Het stof daalde neer, Bernadette keerde terug naar een Vaderland in
vrieskou, terwijl we hier zes dagen genoten van elkaars gezelschap onder een
strakblauwe lucht. Ik houd van deze lieve, enthousiaste en leuke vriendin die in
korte tijd een bijzondere plek in mijn hart veroverde. Ik prijs mij gelukkig te
weten dat dit gevoel wederzijds is. We ontmoetten elkaar in 2006 in Australië
en sindsdien houden we contact en zoekt zij ons regelmatig op. Zij is iemand
die mij leuker maakt, zoals mijn liefje mij een beter mens maakt. Dergelijke diepe
vrouwenvriendschappen verheffen. Ze komen sporadisch in een mensenleven voor.
Lucky me!
Bernadette komt altijd met een reistas vol kado’s. Voor mijn liefje
bracht ze een stapel tijdschriften mee. Ik kreeg mooie boeken. Dat is inmiddels
traditie. Een van die tijdschriften was OPZIJ, een blad waarop ik zelf als jong
volwassene jarenlang was geabonneerd. Ik noemde muzelluf in die tijd ‘feministe’
en was actief in het Delftse Vrouwenhuis en bij de plaatselijke vrouwenradio.
Ook was ik nauw betrokken bij de emancipatie van lesbische vrouwen en later bij
het magazine van de Amsterdamse COC. Is de vrouwenstrijd gestreden? Ik vind van
niet. Is vrouwensolidariteit van gisteren? Zelf denk ik dat niet.
In het blad las ik onder andere de column van Sheila Sitalsing (1968),
die tevens columniste is voor de Volkskrant. Zij is econome van opleiding en
free-lance journaliste. Ze is een nuchtere en optimistische vrouw, geboren in
Paramaribo. Haar jeugd bracht ze door op Curaçao. Haar column in OPZIJ is gewijd aan haar moeder. Sheila wilde als klein
meisje altijd worden opgetild door haar moeder. Op vele jeugdfoto’s staat ze dan
ook in haar armen. Haar moeder was niet van de internationale vrouwensolidariteit,
“van de politiek getinte
eendracht die zich veelal op een abstract en afstandelijk niveau afspeelt. [..] Ze was van de onwrikbare en onvoorwaardelijke solidariteit
met haar dochters.” Een beetje jaloers ben ik daarop wel; dat is niet iedere
dochter gegeven. De relatie met mijn eigen moeder was complexer...
Moeder Sitalsing werd ziek en toen draaiden de rollen om. Toen was het
dochter die moeder tilde. Sitalsing’s moeder overleed toen dochterlief op 9.000
kilometers afstand was. Nu is zij zelf moeder en de geschiedenis herhaalt zich
met haar kinderen; die eisen “til mij!”
De vrouwen die ik in mijn meest uitgesproken feministische periode leerde
kennen, maken geen onderdeel meer uit van mijn leven. Als ik (een van) hen
morgen zou tegenkomen, zou ik met plezier een kopje koffie of een glaasje wijn
met hen drinken maar daarbij zou het blijven. Ik zou interesse hebben in hun
leven maar zou hoogstwaarschijnlijk geen blijvend contact houden. Die
vriendschappen waren inderdaad politiek getint maar ze speelden zich niet op
een abstract of afstandelijk niveau af. Die vrouwen waren deelgenoten in belangrijke
jaren van mijn leven. Het contact met hen mede bepaalde toen mijn ziens- en
leefwijze.
Sitalsing vraagt zich in haar column soms af of vrouwen wel echt van
elkaar houden als mens. “Vrouwensolidariteit lijkt te bestaan uit elkaar de
maat nemen.”
Ik kan mij hierbij niets voorstellen. Nooit ben ik een strijd
aangegaan met vriendinnen of vrouwelijke collega’s, al herinner ik mij dat ik met
één van de dames van de vrouwenradio regelmatig in de touwen lag. Zij was in
alle opzichten radicaler dan ik. Alles was voor haar politiek. Mijn
homoseksualiteit was geen politieke keuze of stellingname, voor mij was het een fact of life,
iets biologisch. Die gevoelens werd ik mij rond mijn twaalfde jaar bewust. Nooit stopte
ik ze weg, nooit heb ik ze ontkend.
Die geschetste vroege vrouwenvriendschappen waren kennelijk niet diep genoeg om ze
te behouden. Het was geen bewuste keuze om ze te laten doodbloeden; dat
gebeurde. Met Eliza, mijn vriendin van
de middelbare school, onderhoud ik geen contact meer. Met Monique, mijn
studiemaatje in Leiden, idem dito. Met ex-en? Hetzelfde verhaal. Dat zegt meer
over mij dan over de hen. Toch zijn vrouwenvriendschappen van levensbelang, ook
voor mij. Maar ze laten zich niet opdringen.
Het leven komt neer op optillen en opgetild worden. Dat ben ik met Sheila
eens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten