Translate

Posts tonen met het label cultureel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label cultureel. Alle posts tonen

maandag 18 november 2019

Snert in de sun

Op Vaderlandsche bodem is het momenteel 2 graden Celsius, hier halen we 's ochtends 10 graden niet meer. Ik kan mij niet heugen in november zo’n lage temperatuur te hebben meegemaakt. 

In het noorden van Spanje viel de eerste sneeuw, de skipistes rond Madrid zijn open. In die regio liep het verkeer aanvankelijk vast door de extreme sneeuwval. Op sommige bergpassen zijn nu sneeuwkettingen nodig. In de noordelijkste provincies van Spanje heerst momenteel Code Rood. Dat krijg je met poollucht!

In Nederland gaat men op korte termijn stoppen met de winning van aardgas vanwege de grote aardbevingschade die ontstond in Groningen maar wij zijn hier verguld met onze snorrende gashaard. We zetten ons schoentje niet voor Sinterklaas; die is momenteel toch niet in den lande. Mijn liefje bereidde afgelopen week een van haar beste erwtensoepen ooit. Een kwestie van very, very slow cooking. We vonden zowaar een ambachtelijk gemaakte rookworst in supermarkt ‘Costa Blanca’. Het eindresultaat was dik en vol smaak. We genoten van de goedgelukte winterse kost op een zonovergoten terras. Dubbel lekker & gezond!

Die winkel ligt vol met Hollandse producten die zijn afgestemd op deze tijd van het jaar: spliterwten, rookworst, chocoladeletters, speculaas, kruid- en pepernoten, marsepijn, kerststol en veel meer. Verder vind je er onder meer kalfskroketten, drop, hagelslag, pindakaas en een kleine selectie Nederlandse kazen. Het zijn heimweelekkernijen die in de top10 van menig expat voorkomen. Hoe ik dat weet? Er werd recent onderzoek gedaan onder Nederlanders die naar het buitenland emigreerden.

7.000 landgenoten deden aan het project ‘Vertrokken Nederlands’ mee. Dit onderzoek naar de Nederlandse taal en cultuur in den vreemde werd door het Meertens Instituut uitgevoerd, in opdracht van de Taalunie. Het is de eerste wereldwijde inventarisatie van het behoud of verlies van de Nederlandse taal onder geëmigreerde Nederlanders. Dat was spekkie naar mijn bekkie. Ik downloadde het meer dan 100 bladzijden tellende rapport en begon te lezen.

Geëmigreerde Nederlanders zijn een minder zichtbare en misschien veronachtzaamde doelgroep in de Nederlandse maatschappij. Eén deelnemer aan de enquête spreekt van “de algehele verwaarlozing van de Nederlandse buitenlanders door de overheid”. Daar heb ik zelf geen last van al ondervond ik dat aan den lijve. Ik trok namelijk eens aan de bel bij een Nederlandse ambassade in een heel ver land toen we daar, buiten onze schuld, in de problemen raakten. Men reageerde destijds niet eens op mijn verzoek tot hulp en bijstand. Dat werkte zeer ontnuchterend. Ik stelde mijn verwachtingen bij. Naar beneden, welteverstaan.

De opstellers van het rapport geven niet aan wat wordt verstaan onder een migrant maar men maakt wel onderscheid tussen expats, grensmigranten en gepensioneerden. Ze zijn van mening dat vervolgonderzoek nodig is. Er wordt geschat dat het wereldwijd over 700.000 à 1 miljoen Nederlanders buiten de langsgrenzen gaat. Ik vroeg mij in alle ernst af waarom men dat getal niet precies weet. Er wordt immers zoveel, zo precies vastgelegd door onze ambtenaren? Het Centraal Bureau voor de Statistiek barst uit zijn voegen van de gegevens!

Ik weet niet hoe je in zo’n onderzoeksbestand terechtkomt. Ons is in ieder geval (nog) nooit gevraagd eraan deel te nemen terwijl mijn liefje en ik toch al 20 jaar buiten de landsgrenzen leven. Ik vermoedde dat onze (bewuste) onzichtbaarheid op sociale media daarvoor een verklaring kon zijn. 

Welnu, dat blijkt inderdaad het geval. Alles verloopt via Facebookgroepen en -pagina’s. Nederlandse migranten in Europa blijken op sociale media zelfs in 155 van die groepen te zijn vertegenwoordigd!
Voor dit specifieke doel werd een openbare Facebookgroep ‘Vertrokken Nederlands – Emigrant Dutch’ opgericht. Dit gezelschap telde op 1 oktober van dit jaar 1.070 leden. Ook emigrantenverenigingen in het buitenland werden bij de voorbereiding van het onderzoek betrokken. Men maakte tevens gebruik van zogenaamde burgerwetenschappers, een idee dat ontstond tijdens een workshop ‘Citizen Science Lab’ van het Leidse Lorentz Center. BW’s zijn niet-wetenschappelijke personen (in binnen- en buitenland) die meewerken aan langlopend of kort wetenschappelijk onderzoek.

In grafieken van hoofdstuk 1 zag ik dat onze vertrekdatum lag in een periode van dalende emigratie; wij waren in die periode (1999-2000; de een ging enkele maanden eerder dan de ander) twee van de circa 36.000 Nederlanders die naar het buitenland verhuisden. Vanaf het jaar 2000 stijgt het aantal Nederlandse migranten weer flink. Hun totale aantal in de periode 1995-2018 ligt op 947.416 (aldus CBS). Mijn liefje en ik zijn destijds meegeteld in het aantal dat naar het Verenigd Koninkrijk vertrok. Daarmee werden we er twee van de 77.539. In dat jaar vertrokken er 51.063 naar Spanje.

Dit pilot-onderzoek bestond uit twee enquêtes (zowel in de Nederlandse als de Engelse taal), één woordenschattest en een test van de kennis van Nederlandse uitdrukkingen.

Enquête 1 over taalkeuze vonden de participanten veruit het interessants; in totaal werden bijna 7.000 formulieren geheel of gedeeltelijk ingevuld. (Slechts 263 kwamen uit Spanje retour - versus 121 formulieren van enquête 2). Duf stelletje? Hier zitten vooral gepensioneerden. Tweederde van de populairste vestigingslanden leverde overigens de meeste respons dus het onderzoeksteam is tevreden.

Meer dan de helft van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek emigreerde alleen, bijna 25% deed dat met partner. Hun gemiddelde leeftijd is 50. Er deden iets meer vrouwen mee dan mannen. Bijna 73% van hen emigreerde langer dan tien jaar geleden. Ruim 88% van de Nederlandse deelnemers gaf aan, één of meer keren per jaar of per vijf jaar naar het Vaderland te reizen. Wij bezochten het tijdens dit voorjaar en keren volgend jaar zomer terug.

Nederlanders die meer dan 50 jaar geleden emigreerden, gaven hun taal vaak snel op.  38% van hen spreekt hun moerstaal nooit meer. Dat blijkt echter niet te gelden voor de migranten die in de 21ste eeuw naar het buitenland vertrokken. Het behoud van de moedertaal wordt tegenwoordig als belangrijk gezien en meertaligheid wordt positief beoordeeld. 97% van hen spreekt nog wekelijks Nederlands. Mijn liefje en ik zijn migranten van voor/rond de eeuwwisseling maar ik realiseer mij dat we samen vertrokken. Onze voertaal in huis is en blijft Nederlands, met steeds vaker een probleempje om het juiste Nederlandse woord te vinden. Engels, Spaans… Verwarring!

De Nederlandse taal wordt door respondenten met een vroege migratiedatum en hun kinderen regelmatig op de hak genomen, vanwege zijn harde g- en r-klanken (“klinkt als een keelziekte”). De geldt ook voor de Nederlandse keuken die met enige afschuw wordt genoemd: broodlunch in plaats van warm eten, het prakken van eten, het eten van kaas, drop, haring, patat met mayonaise of appelmoes, bleke kastomaten. Net als het meenemen van aardappelen op vakantie. Zelf haal ik de krenten uit de pap: Bolletje volkoren beschuit met hagelslag, zelfgebakken friet met mayo of oude boerderijkaas laat ik niet aan mijn neus voorbijgaan. Denkend aan Haagse Robbie’s haring loopt mij het water in de mond. Eens een kaaskop, altijd een kaaskop. In dit rapport las ik de grap dat we als kaaskoppen moeten uitkijken niet te smelten in de zon.

De meeste migranten volgen Nederlandstalige media op de voet: bijna 97% van hen leest Nederlandstalig nieuws online. 70% doet dit zelfs dagelijks of wekelijks. Wij zijn beiden news junkies dus wij lezen bijna alles online dat ons boeit: Nu.nl, Kranten.com, NOS, Blendle, FD, NRC, de Volkskrant. Ruim 73% van de deelnemers die deelnam aan de enquête kijkt Nederlandstalige televisie; 26% doet dat dagelijks of wekelijks. 94% van hen leest Nederlandse of Vlaamse boeken; bijna 37% doet dit dagelijks of wekelijks. (Later meer hierover.)

Enquête 2 ging over culturele gewoonten. Lezen emigranten Nederlandse boeken, sprookjes, strips en rijmpjes (of lezen ze daaruit voor)? Zeker. Luisteren ze naar Nederlandstalige radio of muziek? Zeker, maar in mindere mate. Kijken ze naar Nederlandse tv-programma’s? Heel zeker. Populaire actualiteitenprogramma’s blijken het NOS-journaal, De Wereld Draait Door, Pauw, Jinek, M en Buitenhof. Ruim 13% van de deelnemers aan de enquête kijkt er dagelijks naar en bijna 34% doet dat vaak. 80% van de deelnemers leest weleens Nederlandse verhalen, columns en/of blogs op het internet of kijkt naar vlogs.

Worden moppen over Hollanders verteld? Konden de participanten aan dit onderzoek zelf een mop bedenken? Zelf zou ik er geen hebben kunnen vertellen maar het rapport tilt een tipje van de sluier op. Daar gaan we! Hoe herken je een Nederlandse tent op de camping? Er hangt wc-papier aan de waslijn te drogen. Kent u dat verhaal van de Nederlandse keuken? Nee? Precies! Wat is de overeenkomst tussen Amsterdam en de Tour de France? Allemaal drugsgebruikers op fietsen. Wanneer zie je een Nederlander hard lopen? Als er een cent over straat rolt. Wat is de gelijkenis tussen een verstandige Hollander en God? Niemand heeft ooit een van beide gezien. De bekende negatieve eigenschappen.

Ruim 97% van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek maakt, koopt of eet weleens typisch Hollandse lekkernijen. De lekkernij die met stip op 1 staat, is..... taaaadaaaah: de Goudse stroopwafel! Die werd 1.100 keer  expliciet in de enquête genoemd. Hulde aan Koekenbakker van Kamphuisen. Of de Groot. Het is niet geheel duidelijk wie de bedenker was van dit suksesvolle Hollandse exportproduct. Wel weten we zeker dat het eerste exemplaar rond 1850 in Gouda werd gebakken.

Regelmatig nuttigen (of delen) we er eentje bij ons dagelijkse kopje koffie. Nee, geen Senseo. Dat vinden we nou juist geen exportproduct. Doe ons maar Nespresso. In voorgaande jaren vroegen we vrienden en familie altijd die lekkernij voor ons mee te brengen. Heimweeproductenworden ze in het rapport genoemd; mooi gevonden. Na vele jaren kunnen we hier nu Hollandse stroopwafels in Spaanse en Nederlandse supermarkten kopen. Inmiddels zijn zelfs onze Spaanse overburen Guillermo & María Angélica uit Madrid dol op deze Hollandse wafel. Mijn liefje neemt ze als tractatie mee naar taalles, we deden ze eerder kado aan onze Britse Franse en Chinese kennissen. Hollands cultureel erfgoed dat op de UNESCO-lijst zou moeten staan!

In de test van de woordenschat werd opmerkelijk slecht gepresteerd: de gemiddelde score lag op 42 punten (op een schaal van 100). Nederlandse mannen scoorden iets hoger dan vrouwen: 44. Dikke onvoldoendes! Deste opmerkelijk daar meer dan driekwart van de Nederlandse ondervraagden een HBO- of universitaire opleiding afrondde. Het migratiejaar bleek geen invloed te hebben op deze score. Het maakt dus niet uit of iemand vijf of 25 jaar geleden emigreerde. In Italië, Frankrijk en Spanje waren de scores per saldo het hoogst. Het ging echter om tè kleine aantallen en te weinig verschillen om er een conclusie aan te verbinden.

Tenslotte werden deelnemers gevraagd om zichzelf te beoordelen op taalbeheersing. Ruim 58% van hen gaf aan het vaardigst te zijn in Nederlands. Op de tweede plaats komt Engels maar het percentage participanten dat dat heeft ingevuld, ligt aanzienlijk lager: 17%. Daarnaast geeft ruim 9% aan een andere taal dan het Nederlands of het Engels het best te beheersen. Sommige deelnemers beschouwen zichzelf tweetalig: bijna 9% noemt de talencombinatie Nederlands-Engels, ruim 6% noemt Nederlands en een of meer andere talen.

De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is volgens de opstellers dat er onder geëmigreerde Nederlanders behoefte bestaat aan een digitaal of fysiek informatiecentrum over de Nederlandse taal, cultuur en onderwijs. Zo’n centrum kan een belangrijke trait-d’union zijn tussen emigranten en de Lage Landen. Het kan ervoor zorgen dat emigranten beter en gemakkelijker informatie krijgen op de drie genoemde terreinen. Wij zijn immers onbezoldigd ambassadeurs van de Republiek der Nederlanden. Daar komt bij dat een deel van de emigranten op termijn remigreert. (Wees gerust, persoonlijk ben ik dat niet van plan.)

Ruim 57% van de deelnemers aan dit onderzoek werd lid van een Nederlandse gemeenschap in het land van vestiging; omwille van de welbekende Hollandse “gezelligheid”. Daarin vallen wij volledig uit de toon. Wij hebben het hier al gezellig genoeg in de eigen kennissen- en vriendenkring. Wel meldde ik mij recent aan als burgerwetenschapper. Volgens mij ben ik nummer 30.


woensdag 27 maart 2019

Leuke dagen

Henk (foto: Barefoot on the Beach)
Afgelopen week waren we terug in Nederland, na drie jaar afwezigheid. Er waren tijdens dit rondje familie en vrienden een aantal ‘firsts’ dus dat maakte het extra bijzonder. De belangrijkste aanleiding om weer voet op vaderlandse bodem te zetten, was de afnemende gezondheid van mijn schoonpa. Enige tijd geleden, we waren nog in Chili, ontvingen we hierover de eerste berichten. Hij is sterk als een beer maar wel inmiddels 90+ dus dat verwondert niet.

Hij kreeg last van epilepsie-aanvallen. De patiënt zelf wist zich die niet te herinneren maar op een keer was zijn oudste zoon aanwezig tijdens zo’n aanval. Toen gingen de alarmbellen af. Pa belandde aanvankelijk in een ziekenhuis, gevolgd door een opname in een zorghotel. Daar wilde hij niet blijven. Het was er saai, voor hem was daar niets te doen. Hij heeft geen zorgindicatie en bovendien is hij heel eigenwijs. (It runs in the family…) Daar er geen alternatief was, wilde hij per omgaande terug naar huis. Daar krijgt hij nu enkele keren per week bezoek van een thuishulp. Deze Sandra noemt hij de vrouw van zijn leven” en dat begrijpen we. Ook gaat hij meermalen per week naar de dagopvang. Meedoen aan spelletjes vindt hij onzin al begrijpt hij de goede bedoelingen van het personeel. Schetst dit een beeld van de man in kwestie?

Mijn liefje, niet per se op haar gemak bij ouderdom-met-gebreken, zag erg tegen het bezoek aan haar vader op. Die zorg bleek volkomen onterecht. Sinds hij een medicijn slikt tegen epilepsie blijven de aanvallen uit. Hij zat er picobello gekleed bij, was op de praatstoel en bleek nog over een positieve levensinstelling te beschikken, ondanks de haperingen in gehoor, zicht en mobiliteit. (Wij praatten gewoon wat harder.) De uitslag van een scan van zijn hoofd wordt deze week verwacht.

We logeerden de eerste dagen bij onze vrienden Frans & Roland. Hun huis ligt pal naast een Larens landgoed waarop vogels het voor het zeggen hebben. En hoe! Geen uil van Minerva maar een heuse oehoe meldde zich dagelijks voor het ochtendgloren. Net als kukelende hanen en een specht die zijn koppie secondenlang tegen de boom tikte.

David Hockney in het Van Gogh Museum (foto: Stephane de Sakutin - AFP)
Op de vrije dag van Roland bezochten we de tentoonstelling ‘The Joy of Nature’ in het Van Gogh-museum (Amsterdam) die op 1 maart opende en tot 26 mei is te zien. Een absolute aanrader. Het thema is de veelzijdigheid van de natuur. David Hockney haalt veel inspiratie uit het werk en de brieven van Vincent van Gogh. Onze man uit Zundert was niet alleen een razendknappe schilder, hij was tevens een messcherpe kijker. Wat ik vooral interessant vond, waren de schilderijen die Hockney op de iPad maakte met gebruikmaking van het programma Brushes. Deze 81-jarige Brit gaat nog als een sneltrein.

We aten tijdens dit bezoek de eerste witte asperges van het jaar. Vanwege het milde seizoen waren ze vroeger beschikbaar dan in voorgaande jaren dus we vielen met onze neuzen in de (room)boter. Het witte goud was om te smullen zo lekker. Gekookt eitje en aardappeltje, plakje beenham, mooi glas wijn erbij… Koningsmaal! We aten bij vrienden en familie thuis, lunchten buiten de deur in Dordrecht, Den Haag en Scheveningen, Amsterdam en Rotterdam.

De laatste nachten sliepen we in een internationaal hotel in Den Haag. We wandelden over het Binnenhof, fotografeerden Het Torentje, passeerden Het Huis van Europa en de ambassade van Spanje. Met vriendin Bernadette bezochten we voor het eerst het museum Voorlinden, het particuliere museum voor moderne en hedendaagse kunst in Wassenaar. Eveneens een aanrader! We staarden onder andere naar het gat in het dak van landschapskunstenaar en oude favoriet James Turrell, gingen kopje onder zonder nat te worden in het zwembad van Leandro Ehrlich, verdwaalden in het loodzware maar toch vederlichte doolhof van Richard Serra, liepen door het schuldige landschap van Armando, vergaapten ons aan de bollen en stippen van kunstenares Yayoi Kusama die afgelopen week 90 jaar werd. Deze blog had ook zomaar de titel ‘Krasse Knarren’ kunnen hebben…

Yayoi Kusama (foto: 大臣官房人事課) 
De tijdelijke tentoonstelling ‘Less is More’ had daar ook veel interessants voor ons in petto. Die is een reactie op de overdaad aan prikkels die we 24/7 via sociale media ontvangen. Minimalisme lijkt de nieuwe levensstijl te worden. Er was ook ruime  aandacht voor het werk van wereldverbeteraars als Ai Weiwei en Tony Cragg. Klimaatverandering en plasticsoep zijn onderwerpen naar mijn hart. Die avond wandelden we bij 2 graden Celsius terug naar het hotel. De wollen muts en handschoenen van de Falklands-eilanden kwamen mijn liefje goed van pas.

We schoven aan bij mijn neef Dennis, zijn vrouw Femke en hun gezin. Aangezien het drie jaar geleden was dat wij hen voor het laatst bezochten, waren de kids (10, 11 en 13 jaar) niet zo bekend met onze gezichten. Dat ongemak was echter van korte duur, de kado’s hielpen daarbij een handje. Wat zijn ze slim, leuk… en druk! Ik kan niet bevatten hoe deze ouders hun eigen baan kunnen combineren met alle wekelijkse activiteiten van hun kinderen. Het trio zit namelijk op muziekles, sport, scouting en andere sociale clubs. Allemaal op andere dagen en tijden. Respect.

We ontmoetten de nieuwe vriendin van mijn schoonbroer Marcel voor de eerste keer. We bezochten hen in haar woonplaats Leerdam. Erny is aardig, ondernemend (letterlijk) en reislustig, hond Koos is een leuke viervoeter die niet blaft. Kom er eens om! Marcel haalde mijn liefje en mij aan als voorbeeld van hoe mooi het hem leek om bij leven een soulmate te ontmoeten. Welnu, onlangs overkwam het hemzelf. We hoorden het instemmend aan. Later dit jaar gaan ze samenwonen en trouwen.

Zijn oudste zoon Ingmar bezochten we in zijn nieuwe onderkomen in Delft. Na zijn technische studie richtte hij met een medestudent een eigen hard- & software-bedrijf op in zijn studentenstad. Hij kwam ons in 2017 in Spanje bezoeken met zijn destijds Indonesische vriendin -nu echtgenote- Anne. Zij mag inmiddels na een korte en uiterst geslaagde inburgering in Nederland verblijven en gaan werken. Zo doe je dat! Ze was echter een weekendje met vrienden in Maastricht.

Op maandagochtend hadden we nog graag de tentoonstelling van Erwin Olaf bezocht in het Haags Gemeentemuseum, om de hoek van ons hotel. Met het Fotomuseum Den Haag eren zij deze suksesvolle Nederlandse fotograaf die dit jaar 60 jaar wordt. Hij is een van de kunstenaars van mijn tijd, aan het begin van zijn loopbaan bekend geworden door zijn homo-activisme in de foto's. Hij werd een veelzijdig kunstenaar, zelfs hofleverancier! Op die dag is het museum echter gesloten. Jammer, jammer, jammer. Ik zag een tv-programma waarin een museumdirecteur een tipje van de sluier van de tentoonstelling onthult. Er is nieuw werk te zien dat Olaf in Palm Springs (VS) maakte, bijvoorbeeld een variant op het wereldberoemde 'Pool with two Figures' van David Hockney, dus ga dat zien.

Later die dag ontmoetten we de vrouw die in het leven kwam van Diederik, de man van mijn veel te vroeg overleden vriendin Nelly. Ze overleed in 2009, op 48-jarige leeftijd. We wisten al geruime tijd van het bestaan van Sjoukje maar kwamen nu voor het eerst oog in oog met haar te staan. Een leuk mens. De tijd was rijp voor deze ontmoeting.

Al dat moois compenseerde afgelopen week ruimschoots het lelijks van Thierry Baudets verkiezingsoverwinning. Het is sprekend dat ik bij het typen van dit lange woord in eerste instantie ‘verziekingsoverwinning’ typte. Een Freudiaanse typefout, zal ik maar zeggen. Tja.

Ondanks de harde wind in Rotterdam vlogen we rustig en zonder vertraging terug naar Spanje. Met een grote tas vol nieuwe boeken; het was immers boekenweek. Ook ging er een kleine tas met lekkernijen mee van dokter Vogel; onder andere een flink stuk boerenkaas, heerlijke broodjes voor aan boord en huisgemaakte vitello tonato voor thuis. De vliegroute ging weliswaar via Londen en het Verenigd Koninkrijk vanwege een staking van de Belgische luchtverkeersleiders. (Na een no deal brexit kan dat niet meer!) Vriend Frans, die op een eerdere vlucht uit Amsterdam zat, landde later dan wij in Alicante.

Ik dank eenieder die bijdroeg aan onze leuke terugkomdagen in het Vaderland. Veel dank voor jullie tijd, gastvrijheid en gulheid. Love You!


zaterdag 19 mei 2018

De ‘M’ van...

Mislukt! Als kijker hield ik het een weekje vol, ik zag het met lede ogen aan. Afgelopen week stond de wereld in brand: de Amerikaanse ambassade verhuisde naar Jeruzalem met tientallen doden en honderden gewonden aan Palestijnse zijde tot gevolg, de mogelijke terugtrekking van Noord-Korea uit de aanstaande vredesonderhandelingen, alweer een verkracht meisje in India dat in brand werd gestoken, weer dodelijke schietpartijen in Amerika, bizarre en bloedige aanslagen in Indonesië, vastzittende Brexit-onderhandelingen, weer een White House-personeelslid dat een onvergefelijke opmerking maakte over de doodzieke senator McCain, de presentatie van de allereerste ‘Monitor Brede Welvaart’ in Nederland, de uitspraak van EU-voorzitter Tusk over bondgenoot VS (with friends like this you don’t need enemies), het opzeggen van de Iran-deal door Amerika, het dreigende regeerakkoord in Italië, de haperende Amsterdamse burgemeestersaanstelling, en nog heel veel meer. Als redactielid van een praatprogramma zou ik het wel weten.

Als je dan niet wilt kiezen voor politiek of economie dan waren er nog: de ontdekking van een nieuwe Rembrandt, het Cannes-festival, de verjaardag van Maxima, de publieke verkoop van de blauwe diamant en het overlijden van topauteur Tom Wolfe, om maar enkele culturele feiten te noemen. Oké, het aanstaande huwelijk van Britse prins Harry en de Amerikaanse Meghan M. zat afgelopen week wel in een uitzending.

Het betreft het programma ‘M’ van Margriet van der Linden (1970). De presentatrice nam afgelopen week de plaats in van DWDD-Matthijs van Nieuwkerk. Van der Linden was eerder hoofdredacteur van het feministische maandblad Opzij. Als jonge vrouw abonneerde ik mij in de jaren ’80 van de vorige eeuw op dat blad. In die tijd werd de hoofdredactie gevoerd door Hedy D’Ancona. Ik genoot maandelijks van de artikelen die tot nadenken en onderzoek noopten. Vanaf 2008 leidde Van der Linden het blad. Ik las het tijdschrift af en toe. Als ik mij goed herinner, werd het minder politiek en activistisch. Ze presenteerde ‘Zomergasten’ (2009) en was de mol in ‘Wie is de Mol’ (2015).

Van der Linden begon haar talkshow op NPO1 deze week met onderwerpen en gasten als Boer zoekt Vrouw, Arie Boomsma, een niet recente Netflix-documentaire ‘Wild Wild Country’ (over Nederlanders in de Bhagwan-beweging) en songfestival-fan Erik die als kip verkleed zijn gekakel ten gehore gaf. Een programma als dit moet hot zijn, moet het allerlaatste nationale en wereldnieuws aan de orde stellen. Ik vond het geen sterk begin. Bovendien vond ik presentator Van der Linden niet leuk, spannend of authentiek. Ze stond als Matthijs (armen over elkaar) en sprak als Matthijs (heel snel). Haar desk en decor vond ik echter saaier.

Een praatprogramma als dit, op prime time, moet het hebben van de inhoud en die ontbrak in mijn ogen ten ene male. Ik zag en hoorde uitgekauwde, zelfs armoedige onderwerpen. Het concept deed mij eerder denken aan RTL Boulevard. Tja. Een gemiste kans. Haar sidekick, musicus Thijs Boontjes, voegde evenmin veel toe. Het programma begon zes weken later omdat de redactie niet klaar was voor de eerste uitzending. Huh?! Een talkshow moet de actualiteit op de voet volgen dus hoe kan dat dan vertraging oplopen?

Daar ik van mening ben dat je een presentator en zeker een programma niet moet afrekenen op één enkele uitzending, keken we de volgende dag weer. En weer. En weer. En weer. Gisteren rondden we de eerste week M af. Mijn liefje en ik zaten dagelijks voor de buis, eenmaal bekeken we het programma in de herhaling. Het werd in de afgelopen week niet spraakmakend, noch onderhoudend. Gaandeweg keek ik met steeds krommere tenen. Op een enkele uitzondering na bleef het platte televisie. Mijn keek op hun week was niet positief... Een flauwe quiz, het 40-jarig bestaan van de glascontainer (!),gasten die zich geen raad wisten, tafelgenoten die werden opgetrommeld om voor de luchtige toon te zorgen, slechts één boek voor de komende maand, een rubriek die veel op Man bijt Hond lijkt. Oppervlakkig, met weinig nieuwswaarde. M verloor in afgelopen dagen honderdduizenden kijkers ten opzichte van de eerste uitzending en ik ben een van hen. Volgende week stem ik niet meer af op dit programma. Mijn liefje en ik gaan andere dingen doen op dat tijdstip.

Van Nieuwkerk ging dit seizoen vroeg met zomervakantie omdat hij achter de schermen met nieuwe programma-concepten aan de slag ging. Ik las onlangs dat hij later dit jaar terugkeert naar DWDD maar ook iets nieuws gaat proberen, onder andere een boekenprogramma. Joehoe! Volgend jaar komt hij wellicht ook met een reisprogramma. Hij is nog lang niet klaar, ik voorlopig wel.


vrijdag 16 december 2016

Oude en nieuwe tradities

Gedurende de tijd dat wij in dit dorp verbleven, overleden twee dorpsgenoten. hh's Ochtends vroeg en 's avonds hoorden we de heilige man oude teksten reciteren door een microfoon. Doorgaans heeft dat iets rustgevend maar eergisteren en de dag ervoor werd er gebeden en gezongen door iemand die niet had misstaan in een stand-up comedy. Het klonk alsof hij allerlei typetjes nadeed. Mijn liefje en ik werden er een beetje lacherig van.

Gisterochtend hoorden we muziek dichterbij komen dus ik besloot mijn neus buiten het resort te steken. Dat deed ik op het juiste moment: een enorme stoet mannen, vrouwen en kinderen in traditionele kleding liepen achter de kist van de overledene aan. Het was bepaald niet de eerste ceremonie die ik meemaakte. Alhoewel ik niet in sarong was gekleed, werd ik gedoogd. Balinezen zijn wat dat betreft wel nieuwsgierige toeristen gewend.

Hindoes geloven in reïncarnatie en zij cremeren hun doden. Crematie is een voorwaarde om op aarde te kunnen terugkeren. Het bleek te gaan om de belangrijkste holy man van Lovina. Putu, een oude bekende, vertelde mij in de optocht dat de man drie maanden geleden ernstig ziek werd. Hij was nog betrekkelijk jong, begin 60. Het leek alsof het gehele dorp uitliep, de stroom mensen was enorm. De wit-gele kist (bade) met foto van de overledene, stond op een bamboeplateau dat op de schouders van stoere kerels werd gedragen. Holy men zijn overigens altijd geheel in wit gekleed. Aan beide zijden van de kist stond een in witte en gele stof omwikkelde jongeman, een van hen zwaaide met een scepter, een kip-op-een-stokje.

De banjar gamelan, het plaatselijke muziekgezelschap, bepaalde het tempo van de bewegingen. De kist werd meermalen omhoog getild, omlaag geduwd en rondgedraaid. Dat doet men om zeker te weten dat de overledene dusdanig in de war raakt dat hij niet meer naar zijn aardse familie en zijn thuis kan terugkeren. Dat gebeurde telkens onder een hoop gejoel. Een Hindoe-crematie heeft ogenschijnlijk niets verdrietig. De stoet liep langs de tempel die direct aan zee staat. De crematieplaats bleek echter gewoon onder de bomen te zijn, op de wandelboulevard langs de Balizee.

Er werden rondjes gedraaid met de kist, naaste familie hield een wit snoer vast waarlangs de bewegingen werden gemaakt. De kist werd op de grond gezet, de overledene werd in zijn lijkwade op de vuurplaats gelegd die vervolgens werd overkapt. Toen het vuur werd aangestoken en de naaste familie zich om het lichaam heen schaarde, was het voor mij tijd om te gaan. Niet omdat ik de ceremonie niet verder kon aanzien maar omdat ik beloofde twee speelmaatjes van de mannetjes uit te zwaaien. Eenmaal terug in het resort vertelde een medewerker mij dat de overledene, Jro Mangku Gede Loster, jaren geleden ook hun familietempel ter plekke had ingewijd. Het vuur wakkerde nog urenlang, zag ik later op de dag vanuit de verte.

Op diezelfde dag zag ik 's middags een halo om de zon; altijd bijzonder om te aanschouwen. De Hindoekalender bepaalt op welke dag een ceremonie mag plaatsvinden. Wij maakten deze week tevens een (super)volle maan mee dus het was een goede tijd voor festiviteiten.

Om het goede rapport van Yuda en het begin van de schoolvakantie te vieren, besloten we op zondag jongstleden naar een nieuw pretpark in de buurt te gaan, genaamd Krisna Funtastic Land, dat op 12 november opende. Elsa had haar zonen eerder naar binnen geloodst maar toen maakten ze geen gebruik van attracties. Een ritje kost in het weekend 17 à 22.000 Rpi per persoon (€1.25 à 1.50) dus dat kan niet iedere Indonesische familie zich zomaar veroorloven. Maar daar heb je suikeroma’s voor. De beide mannetjes kwamen op hun paasbest aan, ze hadden er zin in.

Om vijf uur in de namiddag kwam de regen echter met bakken uit de hemel. Een donkergrijze deken daalde over ons neer dus we besloten het vertrek uit te stellen. Dat hebben we geweten! De oudste bleek zum Tode betrübt… nog nooit zag ik zulke dikke tranen over zijn wangen rollen. Hij dacht dat uitstel afstel betekende en was ontroostbaar. We wisten niet hoe snel we moesten melden dat we zouden vertrekken zodra de regen ophield. Een uurtje later was dat het geval. Toen waren zijn tranen inmiddels op. Ik begrijp zijn stress wel. Zelfs voor mijn generatie zijn pretparken en circussen doodnormaal. Hier komen ze van heinde en verre, zelfs in volle bussen van Java, om iets dergelijks te beleven.

We kwamen dan ook in een gi-gan-ti-sche file terecht en dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat het lang duurde voordat Noord-Bali serieus vertier ging verschaffen aan de lokale bevolking. Nu gaat het in een stroomversnelling: er is een lunapark, een zeilschooltje, er zijn speeltoestellen in zee, je kunt inmiddels parasailen en waterscooters huren (helaas) en zwembaden schieten overal als paddenstoelen uit de grond. Moeder Elsa moest die avond koken in de villa van haar werkgever dus ze zette ons bij de ingang van het pretpark af en reeds terug. We spraken af dat we elkaar op een later moment bij diezelfde ingang zouden treffen en dan samen onze weg zouden vervolgen.

De eerste attractie die we uitprobeerden, was de roller coaster voor kinderen. Mijn liefje verklaarde zich bereid in de lange rij te gaan staan om kaartjes te kopen, terwijl ik twee ogen op de mannetjes hield. Je moet er niet aan denken hen in een Indonesische mensenmassa kwijt te raken. Wij waren de enige orang kulit putih (witte mensen). Damai (5) en ik gingen voorop, Yuda (9) en mijn liefje stapten in het karretje achter ons. De kinderen zijn nog te klein om alleen te gaan al zit je in de riemen en kom je niet hoger dan drie meter van de grond. Wij vielen echter geenszins op: de meerderheid van de reizigers was ruimschoots volwassen. Dat vond ik wel ontroerend. Damai was een beetje bang door de snelheid en de bochten dus die zat extra stevig in mijn armen, Yuda was door het dolle heen. Wijzelf waren gematigd enthousiast. Tja.

Inmiddels schemerde het. De volgende attractie was de kereta api, een treintje op een hoge rails waarin je een groot deel van het verlichte park kon overzien; het bleek dé favoriet van Damai. Het duurde minstens een half uur voordat we het hoogste platform bereikten. De mannen hadden ogen op steeltjes, ik zag de adrenaline uit hun oren komen. We wisselden van samenstelling, Yuda kwam nu naast mij zitten. Hij trapte zo hard mee op de pedalen dat onze trein af en toe uit de bocht leek te vliegen. We reden zelfs over een daar geparkeerd echt vliegtuig heen. Het kereltje stuurde ons echter geconcentreerd en vaardig langs het traject, mijn liefje en Damai reden deze keer voor ons uit.

Op dat moment was Elsa nog in geen velden of wegen te bekennen. We stuurden een bericht met de vermelding van onze locatie op het terrein. Ze bleek wederom in een file te staan, nóg langer deze keer. Wij besloten door te stomen naar attractie nummer 3, het lampionnenfestival. Dat vonden wij, oudjes, een schot in de roos. 

Er waren verlichte Disney-figuren, grote dieren, Aziatische taferelen, het New Yorkse vrijheidbeeld, de Eiffeltoren en nog veel meer. Met een bootje kon je langs alle beelden varen. Zelfs de kleine zeemeermin, mijn favoriete Disney-figuur, was er! Daarna was het de hoogste tijd Elsa te gaan zoeken maar de mannetjes somden op wat nog op hun programma stond voor die avond: de botsautootjes en een bezoek aan een echt vliegtuig, op het 5 hectaren grote terrein. Wij vonden het welletjes. Elsa bleek nog steeds onderweg dus wij spraken af elkaar in een nabijgelegen restaurant te treffen. De jongste viel aan tafel in slaap voordat zijn moeder arriveerde, de oudste zat dromerig voor zich uit te kijken. Die deed alle attracties in gedachten over. 

Morgen gaan we naar de school van Damai, waar hij optreedt in een Balinese dansvoorstelling. Met elkaar houden we zo mooie tradities in ere. 


dinsdag 4 oktober 2016

Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Het Spaanse volkslied is geen lied van het volk. Ten eerste wordt er niet gezongen want het heeft geen tekst, ten tweede is het een militaire mars uit de 18e eeuw. Het is een van de slechts vier volksliederen ter wereld zonder tekst; overigens tegelijkertijd een van de oudste. Het woordloze lied is al jarenlang een doorn in het oog van menig Spanjaard. 

De Spaanse songwriter Guillermo Delgado Ortega deed onlangs wederom een poging om de marsmuziek van tekst te voorzien, getiteld Por tu Libertad (Voor jouw vrijheid). Ik bekeek het bijbehorende YouTube-filmpje en werd geraakt door de tekst. “Water en land zijn mijn grenzen, onder een blauwe lucht die ik wil delen”, “zon en maan zijn getuigen van een leven in vrede”, “hand in hand respecteren we elkaars manier van denken, voelen en spreken”. Mooie teksten, gelukkig in niets gelijkend op De Dag Die Je Wist Datie Zou Komen! De tekst refereert nergens aan Spanje of aan Spanjaarden zodat ook Catalanen en Basken het lied uit volle borst zouden kunnen meezingen. De tekst en melodie bleven in mijn hoofd vast zitten. Liedjesschrijver Ortega overhandigde zijn voorstel aan Madrileense politici die gaan beoordelen of dit uiteindelijk de officiële tekst van het Spaanse volkslied kan worden. Eerst maar hopen dat we in dit land binnenkort weer een regering krijgen!

Wat mij betreft, is het ook tijd voor een herziening van het Wilhelmus. Dat zou extra betekenis krijgen als het gebeurt tijdens de regeerperiode van Willy van Oranje, de huidige Vader des Vaderlands. Tekstregels als “In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht” en “ben ik van Duitsen bloed” zijn niet meer van deze tijd en niet meer op de gemiddelde Nederlander van toepassing. We kunnen Giel Beelen en jonge singers/song writers vragen om een nieuwe tekst te maken op de oude melodie. Het huidige lied heeft 15 coupletten die met elkaar een acrostichon vormen maar dat was ik alweer vergeten. (De eerste letters van elk couplet vormen de naam Willem van Nassov.)

Wie is die gemiddelde Nederlander eigenlijk? Hoe kan die persoon het best worden getypeerd? Is dat nog steeds iemand met blond haar, blauwe amandelvormige ogen, lang van postuur en blanke van huid? Laat die Hollander zich typeren als spaarzaam/zuinig, recht-voor-zijn-raap/tactloos, betweterig, vrijdenkend, nuchter, klagend en vloekend, inventief, het best verzekerd ter wereld, met calvinistische werkethos en een opgeheven vingertje? (Dit zou mijn typering zijn…) Het hangt ervan af aan wie je de vraag stelt. Een buitenlander bekijkt ons met andere ogen dan wijzelf. Bovendien zal die perceptie van ons per nationaliteit verschillen. Toen mijn liefje en ik in Engeland woonden en werkten, kocht ik een stapeltje ‘The UnDutchables’-boeken voor de consultants in mijn internationale team. Zij moesten de cultuur van hun reislustige Hollandse manager maar eens leren kennen. Je mag best irritant zijn, zolang je het maar weet van juzelluf. Het boek definieert en beschrijft op uiterst vermakelijke wijze de Nederlandse identiteit, gezien door Britse bril.

Vele edities volgden maar Nederland wordt nog steeds als Horkenland aangeduid en de Nederlander heet nog steeds cloggie - clog betekent klomp. In mijn exemplaar van toen waren al veel opmerkelijke uitspraken te lezen. ‘Bij hen thuis zijn allen gelijk en je komt er niet achter wie er de baas in huis is, tenzij je man en vrouw beiden bij je in bed neemt.’ (Owen Feitham, Londen, 1652.) ‘Wat zo pijnlijk is voor de ziel, is het voortdurende besef dat het land eigenlijk helemaal niet hoort te bestaan. Alles wat je ziet, is beneden het niveau van het water: zompig, lelijk en kunstmatig.’ (Matthew Arnold, 1859.) ‘Bij Albert Heijn werken ongelikte tienerjongens die tussen het versieren van de kaasmeisjes door de schappen vullen en achter de kassa zitten krengerige dames van middelbare leeftijd.’ (Kevin Lowe, expatica.com.) ‘Geschreven Nederlands ziet eruit alsof er iemand op een schrijfmachine is gaan zitten!’ (The Dutch Courier, Australië.) Ik kan lachen om de schets. We moeten onszelluf niet al te serieus nemen.

The UnDutchables behandelt alle denkbare thema’s, zo ook de vliegende Hollander.  ‘Hollanders emigreren. Ze moeten wel, want als ze dat niet doen, passen ze niet meer in hun landje. Wanneer ze emigreren, nemen ze hun ‘Nederheid’ mee. Die laten ze, al naar gelang de eisen die de nieuwe cultuur hun stelt, stukje bij beetje varen, maar niet zonder een snufje protest. Sommige eigenschappen zijn onuitroeibaar, andere worden maar al te graag overboord gezet, weer andere slechts morrend. [..] Ze vinden het heerlijk om Hollands te zijn en er tegelijkertijd op af te geven. Maar de breuk is nooit totaal.’

Als biculturele burger nam ik mijn Nederheid inderdaad mee over de landsgrens. Water en land bleven mijn grenzen, den koning van Hispanje blijf ik eren. 




dinsdag 26 juli 2016

Houden van Spanje

In de afgelopen dagen hield ik een aantal vrienden in Nederland, die hier ook een optrekje hebben, op de hoogte van de laatste ontwikkeling in onze woonwijk. Er werden parkeervakken aangebracht op het privé-parkeerterrein achter onze appartementsblokken. Nu zul je denken: guttegut, is dat alles? Heeft Barefoot niets interessanters te bloggen?’ Wellicht niet maar lees toch even verder.

Ik kan mij niet herinneren dat het onderwerp op de agenda stond en tot stemming kwam in de afgelopen vergadering van de Vereniging van Eigenaren aangezien we die voor de eerste keer niet persoonlijk bijwoonden. In het voorafgaande jaar ontstond onmin met de president en het leek ons beter daarom deze keer niet van de partij te zijn. Mijn liefje en ik hadden geen zin in onzin. Het bleek een verstandige beslissing: de vergadering verliep wederom niet zoals gewenst.

Het onderwerp parkeervakken komt voort uit ergernis over een kapotte auto die al bijna twee jaar ongebruikt en onhandig staat geparkeerd. De Nederlandse buren van de Britse eigenaren verzochten hen meermalen vriendelijk het goggomobil te verwijderen. In drukke tijden hebben we de parkeerplaatsen hard nodig en bovendien is ons parkeerterrein geen autokerkhof. Het haalde niets uit.
Ook een verzoek van de president leverde geen actie op; saillant detail is dat diezelfde Britten zíjn appartement huren. De auto, die ogenschijnlijk geen wegenbelasting betaalt en geen ITV-keuring (APK) onderging, werd menige buur in de loop van de tijd een doorn in het oog. Wellicht dat de president met deze daad zijn autoriteit liet gelden? Zette hij de parkeervakken in als pressiemiddel? Hoe het ook zij, hij had geen budget voor de werkzaamheden. Daar zal ik mij, als lid van het auditteam van de vereniging, later dit boekjaar formeel mee gaan bemoeien.

Een Zuid-Amerikaanse medewerker van het vaste klusteam van de VVE liep op vrijdagmiddag op het parkeerterrein rond met een dikke rol tape en een blik verf. Ik liep op hem af, maakte een praatje en legde zijn werk en fotogenieke hoofd met de camera vast. Ik heb een zwak voor (autochtone) Zuid-Amerikanen, ze stralen levensvreugde uit. De man ging secuur te werk en kluste om geparkeerde auto’s heen. De kapotte auto kreeg een sticker met de mededeling dat’ie weg moet en op de voordeur van hun woonblok kwam de waarschuwing dat het parkeerterrein leeg moet om de klus goed te kunnen klaren. De vakken zijn klaar, de betreffende auto werd gisteren door een sleepdienst van de openbare weg weggevoerd.

De foto van hem en de nieuwe parkeervakken stuurde ik door naar een kleine vriendenkring. Eén reactie was opmerkelijk: men vond het jammer dat er zoveel wordt geregeld… ¡No pasa nada! Er is in dit land nog genoeg om je hart over op te halen. Mijn liefje en ik blijven Nederlanders in hart & nieren maar we wonen al 16 jaar buiten het Vaderland, waarvan elf in Spanje. Het aanbrengen van parkeervakken -die dusdanig breed uitpakten op ons terrein dat we per saldo minder plek kregen- vind ik persoonlijk geen voorbeeld van Spaanse overregulering.

Wat in dit verband niet onvermeld mag blijven is dat het bij ‘ons’ bij wet is verboden met (teen)slippers achter het stuur te zitten, te zwemmen in zee bij rode vlag en stoelen te reserveren aan het zwembad of op het strand zonder ervan gebruik te maken. Die overtredingen leveren geldboetes op. In mei van dit jaar kreeg een Madrileense man voor het eerst in de geschiedenis een boete van €150 voor het reserveren van een zitplaats (stoel en parasol) aan de vloedlijn van het strand El Cura van Torrevieja. Nou jij weer! 

Tijd voor serieuzere opmerkingen. Hieronder vind je een greep van de door mij geobserveerde ongeregeldheden’ in ons tweede vaderland
  • De cultuur van mañana-mañana. Een afspraak wordt menigmaal niet nagekomen. Met een beetje goede wil zou je dat ook iets positiefs kunnen noemen. Als het immers vandaag niet lukt, proberen we het morgen gewoon weer.
  • De achterstand op het gebied van internet. Ik blog er regelmatig over.
  • Het geregeld uitvallen van de elektriciteit.
  • Geluidsoverlast, binnen- en buitenshuis. De Spaanse bouw is eensteens waardoor wanden het minste of geringste burengerucht doorlaten. Spanjaarden zijn luidruchtig, in de zomermaanden gaat het lawaai tot ver voorbij middernacht door. Bareigenaren (vaak Brits) lappen de acoustische regels aan hun laars en de Spaanse politie treedt niet of nauwelijks op.
  • Inefficiënte postbezorging. De gemeente kwam jaren na de bouw van onze woonwijk pas met straatnamen en adressen. In de zomermaanden hebben we wekelijks andere postbezorgers met onvoldoende kennis. De aflevering van aangetekende stukken ging nog nooit goed.
  • Het dumpen van grofvuil, blikjes, glas en plastic langs de openbare wegen en zelfs in natuurparken. Behoeft geen toelichting.
  • Het ontbreken van regelmaat in het legen van afvalcontainers. Ik mailde al ontelbare keren naar het gemeentelijke bedrijf dat die taak uitvoert. In het hoogseizoen stapelt afval zich her & der naast de containers op, met alle gevolgen vandien.
  • Logistieke onbenulligheid in supermarkten. Het hoogseizoen begon, het aantal Spaanse en buitenlandse vakantiegangers nam substantieel toe en de lege supermarktvakken zijn weer aan de orde van de dag. Dit jaar is hierop geen uitzondering.
  • Onbegrepen rotonde- en invoegregels. Het aantal keren dat ik inhield of juist harder ging rijden teneinde aanrijdingen te voorkomen, is op de vingers van tientallen handen te tellen.
  • Het ontbreken van een alomvattend plan voor ruimtelijke ordening. De eerste bouwboom bracht zoveel urbanisaties voort dat er hier zeeën van beton ontstonden. De 100 meter-regel langs de kust werd in menig plaats met voeten getreden. De tweede bouwgolf is nu aan de gang, de lege plekken worden opgevuld.
  • Inefficiënte belastingdienst. De Nederlandse belastingdienst zou de Spaanse al jaren helpen om hun administratie op orde te krijgen maar wij merken er niets van.  
  • Bureaucratie. Afgelopen week las ik in de krant dat 30.000 overleden Spanjaarden pensioen ontvangen. De Spaanse Rekenkamer riep reeds in 2014 op tot herziening van het bureaucratische systeem dat vol gaten en zwakheden zit.
  • Corrupte politici, vooral van de PP. De Partido Popular stamt uit de tijd van de fascistische Franco; het is een rechtse, uiterst conservatieve partij. Ontelbare burgemeesters van die partij zitten door heel Spanje in de gevangenis. Tijdens de eerste bouwboom regelden zij hun eigen zaakjes te goed! De partij van Rajoy, die weigert zich te houden aan de Europese begrotingsafspraken, behaalde bij de laatste verkiezingen wederom een kleine meerderheid. Het zijn vooral Spanjaarden van de oude garde die alles bij het oude willen houden.


Ooit trof ik dit Maori-gezegde aan op een bankje langs de kustroute van Cogee naar Bondi Beach:Turn your face to the sun so the shadows fall behind you”. Wijs. Dat is precies wat we doen: we kijken zeker niet weg maar het goede van Spanje weegt op tegen de negatieve aspecten. Het onvolprezen Spaanse beachlife, de zon die aan de Costa Blanca gemiddeld 300 dagen per jaar schijnt, het buitenleven, het ruime en boeiende achterland, de rijke cultuur, het Mediterrane voedsel, de relaxte levensstijl. ¡Viva España! We all love Spain, om uiteenlopende redenen.


zaterdag 11 juni 2016

Piratas en ander gespuis

In augustus vorig jaar gingen we voor de eerste keer naar Isla de Tabarca. Deze week keerden we ernaar terug, nu in gezelschap van vrienden Frans & Roland. Die eerste keer was met Bernadette; toen gingen we op de bonnefooi, snorkelsets onder de arm. Deze keer reisden we met wandelschoenen en zwemkleding, na ons huiswerk te hebben gedaan.

Isla de Tabarca is een klein eiland voor de kust van Santa Pola. Het is het kleinst bewoonde eiland van Spanje, met ongeveer 100 vaste bewoners. Dat aantal zwelt in de zomermaanden aan. Tot het einde van de 18de eeuw was het een toevluchtsoord voor piraten. Regelmatig overvielen zij kustplaatsen tussen Alicante en Torrevieja. Om die zeerovers te weren, besloot de toenmalige Spaanse koning Carlos III het eiland te bevolken met 300 krijgsgevangenen uit Genua, die tot dan toe gevangen werden gehouden op het Tunesische eiland Tabarka. Dat is versie 1. Het andere verhaal is dat zeilers uit de Tunesische stad Tabarca in 1760 schipbreuk leden, werden gered en gehuisvest op het kleine eiland. In 1768 werd het eiland omgedoopt tot ‘Nueva Tabarca’. Dezelfde koning bouwde de wal uit en vestigde een fort, als verdediging tegen islamitische Berbers uit Noord-Afrika. De toenmalig bevolking breidde het dorp verder uit, onder andere met meer verdedigingsmuren, waarvan delen en enkele toegangspoorten nog zijn te bewonderen.

Na enig gehakketak met concurrerende aanbieders van ferry-kaartjes stapten we in Santa Pola in een speedboot die ons gezwind doch rustig naar het eiland vervoerde; er was wind noch golf. Op de terugweg zouden we de langzame ferry nemen. Het was drukker dan verwacht, vooral met Spanjaarden. We besloten eerst de dorpskern te bezoeken voor een kopje koffie. Het is een typisch Meditteraans dorpje met witte huizen en blauwe deuren. Overal waar je loopt, wordt momenteel verbouwd en gerenoveerd. De plaza mayor is relatief groot, de kerktoren neemt een prominente plaats in het beeld in. We hadden mazzel want de sleutelhouder van de ‘Iglesia de San Pedro y San Pablo’ (1775) stond voor de zij-ingang van de gerenoveerde kerk. In 1964 werd het gebedshuis uitgeroepen tot Spaans cultureel erfgoed, net als het eiland.

Hierna liepen we op ons gemak over de verdedigingswal naar de westpunt van het eiland. Wat ik de vorige keer niet vond aan de oostkant, trof ik hier wel aan: glashelder snorkelwater. Toen worstelden Bernadette en ik ons door metershoog zeegras en was er onder water niets te zien. Nu liepen we via de ‘Puerta de la Trancada’, een van de originele toegangspoorten, naar het westelijkste puntje van Tabarca. Zelf had ik veel oog voor de kleuren van het water en de onderwaterwereld, Frans keek zijn ogen uit naar de indrukwekkende sixpacks die daar met snorkel en flippers te water gingen. De vele baaien doen caribisch aan, de meeuwen zijn zo groot als albatrossen.

Drie van ons namen een verfrissende duik in de Middellandse Zee. Roland, bijgenaamd 'Het Watje' vond het zeegras in de branding een show stopper. De vorige onderdompeling van mijn liefje en mij was in de Indische Oceaan in februari 2016, tijdens onze rondreis in Sri Lanka. Dit was een heel andere ervaring! Aanvankelijk voelde dit water koud aan maar eenmaal doorwaad was het goed dobberen. Ook in deze baai werd volop gesnorkeld. Ik nam mij voor de volgende keer op de westpunt te water te gaan. 

Na al die activiteiten was het tijd voor lunch. Ook op dit vlak deden we ons huiswerk: de Tripadvisor-gemeenschap vindt ‘Restaurante Gloria’ het beste van het eiland maar sommige reviewers waren verdeeld in hun mening. Het toeval wil dat we met Bernadette hetzelfde restaurant kozen. Onze foodies-intuïtie werkt kennelijk goed! Vis uit de wateren rondom Santa Pola wordt hogelijk geprezen in dit deel van Spanje. De producten zijn niet goedkoop maar zijn het proeven meer dan waard. Een kilo koraalrode garnalen uit Santa Pola kost €200.

We bestelden überverse ansjovis (‘boquerones’) van de grill, gestoomde mosselen, gegrillde groenten, gegrillde octopustentakels met zuignappen; alles bereid in mooie kwaliteit olijfolie. Eén bestelling viel bij ons niet in goede aarde: gevulde inktvis, door de kelner aangeprezen als lekkernij. Alle vier vonden we het visvlees kauwgom, de mantel van de inktvis was gevuld met wat het dier at maar ook dat kon ons niet bekoren. Jonge Spaanse rosé completeerde de bijna perfecte maaltijd. Het kaneeltoetje was yummie. Het was gezellig met de boys – como siempre. We tuften met de slow boat naar het vasteland terug. Happy, rozig en voldaan.


dinsdag 12 april 2016

Birthday Balloons

Gisteren was het de verjaardag van vriend Frans, één van de leukste buurmannen die we in Spanje hebben. Zijn vriendje vloog onlangs naar Nederland terug omdat de plicht riep, zijn moeder vloog diezelfde dag in. We werden eerder aan elkaar voorgesteld maar deze keer leerden we haar beter kennen. Drie jaar geleden overleed haar echtgenoot plotseling, na meer dan 50 jaren samenzijn. Mieke zegt dat de jus er sindsdien vanaf is...
Afgelopen weekend gingen we gevieren naar de start van de tweede etappe van de Regata Costa Cálida, van Cartagena naar Águilas. Frans is een zeilfanaat, hij kreeg de liefde voor varen met de paplepel ingegeven. Zijn moeder groeide in Nederland op aan het water en had op haar 17de haar eerste zeilbootje van het gespaarde oppasgeld, daarna werd ze als jong volwassene au-pair in Oslo. Ze blijkt net zo’n waterrat als mijn liefje en ik en ook dat schept een band. Een mooi mens.

De eerste etappe van deze Spaanse regatta vond een week eerder plaats en voerde van San Pedro del Pinatar naar Cartagena. Er deden 40 zeilschepen mee aan de regatta, met ongeveer 200 mensen aan boord. De weersomstandigheden voor de tweede etappe waren uitstekend: windkracht 5 uit het zuid-westen. We kwamen ruim op tijd in de haven van Cartagena aan. Daar lag echter een cruiseschip van de Holland America Line, de MS Eurodam, dat het zicht op de start volledig blokkeerde. Het doet momenteel een rondje in de Middellandse Zee onder de titel ‘Mediterrane Glamour en Spaanse Schatten’. Toen ik ervoor stond, had ik een bijna onbedwingbare zin om aan boord te gaan.

Sailing - Lauren Purnell
Terwijl de zeilschepen zich naar de start begaven, dronken we een kopje koffie toen mijn liefje iets anders gewaar werd. Aan het tafeltje achter ons zaten twee Amerikaanse dames van middelbare leeftijd; typisch reizigers van HAL. Op enig moment verdween een koffiekopje met logo van de zaak in servetten verpakt in een diepe schoudertas. Kennelijk was de koers van de dollar nog niet gunstig genoeg? Wellicht waren zij verstokte kleptomanen? Verzamelen ze hun leven lang al gratis souvenirs in elke pleisterplaats die ze aandoen? De eerstvolgende havens op de route van de Eurodam was Málaga, gevolgd door Cádiz. Caféhouders aldaar, houd je kopjes!
Het zeilschip El Carmen, lid van de Cartageense zeilvereniging, won de eerste en de tweede etappe van de regatta dus werd glansrijk winnaar van de trofee die op 14 mei zal worden uitgereikt.

Birthday Balloons - Lauren Purnell
Vandaag is het mijn beurt. Dit jaar is de tweede keer dat mijn liefje en ik dezelfde cijfers in onze leeftijden hebben maar dan in andere volgorde. Normaliter zijn we op onze verjaardagen op pad maar dit jaar niet, al ligt dat niet aan haar. Bij het ontbijt kreeg ik te horen dat ze het een en ander uitzocht om mijn verjaardag een glamoureus tintje te geven. 3 Michelinsterrenrestaurant Quique Dacosta in Dénia was vandaag (en morgen) echter gesloten, een reisje naar de Huelva -gewaardeerd vogelspotgebied- en de apenrots van Gibraltar bleek geen optie vanwege aanhoudende regen. Dit jaar dus geen verrassingen, wel kadootjes. Net als vorig jaar, blijven we thuis. Toen gooide de sneue heup roet in het eten, dit jaar is dat gelukkig geen excuus. 

De kunstwerkjes bij de blog zijn gemaakt door de Amerikaanse Lauren Purnell, blogger en fotografe, die bijzondere schilderijen maakt met voedsel(resten). De ballonnen zijn gemaakt van citroen, limoen, appel, sinaasappel en bieslook. Hoe inventief en creatief! Twee jaar geleden begon ze met deze zogenaamde Culinary Canvasses. Inmiddels vervaardigde ze haar honderdste schilderij. Ze bouwde in die tijd een schare trouwe volgers op.

We gaan er een leuke dag van maken, te beginnen met een taartje en een zelfgebrouwen kopje Nespresso-koffie in goed gezelschap. Vanavond ga ik met mijn Spaanse Schat een vorkje prikken bij de beste Thai in de regio (Papaya Tree). Zonder trillend vorkje, wat mij betreft!



zondag 27 maart 2016

De straat op

Vorig weekend gingen we voor de eerste keer naar San Pedro om in Paasstemming te geraken. Weet je dat de Semana Santa van ‘ons’ Orihuela het predikaat Declarada de Interés Turistico Regional ontving? Net als onder andere Granada, Avila en Toledo; maar 's lands hoofdstad Madrid weer niet… Ook op de poster van San Pedro stond die vermelding.

Mijn liefje en ik kochten takken voor in huis die we versierden met houten paashaasjes en eieren. Op palmzondag kochten we bij de plaatselijke Caritas-vereniging palm- en olijftakken; dat alles in het kader van de inburgering. De straat stond vol met ouderen en hun kleinkinderen, allemaal op hun paasbest gekleed. Ook mijn ouders kleedden ons met Pasen in nieuwe kleding. Van de lagere school herinner ik mij de fraai gedecoreerde palmpasenstokken in de vorm van een kruis, met daar bovenop een haantje van brood. Die zie je hier overigens niet. We luisterden naar de Spaanse priester die met zijn gehoor middenop straat bad en hen zegende. We liepen niet mee in de processie – er zijn grenzen aan onze devotie.

Ik keerde naar huis terug met slechts een iel olijftakje. Onderweg vroegen Spaanse vrouwen mij regelmatig waar ik die takken kocht. Ik deelde ze met plezier uit, ondanks hun protesten. De grote palmtak deed ik kado aan de kleinzoon van onze Spaanse buren aan de tapasbar van De Tonnetjes. Het is nooit te laat voor een goede daad!

Afgelopen donderdagavond hadden we hier geen televisie, of je nu Nederlandse, Engelse of Spaanse programma’s wilde zien. Regelmatig werd er bij ons (aan)gebeld. Geen van beiden zijn we bestuurslid van de Vereniging van Huiseigenaren maar mensen uit diverse blokken weten ons te vinden als er iets in de woonwijk niet in orde is. Geen probleem, wij weten de weg. We besloten het kantoor van de gestor te bellen. Daar werd niet opgenomen, hetgeen niet verbazingwekkend is ten tijde van de belangrijkste week in Spanje. We probeerden het op verschillende tijdstippen maar dat maakte geen verschil; de telefoon bleef onbeantwoord. Dan maar het huistelefoonnummer van de administrateur zelf. Hij nam op, luisterde, zei dat hij er al iets van had vernomen. Er zou sprake zijn van een electriciteitsprobleem in de centrale. Misschien zou er diezelfde avond nog een technicus langskomen maar anders de dag erop. Het duurt inmiddels vier dagen. Tja.

Op Stille Zaterdag keerden we terug naar San Pedro voor de Procesión de la Soledad, de processie van de eenzaamheid. Het was de eerste keer in mijn beleving dat we met zovelen zó stil waren. Bij zoveel devotie voel ik mij soms een voyeur... De Maagd van de Eenzaamheid werd door de Broederschap van de Heilige Johannes door de straten gedragen. Het beeld van de moeder van Jezus heeft diepliggende ogen en rimpels van het huilen, ze smeekt dat de hemelpoort voor haar zoon opengaat. Haar beeltenis is gehuld in zwart kleed met goudkleurige stiksels. Ik herdacht bij die gelegenheid de uitspraak van de Syrische dichter Adonis: ‘eenzaamheid is een park met slechts één boom’. Mooi.

San Pedro riep een fotowedstrijd uit tijdens de Semana Santa maar daaraan waagde ik mij niet. Tijdens processies tref je niet de beste omstandigheden voor een memorabele foto: het is donker, er zijn veel bewegingen, je hebt constant mensen voor de lens. Bovendien wijkt mijn smaak nogal af van wat door Spanjaarden wordt gewaardeerd, denk ik. De foto hiernaast stamt uit 2002. Mijn liefje en ik bezochten Cartagena waar we de Semana Santa voor de eerste keer meemaakten. Een beetje puntmuts en veel devotie bij toeschouwers. Het was de expressie van het ouderpaar die mij de foto deed nemen. Ze stralen een gevoel van desolatie en eenzaamheid uit maar tegelijkertijd zie ik ook samenheid. Ik koester de foto. In 2004 maakten we een indrukwekkende avond mee in de heilige week tijdens een stedentrip naar Madrid en in 2009, op weg naar Marokko, vielen we met onze neus in de boter toen de broederschappen van Tarifa met hun puntmutsen door de straten gingen. Bijzondere ervaringen.

Ik wens alle vrienden, familieleden en bloglezers vrolijk (zalig) pasen, happy easter & felices pascuas.