Voor de meeste Balinezen zijn nakomelingen de garantie voor een verzorgde oude dag. Ouders en grootouders worden in Bali te zijner tijd niet naar een bejaardentehuis verhuisd. Ze blijven binnen de familie en worden tot hun dood door hun kinderen verzorgd. Alhoewel Elsa, Ketut en Yuda inmiddels naar een eigen huis buiten Ketut's geboortedorp verhuisden, zullen zij als kinderen voor hun ouders blijven zorgen.
Een tweede kind is ook goed voor zoon Yuda: met een broertje of zusje leert hij spelen en delen. Die kleine wordt nu dagelijks bij grootouders- of overgrootmoeder (80 jaar) ondergebracht. Dat is geen stimulerende omgeving voor een slim, druk jongetje van bijna 3 jaar maar dat zijn de mores hier. Er is een -privé- kindergarten in Lovina voor kinderen vanaf 3 jaar; dat lijkt ons wel iets voor hem.
Wel kun je bedenkingen hebben bij het moment: volgende maand gaat Ketut voor minstens een jaar als steward werken op een internationale cruiseliner. Hij zal de geboorte van zijn tweede kind zeker missen want tijdens het eerste jaar krijgt het scheepspersoneel geen verlof. Voor Elsa lijkt dat nauwelijks een probleem: tijdens de geboorte van hun eerste baby was haar echtgenoot ook niet aanwezig... Gedurende de afwezigheid van haar echtgenoot mag Elsa volgens de Balinese cultuur niet alleen in haar huis verblijven. Zij zal dagelijks worden vergezeld door familieleden die bij haar zullen logeren, of zij bij hen. Dat lijkt mij persoonlijk zeer bezwaarlijk maar zij is eraan gewend. Dat stelsel van tradities, gewoonten en gebruiken wordt in Bali 'adat' genoemd.

Over baby's verder gesproken: onze jonge tuinman Putu Agus doet het goed maar wat is hij nog onbeholpen en onervaren! Hij loopt elke ochtend met een grote glimlach op zijn gezicht de tuin in en telkens als we oogcontact maken, gaat zijn duim omhoog. Hét teken dat hij het naar zijn zin heeft.
Toen wij hem onlangs vroegen voor een klusje op de brommer naar Singaraja te rijden, verschoot hij van kleur: dat had hij nog nooit gedaan... Die stad ligt op circa 19 kilometer afstand van zijn geboortedorp. Voordat het echte tuinwerk kon beginnen, vroegen we hem wel de nieuwe handschoenen van huis op te halen die wij voor hem hadden aangeschaft...
Het opleiden begon uiterst basaal: in welke richting draai je de waterkraan open, hoe ver zet je de kraan open om een sprinkler te laten sproeien, een tuinslang werkt stukken beter zonder knopen erin (idem dito voor de stofzuigerslang van het zwembad), als je gebruiksoppervlakten schoonmaakt doe je dat niet met de schone handdoek uit de personeelstoilet maar met een daarvoor bestemde lap, werk aan één kant van het zwembad moet worden gevolgd door hetzelfde werk aan de andere kant, als de voorzijde van de tuin onkruidvrij is moet de achterzijde van de tuin ook nog, uit een kraan in huis komt tevens warm water.
Putu zucht en kreunt als hij zijn spierkracht moet aanspreken en 'mannenwerk' moet verrichten -klussen met machines, schop of kapmes- maar hij fleurt helemaal op als hij nu mag schoonmaken. De manier waarop hij de nieuwe kussens 's ochtends op de schoongemaakte bale bengong drapeert, getuigt van artistieke aanleg.
Vooral mijn liefje kan haar moederlijke gevoelens op hem botvieren. Anderen zullen hierin wellicht de control freak in haar herkennen maar ze is en blijft een bofkont... En nu wordt ze nog oma ook!