Translate

dinsdag 20 oktober 2015

Lekker eten, lekker dokken?

Een van de leuke dingen van binnenrijdende vrienden is dat er doorgaans een grote stapel tijdschriften en kranten meekomt; zo ook met Hugo en Emmy. Bij tijd en wijle gaat er niets boven het geknisper van papier tussen de vingers. Er wordt zelfs gespaard en meegebracht op interessegebied! 
Geboeid en aandachtig las ik een artikel in De Volkrant van maart 2015. Dit was het vijfde artikel in een serie van Tien Geboden voor duurzame consumptie, geschreven door Mac van Dinther, culinair recensent.
  1. Eet lokaal
  2. Eet biologisch of in ieder geval producten waarvoor geen of zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt
  3. Eet minder en alleen diervriendelijk geproduceerd vlees
  4. Eet producten waaraan geen E-nummers of andere vreemde stoffen zijn toegevoegd
  5. Betaal meer
  6. Kook zelf. Besteed dagelijks minimaal anderhalf uur aan uw eten
  7. Eet aan tafel, met anderen
  8. Probeer een deel van uw eten zelf te verbouwen, hoe klein dat deel ook is
  9. Verspil geen eten
  10. Eet lekker
Principes naar mijn hart, al is het aanbod aan ecologisch/biologisch geteelde en gekweekte producten aan de Costa Blanca veel minder groot dan in het Vaderland. Buitenlandse supermarkten als Carrefour en Alcampo hebben wel een eco-hoekje van doorgaans lokale producten. Op het Spaanse terras heb ik mijn eigen kruidentuin.

Na-oorlogse regeringen van Nederland (dat serieus honger leed tijdens de Tweede Wereldoorlog) vervijfvoudigden de landbouwproductie tussen 1950 en 2011. Nooit meer honger! Daarin werden we de uitblinker van Europa; in onze ijver creëerden we een systeem dat geheel door kosten en baten wordt gestuurd. We sluiten dieren op met het enige doel ze zo snel mogelijk vlees te laten maken, strooien kunstmest en pesticiden om meer uit de grond te halen en stoken kassen om het gehele jaar tomaten en paprika’s te kunnen telen.

Het betreffende artikel gaat over meer betalen voor ons eten. Ons voedsel is goedkoop. De Nederlandse consument lijkt nauwelijks bereid duurdere producten te kopen; voorbeeld: het marktaandeel van Fairtrade-koffie in supermarkten is slechts 5%. Nu is er wat mij betreft niets mis met op de kleintjes letten; dat zit in onze koopmansgenen. Als dat echter leidt tot plofkippen, kiloknallers, stalmelk en thee & koffie waar kinderhandjes aan te pas zijn gekomen, zijn we niet goed bezig.

Van Dinther stelt dat we tegen de grenzen van het ecosysteem aanlopen, als we er al niet overheen zijn. De kosten van armoede, dierenleed en milieu- en gezondheidsproblemen worden niet in de prijs opgenomen maar dat zou wel moeten. Ze zijn lastig te kwantificeren maar negeren is geen optie als we duurzaam willen consumeren. Een motie van D66 om te onderzoeken hoe externe kosten van voedsel kunnen worden doorberekend, werd in 2012 verworpen. Een politicus die pleit voor heffingen op voedselproductie maakt zich niet populair. Als de politiek weifelt, de voedingsmiddelenindustrie medeplichtig is aan de ontstane situatie en de gemiddelde consument voor goedkoop gaat, dient de overheid in te grijpen.

Die uitspraak herinnerde mij aan een ander artikel. Vorig jaar las ik een interview met Peter Klosse, smaakprofessor en zoon van pionier Klosse van wildrestaurant De Echoput. Hij promoveerde in 2004 en doceert nu drie dagen per week over de wetenschappelijke achterkant van gastronomie.

De professor is een man met een missie, iemand met een uitgesproken mening.

Alles wordt in Nederland in geld uitgedrukt. Bij ons tref je geen exportkwaliteit meer aan in winkels. Onze chefs moeten naar de markt in Parijs om Nederlandse producten te kunnen kopen die ze thuis niet vinden. In onze handelsgeest verkopen we het best en eten de rest. Dat vindt Klosse tragisch. (De Franse reserveren het beste voedsel voor eigen kring, daarna komt Parijs en wat overblijft is voor de export.) Ook de ontwikkelingen in de Nederlandse zorg ziet hij met lede ogen aan. Hij kent iemand die verse maaltijden levert aan zorginstellingen. Enkele jaren geleden mocht hij nog €6.25 per maaltijd in rekening brengen, nu nog maar €2.25. We kloppen ons op de borst als de grootste agrarische natie ter wereld maar we hebben niet eens een minister voor Voeding... ‘Dan ben je een respectloze overheid.’

Klosse gelooft dat we naar een maatschappelijke tweedeling gaan: de ene groep ziet eten als brandstof, de andere ziet voeding als medicijn, als preventief middel om gezond te blijven. De voedingsindustrie bedient de zorgeloze categorie eters oeverloos. Veel hangt af van het milieu waarin je wordt geboren. De levensverwachting in achterstandswijken wordt volgens onderzoek met zeven jaar bekort. Een beschaafde samenleving behoort daarvan te schrikken. Aldus Klosse.

Een ander geluid maar een vergelijkbare boodschap wordt verkondigd door de Engelse blogger, activiste, columniste, alleenstaande moeder, kok en kookboekenschrijfster Jack Monroe: ‘food is far more political than people think’. Zij is een bijstandsmoeder die van de nood een deugd maakte. Op haar veelgeprezen website doet zij verslag van haar zoektocht naar lekker eten voor weinig geld. Voor £10 kookt ze een tafel vol vers en smakelijk eten, voor het project Live Below the Line deed ze het zelfs voor £5. Ze stelde haar eigen kookboek samen met 100 recepten, getiteld A Girl Called Jack.

Uit solidariteit hierbij het recept waarmee ze bekendheid verwierf: de bonenburger. Zo maak je er vier voor 15 pence (20 eurocent) per stuk.

1 blik kidneybonen van 400g; 30p
1 kleine ui, geschild en fijn gesnipperd; 9p
1 grote wortel, geraspt; 8p
1 theelepel gemalen komijn; 4p
1 stengel verse koriander, fijn gesneden; 3p
1 eetlepel zonnebloem- of olijfolie voor het mengsel, 2 eetlepels om in te bakken; 6p
2 flinke theelepels bloem; 1p

Giet de bonen af onder de koude kraan en kook ze in een pan met koud water. Breng aan de kook en laat 10 minuten pruttelen totdat ze zacht zijn. Doe de ui, wortel, komijn en koriander in een koekenpan met olie. Fruit enkele minuten op laag vuur. Als de bonen zacht zijn, giet je ze af en voeg je ze bij het groenten-kruidenmengsel. Pureer het mengsel en voeg daaraan een theelepel bloem toe. Doe de resterende olie in een koekenpan op middelmatig vuur. Bestuif je handen met een beetje bloem en maak vier ballen van de puree. Druk ze voorzichtig plat met een vork zodat ze op burgers lijken. Bak de burgers enkele minuten op een kant en draai ze daarna voorzichtig om. Als ze aan beide zijden krokant zijn, neem je ze uit de pan en kunnen ze worden geserveerd. Ze smaakten prima!

De kandidaten van Masterchef Australia moesten onlangs een gerecht maken met (maximaal) zeven ingrediënten van €1 euro of minder per stuk. Ook met een klein budget kun je lekker en verantwoord eten. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten