Ik hees mij aan het begin van deze week weer in het ceremoniële pak. Voor het eerst maakten wij een driemaandenceremonie mee in Bali. Bij alle ceremonies waaraan ik hier tot nu toe deelnam, moest lang, soms zelfs heel lang op de holy man worden gewacht. Deze keer was daarop geen uitzondering en iedereen deed dat op eigen wijze.
Het betrof de ceremonie rondom Kadek, het babybroertje van Yudha. Hij werd in februari jongstleden geboren maar behoorde als zuigeling in de eerste drie levensmaanden aan de Balinese hindoegoden toe. Het Balinees hindoeïsme staat bol van de rituelen en kent talloze bijgeloven. Kadek is volgens Hindoetraditie direct na zijn geboorte nog geen aards wezen. In de Engelse taal noemt men dat 'a pre-born infant'. Dat klinkt als een contradictio in terminis... Desalniettemin mochten zijn voeten tijdens die maanden de grond niet raken, hij mocht niet worden meegenomen naar een tempel en bij voorkeur ook niet naar elders gaan. Doktersbezoek dat niet kan worden uitgesteld, is zo ongeveer de enige uitzondering.
Balinese hindoes zijn tevens van mening dat een pasgeboren baby zeer ontvankelijk is voor negatieve invloeden van buitenaf. Die moeten dan ook worden voorkomen. De baby werd om die reden in de eerste levensmaanden verzorgd te midden van en door de directe familie. Na de geboorte werd de placenta (beschouwd als het kleine broertje of zusje van de baby) begraven in het dorp van de Hindoefamilie; men offert elke dag opdat de goden het nieuwe Balineesje gunstig zullen zijn gestemd.
De formele viering van de geboorte van een Balinese baby vindt dus pas in de derde levensmaand plaats. Dat neemt niet weg dat Elsa haar Kadekje als moeder direct na zijn geboorte aan haar hart drukte. Voor haar zijn hindoeceremonies minder voor de hand liggend want deze moslima van geboorte werd hindoe om met Ketut te kunnen trouwen. Zij houdt zich echter aan alle hindoeïstische rituelen.
Als ik antropologe zou zijn, zou ik die uitgestelde viering van de geboorte heel anders verklaren: ooit moet het aantal baby’s dat stierf in de eerste drie levensmaanden in deze contreien zeer hoog zijn geweest. Ik vond recente gegevens waaruit blijkt dat er hedentendage 28 zuigelingen op elke 1.000 Indonesische baby’s sterven voordat zij het eerste levensjaar bereiken. In Nederland zijn dat er 4 per 1.000 borelingen. (Ook dat aantal is hoog in vergelijking tot het gemiddeld aantal van 3 in overige Europese landen.) Het Indonesisch cijfer is daarbij vergeleken sky high maar het gaat de goede kant op: in 2003 betrof het sterftecijfer nog 38 baby’s.
Wij maakten dus recent de geboorteceremonie mee van kleine Kadek. Hij ontving bij die gelegenheid tevens zijn aardse naam: Damai. Ik was geroerd toen ik zijn toekomstige naam hoorde. Het betekent ‘vrede’ en dat wensen mijn liefje en ik dit lieve manneke en het gezin waarin hij thuishoort van harte toe. Naar verluid begrijpt Elsa’s Balinese schoonfamilie niet waarom hij zo moet heten; ze vinden hun keuze niks. Wij wèl: in die familie is namelijk altijd kinnesinne, vooral om geld dat sommige familieleden besteden alsof het kokosnoten zijn... Zo is de geldlust van Ketut’s oudste broer er de reden van dat de jonge broer op een cruiseschip is gaan werken. Iedereen behalve die broer realiseerde zich voor zijn vertrek dat de afstand tot zijn gezin en zijn geliefde eiland hem doodongelukkig zou maken.
Vader Ketut woonde de driemaandenceremonie van zijn jongste zoon niet bij, tot zijn grote verdriet. Hij is nog steeds werkzaam op het Amerikaanse cruiseschip Regent Seven Seas al begon hij inmiddels aan de laatste etappe van zijn reis. Vanaf nu tot aan zijn terugreis naar Bali vertoeft hij in Alaska. Hij heeft het erg koud, vertelde hij ons recent aan de telefoon; hij draagt dagelijks vier t-shirts, een trui en mijn windjack om op temperatuur te blijven. We tellen met hem af tot begin juli. Voor dat doel maakte ik een tekening die nu in de keuken hangt. Elsa en Yudha vinken daarop de dagen tot het weerzien samen af.
Het was bijzonder om zo’n driemaandenceremonie als Westerse buitenstaander mee te maken al beschouwen Elsa en Ketut ons als familie. Wij wilden haar sowieso op die dag graag een beetje extra steun geven. Zij stond er in de aanloop naar deze ceremonie tamelijk alleen voor en dat was goed te merken: ze was gestresst en afwezig. Als ik vroeg naar de reden van de zorg, was er altijd wel iets dat iemand uit haar schoonfamilie haar had aangedaan. Mèt haar ben ik blij dat het achter de rug is.
Kadek is de naam voor het tweede kind in een gezin maar het betekent ook ‘glimlach’. Die naam past dit ventje nu al goed! Kadek Damai’s derde naam is Margita; de goede verstaander begrijpt dat we zijn vernoemd! Een mooi gebaar van de beide ouders. Zijn vierde naam is Sanjaya. De holy man had de grootste moeite met de reeks. Kadek kon hij nog behappen maar de rest van zijn naam werd regelmatig verbasterd of onjuist uitgesproken. 'Verleden botst met heden', was mijn conclusie. Elsa en ik keken elkaar tijdens de ceremonie veelbetekenend aan.
Hij beseft het nu nog niet maar Kadek Damai Margita Sanjaya heeft er twee liefhebbende oma’s bij. Een separaat webalbum van deze gelegenheid -met onderschrift, deze keer- is te vinden bij mijn overige albums.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten