Translate

zondag 4 maart 2012

Island Bali

We zijn inmiddels in goede orde op Bali aangekomen. Het was de eerste keer dat wij met KLM naar Denpasar vlogen en dat viel niet tegen. Het toestel (777-400) dat helemaal was volgeboekt, vertrok op tijd, we zaten samen op een plek met veel beenruimte, de stewards en stewardessen waren vriendelijk en toegewijd (op een enkeling na), de vlucht verliep rustig (er werd “om de omweersbuien heen” gevlogen, volgens de piloot), de tussenstop in Singapore was goed georganiseerd en we landden op het geplande tijdstip. Alleen de maaltijden vond ik nogal smakeloos, op enkele toetjes na.

Op de instapkaart en het kofferetiket stond als bestemming 'Island Bali' en dat toverde weer een glimlach op mijn gezicht. Niet dat ik niet weet dat Bali een eiland is maar deze aanduiding gaf een extra vakantietintje aan de reis. Het was tevens de eerste keer dat wij met daglicht naar Singapore vlogen. Vliegend boven de Javazee en de Andaman-eilanden keek ik mijn ogen uit. Volgens ‘onze’ steward was die mate van helderheid zeldzaam. Ik zag grote en kleine eilanden liggen in een zee met duizelingwekkende kleuren, als smakelijke îles flottantes in een dessertbord. Zin om te proeven! Op het laatste deel van het traject, van Singapore naar Bali, had ik mijn camera dan ook in de aanslag maar toen was de bewolking al flink toegenomen. Een gemiste kans maar de kleurrijke beelden staan op mijn netvlies.

Op luchthaven Denpasar, waar momenteel grootschalige renovaties en uitbreidingen plaatsvinden, moesten we lang op onze (ene) koffer wachten. Op Schiphol hadden we gebruik gemaakt van een, voor mij, nieuwe vorm van onbemande bag drop: de koffer moest in een soort hondenkooi worden gezet waarna een label werd geprint dat nog wel door de eigenaar zelf moest worden aangebracht. Daarna sloot de kooi zich en werd de koffer weggesluisd. Een mooi systeem.

Chauffeur Ketut wachtte ons enthousiast zwaaiend op. Na een lange mars langs nieuwe wandelroutes naar de overvolle parkeerplaats stapten we in de auto. Het is voor Ketut altijd een uitdaging om in één keer de goede weg te vinden. Hij wil in het Zuiden nog weleens een omweg maken casu quo een weg over het hoofd zien... Deze keer verliep de terugweg soepel. Het was rustig op weg naar het Hoge Noorden. Alleen rondom Bedugul kwamen we in mist die op somme plaatsen dik was en lang aanhield. Ketut stortte zich soms met ware doodsverachting met groot licht over de witte strepen in het midden van de weg van de helling af. Links van hem gezeten, trapte ik af en toe een denkbeeldige rem in. Onterecht. Hij is namelijk een heel ervaren en vertrouwenswaardige chauffeur maar toch was ik opgelucht toen we na middernacht buurdorp Seririt binnenreden.

De toegangsweg achter de villa was omzoomd door kleine, tamelijk kale bomen toen wij in october 2011 vertrokken. Nu lijkt die weg steeds meer op een heuse allee! Nachtwaker Made stond al met de poortdeuren open. Na de initiële begroeting en een kletspraatje in Bahasa Indonesia meldde hij ons dat zijn vrouw vier maanden zwanger is van hun tweede kind.
Al was het donker, de eerste indruk van de tuin was goed: die was namelijk flink gegroeid. We hadden in de voorgaande dagen onder andere uitgekeken naar de ontwikkelingen in de tuin. Tot diep in de nacht zaten we op het terras, genietend van de zwoele temperatuur, het zachte rollen van de Balizee, de lampjes van de vissersboten op het water, het luide gekwaak van een heel orkest kikkers. En van Elsa’s kleine snacks die ze had voorbereid. We hadden dan ook geen zin om te gaan slapen ondanks de slapeloze reis.
Een van de tegenvallers bij het aankomen, was dat een van de schelpenkroonluchters op het terras de vorige avond na een korte, hevige wervelwind was geknapt en naar beneden was gekomen. Op de teakhouten terrastafel staan nu vele putjes van de inslag van de schelpen. Alsof een kolonne mierenkoninginnen op stilettohakken er overheen wandelde. Kasian! De gevelde schelpenlamp hield zich echter goed, zo bleek na inspectie. Deze huisfavoriet zal ik later deze week zelf met visdraad gaan repareren.

Ik sliep als een baby en stond vanmorgen uitgerust op. We maakten de balans in de tuin op: een van de grote palmen draagt kokosnoten, enkele frangipanis reiken inmiddels tot in de hemel, een van de lotussen op de oprijlaan staat in volle bloei, de papayabomen dragen nog steeds vruchten, de top van de Singaporeboom kan ik niet meer aanraken, net als die van de orchideeboom, de Westindische amandelboom is al een grote paraplu, de eigen stekken van de flamboyant groeien dat het een aard heeft en er ontwikkelen zich nieuwe trossen bananen. We constateerden tegelijkertijd dat alle ananassen, guaves, Balinese appeltjes uit eigen tuin schoon op zijn... Maar nieuwe vruchten gloren!

Vanmorgen begroetten we onze manager Elsa en de nieuwe tweede pembantu Ketut (alweer een?!). Ik legde haar uit dat gewillig op de foto gaan, een functie-eis is. Hand in hand met Elsa durfde ze het nu al. We blijken haar te kennen uit een huurvilla waarin wij jaren geleden als gast verbleven. Ketut werkte eerder met Elsa, is ouder en wat gezetter dan zij, met een open gezicht en glimogen. De dames hadden besloten samen voor ons te werken op zondag, doorgaans de vrije dag. Dat kwam goed uit want de koelkast was nog nooit zó leeg! Het eerste vruchtensapje uit eigen tuin is genuttigd. Net als een overheerlijk kopje Nespresso met Nederlandse stroopwafel. Elsa’s smakelijke tomatensoep werd als lunch geserveerd.

Na het uitwisselen van vele wetenswaardigheden (onder andere dat ook tuinman Ketut binnenkort wederom vader wordt) vertelden we Elsa dat de villa voortaan formeel dienst gaat doen als verhuurvilla. Dat en de mogelijke verkoop van de villa was haar reeds ter ore gekomen. Niets blijft geheim in Bali! Als ervaringsdeskundigen van Balinees personeel vonden wij dit tijdstip echter vroeg genoeg. Toen we deze 'geruchten' aan haar bevestigden, vloeiden er dikke tranen. Dat begrijp ik. Ze heeft het erg naar haar zin met ons. Maar ze heeft ook volop begrip voor onze beslissingen. Wij maakten namelijk al zóveel met elkaar mee. Die ervaringen maken haar verdriet tijdelijk èn dragelijk. Ze is blij met haar baan, houdt van de villa, blijft graag met ons verbonden en wij met haar. Later deze week komt haar zoon Yudha, de leukste (jonge)man van Island Bali, weer bij ons spelen. Ook hij kijkt naar ons uit en ook dat is wederzijds.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten