Translate

vrijdag 22 september 2023

I wish, I am, I will be

I wish, I am, I will be

De plotselinge dood van Erwin Olaf sloeg bij mij in als een bom. Hij wist dat hij niet erg oud zou worden maar net 64 jaar?! Deze wereldfotograaf van mijn generatie leed sinds 1996 aan erfelijke longfemfyseem, een progressieve ziekte die hem steeds meer ademnood bezorgde. Hij overleed enkele weken na een longtransplantatie in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het aanvankelijke herstel verliep voorspoedig maar woensdag traden er ernstige complicaties op. Reanimatie mocht niet baten.  

Hij is sterk verbonden met een belangrijke fase in mijn leven, die van jong volwassene. Hij was activist ten tijde van de AIDS-epidemie die over de wereld ging in de jaren '80 van de vorige eeuw. Hij was aanwezig op een COC-avond in 1981 toen arts Roel Coutinho een groep homomannen toesprak over de mysterieuze ‘homokanker die in Amerika was opgedoken. Erwin Olaf fotografeerde destijds voor vrijwilligersblad Sek. Enkele jaren later, nadat ik naar Amsterdam was verhuisd, ging ik als schrijvende vrijwilliger ook voor dat blad aan de slag. Zijn toenmalige (oudere) partner en eerste grote liefde Teun Frieszo las de folder die hij die avond mee naar huis bracht en schrok zich rot. Ze besloten voortaan voorzichtiger te zijn met seks. Later stelde Erwin Olaf dat hij daarmee door het oog van de naald was gekropen. 

Ik was fan van zijn foto's. Ook had ik een fotoboek van vrouwelijke tijdgenoten in de kast staan. Diana Blok & Marlo Broekmans maakten in die tijd vergelijkbare zwart-wit foto’s van (lesbische) vrouwen. ‘Invisible Forces’ (1984) kreeg ik voor mijn verjaardag kado van mijn beste vriendin Nelly. Waar Erwin Olaf zeer scherpe foto’s maakte, maakten Blok & Broekmans onscherpe. Juist geen perfecte plaatjes en geen perfecte lichamen maar wel stemmige beelden. Veelal naakte jonge vrouwen, alleen, samen, met elkaar verbonden door draden, zelf verbonden, in meditatie. Ook hier was sprake van hedonisme. Ze werden (alledrie) op handen gedragen door een deel van de Nederlandse LGBTI-gemeenschap. Ze waren een soort hoffotografen van de scene die ook jarenlang de mijne was. Erwin Olaf was daarnaast een luide stem in het debat over homorechten. 

De Volkskrant opende de krant van gisteren met zijn portret op de voorkant. Daar zie je een man in onderhemd met lichte ogen en een blik die weliswaar recht in de camera staart maar er toch ook overheen kijkt. (Het is de middelste foto uit zijn drieluik I wish-I am-I will be.) Hij zei ooit dat wat hij het liefst wilde laten zien als fotograaf, een perfecte wereld was met een barst erin. 

Erwin Olaf Springveld, geboren in Hilversum, werd in zijn jeugd veel gepest omdat hij nogal meisjesachtig was. Hij had lang last van dat getreiter, kende eenzaamheid in zijn jonge jaren. De foto in de kop van dit blog weerspiegelt dat. Eenzaamheid is een terugkerend thema in zijn werk. Hij begon zijn loopbaan op de School voor Journalistiek in Utrecht. Zijn docent fotografie zette hem aan voor de schoolkrant te fotograferen. Hij liep stage bij onderwijsfotograaf André Ruigrok en begon foto’s te maken in het Amsterdamse uitgaansleven. Vriend, mentor, choreograaf (èn fotograaf) Hans van Manen had grote invloed op hem. Van Manen zette hem op het spoor van de studiofotografie. Dat was toen vooral een stroming in de Amerikaanse fotografie. Erwin Olaf maakte deel uit van de artistieke avant-garde van Nederland en ontpopte zich tot een estheet in zijn fotografie: hij maakte perfect geënsceneerde beelden met de perfecte belichting. 

Hij was gefascineerd door de schoonheid van het menselijk lichaam. Uit zijn vroege jaren stammen de portretten van kinderen met down (hij noemde ze liefdevol ‘mongolen’). Hij portretteerde zijn modellen in een glamoureuze, soms  erotische setting maar afgedrukt met geschroeide negatiefranden. Daarmee wilde hij duidelijk maken dat het sydroom ontwapenende maar ook treurige kanten had (vooral voor ouders). 

Hij fotografeerde zichzelf met een klodder sperma in het gezicht, moddervette vrouwen in bondage, dwergen op spijkersandalen. Die foto's leverden hem de bijnaam Fotograaf van de Woede (ook wel Het boze oog) op. De sterk seksueel getinte foto’s hadden inderdaad iets agressiefs. Ze leunden zwaar op het werk van de beroemde Amerikaanse, jong gestorven fotograaf Robert Mapplethorpe (eveneens homo). Het waren kinky feestfoto’s. Ik herken zijn uitzinnige verkleedpartijen uit Amsterdamse disco’s van de jaren '80 (RoXY). Die jaren waren heftige jaren. Er was hiv, een grote kraakbeweging, opkomst van punks en punkmuziek, massale werkloosheid onder jongeren, demonstraties en protesten, bezuinigingen. Hadden we wel een toekomst? Ik denk dat we een uitlaatklep voor alle malaise zochten...  

In zijn reeks Squares tref je homoseksuele mannen en vrouwen in erotische settings. Zijn zelfportret met tijgerprinthandschoenen -met een niet te retoucheren erectie die tussen zijn leren jurkje uit piepte- is onvergetelijk. Ook de suggestieve foto van een blote blonde jongen (Joy, tevens titel van de foto) met een goddelijk lichaam en een spuitende fles champagne voor zijn buik is dat. Homo-erotiek in zijn puurste vorm. Er was in die tijd niemand die zulke foto’s maakte. Ze waren niet obsceen in mijn ogen. In 1989 won hij de Eerste Prijs voor Jonge Europese Fotografen met zijn serie Chess Men. Daarna volgden series met clowns, vermoorde royals en powervrouwen op leeftijd.

Niet alle kunstcritici waren gecharmeerd van zoveel uiterlijk vertoon, het streven naar enigszins kitscherige schoonheid, sterk verwant aan de modefotografie. Toen hem werd gevraagd of hij zich niet eens aan de straatfotografie moest wagen, met alle imperfectie die daarbij hoort, antwoordde hij: “Ik ben van de uiterlijke schoonheid (...). Als ik de gewone wereld wil zien, zet ik het raam wel open.” Aldus de necrologie in de Volkskrant. 

In de jaren '90 groeide hij uit tot een veelgevraagde fotograaf voor internationale tijdschriften en bekende kledingmerken. Niet lang daarna kwam zijn agressieve periode, met veel drank en drugs, ten einde. De hedonistische jaren waren voorgoed voorbij. 

In 2010 was hij te gast in het VPRO-programma Zomergasten. Daar leverde hij onder andere kritiek op de kroonprins. Die moest zich beter fysiek presenteren, vond hij (het ging vooral over zijn gebit.) Het kan raar lopen in een mensenleven. Later werd hij namelijk hoffotograaf van het koninklijk huis. Hij maakte staatsieportretten van koning Willem-Alexander en koningin Máxima. In 2013 ontwierp hij de afbeelding van W-A voor op de euromunt. Later fotografeerde hij het hele gezin en de afzonderlijke prinsessen op onconventionele wijze. Prachtige foto's, zelfs voor een republikein als ik. 

In 2011 ontving Erwin Olaf als eerste fotograaf de prestigieuze Johannes Vermeerprijs, een staatsonderscheiding. Ik las het juryrapport opnieuw. Daarin werd hij geprezen om zijn omvangrijke en unieke werk en om zijn vermogen telkens weer nieuwe wegen in te slaan. Vanaf zijn zestigste nam hij zich als fotograaf voor te gaan experimenteren met onscherpte. Hij vond dat hij dan alles mocht gaan doen. Helaas, zijn leven bleek te kort. 

ImWald Porträt XI
Erwin Olaf was lang gefrustreerd over het feit dat hij nooit een grote tentoonstelling kreeg in het Stedelijk Museum van Amsterdam, de tempel van moderne kunst in Nederland. Was zijn werk dan geen kunst? De conservator van het museum was geen fan van zijn vroege(re) werk, dat is duidelijk. 

Maar in 2018 liep Taco Dibbits bij hem binnen. Die was sinds 2016 hoofddirecteur van het Rijksmuseum in de hoofdstad. Dibbits hielp hem van die frustratie af: “Erwin, een tentoonstelling duurt drie maanden. Ik denk in 150 jaar.” Erwin Olaf schonk 500 werken aan dit museum. Een soort kerncollectie uit zijn 40-jarige loopbaan. 

Wel kreeg deze fotograaf in 2018 een grote overzichtstentoonstelling in het Kunstmuseum (voorheen Gemeentemuseum) en het belendende Fotomuseum van Den Haag. Weldra zou hij 60 jaar worden en dat zou groots worden gevierd in de Hofstad! Het werd een van de best bezochte exposities in de geschiedenis van het museum. En het versloeg het tot dan toe recordaantal bezoekers aan de expositie van collega-fotograaf Ed van der Elsken in het Stedelijk Museum (2017). In maart van dit jaar ontving Erwin Olaf de eremedaille voor kunst & wetenschap, de Huisorde van Oranje, uit handen van de koning. 

De man die ooit bang was de Rien Poortvliet van de Nederlandse fotografie te worden (populair bij iedereen maar zonder artistieke diepgang) is dood. He is no more. Met hem verliezen we een groot kunstenaar. Hij laat een rouwende Kevin Ray Edwards Springveld achter, een onvergetelijk oeuvre en een grote schare fans wereldwijd. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten