Als je op gevorderde leeftijd een nieuwe taal wilt leren, moet er veelvuldig gebruik worden gemaakt van 'hulpmiddelen' om iets te onthouden. Bij het leren van Bahasa Indonesia kan niet worden gesteund op eerder geleerd vocabulair of eerder bestudeerde grammatica. Het lijkt op geen enkele Europese taal. Daarom is het best lastig maar ik beschik over enig 'taalinstinct' èn ik ben een fervent aanhanger van de stelling dat je nooit te oud bent om te leren.
Ik kan mij goed herinneren dat ik op de middelbare school ook zelfbedachte ezelsbruggen gebruikte als ik iets moest leren dat voor mij niet zo vanzelfsprekend was. En ik geef ruimhartig toe dat ik DROL tot op de dag van vandaag gebruik: Dicht is Rechtsom, Open is Linksom. Een goede ezelsbrug is dus goud waard en ook GPkwadraatS bleek voor mij een goede te zijn.
Meelezende familie en vrienden, alsmede andere trouwe lezers van mijn blog weten dat ik een foodie ben. Ik houd van lekker eten en dat mag niet worden verward met “ik houd van eten”. Als ik iets moet eten dat ik niet lekker vind, dan eet ik liever niet.
Ik realiseer mij terdege dat dit een luxe-standpunt is, zeker als je op Bali vertoeft. Lokale mensen zijn al erg tevreden met een bordje nasi putih (witte rijst) elke dag. Tegelijkertijd is het standpunt irrelevant want hier komen alleen maar smakelijke gerechten op tafel!
Ik houd erg van Indonesisch eten en wij zijn met Putu in de gelukkige omstandigheid een goede kokkie te hebben. Zij heeft lol in haar werk en toont eigen initiatief. Zij heeft voorheen in een restaurant gewerkt. Op sommige dagen dient een van ons een verzoeknummer in (dat altijd wordt gehonoreerd) en op andere dagen zoekt zij het helemaal zelf uit. We eten gevarieerd, gezond en verantwoord. Als er voedsel overblijft, wordt het altijd door iemand mee naar huis genomen.
Goed; terug naar Gee-Pee²-eS. Ik was een hoofdstuk met woorden en uitdrukkingen over eten aan het bestuderen. Deze -al zeg ik het zelf- fraai bedachte ezelsbrug staat voor: Garpu (vork), Piring (bord), Pirsau (mes), Sendok (lepel). Van links naar rechts opgesomd, zoals het voor mij ligt als we aan tafel gaan. De woorden op die manier onthouden, werd voor mij een eitje!
Eitje is overigens 'telur' in Bahasa Indonesia maar dat wist ik al voor deze taalstudie. Voor iemand die een belangrijk deel van haar leven (o.a. middelbare school) in Haagse kringen heeft doorgebracht, is het idioom van de toko's immers gesneden (spek)koek!
Mijn moeder, die niet houdt van Indonesisch eten, was op enig moment bevriend geraakt met twee Indonesische vrouwen die in Den Haag een toko hadden naast de winkel waarin mijn moeder een part-time baan had. Ik ging uit school wel eens bij hen langs en smulde van de sateh, loempia, diverse soorten rijst, gevarieerde groentes en de toetjes. Als ik een bezoek ging afleggen, moest ik mijn vader beloven dat ik ook iets voor hem meenam; hij was namelijk net zo'n smulpaap als ik en had bovendien een zwak voor Indonesië. Als familie werden wij weleens uitgenodigd voor een rijsttafel bij de Indonesische dames thuis. Het huis was dan gevuld met hun familie en vrienden en met ons, drie witte 'Belanda'. Voor mijn moeder, hun vriendin, bereidden de dames dan aardappeltjes met een biefstukje en voor ons stond de allerlekkerste rijsttafel klaar. Mijn vader en ik verklaarden haar voor gek: “hoe kon je nu al die gerechten uit de Indonesische keuken niet lusten?!”
Onlangs las ik in de zondageditie van 'The Jakarta Post' een aantal culinaire artikelen. Het eerste interessante artikel ging over een nieuw kookboek dat was uitgekomen, getiteld 'Dapur Naga', drakenkeuken. Het gaat over de Indonesische 'peranakan'-keuken die Javaanse, Maleise, Chinese en Hollandse invloeden heeft ondergaan. Het boek geeft niet alleen boeiende recepten maar beschrijft ook hoe die invloeden tot stand kwamen. Met name op Java is een aantal restaurants dat deze keuken voert.
Het tweede artikel in dit verband ging over een nieuwe gids die is uitgekomen van de beste restaurants in Azië, de 'Miele Guide for Asia 2008-2009'. De naam van de gids klinkt een beetje suf maar het is vergelijkbaar met de Guide Michelin voor Europa. Ook Bali schijnt een aantal goede restaurants te hebben dat in de gids voorkomt. Binnenkort gaan we dus maar eens een ritje maken naar een grote stad om een goede boekhandel te vinden. Wordt zeker vervolgd.
Translate
donderdag 27 november 2008
Van harte gefeliciteerd, zussen!
Ook al zal deze dag gepaard gaan met veel gemengde gevoelens, wij wensen jullie toch een fijne dag toe met de andere familieleden en vrienden.
maandag 24 november 2008
Bali Laut, de zee bijna voor mij alleen
Iedere dag lezen wij 'The Jakarta Post'. Ik vind het een interessante, informatieve krant met veel internationaal nieuws, met een hele bladzijde gewijd aan nieuws van en over Bali. Het is onderdeel van onze inburgering. In die krant stond vermeld dat dit jaar 391.000 Europeanen Bali bezochten. Dit is wederom een stijging ten opzichte van vorig jaar. Dit komt neer op circa 27% van het totaal aantal bezoekers op het eiland. Het aantal Duitse en Britse toeristen daarbinnen neemt toe. Als dat maar goedgaat..?!
Terwijl ik dit typ, blaast er een lekker (warm) windje door het huis. Alles staat open. Momenteel logeren wij in een 'buka kecil', hetgeen 'klein en open' betekent. Het is daadwerkelijk een tropisch huis: grote delen zijn geheel open maar er zitten wel deuren en ramen in. Als we alle deuren en ramen zouden sluiten, komt er veel frisse lucht het huis binnen omdat de eerste verdieping en het hoge dak geheel open zijn.
De regentijd is hier echt begonnen: de eerste heftige regen- en onweersbuien hebben zich inmiddels aangediend. Het licht is ook al eens uitgevallen maar dat is 'tidak, apa-apa'. Het is geen probleem, dat hoort erbij. Wat er ook bijhoort, is het rapen van mango's uit eigen bomen. Een dag in de week is het personeel vrij en die dag is vandaag. Normaliter is de tuinman annex zwembadbeheerder vroeg aanwezig en worden de vruchten in de tuin door hem geraapt. Maar vanmorgen deed ik dat dus zelf: zeven mooie, sappige mango's waren het resultaat van dat vroege rondje door de tuin. Eén grote vrucht was al ten prooi gevallen aan de vleermuizen die 's avonds en 's nachts om het huis vladderen. Wij zullen de vangst met veel smaak verorberen!
Ik maak vorderingen met mijn Bahasa Indonesia (BI), de taal van hier. Elke dag bestudeer ik een hoofdstuk uit mijn boek en maak ik oefeningen en na vijf hoofdstukken herhaal ik het geleerde, heb ik bedacht. Zo gedisciplineerd!
Kokkie Putu -niet te verwarren met de Spaanse puta- is op de hoogte van mijn wens om de taal te leren en spreekt elke dag langzaam BI met mij. Ik loop dus voortdurend met een woordenboek op zak maar ik heb er (nog?) veel lol in. 'Nama saya Brigitte dan saya dari Spanyol': ik heet Brigitte en ik kom uit Spanje. In deze taal doet men niet moeilijk over lidwoorden, meervoudsvormen of werkwoordvervoegingen. Om een idee te geven: het BI-woord voor goed is 'baik'. Als iets heel goed is, heet dat 'baik-baik'.
Begin van dit jaar kochten mijn liefje en ik van Ton, een van de huiseigenaren die hier permanent woont met vrouw Fely en twee dochters, een tweedehandsauto. Met het stuur aan de rechterkant, met automatische transmissie en met airco dus helemaal wat wij hier nodig hebben. Deze week ben ik voor het eerst zelf achter het stuur gekropen om een ritje te maken. De eerste tocht was naar het nabijgelegen plaatsje Lovina. In die plaats zit namelijk een winkel waar heerlijk donker brood, huisgemaakte taartjes, rosé uit Bali en nog veel meer lekkers te koop is.
Elke maand komen op Bali gemiddeld 44 personen om in het verkeer, aldus diezelfde Jakarta Post. De meeste Balinezen rijden op brommers en scooters maar de autoweg is desalniettemin van hen. Maar ook Balinese automobilisten houden er eigen regels op na: als een tegenliggende auto een vervoersmiddel inhaalt en daarbij over de middenstreep komt, wordt er vanuitgegaan dat jij als tegemoetkomende auto daarvoor uitwijkt. Met links en rechts passerende brommers en scooters is dat een heel aparte ervaring. Maar niets om voor te vluchten want met een matige snelheid en ogen op steeltjes kom je hier een heel eind!
In de tussentijd hebben wij ook een langere tocht naar de kustplaats Singaraja gemaakt om er de grote supermarkt 'Hardy's' te bezoeken. Wij bleken de enige niet-Indonesiërs in de winkel te zijn. De Balinezen die er rondliepen, liepen veelal zonder winkelmandje of -karretje. Wij weten inmiddels uit eigen ervaring dat de winkels vol met winkelend lokaal publiek zijn aan het begin van een maand en dat het aantal terugloopt naarmate de maand vordert. Dat heeft alles te maken met het salaris dat opraakt naarmate de maand eindigt.
Wij helpen onze kok dan ook een handje: ze heeft een jongetje van veertien maanden oud en aan het einde van de maand zijn ook haar salaris en dat van haar man schoon op. Er is dan geen geld meer voor gezonde babyvoeding en dat gaat mij als ex-Nutriciaan gewoon tè ver!
Ook hebben we in onze eerste week hier weer nieuwe, aanstaande buren ontmoet; het zijn Hollanders uit Brabant. Met hen zijn wij een keer naar 'ons' te bebouwen land gereden. We kwamen met elkaar tot de conclusie dat het een prachtig gesitueerd stuk kustlijn is. De groene heuvels en de wijngaarden van het achterland liggen op 'aanraakafstand' en bij helder weer zien wij links de vulkanen van Oost-Java liggen. Na dit bezoek aan het grondstuk hebben wij besloten het huis nog iets naar de kust te verplaatsen en ook nog enkele graden naar het westen te draaien voor het optimale uitzicht.
Wij gaan uitkijken over een rustige baai en op 50 meter van ons huis ligt een schitterend, klein koraalrif. Daar kun je als snorkelaar vanaf het strand gewoon naartoe zwemmen. Elke dag zwem ik een stukje in mijn eigen zee ('laut' in BI), bij een temperatuur van 25°C. Het spijt mij van jullie natte sneeuw!
Terwijl ik dit typ, blaast er een lekker (warm) windje door het huis. Alles staat open. Momenteel logeren wij in een 'buka kecil', hetgeen 'klein en open' betekent. Het is daadwerkelijk een tropisch huis: grote delen zijn geheel open maar er zitten wel deuren en ramen in. Als we alle deuren en ramen zouden sluiten, komt er veel frisse lucht het huis binnen omdat de eerste verdieping en het hoge dak geheel open zijn.
De regentijd is hier echt begonnen: de eerste heftige regen- en onweersbuien hebben zich inmiddels aangediend. Het licht is ook al eens uitgevallen maar dat is 'tidak, apa-apa'. Het is geen probleem, dat hoort erbij. Wat er ook bijhoort, is het rapen van mango's uit eigen bomen. Een dag in de week is het personeel vrij en die dag is vandaag. Normaliter is de tuinman annex zwembadbeheerder vroeg aanwezig en worden de vruchten in de tuin door hem geraapt. Maar vanmorgen deed ik dat dus zelf: zeven mooie, sappige mango's waren het resultaat van dat vroege rondje door de tuin. Eén grote vrucht was al ten prooi gevallen aan de vleermuizen die 's avonds en 's nachts om het huis vladderen. Wij zullen de vangst met veel smaak verorberen!
Ik maak vorderingen met mijn Bahasa Indonesia (BI), de taal van hier. Elke dag bestudeer ik een hoofdstuk uit mijn boek en maak ik oefeningen en na vijf hoofdstukken herhaal ik het geleerde, heb ik bedacht. Zo gedisciplineerd!
Kokkie Putu -niet te verwarren met de Spaanse puta- is op de hoogte van mijn wens om de taal te leren en spreekt elke dag langzaam BI met mij. Ik loop dus voortdurend met een woordenboek op zak maar ik heb er (nog?) veel lol in. 'Nama saya Brigitte dan saya dari Spanyol': ik heet Brigitte en ik kom uit Spanje. In deze taal doet men niet moeilijk over lidwoorden, meervoudsvormen of werkwoordvervoegingen. Om een idee te geven: het BI-woord voor goed is 'baik'. Als iets heel goed is, heet dat 'baik-baik'.
Begin van dit jaar kochten mijn liefje en ik van Ton, een van de huiseigenaren die hier permanent woont met vrouw Fely en twee dochters, een tweedehandsauto. Met het stuur aan de rechterkant, met automatische transmissie en met airco dus helemaal wat wij hier nodig hebben. Deze week ben ik voor het eerst zelf achter het stuur gekropen om een ritje te maken. De eerste tocht was naar het nabijgelegen plaatsje Lovina. In die plaats zit namelijk een winkel waar heerlijk donker brood, huisgemaakte taartjes, rosé uit Bali en nog veel meer lekkers te koop is.
Elke maand komen op Bali gemiddeld 44 personen om in het verkeer, aldus diezelfde Jakarta Post. De meeste Balinezen rijden op brommers en scooters maar de autoweg is desalniettemin van hen. Maar ook Balinese automobilisten houden er eigen regels op na: als een tegenliggende auto een vervoersmiddel inhaalt en daarbij over de middenstreep komt, wordt er vanuitgegaan dat jij als tegemoetkomende auto daarvoor uitwijkt. Met links en rechts passerende brommers en scooters is dat een heel aparte ervaring. Maar niets om voor te vluchten want met een matige snelheid en ogen op steeltjes kom je hier een heel eind!
In de tussentijd hebben wij ook een langere tocht naar de kustplaats Singaraja gemaakt om er de grote supermarkt 'Hardy's' te bezoeken. Wij bleken de enige niet-Indonesiërs in de winkel te zijn. De Balinezen die er rondliepen, liepen veelal zonder winkelmandje of -karretje. Wij weten inmiddels uit eigen ervaring dat de winkels vol met winkelend lokaal publiek zijn aan het begin van een maand en dat het aantal terugloopt naarmate de maand vordert. Dat heeft alles te maken met het salaris dat opraakt naarmate de maand eindigt.
Wij helpen onze kok dan ook een handje: ze heeft een jongetje van veertien maanden oud en aan het einde van de maand zijn ook haar salaris en dat van haar man schoon op. Er is dan geen geld meer voor gezonde babyvoeding en dat gaat mij als ex-Nutriciaan gewoon tè ver!
Ook hebben we in onze eerste week hier weer nieuwe, aanstaande buren ontmoet; het zijn Hollanders uit Brabant. Met hen zijn wij een keer naar 'ons' te bebouwen land gereden. We kwamen met elkaar tot de conclusie dat het een prachtig gesitueerd stuk kustlijn is. De groene heuvels en de wijngaarden van het achterland liggen op 'aanraakafstand' en bij helder weer zien wij links de vulkanen van Oost-Java liggen. Na dit bezoek aan het grondstuk hebben wij besloten het huis nog iets naar de kust te verplaatsen en ook nog enkele graden naar het westen te draaien voor het optimale uitzicht.
Wij gaan uitkijken over een rustige baai en op 50 meter van ons huis ligt een schitterend, klein koraalrif. Daar kun je als snorkelaar vanaf het strand gewoon naartoe zwemmen. Elke dag zwem ik een stukje in mijn eigen zee ('laut' in BI), bij een temperatuur van 25°C. Het spijt mij van jullie natte sneeuw!
woensdag 19 november 2008
14.000 kilometer verderop...
We zijn veilig op Bali aangekomen.
Op zondagochtend reisden wij vanaf luchthaven Murcia naar Londen, waar we anderhalve dag zouden verblijven voordat we de vlucht naar Singapore zouden maken. Het klinkt wellicht vreemd maar voet op Londense bodem zetten, voelt nog altijd als thuiskomen. Het weer was druilerig, dat wel.
We wandelden door Hyde Park waar die dag sprekers op de zeepkist stonden, bezochten de 'Serpentine Gallery' (ontworpen door Frank Gehry), slenterden door Chinatown en dineerden 's avonds bij 'Chez Gérard'.
De volgende dag bezochten we 'Tate Britain' om de expositie van het werk van Francis Bacon te zien. Met zijn rauwe schilderijen van dierbare mensen is hij al vele jaren een van mijn favoriete kunstschilders.
Na een smakelijke lunch bij 'Criterion' (van chefkok Marco Pierre White) gingen met de Heathrow Express naar de luchthaven. Er is veel ten goede veranderd op Heathrow.
Inmiddels zijn wij dus op de plaats van bestemming en zijn wij de bijkomstigheden van een lange vliegreis na een goede nachtrust alweer vergeten. De aankomst was heel plezierig: Ton en Fely hadden een glaasje-met-hapje voor ons klaarstaan. En het hemelbeld was heerlijk opgedekt, inclusief bloemenstrooisel.
The day after hebben wij onze eerste nasi goreng gegeten, onze eerste baantjes in het zwembad gemaakt, de eerste schelpen geraapt, de eerste vogels en vlinders begroet. En we hebben het eerste kopje koffie uit het meegetroonde Nespresso-apparaat, dat deel uitmaakte van onze handbagage, met smaak gedronken. Mèt de buurvrouw want die was op de koffie.
Het was ook leuk om het personeel weer te zien dat ons tijdens ons vorige verblijf zo goed had verzorgd. Ze waren inmiddels op de hoogte gesteld van onze komst en waren al vroeg paraat om ons te begroeten... Alleen waren wij vanmorgen geen vroege vogels; uitslapen stond op het programma. Ik vermoed overigens dat er niet veel jetlag zal zijn.
De eerste foto's zijn ook gemaakt. In de komende weken zal ik het album Bali 2008-2009 regelmatig updaten.
Op zondagochtend reisden wij vanaf luchthaven Murcia naar Londen, waar we anderhalve dag zouden verblijven voordat we de vlucht naar Singapore zouden maken. Het klinkt wellicht vreemd maar voet op Londense bodem zetten, voelt nog altijd als thuiskomen. Het weer was druilerig, dat wel.
We wandelden door Hyde Park waar die dag sprekers op de zeepkist stonden, bezochten de 'Serpentine Gallery' (ontworpen door Frank Gehry), slenterden door Chinatown en dineerden 's avonds bij 'Chez Gérard'.
De volgende dag bezochten we 'Tate Britain' om de expositie van het werk van Francis Bacon te zien. Met zijn rauwe schilderijen van dierbare mensen is hij al vele jaren een van mijn favoriete kunstschilders.
Na een smakelijke lunch bij 'Criterion' (van chefkok Marco Pierre White) gingen met de Heathrow Express naar de luchthaven. Er is veel ten goede veranderd op Heathrow.
Inmiddels zijn wij dus op de plaats van bestemming en zijn wij de bijkomstigheden van een lange vliegreis na een goede nachtrust alweer vergeten. De aankomst was heel plezierig: Ton en Fely hadden een glaasje-met-hapje voor ons klaarstaan. En het hemelbeld was heerlijk opgedekt, inclusief bloemenstrooisel.
The day after hebben wij onze eerste nasi goreng gegeten, onze eerste baantjes in het zwembad gemaakt, de eerste schelpen geraapt, de eerste vogels en vlinders begroet. En we hebben het eerste kopje koffie uit het meegetroonde Nespresso-apparaat, dat deel uitmaakte van onze handbagage, met smaak gedronken. Mèt de buurvrouw want die was op de koffie.
Het was ook leuk om het personeel weer te zien dat ons tijdens ons vorige verblijf zo goed had verzorgd. Ze waren inmiddels op de hoogte gesteld van onze komst en waren al vroeg paraat om ons te begroeten... Alleen waren wij vanmorgen geen vroege vogels; uitslapen stond op het programma. Ik vermoed overigens dat er niet veel jetlag zal zijn.
De eerste foto's zijn ook gemaakt. In de komende weken zal ik het album Bali 2008-2009 regelmatig updaten.
Labels:
horeca-ervaringen,
reizen is verslavend,
restaurant 'Chez Gérard' (Londen),
restaurant 'Criterion' (Londen),
wonen op Bali
zaterdag 15 november 2008
Naar Bali
Onze tijd in Spanje zit er voor dit jaar weer op. Nelly en Diederik vliegen vandaag terug naar Nederland. Het was fijn weer met hen samen te zijn. We durfden er niet op te rekenen maar hoopten het wel van ganser harte... en het is ervan gekomen. Het was een samenzijn met veel glimlach en een traan. 'Hope is a beautiful thing' dus lieverds: we kijken uit naar ons gezamenlijke kopje koffie over een paar maanden!
Morgen vliegen mijn liefje en ik -net als de trekvogels- verder naar het Zuiden.
Volgende week komen wij dan op Bali aan, 'het eiland van de goden'. Het wordt weleens het laatste paradijs op aarde genoemd. “Hoe de liefde voor dit eiland ontstond?” Wel, sowieso ben ik een overtuigde 'eilandbewoner': geboren aan de Nederlandse westkust (schiereiland), uit vrije wil verhuisd naar Engeland (eiland) en nu woonachtig in Spanje (schiereiland). Bovendien: het eerste uitstapje met mijn huidige liefde was naar Schiermonnikoog... Als dat geen voortekenen waren!
In november 2005 maakten we voor het eerst een reis rond de wereld. Wij hadden tot dat moment regelmatig verre reizen gemaakt waarvan we beiden met volle teugen genoten. Die eerste 'echte' wereldreis zou zes maanden in beslag nemen en begon op het Indonesische eiland Bali. Het is het westelijkst gelegen eiland dat behoort tot de Kleine Soenda. Het eiland meet 5.561 km² en telt ruim drie miljoen inwoners. Denpasar is de hoofdstad, de godsdienst van Bali is hindoeïsme dat intensief wordt beleefd door 93% van de bevolking.
Drie jaar geleden verbleven wij in een hotel in het Zuiden van het eiland. Van daaruit maakten wij met een Balinese gids twee weken lang uitstapjes over het gehele eiland. In twee weken kun je namelijk Bali rondrijden. Het moge duidelijk zijn dat je het eiland daarmee niet kent. Zo reden wij door het groene hart van het eiland en reisden we langs de kustlijn. We zagen tempels, vulkanen, rijstvelden, hardwerkende Balinezen op het land, vissersboten, dolfijnen. We verbaasden ons over de lavastranden, de lieflijke visserdorpjes en de kleurrijke, traditionele prauwen. Het Noorden van Bali is veel minder toeristisch dan het Zuiden. Na twee weken verlieten wij het eiland, een diep gekoesterde ervaring rijker. We wisten toen al zeker dat wij er zouden terugkeren.
In oktober 2007 keken wij op een zaterdagnamiddag naar een TV-documentaire over Bali. Het ging over een gepensioneerde tandarts die als vrijwilliger kunstgebitten vervaardigde voor Balinezen die door een slecht of zelfs ontbrekend gebit niet meer konden eten en daardoor ook niet meer konden werken en in hun levensonderhoud voorzien. Die beelden van het eiland met zijn fantastische bewoners raakten ons wederom en van het een kwam het ander. We legden uiteindelijk contact met een Balinees-Nederlandse onderneming die huizen bouwt aan de Noordkust van Bali.
Toen wij in november 2007 aan onze vier maanden durende reis naar Zuidoost-Azië
begonnen (Thailand, Laos, Vietnam, Cambodja), hadden wij de vlucht naar Bali nog niet geregeld. Die stond in ons hoofd al wel min of meer vast. In maart 2008 lieten wij het geplande verblijf in Hong-Kong vervallen en keerden wij enigszins opgewonden terug naar Denpasar, de hoofstad van Bali.
Er zijn plaatsen op aarde die je hart direct raken. Je landt er en je wilt eigenlijk nooit meer vertrekken. Ken je dat gevoel?
Australië (ook al een eiland?!) hoort wat mij betreft tot die categorie. Voor mijn liefje geldt dit ook voor Australië en voor Mauritius en voor ons beiden geldt dat sterk voor Bali. Het is ook Bali van de VN-klimaatconferentie (december 2007) met Yvo de Boer, hoofd van het klimaatbureau van de Verenigde Naties dat ons aanspreekt. Hij leidde de onderhandelingen voor een vervolg op het klimaatverdrag van Kyoto en hield er een emotionele speech ter afsluiting van het wereldwijde congres. Ik herinner het mij goed, het maakte indruk.
Het verbaast mij overigens dat het eiland tot op heden niet op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat maar wat niet is, kan nog komen. De Balinese cultuur en de weelderige natuur van het eiland zijn het beschermen meer dan waard. En als het even kan, willen wij ons daarvoor in de komende jaren inzetten.
Nu, november 2008 zijn wij de trotste eigenaren van een binnenkort te bouwen villa op een grondstuk aan de Balinese Zee.
De plaats waar het allemaal gebeurt heet Banjar en ligt in het Noorden van Bali. In Bahasa Indonesia, (letterlijk: de taal van Indonesië) betekent het woord banjar 'rij', 'keten' of 'gemeenschap'. De plaatsnaam komt ook voor op de andere eilanden van de Indonesische archipel.
Banjar is van historische betekenis want er woedde een felle oorlog ('Banjar War', 1871) tussen de toentertijd heersende brahmaanse koninklijke familie en de Hollanders die zich het eiland wilden toeëigenen. Het liep helaas niet goed af met de Balinezen... Gelukkig komen de meeste van ons hedentendage met vreedzame bedoelingen!
De Brahmanen van Banjar (leden van een hoge kaste) staan bekend om hun literaire gaven en dat spreekt mij persoonlijk zeer aan. Daarmee ga ik in de toekomst zeker iets doen. Er liggen veel andere bezienswaardigheden in de directe omgeving: de heetwaterbronnen, het enige boeddhistische klooster van Bali, de koraalriffen, de dolfijnen.
Het achterland vind ik Bali op zijn mooist: groene rijstvelden, heuvels in vele kleuren, gevulde wijngaarden en vulkanen. Ons tropische strandhuis wordt medio 2009 opgeleverd en we kunnen ons nu al zeer verheugen op de vredige atmosfeer, de kalme Balinese zee voor de deur en de zwarte zandstranden rondom het huis. We plannen momenteel een wat langer verblijf dus er zullen veel Bali-ervaringen in weblog volgen.
Morgen vliegen mijn liefje en ik -net als de trekvogels- verder naar het Zuiden.
Volgende week komen wij dan op Bali aan, 'het eiland van de goden'. Het wordt weleens het laatste paradijs op aarde genoemd. “Hoe de liefde voor dit eiland ontstond?” Wel, sowieso ben ik een overtuigde 'eilandbewoner': geboren aan de Nederlandse westkust (schiereiland), uit vrije wil verhuisd naar Engeland (eiland) en nu woonachtig in Spanje (schiereiland). Bovendien: het eerste uitstapje met mijn huidige liefde was naar Schiermonnikoog... Als dat geen voortekenen waren!
In november 2005 maakten we voor het eerst een reis rond de wereld. Wij hadden tot dat moment regelmatig verre reizen gemaakt waarvan we beiden met volle teugen genoten. Die eerste 'echte' wereldreis zou zes maanden in beslag nemen en begon op het Indonesische eiland Bali. Het is het westelijkst gelegen eiland dat behoort tot de Kleine Soenda. Het eiland meet 5.561 km² en telt ruim drie miljoen inwoners. Denpasar is de hoofdstad, de godsdienst van Bali is hindoeïsme dat intensief wordt beleefd door 93% van de bevolking.
Drie jaar geleden verbleven wij in een hotel in het Zuiden van het eiland. Van daaruit maakten wij met een Balinese gids twee weken lang uitstapjes over het gehele eiland. In twee weken kun je namelijk Bali rondrijden. Het moge duidelijk zijn dat je het eiland daarmee niet kent. Zo reden wij door het groene hart van het eiland en reisden we langs de kustlijn. We zagen tempels, vulkanen, rijstvelden, hardwerkende Balinezen op het land, vissersboten, dolfijnen. We verbaasden ons over de lavastranden, de lieflijke visserdorpjes en de kleurrijke, traditionele prauwen. Het Noorden van Bali is veel minder toeristisch dan het Zuiden. Na twee weken verlieten wij het eiland, een diep gekoesterde ervaring rijker. We wisten toen al zeker dat wij er zouden terugkeren.
In oktober 2007 keken wij op een zaterdagnamiddag naar een TV-documentaire over Bali. Het ging over een gepensioneerde tandarts die als vrijwilliger kunstgebitten vervaardigde voor Balinezen die door een slecht of zelfs ontbrekend gebit niet meer konden eten en daardoor ook niet meer konden werken en in hun levensonderhoud voorzien. Die beelden van het eiland met zijn fantastische bewoners raakten ons wederom en van het een kwam het ander. We legden uiteindelijk contact met een Balinees-Nederlandse onderneming die huizen bouwt aan de Noordkust van Bali.
Toen wij in november 2007 aan onze vier maanden durende reis naar Zuidoost-Azië
begonnen (Thailand, Laos, Vietnam, Cambodja), hadden wij de vlucht naar Bali nog niet geregeld. Die stond in ons hoofd al wel min of meer vast. In maart 2008 lieten wij het geplande verblijf in Hong-Kong vervallen en keerden wij enigszins opgewonden terug naar Denpasar, de hoofstad van Bali.
Er zijn plaatsen op aarde die je hart direct raken. Je landt er en je wilt eigenlijk nooit meer vertrekken. Ken je dat gevoel?
Australië (ook al een eiland?!) hoort wat mij betreft tot die categorie. Voor mijn liefje geldt dit ook voor Australië en voor Mauritius en voor ons beiden geldt dat sterk voor Bali. Het is ook Bali van de VN-klimaatconferentie (december 2007) met Yvo de Boer, hoofd van het klimaatbureau van de Verenigde Naties dat ons aanspreekt. Hij leidde de onderhandelingen voor een vervolg op het klimaatverdrag van Kyoto en hield er een emotionele speech ter afsluiting van het wereldwijde congres. Ik herinner het mij goed, het maakte indruk.
Het verbaast mij overigens dat het eiland tot op heden niet op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat maar wat niet is, kan nog komen. De Balinese cultuur en de weelderige natuur van het eiland zijn het beschermen meer dan waard. En als het even kan, willen wij ons daarvoor in de komende jaren inzetten.
Nu, november 2008 zijn wij de trotste eigenaren van een binnenkort te bouwen villa op een grondstuk aan de Balinese Zee.
De plaats waar het allemaal gebeurt heet Banjar en ligt in het Noorden van Bali. In Bahasa Indonesia, (letterlijk: de taal van Indonesië) betekent het woord banjar 'rij', 'keten' of 'gemeenschap'. De plaatsnaam komt ook voor op de andere eilanden van de Indonesische archipel.
Banjar is van historische betekenis want er woedde een felle oorlog ('Banjar War', 1871) tussen de toentertijd heersende brahmaanse koninklijke familie en de Hollanders die zich het eiland wilden toeëigenen. Het liep helaas niet goed af met de Balinezen... Gelukkig komen de meeste van ons hedentendage met vreedzame bedoelingen!
De Brahmanen van Banjar (leden van een hoge kaste) staan bekend om hun literaire gaven en dat spreekt mij persoonlijk zeer aan. Daarmee ga ik in de toekomst zeker iets doen. Er liggen veel andere bezienswaardigheden in de directe omgeving: de heetwaterbronnen, het enige boeddhistische klooster van Bali, de koraalriffen, de dolfijnen.
Het achterland vind ik Bali op zijn mooist: groene rijstvelden, heuvels in vele kleuren, gevulde wijngaarden en vulkanen. Ons tropische strandhuis wordt medio 2009 opgeleverd en we kunnen ons nu al zeer verheugen op de vredige atmosfeer, de kalme Balinese zee voor de deur en de zwarte zandstranden rondom het huis. We plannen momenteel een wat langer verblijf dus er zullen veel Bali-ervaringen in weblog volgen.
zaterdag 8 november 2008
Salvador Dali-glimlach
Deze week is Barack Obama dan eindelijk verkozen tot 44ste president van de Verenigde Staten. Ik heb goede hoop dat ook de wereld erdoor opknapt. "We like!"
Sinds mijn liefje en ik een aantal maanden (aansluitend) door Azië hebben gereisd -waar de meeste inwoners niet goed Engels spreken en de taalvaardigheden beperkter worden naarmate je verder naar het Noorden trekt-, hebben wij onszelf een primitief soort Engels aangemeten dat we op gepaste momenten bezigen. We gebruiken uitdrukkingen als "no like" voor als ons iets niet bevalt en "we like" als ons iets zeer goed bevalt.
In de afgelopen dagen zijn er eigenlijk alleen maar 'we likes' geweest, met het eerste stoompanrecept als uitzondering. De Arola-pan heeft namelijk zijn naam geenszins waar gemaakt in de familie. Er ontstonden haperingen in de waterdoorstroom waardoor de groenten in de middelste en bovenste ring niet werden gaargestoomd. Er was wel stoom maar die kwam uit mijn oren! De visfilet op de onderste etage zag er na 15 minuten uit als een kromgetrokken schoenzool en smaakte ook zo. Ik at die avond met lange tanden.
Binnenkort zullen wij dan ook wederom een bezoek aan El Corte Inglés afleggen om een en ander aan de kaak te stellen. De vraag is of dat gaat lukken: ik heb namelijk de verpakking inmiddels in de Spaanse papierversnipperaar gestopt (want wij doen braaf mee aan het Spaanse recyclesysteem); de aankoopbon heb ik wel behouden. Gezien de ervaringen die wij hebben bij het warenhuis kan ik momenteel maar een ding bedenken: 'A ver', we zullen zien.
Op een van avonden in de afgelopen week volgde ik met Nelly, mijn lieve vriedinnetje en grote heldin die het aandurfde naar Spanje af te reizen, een Engelse 'whodunnit' op de Spaans-Hollandse buis waarin een uitdrukking werd gebezigd die mij beviel en derhalve titel van dit weblog werd.
Doorgaans geef ik de voorkeur aan luisteren naar het Engels boven het lezen van de ondertiteling maar gezien mijn talige interesse keek ik tevens naar de Nederlandse vertaling van de expressie 'Salvador Dali smile'. Het werd naar het Nederlands vertaald met 'Merlot-glimlach'. Die vond ik minder dan de Engelse versie, die mij veel kunstzinniger en creatiever in de oren klonk. In dit geval is het werkelijk een vondst: de 'Salvador Dali-glimlach' geeft heel beeldend weer hoe iemand eruit ziet die (veel) van een glas rode wijn houdt... Door de natuurlijke kleurstof in de rode wijn krijg je er namelijk gekrulde mondhoeken van en ga je eruitzien als Salvador Dali. Maar dan tijdelijk.
Zelf ben ik eerlijk genoeg om te bekennen dat ik erg geniet van een goed glas wijn. Anderen wensen dat een verslaving te noemen. Ieder zijn woordkeus! Ik vond het mooie beeldspraak die bovendien typerend is voor deze week: met al onze lieve vrienden die nu op bezoek zijn in Spanje hebben wij -onder andere- gemeen dat wij genieten van wijn en van lekker eten. (Zeker zonder stoompan.)
Afgelopen donderdag waren Nelly en Diederik een dagje zonder ons omdat wij met onze vrienden uit Kijkduin een rondje golf speelden op golfbaan 'La Finca'. Die baan heeft greens als een babybilletje, fairways als stairways to heaven en weidse vergezichten. Ik laat deze keer niet graag in het midden wie het hoogste Stablefordpuntentotaal had ("Yes, I can!"); het was een heerlijke dag uit in prettig en sportief gezelschap. Laten wij het er maar op houden dat dit vooral mijn golfspel ten goede kwam.
Morgenavond hebben wij dan 'de bonte avond': een oude traditie die wij met graagte in ere houden. Het betreft de laatste avond in Spanje voor onze vrienden. We noemen die avond 'bont' omdat we het bezoek dan extra feestelijk afsluiten dus ik verwacht veel Salvador Dali smiles te zien. Het wordt een diner-voor-acht met Balinees tintje. De foto's staan in het album getiteld 'Foto's Spanje-bezoekers'.
Sinds mijn liefje en ik een aantal maanden (aansluitend) door Azië hebben gereisd -waar de meeste inwoners niet goed Engels spreken en de taalvaardigheden beperkter worden naarmate je verder naar het Noorden trekt-, hebben wij onszelf een primitief soort Engels aangemeten dat we op gepaste momenten bezigen. We gebruiken uitdrukkingen als "no like" voor als ons iets niet bevalt en "we like" als ons iets zeer goed bevalt.
In de afgelopen dagen zijn er eigenlijk alleen maar 'we likes' geweest, met het eerste stoompanrecept als uitzondering. De Arola-pan heeft namelijk zijn naam geenszins waar gemaakt in de familie. Er ontstonden haperingen in de waterdoorstroom waardoor de groenten in de middelste en bovenste ring niet werden gaargestoomd. Er was wel stoom maar die kwam uit mijn oren! De visfilet op de onderste etage zag er na 15 minuten uit als een kromgetrokken schoenzool en smaakte ook zo. Ik at die avond met lange tanden.
Binnenkort zullen wij dan ook wederom een bezoek aan El Corte Inglés afleggen om een en ander aan de kaak te stellen. De vraag is of dat gaat lukken: ik heb namelijk de verpakking inmiddels in de Spaanse papierversnipperaar gestopt (want wij doen braaf mee aan het Spaanse recyclesysteem); de aankoopbon heb ik wel behouden. Gezien de ervaringen die wij hebben bij het warenhuis kan ik momenteel maar een ding bedenken: 'A ver', we zullen zien.
Op een van avonden in de afgelopen week volgde ik met Nelly, mijn lieve vriedinnetje en grote heldin die het aandurfde naar Spanje af te reizen, een Engelse 'whodunnit' op de Spaans-Hollandse buis waarin een uitdrukking werd gebezigd die mij beviel en derhalve titel van dit weblog werd.
Doorgaans geef ik de voorkeur aan luisteren naar het Engels boven het lezen van de ondertiteling maar gezien mijn talige interesse keek ik tevens naar de Nederlandse vertaling van de expressie 'Salvador Dali smile'. Het werd naar het Nederlands vertaald met 'Merlot-glimlach'. Die vond ik minder dan de Engelse versie, die mij veel kunstzinniger en creatiever in de oren klonk. In dit geval is het werkelijk een vondst: de 'Salvador Dali-glimlach' geeft heel beeldend weer hoe iemand eruit ziet die (veel) van een glas rode wijn houdt... Door de natuurlijke kleurstof in de rode wijn krijg je er namelijk gekrulde mondhoeken van en ga je eruitzien als Salvador Dali. Maar dan tijdelijk.
Zelf ben ik eerlijk genoeg om te bekennen dat ik erg geniet van een goed glas wijn. Anderen wensen dat een verslaving te noemen. Ieder zijn woordkeus! Ik vond het mooie beeldspraak die bovendien typerend is voor deze week: met al onze lieve vrienden die nu op bezoek zijn in Spanje hebben wij -onder andere- gemeen dat wij genieten van wijn en van lekker eten. (Zeker zonder stoompan.)
Afgelopen donderdag waren Nelly en Diederik een dagje zonder ons omdat wij met onze vrienden uit Kijkduin een rondje golf speelden op golfbaan 'La Finca'. Die baan heeft greens als een babybilletje, fairways als stairways to heaven en weidse vergezichten. Ik laat deze keer niet graag in het midden wie het hoogste Stablefordpuntentotaal had ("Yes, I can!"); het was een heerlijke dag uit in prettig en sportief gezelschap. Laten wij het er maar op houden dat dit vooral mijn golfspel ten goede kwam.
Morgenavond hebben wij dan 'de bonte avond': een oude traditie die wij met graagte in ere houden. Het betreft de laatste avond in Spanje voor onze vrienden. We noemen die avond 'bont' omdat we het bezoek dan extra feestelijk afsluiten dus ik verwacht veel Salvador Dali smiles te zien. Het wordt een diner-voor-acht met Balinees tintje. De foto's staan in het album getiteld 'Foto's Spanje-bezoekers'.
Abonneren op:
Posts (Atom)