De natuur begint zich aan te passen aan de meteorologische tijd van het
jaar; op sommige plekken snel, op andere langzaam. Terwijl in Nederland de
eenden migreren naar het warme zuiden en onze lokale hop (hupu, in het Spaans) die af en toe op de terrasrand komt zitten, bij
hen aanhaakt, hebben de groene halsbandparkieten luidruchtig zomeroverleg in de
bomen voor ons terras. Zij vertrekken niet, zij overwinteren ter plaatse. Net
als de grote bonte specht die zijn favoriete boom voor ons huis heeft en houdt.
Sinds het vertrek van Bernadette in augustus, brachten
we niet één dag op het strand door. Niet omdat het niet lekker is; integendeel.
September vloog voorbij, october is uiterst zonnig, op een enkele bewolkte dag
na. Wel lunchten we op het strandterras van Montepiedra Playa, met zicht op de
vele strandgangers. De strandstoelen die tot voor kort achter in de auto lagen,
bracht ik naar de schuur. Binnenkort haal ik de reistassen op. Wij vertrekken snel
zuidwaarts om de Spaanse winter over te slaan, het jaarlijkse reisschema dat ons
zeer bevalt.
Recent maakten we een wandeling over een bosrijk traject op Las Colinas.
Het ligt er al jaren maar het kwam hernieuwd onder onze aandacht toen we in
september de plaatselijke valkeniersschool bezochten. Omwille van de natuur en
de aanwezige dieren mag je niet van het pad afwijken. Het pad glooit, voert langs
diverse soorten pijnbomen en door een droge rivierbedding. Op twee delen van
het traject moest worden gekluund; dat vond mijn sneue heup lastig. De natuur
is er mooi: kleurrijke begroeiing, hier en daar zijn zelfs al herfstkleuren te
zien. We zagen libellen in diverse kleuren en maten, krekels en landslakken, salamanders
schoten voor onze voeten weg. We hoorden geluiden van buizerds in de verte, aan
het firmament was echter geen roofvogel te bekennen.
Buizerds (buteo-buteo) zijn de grootste roofvogels die in onze biotoop
voorkomen. Hier worden ze 'ratoneros' of 'busardos' genoemd.
Volgens mijn vogelwaaier heeft Spanje er meer dan 13.000; statistisch dus niets
bijzonders maar voor ons, vogelliefhebbers, wel. Ook roofvogels trekken naar
warmere oorden maar de Waarom?-vraag is voor deze vogelsoort nog niet
wetenschappelijk onderzocht. Het antwoord zal wellicht niet erg verschillen dan
dat voor andere vogelsoorten. De dagen worden ook hier aanmerkelijk korter en
de temperatuur daalt dus dat roept instinctmatige reacties op. Buizerds
migreren doorgaans in groepsverband. Grote roofvogels vliegen in éen keer naar
hun zuidelijkste bestemming, zelfs zonder onderweg water te drinken.
Over water gesproken, in de lokale krant Hoy Torrevieja van vorige week las ik
dat een haai was aangetroffen op het piepkleine Playa Del Cura, een van de
stranden van de stad. In de zomermaanden is het er bomvol toeristen, ervoor en
erna niet. Het betrof een koehaai (Hexanchus griseus), familie van de grijze
haai. Ze zijn te herkennen aan hun zes kieuwspleten. Het zijn primitieve
diepzeehaaien en dat kun je aan hun niet echt geëvolueerde kop zien. Het aangespoelde
dier was in vergaande staat van ontbinding, zo werd het door bewoners opgemerkt.
De schoonmaakdienst ruimde het dier op en bracht het voor onderzoek naar de
bioloog van Torrevieja, Juan Antonio Pujol.
Hij had het druk, deze zomer! Wellicht herinner
je je de vondst van 85 schildpadeieren op het strand van La Mata waarover ik in
augustus blogde? Ze werden overgeplaatst naar het beschermde strand van La
Albufera (Valencia). Enkele dagen geleden kwamen 22 eieren van dat nest uit. Die
baby-schildpadden zijn ondertussen naar een incubator overgebracht zodat ze betere
overlevingskansen hebben. Een groot aantal resteieren bleek niet bevrucht of
overleefde het avontuur niet; dat is jammer maar niet ongebruikelijk.
Stadsbioloog Pujol onderzocht de koehaai die
bijna drie meter lang was. De dieren zijn ongevaarlijk voor de mens al zijn er gevallen
bekend waarbij een dergelijke haai werd geprovoceerd en toehapte. Ze kunnen
vijf meter lang worden. Ze leven niet in de Middellandse Zee maar in de oceanen,
op grote diepten en ver uit de kust. Ze voeden zich met andere haaien. Saillant
detail is dat het vlees van deze haaiensoort semi-toxisch is voor de mens
(sterk laxerend) en desalniettemin commercieel wordt gebruikt in visolie en
visvoer. Tja.
Uit Bali kregen we deze week fraaie semi-natuurfoto’s
met begeleidende tekst toegestuurd. Elsa trof een kupu-kupa Atlas, een
Atlasvlinder, in hun voortuintje aan. De kids waren erg enthousiast over het
verschijnsel en dat begrijp ik! In maart 2011 troffen wij er twee in eigen tuin
in Noord-Bali aan; ze waren aan het paren en wilden daarbij niet worden
gestoord. Ze bleven bijna 24 uur in een grote bloemenstruik hangen en daarna
heb ik er nooit meer een gezien. Ik verheug mij op de aanstaande reis. Het zal
weer een interessante combinatie van cultuur en natuur worden. Mijn liefje
leest momenteel het boek 'Where to See Wildlife in Tasmania' van Dave Watts
c.s. Zij past ons reisschema daarop aan en dat is als muziek in mijn oren.
“The
earth has music for those who listen.”
Filosoof en schrijver George Santayana (Madrid, 1863-1952)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten