Translate

dinsdag 4 november 2025

Wie ziet, kan vertellen

We gaan weer touren in eigen land. Deze keer voert de tocht ons naar de autonome regio Extremadura. We reden er weleens doorheen, speelden en overnachtten 20 jaar geleden op de golfbaan van Cáceres maar verder liggen er geen voetstappen. Extremadura betekent ‘harde rand’ of ‘extreem moeilijk’ in het Spaans. Het is niet per se moeilijk om er te komen. Als wij vanaf de zuidoostkust in een (bijna) rechte lijn naar het westen rijden richting Portugal kom je er, onder Madrid en Toledo door. Regio Extremadura kreeg zijn benaming doordat het zich destijds aan de buitenrand van het katholieke koninkrijk bevond ten tijde van de Reconquista. Dit is de periode in de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland (bijna 800 jaar) waarmee de verhitte strijd van de christenen om gebied terug te veroveren op de moslims wordt aangeduid. 

Mérida is de hoofdstad van de regio en staat op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. In de Romeinse tijd werd deze plaats Emerita genoemd. Je vindt er een eeuwenoude Romeinse brug, een groot amfitheater van acht eeuwen voor onze jaartelling, de tempel van godin Diane (uit de tijd van de eerste Romeinse keizer Augustus) en het Alcazaba (groot Arabisch fort). Allemaal zeer de moeite waard. Die stad gaan we dan ook bezoeken, net als het verderop gelegen klooster van de zwarte madonna: Onze-Lieve-Vrouwe van Guadelupe; eveneens UNESCO Werelderfgoed. In 1493 vernoemde Columbus (daar heb je 'm weer!) de Franse archipel Guadeloupe naar de heilige van dit 13de eeuwse klooster. Na de ontdekking van de Nieuwe Wereld maakte de ontdekkingsreiziger zijn eerste pelgrimstocht naar deze plek in de oude wereld. De bouw van dit klooster liep door in de 14de en 15de eeuw. Tot ver in de 19de eeuw bleef dit het belangrijkste convent van Spanje. 

De steden Cáceres, Trujillo en Plasencia alsmede het nationaal park Monfragüe, een vogelparadijs in het noorden van Extremadura, bewaren we voor een volgende keer. Na uitgebreide lezing in reisgidsen en op het web weten we dat er genoeg reden is om terug te keren naar deze regio (net als Columbus deed). 

Maar de hoofdreden voor dit uitje is de Europese of Euraziatische kraanvogel (grus grus), 'grullas' genoemd in het Spaans. Om vele redenen een fascinerende vogel. Het is een oeroude diersoort waarvan fossielen zijn gevonden die 2,5 miljoen jaar oud zijn, dus uit de tijd van de mammoet. Kraanvogels blijven hun hele leven bij elkaar zodra ze een partner hebben gevonden. Dat kan wel 20 tot 30 jaar duren. Een kraanvogelpaar versterkt hun band jaarlijks door samen te trompetteren en te dansen. Mijn liefje en ik doen dat ook sinds we dit weten... 

Hun getoeter reikt ver, over kilometers afstand. Dat komt door de lange luchtpijp die ze hebben (1,5m) die gekruld ligt in het borstbeen en zo fungeert als een soort natuurlijke geluidsversterker. Kraanvogels zijn in staat om over de hoogste bergketen ter wereld te vliegen: de Himalayas, op ruim 8.000m hoogte. Baby-kraanvogels zijn bijna direct na geboorte in staat om te lopen, te zwemmen en het nest te verlaten.   

In de aanloop naar dit uitstapje zocht ik uit waar in Extremadura we het best naartoe kunnen gaan om deze vogels goed te zien. Er zijn een stuk of tien zones waar deze gevleugelde vriendjes overwinteren maar we gaan die niet allemaal bezoeken. Er moest een keuze worden gemaakt. Extremadura is dé overwinteringsplaats voor ruim 50% van alle migrerende kraanvogels uit Scandinavië, de Baltische Staten en Oost-Europa. (Slechts een klein percentage vliegt door naar Noord-Afrika.) De piek werd hier geteld in 2022. Toen kwam men op ruim 136.000 kraanvogels. 

November 2024 bezochten we de lagune van Gallocanta in de autonome regio Aragón. Ook daar strijken jaarlijks tienduizend tot meer dan honderdduizend kraanvogels neer. Je weet niet wat je ziet en hoort als ze in grote V-formaties over je hoofd vliegen. Hun karakteristieke getrompetter hoor je al van verre aankomen. Spectaculair!

Wat we daar leerden, is dat deze vogels 's ochtends van hun slaapplaatsen naar de weiden en akkers trekken om te foerageren en 's avonds -voor zonsondergang- van die dehesas naar de meren en lagunes terugvliegen om daar te gaan slapen. Ze slapen in water omdat ze dan veilig(er) zijn voor roofdieren op het land. Kraanvogels zijn alleseters: insecten, granen en zaden maar soms ook eikels. Dat laatste doen ze vooral in Extremadura waar de zwartpootvarkens (Ibérico-varkens met hun patas negras) de scepter zwaaien op de landerijen met steen- en kurkeiken. Die krijgen dus enkele maanden concurrentie van deze grote groepen vogels! Ik hoop wel een paar gemengde groepen in het veld te kunnen fotograferen. 

Voor het samenstellen van een reisprogramma maakte ik gebruik van ChatGPT. Op basis van een lange prompt kreeg ik een lijst van locaties in het noorden, midden en zuiden van de regio waar de vogels overwinteren. Daarna was het edel hand- en denkwerk om een definitieve keuze te maken. Dat kun je (nog) niet aan een AI bot overlaten. Ergens in die veelheid van gegevens las ik dat Moheda Alta ‘het epicentrum van de kraanvogels’ is. Nu hoeft dat niet waar te zijn dus ik zocht verder naar bevestiging van deskundigen. 

Zo legde ik contact met een organisatie die de kraanvogels in Extremadura telt in de herfst. Ze noemen zichzelf een studie- en beheergroep (Grus Extremadura). Daar kreeg ik contact met ene José die mij veel tips gaf, onder andere over akkers en waterpartijen in en om zijn eigen woonplaats; inclusief de vele uitkijkpunten. In zijn eerste mail meldde hij dat er op dat moment 400 kraanvogels waren geteld, de keer daarop ging het al om meer dan duizend exemplaren. Ze waren onmiskenbaar in aantocht. Hij bevestigde de betekenis van Moheda Alta. 

Van het een kwam het ander. José stuurde mij daarna een persbericht die de voorpret enigszins temperde. Daarin wordt uitgelegd dat de vogelgriep, het H5N1-virus, niet alleen al tienduizenden dode kraanvogels veroorzaakte onderweg, vooral in Duitsland maar ook in Frankrijk, maar dat het virus inmiddels ook op Spaans grondgebied toesloeg; onder andere in en om de lagune van Gallocanta waar wij vorig jaar waren. Het is de eerste keer dat kraanvogels in het wild worden geraakt door deze vogelgriep. Het tijdstip van deze uitbraak had niet beroerder kunnen zijn! In een krant werd de ziekte een vliegende pandemie genoemd. De vogels komen tijdens de migratie in groten getale samen -ook op tussenstopplekken- en dan gaat een besmetting snel rond. De vrees bestaat dat deze vogelgriep weleens 10 à 15% van de hele migrerende kraanvogelpopulatie zou kunnen treffen. Dat zou een ongekend drama zijn. De Europese kraanvogel heeft nu de status 'niet bedreigd' maar dat zou zomaar kunnen veranderen. We moeten 112 bellen als we dode kraanvogels zien in het gebied. Niks aanraken, alles melden. 

In mijn laatste mail stelde ik José voor elkaar persoonlijk te ontmoeten in zijn woonplaats. Of in de receptie van het plaatselijke hotel. (Dat heeft trouwens een muurschildering met grote kraanvogels in het restaurant, zag ik op de website.) Een soort Vrouw zoekt Boer maar dan anders. In mijn mails aan hem gebruikte ik bewust de ‘wij’-vorm. Opdat hij zich maar niets in het hoofd haalt! Hij zou ons dan kunnen rondleiden en vertellen wat we zien. Dat lukte niet. Wel was er een uitnodiging voor een praatje in het plaatselijke cultureel centrum, gevolgd door een bezoek aan een uitkijkpunt (mirador) over een waterreservoir.  Dat lukte evenmin. Op die avond zijn we alweer op een andere plaats.

Mijn favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ (NPO1 op zondagochtend) deed weer een oproep aan Nederlandse luisteraars in het buitenland. In 2023 deed ik voor de eerste keer mee aan hun eindejaarsprogramma en ook dit jaar meldde ik mij. Toen ging het om vogels in de omgeving van mijn woonplaats: reuring in de salinas en de sneue toestand van de hevig vervuilde Mar Menor, Europa's grootste binnenzee. Nu stelde ik voor een reportage te maken over migrerende kraanvogels in Extremadura. Redactrice Jasmijn en collega’s zijn enthousiast over dat idee. Ik ga de komende dagen dus ook geluidsopnamen maken. Kijken of dat lukt. (Wordt vervolgd.) 

We hebben zin om weer even op pad te gaan. Het zal ongetwijfeld tot boeiende vergezichten en verhalen leiden. Die hoor en zie je binnenkort.

P.S. De foto's van volle velden en in de lucht zijn van eigen makelij. Een nieuw webalbum is in de maak. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten