Translate

vrijdag 11 juli 2025

Lastig

Het Europees Kampioenschap Vrouwenvoetbal in Zwitserland is begonnen. De Oranje leeuwinnen zitten in de poel des doods, met regerend Europees kampioen Engeland en favoriet Frankrijk. Maar Spanje is de torenhoge favoriet van dit toernooi. Ik keek, zoals altijd in oranje poloshirt, met mijn liefje op de bank naar hun eerste wedstrijd tegen het elftal van Wales. De eerste vijf minuten waren veelbelovend, daarna lukte het niet meer zo op de Zwitserse grasmat. Korte passes lukten vaak niet, lange passes waren onzuiver, er was teveel balverlies. Het elftal had mazzel dat ze tegen een voetbaldwerg moesten spelen. Voor Wales was het de eerste keer dat het team zich kwalificeerde voor een groot internationaal toernooi. Die zouden blij zijn geweest met 0-0. Nederland is weliswaar geen favoriet maar had wel de eer hoog te houden. in 2017 werd het land Europees kampioen onder leiding van coach Sarina Wiegman, de huidige coach van de regerend kampioen.

Het goede nieuws is dat de wedstrijd tegen Wales werd afgesloten met 3-0 voor de leeuwinnen. Het had met een beetje meer geluk kunnen eindigen in 6-0. Twee prachtige knallen kwamen op de paal terecht, eentje op de lat. Een fantastisch schot van Lineth Beerensteyn werd afgefloten vanwege buitenspel. 

Het mooiste van de wedstrijd was dat spits Vivianne Miedema haar 100ste doelpunt zette voor Oranje; geen enkele doelpunt uit strafschoppen. Dat is een prestatie van topniveau. In de commentaren werd zij dan ook vergeleken met Marco van Basten. ‘Viev is back’! Ze voelt zich goed, is blij weer op niveau te kunnen ballen, na alle blessuren in de afgelopen tweeenhalf jaar (knieband, kruisband, hamstring).

Over de wedstrijd tegen de regerend kampioen Engeland kan ik kort zijn: we kregen voetballes van de Engelse vrouwen. Het spel van Oranje was niet om aan te zien. De enige passes die lukten, waren de (vele) terugspeelballen op de keepster. We kregen vier dik verdiende doelpunten om de oren en scoorden zelf niet. Ik denk dat hiermee het sneue lot van het nationale elftal is bezegeld: de tassen kunnen in de gang worden gezet. Al komt er nog een loodzware wedstrijd tegen Frankrijk aan. Zucht... 

Maar het kan altijd erger. Veel erger. Onlangs las ik het meeslepende boek ‘My Beautiful Sisters’ van Khalida Popal (38) dat eind vorig jaar verscheen. Dit is het verhaal van een jonge Afghaanse vrouw die, in de tijd tussen het moment dat de Taliban voor het eerst aan de macht komt (1996) en vijf jaar later uit de regering wordt verdreven (2001) en het moment dat de troepenmacht van de VS zich uit het land terugtrekt (ruim een jaar na de deal tussen regering-Trump I en de Taliban), erin slaagde een nationaal voetbalelftal van vrouwen op te richten. Vanaf augustus 2021 moet ze alle teamleden Afghanistan uit zien krijgen voordat de terugkerende onverdraagzamen wraak op hen zullen nemen. 

Voordat het verhaal begint, verklaart de schrijfster dat alle namen van betrokkenen onherkenbaar zijn gemaakt. Oorspronkelijke namen gebruiken zou levensgevaarlijk zijn voor de vrouwen die het betreft. Daar is ook te lezen dat dit boek uitdrukkingen van seksisme en vrouwenhaat, seksueel wangedrag tegen vrouwen en suïcidale gedachten beschrijft. Dat zet de toon... ´
Een van de quotes aan het begin van het boek is van Ahmadullah Wasiq, plaatsvervangend hoofd van de Culturele Commissie van de Taliban. Deze man verklaart het volgende: Women’s sport is neither appropriate nor necessary. Vrouwensport is noch gepast, noch noodzakelijk. (Zijn hoofd moet maar worden vervangen!)

De proloog legt direct een knoop in mijn maag als Popal beschrijft hoe ze in een droom, altijd dezelfde droom, ziet dat een man met een baard met een groot mes een voetbal kapotsteekt. Eenmaal, tweemaal, driemaal. Intimiderend en beangstigend. De omstanders, allemaal mannen met baarden, lachen erom, hun gezichten vervuld van haat. De dader noemt voetballende meisjes ‘hoeren’.

Die droom heeft ze ook tijdens de FIFA Women’s World Cup-finale in Sydney (2023). Het toeval wil dat de meerderheid van de vrouwen van het Afghaanse nationale voetbalelftal vluchtte naar Australië om daar asiel aan te vragen nadat de Taliban weer aan de macht kwam. (Zelf vroeg Popal asiel aan in Denemarken.) Het mannenteam voetbalt ondertussen ongehinderd verder. 

Khalida komt uit een liberale, niet-religieuze familie. Haar grootvader was professor aan de universiteit die veel van de wereld had gezien. Haar oma was een van de eerste vrouwen die school afmaakte in Kaboel. Haar vader stamt uit een verwesters geslacht van overheidsmilitairen (Pashtun). Haar moeder stamt uit een traditioneler gezin (Arabisch etnische minderheid) waar vrouwen niet spraken. Het huwelijk van haar ouders was gearrangeerd en gedwongen. Khalida is als oudste de luidste, met een uitgesproken mening. Haar ouders stimuleren haar haar stem te laten horen. Al op jonge leeftijd is ze een rebel. 

Als de Taliban voor het eerst de macht grijpt, vlucht de familie (elf leden) naar een vluchtelingenkamp in buurland Pakistan. Alles dat ze bezitten, dragen zo op hun lijf. Khalida is dan negen jaar oud. Ze verblijft in het kamp tot haar 13de jaar. Dan hebben ze genoeg geld bij elkaar gespaard (opa heeft een supermarkt in het kamp, de vrouwen van de familie werken er als onderwijzeressen) om naar de stad Peshawar te verhuizen waar zij en andere meisjes veel meer vrijheid genieten dan in het thuisland. In onze nieuwe buurt kon ik meedoen aan straatvoetbalwedstrijden, grote wedstrijden met ongelijke teams. Ik vond het geweldig. We renden in groepjes achter de bal aan, lachend tot we geen adem meer kregen. Daar ontvlamt de liefde voor de bal. 

Op haar 15de keert de familie naar Afghanistan terug. De Taliban is dan verdreven maar de strenge leefregels gelden nog steeds. Er ontstaat een merkbare generatiekloof tussen de (groot)ouders die graag terugkeren en jongeren, van beide geslachten, die hun nieuwverworven vrijheden niet willen opgeven. Ik voelde me enorm in conflict, gevangen tussen mijn eigen heftige emoties en de opluchting die ik zag bij mijn ouders en grootouders. Mijn broers en ik waren woedend over de oneerlijkheid ervan. We zagen hun vreugde, maar wij deelden die niet. 

Eenmaal terug, moet ze conservatieve (zeg maar gerust middeleeuwse) opvattingen bestrijden die vrijwel hetzelfde zijn als tijdens het Taliban-regime. Krijgsheren die het voetbalteam aanmoedigen maar alleen voor hun eigen duistere doeleinden, en andere mannen die met weinig of geen aanleiding overgaan tot geweld tegen vrouwen. Een jonge vrouw zijn in Afghanistan betekent opgroeien met geweld. Leren niet terug te vechten. Terugvechten betekent het risico lopen te worden gedood. Als je wordt geslagen, komt dat doordat jij schuldig bent. Jij moet iets verkeerd hebben gedaan. 

Popal vecht terug want –en daarin is ze glashelder– ze is een lastige, meedogenloze en compromisloze jonge vrouw met wie de omgang vaak moeilijk is. Zoals ze zelf zegt: Ik wilde zoveel mogelijk deuren opentrappen voordat ik er zelf zou worden uitgetrapt. Ze blijft voetballen en leert de getalenteerde Samira kennen, een jongere klasgenote -vluchtelinge uit Iran- die net zo enthousiast is over balletje trappen. ‘And then we were two. A tiny team.’ Voetbal is voor deze vrouwen veel meer dan balbeheersing. Het is vechten voor vrouwenrechten.  

Nadat het team de finale van een internationaal toernooi in Islamabad haalt (en verloor), wordt Popal door het hoofd van de Afghaanse Voetbalfederatie Keramuudin Karim aangesteld als hoofd van het Afghaanse Vrouwenvoetbal en secretaris (beheerder van de financiën)  van deze voetbalbond. Niet om haar te laten stralen maar juist om haar te zien mislukken. De Federatie die zich aanvankelijk niet bekommerde om het team noch om vrouwenvoetbal maar toen wel een gebaar moest maken. 

Zelfs de toenmalige president van het land (Hamid Karzai) is openlijk waarderend over het elftal. Het toeval wil dat het team ‘de Afghaanse leeuwinnen’ wordt genoemd. Na alle publieke optredens (tijdens de finale komen ze zelfs op nationale tv) dunde het team rap uit. Een deel van de vrouwen mochten niet blijven voetballen van hun familie (de meeste deden dat tot dan toe stiekem), een van hen pleegt zelfmoord. 

Popal zet als hoofd van het Afghaanse Vrouwenvoetbal een landelijk netwerk van voetbalteams op in steden en dorpen, regelt binnenlandse uitkeringen en buitenlandse sponsoring voor de vrouwen, geeft allerlei cursussen door het land met haar organisatie ‘Girl Power’, stelt meer vrouwen in betaalde functies aan in de Federatie. Alles om het leven van individuele meisjes en vrouwen beter te maken. Ze werkt dag en nacht voor de goede zaak, weet van geen ophouden (opgeven). 

Totdat de man van het NOC ten tonele verschijnt, Mohammad Zahir Aghbar. Hij blijkt verreweg de grootste rotzak te zijn in het leven van Popal. (Doods)bedreigingen, onterechte beschuldigingen, verdachtmakingen, achtervolgingen, fysieke aanslagen; aan haar en haar familieleden. De deksel van de doos van Pandora gaat eraf. Als de dreigementen te erg worden, vlucht ze als twintiger naar Delhi (India); net op tijd voordat haar een algemeen reisverbod wordt opgelegd. Ook daar is ze niet veilig. Daarna vlucht ze naar Denemarken met hulp van een Deense sponsor van sportkleding (Hummel). 

Daar vraagt ze asiel aan en na een jaar wachten in de opvang (waar ze zelf ook weer gaat voetballen en partijtjes organiseert) krijgt ze een verblijfsvergunning in 2013. Vanaf daar wordt ze een centrale figuur in de verwoede pogingen om vrouwelijke voetballers te evacueren voordat de terugkerende Taliban hen te pakken kan krijgen (2021). FIFA steekt geen hand uit om ze te helpen maar sommige individuen, zoals Andrea Radrizzani (voorzitter van Leeds United) steunen haar. Kim Kardashian sponsort een chartervliegtuig vanuit Pakistan wanneer de dreiging ontstaat dat de regering de gevluchte Afghaanse vrouwen van het team zal terugsturen naar hun land. Ook haar bedreigde ouders vluchten uiteindelijk naar Denemarken. Haar jongste broer Idris, die enthousiast is dat hij gaat studeren, wordt in Afghanistan op straat vermoord. 

Ze verwoordt geregeld in haar boek wat voetbal voor haar persoonlijk en voor vrouwen in Afghanistan in het algemeen, betekent en heeft betekend: Deel uitmaken van een team betekent eraan worden herinnerd dat je ertoe doet. Dat je op anderen kunt rekenen. Het gevoel hebben dat je bestaat. Als je team scoort en we rennen naar elkaar toe om elkaar te feliciteren, juichend van vreugde. 

‘My Beautiful Sisters. A Story of Courage, Hope and the Afghan Women's Football Team’ is een spannend verhaal met veel ontmoedigende aspecten maar wat overheerst is een gevoel van bewondering voor het verzet van deze dappere jonge vrouwen en Khalida in het bijzonder. Het doet je beseffen hoe noodzakelijk het is om dwars te zijn als vrouw, om jezelf tot plaag te verheffen, om dingen in beweging te zetten om ze te kunnen veranderen. 

We zullen nooit ophouden lastpost te zijn. We zullen nooit ophouden met zeuren en porren. We zullen nooit ophouden rechten te eisen die van ons zijn. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten