘Those little bastards were hiding out there in the tall grass. The moon was not quite full, but bright, and it was behind them, so I could see them as plain as day, though it was deep night. Lightning bugs flashed against the black canvas. I waited at Miss Watson’s kitchen door, rocked a loose step board with my foot, knew she was going to tell me to fix it tomorrow.’

Non-fictie

Janna Coomans – Dievenland. Overleven in de Middeleeuwen (winnaar Libris Geschiedenisprijs 2025)

De vrouwen in het Zusters van Orthenklooster in Den Bosch hadden het goed. Ze woonden er sinds de vroege vijftiende eeuw met honderden samen in een groot stenen complex. Ze hadden hun eigen kapel, bejaardentehuis en een poortgebouw.

Sheila Shitalsing – Waar ik me voor schaam (scherpzinnige autobiografie met licht ironische schrijfstijl over intergenerationale schaamte)

Als mijn moeder vertelde over de oorlog, vertelde ze over de hunkering naar roomboter en over fietsen naar Assen op houten banden, en over die keer dat ze zich aan het wassen was bij het kraantje op een uitwijkadres en vanuit het raam witte vlekjes uit de lucht zag vallen: het waren parachutisten die Arnhem kwamen bevrijden.

Anne-Jet van der Zijl – De zwevende wereld (dubbelbiografie over een jonge Duitse arts die naar een Hollandse handelspost in het mysterieuze en nogal gesloten Japan reist)

De vroegste kinderjaren van Philipp Franz von Siebold waren doordrenkt met tranen, de rest van zijn jeugd met oorlog. Die tranen begonnen al op 17 februari 1796, de koude winterdag waarop zijn vader hem meteen na zijn geboorte bij zijn moeder weghaalde om hem ten doop te houden in de eeuwenoude Domkerk van het Zuid-Duitse prinsbisdom Würzburg, slechts een paar kronkelige straatjes van zijn geboortehuis vandaan.

Christine Brinkgreve – Beladen huis (eerlijke, zeer persoonlijke memoir van een geeïndigd huwelijk)

De foto van de begrafenis: ik zie mijzelf daar staan, kan er lang naar kijken, als naar een vreemde. Ben ik dat? Ben ik er wel bij?

Sander Heijne – De meeste stemmen gelden niet. Waarom de politiek ons blijft teleurstellen (erudiete analyse van de houdbaarheid van onze liberaal- democratische manier van leven)

De laatste jaren bekruipt mij steeds vaker het gevoel dat wij ongemerkt onze democratische manier van leven aan het verliezen zijn. Dat we zo in de ban zijn van onze banen, huizen, vakanties, socials, relaties en auto’s dat het ons ontgaat hoe het fundament onder onze vrije samenleving afbrokkelt.

Sepideh Gholian – The Evin Prison Bakers Club (relatief optimistische autobiografie van een vrouwelijke politiek gevangene in Iran; in 16 recepten)

‘I am not a good baker. All right, I’m not a baker at all. Like a lot of things, I do it without being skilled at it. Like writing. I’ve never been a writer, and I doubt I’ll ever be one. The baking started a little while before my first arrest.


Doe er je voordeel mee. Zelf hoef ik het nu in mijn Eindejaarsblog niet meer over de boeken van dit jaar te hebben! Win-win. 


vrijdag 28 november 2025

Poesjespies

Op 10 december aanstaande wordt de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt aan de winnaar van dit jaar: de Venezolaanse oppositieleider María Corina Machado (1967). Het Zweedse comité lichtte de keuze voor haar toe. “When authoritarians seize power, it is crucial to recognise courageous defenders of freedom who rise and resist”. De dappere Machado, prominente politica en verdediger van de democratie, stond op tegen de president die dictator werd, Nicolas Maduro. Alfred Nobel kan tevreden zijn. Trump was de loser.

Op 5 december, een dag van grappen en grollen omwille van een nooit genomineerde maar vredelievende man die jong & oud al jarenlang verenigt, wordt de FIFA Peace Prize uitgereikt. Dat gebeurt in Washington, tijdens de loting voor het WK Voetbal 2026. Dat wereldkampioenschap zal vorig jaar worden gehouden in de VS, Mexico en Canada. Nederland en Curaçao kwalificeerden zich reeds voor dit toernooi, waaraan meer landen dan ooit meedoen (48). Het gaat mij deze keer niet om het spel. Het gaat om de knikker(s). 

Wie komt er voor de Piesprijs van de FIFA in aanmerking? In publicaties las ik dat het moet gaan om “individuals who have taken exceptional and extraordinary actions for peace.” Dat klinkt mij nogal rekbaar in de oren... Iemand beschreef de nominaties als “people pushing peace”. Wie vindt men de meest gekwalificeerde kandidaat bij de wereldvoetbalbond? Bepaalt voorzitter Infantino dat wellicht in zijn eentje (zoals hij graag en vaak doet)? 

In april 2008 blogde ik voor de eerste keer over de toenmalige president van de FIFA, Sepp Blatter (1936). Mijn liefje en ik reden door Europa op weg naar huis en maakten een stop bij het hoofdkantoor in Zürich, Zwitserland. Niet om naar de man aan de top te zwaaien, die ik toen al corrupt noemde, maar voor de architectuur van het hoofdkantoor dat deels bovengronds is gebouwd. Het werd ontworpen door de Zwitserse architecte Tilla Theus en het lichtontwerp voor buiten was van James Turrell; een Amerikaanse kunstenaar van wie wij een kunstwerk hadden staan in de duinen tegenover ons huis in Kijkduin. Vooral 's avonds is het gebouw, dat A-la-Christo werd ingepakt in een soort (aluminium) doelnet, een bezichtiging waard. 

In mei 2015 blogde ik kritisch over Blatter. Dit schreef ik: ‘Al jarenlang ben ik van mening dat de bezem door die organisatie moet en dat Sepp Blatter moet opstappen. Onder hem werd corruptie geïnstitutionaliseerd. Blatter wenst aanstaande vrijdag te worden herkozen als FIFA-baas. Ik denk dat het hoog tijd is voor een nieuwe start, met een nieuwe persoon aan het roer.

Blatter werd die vrijdag herkozen als president en kon in principe aan een vijfde termijn beginnen maar trad kort daarop alsnog af onder grote publieke druk vanwege een corruptieschandaal in eigen gelederen. Tien FIFA-directeuren werden gearresteerd. Dat jaar zou Blatter zich zelf schuldig hebben gemaakt aan vervalsing in geschrifte en fraude, bij een deal met UEFA-baas Platini. In 2022 werden beide mannen echter vrijgesproken. De Zwitserse federale strafrechtbank sprak ze vrij omdat werd erkend dat zij een gentlemen's agreement’ hadden gesloten. Het OM legde zich niet bij de uitspraak neer en ging in hoger beroep. Die zaak kwam in maart van dit jaar voor. Blatter en Platini werden wederom vrijgesproken.

Wie alles dacht te hebben gehoord en gezien, liet zich verrassen door Infantino die het wereldpodium betrad. Hij werd in 2016 gekozen, na het gedwongen aftreden van Blatter. Destijds deed hij als nieuwe baas de belofte de voetbalbond eerlijk en transparant te maken. Dat schoon schip maken lukte niet. Zijn basissalaris van twee miljoen euro per jaar deed deze man ooit af als ‘beledigend’. Dat salaris bedraagt inmiddels vier miljoen per jaar. Hij reist de wereld rond in een privéjet en komt voor in de Panama Papers. Hij regeert als de koning van het voetbal, de FIFA zou “monarchistisch” zijn geworden. De Raad en het Congres zouden machteloos zijn gemaakt door de president. Zijn modus operandi zou zijn geworteld in een systeem van patronage dat ethisch gedrag ontmoedigt(in recent FairSquare-rapport). 

Er zijn tientallen serieuze boeken geschreven over de duistere zaken van de bond en diens leider(s). De organisatie zou vandaag de dag nog steeds draaien om dubieuze connecties, geheimhouding en het kopen van loyaliteit. FIFA wordt vaak vergeleken met de georganiseerde misdaad. (Ook Trump voelt zich daar uitermate prettig bij...) Zelf verhuisde Infantino naar Doha, wellicht omdat het hem te heet onder de voeten werd op Zwitsers grondgebied. Het fraaie hoofdkantoor is dus al geruime tijd baasloos. 

De FIFA Peace Prize is de kroon op het credo van de organisatie Football Unites the World. De prijs wordt uitgereikt namens de vijf miljard voetballiefhebbers wereldwijd. Dus ook namens mij en dat voelt niet goed. Voetbal moet geen politieke ambities hebben, wat mij betreft. Ik denk dat deze prijs een wereldwijd lachertje wordt. 

De prijs is Infantino’s doekje voor het bloeden voor Donald Trump, die dit jaar dus naast de Nobelprijs voor de Vrede greep. FIFA weet zelf al heel lang hoe dat voelt. In 1956 droeg de voetbalbond voorzitter Jules Rimet voor als kandidaat. Hij overleed voordat de prijs werd uitgereikt. In 1989 deed de bond een tweede poging. De Braziliaanse Belg en voorzitter João Havelange werd voorgedragen als kandidaat. Deze man stond bekend als degene die de corruptie in het voetbal zo ongeveer had uitgevonden. Hij werd niet verkozen. In 2015 kwam de voordracht van Vladimir Poetin. Ter gelegenheid van het WK voetbal in Rusland droeg hij Sepp Blatter voor als kandidaat. Driemaal was geen scheepsrecht. Voor de goede orde: bij de Nobelprijs voor de Vrede moet de nominatie afkomstig zijn van een gerespecteerde persoon die aan veel criteria moet voldoen. Daar ging het al fout, denk ik. 

Infantino moet op enig moment hebben gedacht dat de kans om de Nobelprijs voor de Vrede ooit zelf te krijgen, nihil is. Dus hij draaide de boel om door een eigen vredesprijs in het leven te roepen. Et voilà: de Poesjespiesprijs! 


Illustratie: David Squires
In een column van sportjournalist en auteur Bert Wagendorp in de Volkskrant las ik over de ‘megalomanie in het hoofd van Infantino’. Die grootheidswaanzin moet ongeveer een maand geleden zijn losgebarsten toen de FIFA-baas onverwachts opdook tijdens de Gaza-top in Sharm-El-Sheik. Infantino deed daar de belofte aan Gazanen dat de organisatie alle voetbalvelden opnieuw gaat aanleggen, in elke hoek van het platgebombardeerde land. Wellicht kreeg hij zo de gedachte dat hij en Donald samen vrede brachten in het Midden-Oosten? 

‘Hij moet hebben gedacht: FIFA heeft 211 leden, de Verenigde Naties 193. Dus wie heeft er nu praatjes? Tegen die tijd heeft hij zichzelf vermoedelijk uitgeroepen tot Messias en is hij klaar om de mensheid te redden.’ Aldus Wagendorp. 

Als er iemand is die zich kwalificeert voor de Poesjespies Prijs, is het wel Donald Trump! Met vrouwen by the pussy grijpen, toonde hij zijn geschiktheid al. 

Hij is, naar eigen zeggen, de enige in de wereld die acht oorlogen beëindigde in het eerste jaar van zijn (tweede) regeringstermijn. De oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan, de Democratische Republiek Congo en Rwanda, Israël en Iran, India en Pakistan, Thailand en Cambodja, Egypte en Ethiopië, Servië en Kosovo, Israël en Gaza. Zo’n man gun je toch een vredesprijs? Het vredesplan voor Oekraïne telde hij nog even niet mee, bescheiden als hij is... 

Eindelijk-eindelijk is hij dé ultieme kandidaat! Of toch niet? Van al deze ‘oorlogen’ die hij zegt te hebben beëindigd, lijkt er alleen in het jarenlange conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan nu sprake te zijn van een doorbraak. Er moet overigens nog wel blijken of het om duurzame vrede gaat. Tja. 

Ik ben, eerlijk gezegd, benieuwder naar de ceremonie en de vormgeving van de prijs.


zondag 23 november 2025

Beter door kunst


Meertaligheid - in de stijl van Picasso

Er werd laatst iets interessants vermeld in een artikel in Trouw: mensen die meertalig zijn, hebben 50% minder kans op versnelde cognitieve veroudering. Hoe meer extra talen je spreekt, hoe beter het is voor je brein. Met de genoemde vorm van veroudering worden vooral dementie en andere vormen van cognitieve achteruitgang bedoeld. Met de beheersing van één extra taal naast je moedertaal loop je al minder risico. 

Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van meer dan 86.000 mensen uit 27 verschillende Europese landen die tussen 51 en 90 jaar oud zijn. Dit nieuwe onderzoek onderscheidt zich van andere onderzoeken door de grote hoeveelheid deelnemers uit verschillende landen. (Er werd overigens niet getoetst hoe goed men een extra taal daadwerkelijk spreekt.) Eerder werd al onderzoek gedaan naar het verband tussen meertaligheid en geestelijke veroudering. Toen werd aangetoond dat het spreken van meer talen het geheugen verbetert.

Wat ook belangrijk is om te weten, is dat dit onderzoek voornamelijk werd uitgevoerd bij mensen die al cognitieve beperkingen hadden, zoals Alzheimer en Parkinson, in plaats van bij gezonde mensen. ‘De resultaten onderstrepen de beschermende rol van meertaligheid’, aldus de onderzoekers. Ze hopen dat hun onderzoek scholen stimuleert om extra aandacht te geven aan taallessen.

Mijn liefje en ik praten af en toe over cognitieve veroudering, over dementie (een paraplubegrip), de meest voorkomende hersenziekte Alzheimer, over Parkinson en andere cognitieve storingen en beperkingen. Leven met fysieke beperkingen is vaak onaangenaam maar als de beperkingen cognitief van aard zijn, lijkt mij dat een regelrechte nachtmerrie. Autonoom zijn, eigen beslissingen nemen en verantwoordelijk blijven tot de laatste levensdag, is het summum. Maar hoeveel ouderen is dat gegeven?

Dat je op enig moment volledig afhankelijk wordt van een ander, is geen fijn vooruitzicht. Je eigen levenspartner niet meer herkennen, is ronduit doem. Mij lijkt dat nóg erger voor de partner dan voor de zieke. Die heeft er immers niet veel weet meer van, al zijn er af en toe zeker nog lucide momenten. Dat schemergebied lijkt mij eveneens dramatisch. Totdat plots het doek valt: het ene moment maak je nog deel uit van deze wereld, het andere moment ben je compleet ván de wereld. De (levens)kunst is om dat moment voor te zijn. Spanje heeft nu geen wet die vrijwilige beëindiging van een ‘voltooid leven’ toestaat dus die optie is er niet. 


Zelfportret van Frida Kahlo (El sueño, de droom)

Hoe en tot welk punt kun je iemand met cognitieve beperkingen zelf verzorgen als partner? Kun je je zieke Nederlandstalige partner met goed fatsoen in een Spaans verzorgingstehuis plaatsen, is dat moreel verantwoord en is dat dragelijk? Wij zullen nooit remigreren naar Nederland dus wij sterven op Spaans grondgebied - tenzij we samen uit de lucht vallen. 

Euthanasie is hier wel wettelijk toegestaan maar er gelden strenge voorwaarden. Net als in Nederland moet er sprake zijn van een ernstige en uitzichtloze situatie, met ondraaglijk lichamelijk of geestelijk lijden, veroorzaakt door een ongeneeslijke ziekte of chronische aandoening. (Dementie is een chronische aandoening.) Maar wat als je relatief gezond bejaard bent en klaar met leven? Een oudere kan na verloop van jaren gaan lijden aan leven. 

Stellen dat je aan het einde van een mooi en onafhankelijk leven bent en niet geestelijk wenst af te takelen en daarom kiest voor euthanasie, behoort hier en in Nederland dus (nog) niet tot de mogelijkheden. Er stond recent een pleidooi in de Volkskrant van een 87-jarige man. Hij kwam als gezonde bejaarde niet voor euthanasie in aanmerking maar was wel klaar met het leven. ‘Als je dit leest ben ik dood’... Hij stierf in aanwezigheid van twee stervensbuddy’s -als morele steun-, door het eigenhandig slikken van pillen & poeders. Hij hoopt postuum dat de politiek dapper genoeg zal zijn om een Voltooid leven-wet aan te nemen. 

Een grote meerderheid van de Nederlanders is voorstander van zelfbeschikkingsrecht aan het einde van het leven. Legalisatie van hulp bij zelfdoding onder bejaarden zonder medische indicatie, wordt door velen gewenst. Ook door ons. Zeggen dat het mooi is geweest en daarnaar kunnen handelen, is het streven. Voor de goede orde: de Nederlandse artsenfederatie KNMG is tegen een wet die hulp bij zelfdoding onder ouderen met een voltooid leven mogelijk maakt. 

In 2024 was dementie de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland (meer dan kanker en beroertes). Bij bijna 25% van de totale groep overledenen was Alzheimer de doodsoorzaak. In Nederland zijn nu 209.000 dementiepatiënten (m/v). Onder Spaanse vrouwen was dementie vorig jaar doodsoorzaak nummer 1. In Spanje zouden ruim 900.000 personen (m/v) lijden aan een of andere vorm van dementie; 60 à 70% van hen lijdt aan Alzheimer. Men schat in dat er in 2050 wereldwijd 105 miljoen Alzheimer-patiënten en ruim 25 miljoen Parkinson-patiënten zullen zijn (WHO-data). 


Wij, vrij naar Van Gogh

Wij hebben een speciale uitdrukking voor de eerste symptomen van dementie: als je tandpasta in je haar smeert. Het overkwam de tweede partner van mijn schoonvader. Als rondreizende weduwnaar -in een camper- leerde hij een Duitse vrouw kennen in Spanje. Ze gingen samenwonen in Albir. De verandering begon toen ze achterdochtig en ongedurig werd. De aftakeling zette door toen zij op een ochtend tandpasta in heur haar smeerde. Niet lang daarna werd samenwonen onhoudbaar. De nog tamelijk kwieke 80-plussende mannelijke helft kon niet meer voor zijn vrouw zorgen. Zij werd door haar dochter uiteindelijk naar Duitsland teruggehaald en in een verzorgingstehuis geplaatst. Daar overleed ze.

Terug naar de beschermende rol van meertaligheid. Wij spreken bijna dagelijks drie talen actief: Nederlands (samen thuis en met Nederlandse vrienden), Engels (met buitenlandse vrienden en buren) en Spaans met de rest die met ons wil verkeren en toevallige passanten. Dat leidt af en toe tot verwarrende situaties in het hoofd... Zo weet ik soms bijvoorbeeld wel het Engelse en Spaanse woord voor een voorwerp maar kan dan even niet op het Nederlandse woord komen; en varianten daarop. Cognitieve achteruitgang juist vanwege meertaligheid? Tja.

In Huize Barefoot gebruiken we allebei dagelijks app Duolingo om onze Spaanse taalbeheersing te verbeteren. Vanaf het begin gebruikten we de variant EN-ES, voor Engelssprekenden die Spaans willen leren. Af en toe, voor de afwisseling, doe ik alsof ik Spaanse ben die Engels wenst te leren. Ook leuk. Sinds enkele maanden is er ook een app voor Nederlanders die Spaans willen leren. Die doe ik er bij. En samen doen we dagelijks de puzzel ‘Spelwijze’ van de Volkskrant. Ook daarmee werken we constructief aan het op peil houden van de cognitie. Mijn liefje, meer een Sudoko-liefhebber dan een talenfreak, merkte dat ze in de loop van de tijd beter werd in het bedenken van woorden en woordcombinaties. Gaaf, nietwaar?! 

Het eerdergenoemde wetenschappelijke nieuwtje zette mij ertoe aan voor mijn liefje een meertalig Sinterklaasgedicht te schrijven. De hoofdmoot is in de Nederlandse taal maar alle coupletten zijn doorspekt met Engelse en Spaanse woorden en uitdrukkingen. Ik ben het geheel nog aan het oppoetsen en aanscherpen.  

Onlangs zag ik twee interviews (programma’s Eva en Tijd voor Max) met de Nederlandse wetenschapper Bas Bloem (1967). Ik zag een goedlachse, relaxte kerel zonder academische uitstraling maar met een enthousiast verhaal. Een mensenmens, iemand waar je vertrouwen in hebt als patiënt. Hij was net teruggekeerd uit de Verenigde Staten. Bloem is neuroloog en doet aan het Radboud Universitair Medisch Centrum onderzoek naar de ziekte van Parkinson. Het is zijn droom deze ziekte de wereld uit te helpen.

Parkinson is een degeneratieve ziekte: de zenuwcellen in het lichaam sterven langzaam af. Waarom ze dat doen, is niet bekend. Wel is er een verband met  een te laag dopaminegehalte in het lichaam. Dopamine is een soort boodschapper (neurotransmitter) in de hersenen die zenuwcellen in staat stelt met elkaar te communiceren. Parkinson is ook een progressieve ziekte: een patiënt wordt in de loop van de tijd slechter, niet beter. Dit leidt in eerste instantie tot stoornissen in iemands motoriek. De eerste, zichtbare symptomen zijn traagheid, stijfheid en soms het beven van ledematen. Daarnaast kunnen ook gedrags- en cognitieve problemen ontstaan. In latere stadia is er een verhoogde kans op dementie.

‘Professor Bloem wordt geëerd om zijn baanbrekende werk in het bevorderen van holistisch, persoonsgericht onderzoek & zorg en zijn grote betrokkenheid bij samenwerking en mentorschap, waarmee hij de wereldwijde gemeenschap van onderzoekers op het gebied van de ziekte van Parkinson blijft vormgeven.’ Aldus de website van de Michael J. Fox Foundation. 

In Amerika ontving Bloem een prestigieuze prijs die door die stichting van Fox jaarlijks wordt uitgereikt. Die prijs wordt toegekend aan wetenschappers die belangrijk werk verrichten op het terrein van de ziekte van Parkinson. Acteur Michael J. Fox kreeg de diagnose op 39-jarige leeftijd gesteld. (Meestal begint deze ziekte tussen de leeftijd van 50-60 jaar. Ongeveer 10% van de patiënten is jonger dan 40 jaar.) Fox investeerde de miljoenen die hij als acteur verdiende in een eigen stichting. Sindsdien werd meer dan USD$2,5 miljard opgehaald dat werd geïnvesteerd in onderzoek naar Parkinson. Bloem ontving tijdens het gala de Robert A. Pritzker-prijs met een beurs van 170.000 voor verder onderzoek.

Ik had de naam van deze hoogleraar weleens gehoord maar wist niet waaraan hij precies werkt. Die onwetendheid duurde maar kort. Wat hij in zijn intro vertelde, is dat hij een soort opstanding van Michael J. Fox meemaakte. Vorige week werd het jaarlijkse liefdadigheidsgala in New York georganiseerd. Ter opluistering van dit feest kwam de Amerikaanse gitarist Jackson Browne optreden. De 65-jarige Fox, die in een rolstoel zit en bijna niet meer kan lopen en praten, verscheen op het podium, stond op uit zijn stoel en speelde zijn vingers blauw op zijn electrische gitaar. Een klein wonder ontvouwde zich. 

Hoe? Bij Parkinson-patiënt Fox werkt muziek luisteren en spelen helend, bij twee Nederlandse patiënten in de tv-studio eveneens. Ze worden nooit meer beter maar worden wel beter van kunst! De een maakt collages die over haar (dagelijkse) leven gaan, de ander schildert en beeldhouwt. Tijdens die bezigheden hebben ze minder of geen klachten. Die klachtenvrije situatie duurt voort nadat ze hun kunstzinnige creatie hebben weggelegd of afgerond. 

Bloem, oprichter van ParkinsonNet, een landelijk netwerk van ruim 4.000 gespecialiseerde zorgverleners die multidisciplinaire zorg bieden, is een pionier in zijn onderzoeksveld. Ik begrijp nu het holistische van zijn aanpak. Bij hem gaat het niet alleen om de juiste medicatie maar ook (bijvoorbeeld) om creativiteit en gemeenschap. Deze niet-farmacologische interventies zijn essentiële onderdelen van de therapie. Creativiteit, in de vorm van schilderen, beeldhouwen, muziekspelen e.d., bleek voor menig Parkinson-patiënt niet zo maar een tijdverdrijf. Zelfs het kijken naar kunst heeft al een positieve uitwerking op hen. 

Daarvoor is het nooit te laat!