Wat is hij een mooi mannetje! In eerste instantie was hij een beetje
malu-malu (verlegen) maar na 10 minuten ontdooide hij en maakte hij goed oogcontact.
Als eenjarige loopt hij inmiddels. We zetten hem middenop de tafel en lokten
hem uit zijn schulp. Ik maakte de eerste foto en liet hem het resultaat zien.
Dat smaakte wat Damai betreft naar meer. Ik maakte nog een foto en hij wees met
zijn lange wijsvingertje (net als zijn broer!) naar de camera. Hij wilde het zien, de slimmerik. Ook
mijn liefje had succes met haar aanpak. Zij zette een waterschaaltje met
frangipani voor zijn neus. Ze bood hem een bloem aan en hij pakte die gretig.
Vervolgens ging zijn hand in de waterkom, waar hij met opgetrokken mouwen lekker
kliederde.
Daarna zetten we hem op de terrasvloer. Hij kroop naar de rand van het zwembad waar hij niet meer was weg te slaan. Eerst ging zijn hand in het water. Dat was niet genoeg; hij wilde meer. We zetten hem dus maar met de voetjes in het grote bad en daar kwam de eerste brede glimlach. Een prachtig gezicht. Zijn zes melktandjes blonken ons tegemoet. Hij blijkt net zo’n waterratje als zijn grote broer.
We haalden Yudha vanmiddag uit school op. Toen we de avond voor dat weerzien met hen(m) telefoneerden, schreeuwde hij het aan de telefoon uit van blijdschap. Hij had ons gemist en dat was wederzijds. Ik kreeg een brok in mijn keel toen ik hem onafgebroken hoorde brabbelen. Mijn liefje was net zo enthousiast. Kinderen en -jongere- oudjes spreken de waarheid! Hij was niet alleen gegroeid, hij was in die ruim vier maanden ook in een echte kleuter veranderd. Zijn woordenschat breidde uit, hij eet inmiddels groenten zonder mopperen, met kleuren blijft hij binnen de lijntjes en hij is een voetbalkeeper van formaat! We vielen weer snel in onze goede, oude patronen. Hij is nog net zo ondeugend en ontroerend, houdt nog net zo veel van auto’s. De eerste vijf minuten in het zwembad toonde hij ons zijn beste kunstjes en aan tafel zong hij zijn mooiste liedjes voor ons.
De mondige Elsa heeft het zwaar met haar Hindoe-schoonfamilie. Zij is
van geboorte moslima maar converteerde zich uit vrije wil naar het hindoeïsme
om met haar geliefde Ketut te kunnen trouwen. Dat gebeurde met instemming van
de heilige man van beide religies en beide families. Ze wordt echter door haar zeer
traditionele schoonfamilie gedoogd... Die familie stamt uit de bergen en heeft nogal
primitieve gedachten, in mijn ogen. Bovendien zijn ze gedreven door geldlust. Ooit
verloor de familie sommen geld, land, landopbrengst en huizen door de goklust
van vader. Daarvan is de familie nooit hersteld.
Hun varende zoon Ketut verdient momenteel relatief veel geld op een
Amerikaans cruiseschip. Dat varen was niet zijn idee maar de suggestie van zijn
oudste broer die -net als zijn ouders- en gat in zijn hand heeft. Dat geldt
tevens voor diens echtgenote en zijn jongste broer.
Kasian Ketut! Hij is tamelijk ongelukkig aan boord. Het liefst zou hij bij vrouw
en beide zonen zijn. Tegelijkertijd vindt hij het prima ver weg te zijn en te
blijven van de familieproblemen. Zijn ouders wonen namelijk ver boven hun
stand, zijn oudste broer leeft op veel te grote voet en ook zijn jongste broer
wil groots trouwen maar heeft geen cent te makken. Zijn calculerende familie
verwacht nu van hem dat hij dat alles financieel draagt. Als gehoorzame zoon en
als familieman met tamelijk slappe knieën heeft Ketut geen verweer. Zelf denk
ik dat hij van al zijn verdiensten aan boord helemaal niets overhoudt voor zijn
eigen gezinnetje. Dat alles ergert de hardwerkende, ambitieuze Elsa mateloos. Zoveel
opoffering voor niets... Ook ik kan mij erover opwinden.
Die schoonfamilie laat zich tegenover Elsa in afwezigheid van haar
echtgenoot niet onbetuigd. Iemand uit de schoonfamilie merkte venijnig op dat Damai
“helemaal niet lijkt” op
vader Ketut. Dat is een doorzichtige verdachtmaking en een opzettelijke steek onder de gordel maar ze is dat gewend
(alhoewel dat soort hatelijkheid nooit went). Zij is een sterke en slimme jongedame
maar vrouwen staan in de Balinese samenleving nu eenmaal op het tweede plan. Mannen
en jongens maken hier de dienst uit, hoe incompetent sommigen ook zijn.
Ik beschreef het eerder: de Balinese samenleving is een complexe. Het is
soms moeilijk te accepteren hoe jammerlijk lokale mensen met elkaar omgaan. Onderlinge
jaloezie tiert hier welig. Leven in een maatschappij met grote verschillen
tussen haves en haves not is geen sinecure. Vooral niet voor buitenlanders. Vakantiegangers
ervaren dat -gelukkig (?)- niet. Voor hen is Bali inderdaad het godeneiland.
Wij, semi-permanenten, genieten van kleine dingen, zoals het contact met kids als
Damai en Yudha. De leukste Balinese mannetjes die wij hier kennen. Meer foto’s zijn
te zien in de lopende diashow.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten