Translate

woensdag 19 november 2025

Weeë wijfheid


Michael Dwyer - AP
Deze blogtitel bedacht ik niet zelf, die leende ik van Emma Curvers (1985), columniste van de Volkskrant. Ik vond het uitdagende alliteratie. Na de recente parlements verkiezingen ontstond reuring onder (sommige) mannen over voorkeursstemmen voor vrouwen en waartoe dat leidt. Haar artikel gaat daarover. 

‘De vrouwenzaak’ ben ik al heel lang toegedaan. Ik noem muzelluf dan ook feminist. Al jarenlang stem ik principieel op een vrouw; ver voordat de actie Stem op een vrouw ontstond. Niet alleen omdat ik van mening ben dat er een groter aantal vrouwelijke politici moet komen in de Tweede Kamer vanuit het oogpunt van gelijkheid, ook vind ik dat meer vrouwen in de politiek een positieve invloed zal hebben op wetgeving en beleid. Marjolein Faber, Femke Boersma, Caroline van der Plas, Mona Keijzer en Dilan Yesilgöz logenstaffen dat idee echter...

Ja, hoe word je feminist? Bij sommige vrouwen zat het er al van jongs af aan in. Al vroeg had ik, als jongste in een meidengezin, een eigen wil. ‘Zelf doen’ bleek mijn lijfspreuk; mijn oudere zussen en mijn moeder mochten mij vaak niet helpen, bij wat dan ook. Op de lagere school zwichtte ik niet toen ik door de handwerkjuf, een eersteklas feeks, werd gedwongen als linkshandige met mijn rechterhand te gaan haken, breien, borduren, punniken, naaien en wat ze nog meer bedacht met dat beperkte brein van haar. Ik verdomde dat eenvoudigweg. Ik had toch ook met mijn linkerhand leren schrijven? Nou dan. Baas in eigen poot! Haar hele vak stond mij overigens tegen. Liever deed ik met de jongens mee bij handenarbeid.

Ik hield mijn poot stijf in deze kwestie en mijn ouders bleken vierkant achter mij te staan. Dat was geen gelopen race met een moeder die vroeger hoofdcoupeuse was in een Overijssels naaiatelier. Kledingmaken was haar lust en (halve) leven en haar breisels waren foutloos. Alsof er een machine aan te pas was gekomen. Dat gen heb ik niet van haar geërfd. 

De handwerkjuf kwam op een avond naar het ouderlijk huis om mijn recalcitrante gedrag aan de kaak te stellen. Ze hoopte op medestanders. Ik lag in pyjama bovenaan de trap stiekem te luisteren naar hoe ‘het gesprek’ zich in de woonkamer ontvouwde. Zij droop af. De daaropvolgende week stapte ik over naar handenarbeid, met toestemming van het hoofd van de school. Om te figuurzagen, solderen, timmeren, gutsen, kleien, klieren enzovoort. Ik bleek een ware freubelaar en paste bovendien prima tussen de jongens. 

Op de foto hiernaast kun je het recalcitrantje er zo, aan haar flaporen, uitlichten. De zachtroze jurk met kanten boord die ik hier draag, is van de hand van mijn moeder. De voorkeur zou spoedig uitgaan naar het dragen van broeken. Dat ik mijn tong uitstak op een klassenfoto, vonden mijn ouders minder geslaagd. 

In het begin van de jaren '70 abonneerde ik mij al op feministische tijdschriften. Zo werd ik mij bewust van maatschappelijke thema’s. Ik las boeken van Anja Meulenbelt, Joke Smit, Germaine Greer, Gloria Steinem, Simone de Beauvoir en andere feministen. Dat was ook de tijd van de flower power en de liefde. Zelf ontdekte ik de vrouwenliefde in die jaren en zocht naar Nederlandse en buitenlandse rolmodellen. Die zoektocht voerde mij onder andere naar het werk van Andreas Burnier, Anna Blaman, Doeschka Meijsing, Audre Lorde en Rita Mae Brown. Al vrij vroeg werd ik eveneens politiek bewust. Nooit van mijn leven stemde ik op een politieke partij ter rechterzijde van het politieke spectrum. 

In het decennium daarna werd ik zelf actief in de Vrouwenbeweging. Ik ging aan de slag als vrijwilliger in het Vrouwenhuis (klussen, bardienst), sloot mij aan bij het team van de (illegale) Vrouwenradio, was medeoprichter van Delft Potterie (geen pottenbakkerscursussen!), deed mee aan illegale plakacties op straat (activistische posters) en acties van Vrouwen tegen Seksueel Geweld.

En daar zit ik nu als vrouw van bovengemiddelde leeftijd. Terugkijkend op vroegere jaren maar ook reflecterend op wat zich nu om ons heen afspeelt. Nog steeds als feminist, dat zweer je volgens mij nooit af. Tenminste, niet uit vrije wil.

Ik verbaasde mij over de reactie van Wimar Bolhuis, een man op plaats 18 van de GL-PvdA-kieslijst die publiekelijk zijn beklag deed over de vrouwen die lager op die lijst stonden dan hij maar met voorkeursstemmen alsnog in de Tweede Kamer terechtkwamen en hem van zijn zetel in de Kamer ‘beroofden’. Alhoewel hij de vier vrouwen hartelijk feliciteerde, ging dat volgens mij niet van harte. 

Wat ik nog het kwalijkst vond, is dat hij suggereerde dat deze vrouwen hem vooral door de Stem op een Vrouw-actie passeerden. Hij ging hiermee geheel voorbij aan het feit dat ieder van hen expertise meebrengt op een specifiek terrein en haar sporen daarin ruimschoots heeft verdiend. Neem Barbara Kathmann (1978). Zij stond op plek 32 maar kreeg meer dan 30.000 voorkeursstemmen (Wimar 5.000) via de zogenaamde ‘Nerd Vote’, een partij-overstijgende campagne die kiezers opriep op een tech-georiënteerde kandidaat te stemmen. Kathmann volgt de ontwikkelingen in de digitale wereld al jaren op de voet en doet wetsvoorstellen waar nodig. Twee jaar op rij werd zij verkozen tot ‘meest digibewuste Kamerlid’. Die mensen hebben we harder nodig dan ooit, met de razendsnelle ontwikkelingen in AI.

Curvers schrijft in haar column onder andere over het feit dat een mannelijke podcastpresentator vreesde dat er met de komst van zoveel vrouwen nu ‘een vrouwenlucht gaat overheersen’ in de Tweede Kamer. Het gaat om Gijs Groeteman. (Dat zal zijn feministische moeder niet waarderen...) Het zijn er in totaal 64, meer dan ooit. Ruim 3,5 miljoen mensen stemden deze keer op een vrouw, bijna 650.000 brachten een strategische stem uit. De verhouding man-vrouw is in de Tweede Kamer nog steeds niet 50-50. 

Nederland zakte in de Global Gender Gap Index van dit jaar met vijftien plaatsen naar een sneue 43ste plek. Ik zocht het rapport op en las dat Nederland net boven Burundi staat en op een plek net onder de Verenigde Staten. Dat zegt van alles!

Begin november stond er een opiniestuk in The New York Times. Daarin werd een transcriptie weergegeven van een podcastgesprek tussen twee conservatieve mediavrouwen. Een van hen is de onder conservatieve Amerikanen zeer populaire columniste en auteur Helen Andrews. Zij zit ter rechterkant van het politieke spectrum en is critica van het feminisme. De titel van haar oorspronkelijke essay dat onderwerp van gesprek was, was ‘Did Women Ruin the Workplace?’. Dat werd door de Times veranderd in het iets genuanceerdere ‘Did Liberal Feminism Ruin the Workplace?’

Andrews pleit voor ‘rechtse genderpolitiek’. De samenleving is volgens haar verregaand ‘gefeminiseerd’. Deze feminisering zou zorgen voor de ‘ineenstorting van instituties’ want vrouwen zijn niet goed in conflictbehandeling en niet ‘op zoek naar de waarheid’. Ze zijn -met uitzondering van Andrews zelf- emotioneel en empathisch. En empathie is ‘toxic’ (giftig). #MeToo werd in haar ogen te woke, universiteitscampussen werden te woke, de Amerikaanse wetgeving was te woke. Op basis van niks stelt Andrews dat wokeness een vrouwelijk fenomeen is en daar hebben ze nu eenmaal een schurfthekel aan in die hoek. Maar... het is gelukkig nog nét niet te laat! Als de VS nu snel die weeë wijfheid uit haar instituties en bedrijven verwijderen, is het tij nog te keren. Het zal niemand verbazen dat dit precies is wat Trump en consorten doen.

We hoeven de Grote Plas niet over te steken om dit soort standpunten te vinden. Wij hebben Joost Eerdmans (JA21)! Hij vindt het streven om in 2026 45-55% vrouwen in topfuncties op ministeries te krijgen ‘woke gekkigheid’. Vorig jaar oktober diende deze politicus een motie in de Tweede Kamer in voor het instellen van een Nationaal Coördinator Wokebestrijding. Als ik het niet met eigen ogen op de website van de Tweede Kamer had gelezen, zou ik hebben gedacht dat het een 1 April-grap is. Gelukkig werd die motie door een grote meerderheid verworpen. 

Vandaag is het Internationale Mannendag. Nederland staat erbij stil, Spanje niet. In Nederland vindt volgens een recente peiling van Ipsos I&O Publiek 37% van de ondervraagde mannen dat het feminisme is ‘doorgeslagen’. (Er wordt nooit gepeild waarop ze dat baseren.) Dit zijn emotionele reacties en daar hebben vrouwen als Curvers en ik empathie voor. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten