Onlangs stond er een interessant artikel in de Volkskrant over Bali. Dat trekt altijd mijn aandacht, gezien mijn achtergrond. Het ging over een kwestie waarmee mijn liefje en ik ook te maken kregen toen wij daar woonden (2009-2014). De titel van het artikel is ‘met sloophamer wil Bali ziel van eiland redden’.
Veel Balinezen zijn de wildgroei aan vakantiehuizen, restaurants, resorts en andere constructies op de fraaie plekken van hun eiland zat. Ze zijn van mening dat die hun cultuur (Bali is de enige hindoeprovincie van Indonesië) en natuur bedreigen. Tijdens de vele reizen die wij maakten naar en op het Eiland van de Goden zagen we die wildgroei met lede ogen aan. Ik heb mij vaak afgevraagd waarom de autoriteiten niet ingrepen...
Die wildgroei vindt vooral plaats in het erg toeristische zuiden. Pantai Bingin, een prachtige omgeving in de nabijheid van de belangrijke tempel Uluwatu, is een van die plekken. Het is populair bij surfers en liefhebbers van spectaculaire, romantische zonsondergangen. Tijdens onze allereerste rondreis op Bali (2005) werden we door onze chauffeur naar een lokaal terras gebracht -waarschijnlijk van familie- om er een cocktail te drinken terwijl we de zon in de zee zagen zakken. We genoten.
De huidige gouverneur van het eiland, I Wayang Koster, bezocht het Morabito-hotel afgelopen zomer, met een hamer in de hand. Dit illegaal gebouwde hotel op de kliffen is al jarenlang een doorn in het oog van velen. Het is eigendom van een Fransman die daar in Griekse stijl een gebouw met 12 verdiepingen optrok. Wansmaak en wanbeleid. Koster verkondigde daar luid en duidelijk voor tig camera’s dat het land eigendom is van de overheid en dat niemand het recht heeft om dat voor eigen doel te gebruiken zonder toestemming. Alle andere gebouwen die daar staan (48), werden eveneens gebouwd zonder vergunning.
Rijstterrassen moesten plaatsmaken voor villa’s en bungalows. Stranden en klifffen werden opgeëist door resorts. Vaak zijn ze eigendom van buitenlanders die noch een bouw-, noch een milieu- en exploitatievergunning hebben.
Hij is klaar met die praktijken en laat nu bepaalde constructies en lopende projecten op het eiland afbreken en stoppen. Hij kiest voor ‘shocktherapie’. Alles ging daar inmiddels tegen de vlakte. De omgeving van Uluwatu heeft nu meer weg van een oorlogsgebied.
Dit is niet de enige locatie op Bali waar het probleem van illegale bouw zich afspeelt. Ook op een van de mooiste stranden van Nusa Penida (eiland aan de zuid-oost kant) gebeurde iets dergelijks. Daar stak een Chinese investeerder 3 miljoen euro in een torenconstructie van staal en glas. Hij kreeg van de autoriteiten onlangs zes maanden de tijd om zijn constructie af te breken. Ook de bouw van een Marriott-resort in Ubud werd stilgelegd. Net als dat gebeurde met een cementfabriek van een Russische eigenaar in een beschermd mangrovebos. Het zijn óf illegale constructies, óf ze druisen in tegen de Balinese regels.
Die regels zijn duidelijk: er mag niet worden gebouwd op een strand, er mag niet worden gebouwd binnen 100m van een klifrand, er mag niet hoger worden gebouw dan 15 meter en er mag niet worden gebouwd in groen gemarkeerde zones. (Zones die zijn aangemerkt voor landbouw of natuur.) Het probleem is: niemand houdt zich eraan!
Vooral na de coronapandemie, die keihard toesloeg op deze bestemming die grotendeels draait op toerisme, gingen de deuren op Bali wagenwijd open voor nieuwe investeerders. Nergens ter wereld is het rendement op investering (ROI) op een huurwoning voor vakantiedoeleinde zo hoog als daar. En nergens heb je zo weinig last van regels. De komst van tienduizenden Russen met dikke portemonnees na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne verhoogde de druk verder.
Lokale overheden zijn medeschuldig aan deze wildgroei. Op beschermde plekken mogen eenvoudigweg geen bouwvergunningen worden verleend maar een dorpshoofd zegt (bijna) altijd ‘ja’ als een buitenlander met een zak centen op de stoep staat. Dat zorgt niet alleen voor banen maar sponsort ook ruimhartig de vele dorpsfestiviteiten, ceremonies en achterstallige onderhoudsprojecten. Vastgoedmakelaars op Bali beloven vaak -ten onrechte- dat een project legaal is.
De leider van de sloopgroep van de gouverneur schat dat 80% van alle vakantievilla’s op Bali geen vergunning heeft. (Op Airbnb worden bijna 39.000 huisjes en huizen aangeboden dus dat zegt genoeg...) Deze Made Supartha wees naar een landkaart van het eiland en constateerde dat Bali de vorm heeft van een kip. ‘De hele wereld wil daarvan wel een hapje nemen.’ Enak! (Lekker!)
Nationale milieuorganisaties roepen al 30 jaar dat het fout gaat. Er moet radicaal worden gestopt met bouwprojecten in groene zones. De overstromingen van september 2025, de ergste op Bali sinds decennia, toonden aan dat teveel bossen, rijstvelden en rivieroevers zijn ‘versteend’. Het land kan door de bebouwing geen water meer opnemen. Toerisme op Bali moet volgens de gouverneur zijn gericht op cultuur, natuur en kunst.
Hè-hè, uiteindelijk! Ik roep al jaren dat ecotoerisme op Bali centraal moet staan. De schitterende rijstvelden, de indrukwekkende vulkanen, de bloemenpracht, de aardige mensen, de vele kleurrijke hindoeceremonies, de zee rondom, dat heerlijke eten. Maak al die dingen tot het middelpunt van toerisme en het zal goedkomen. Bovendien moeten de autoriteiten een langetermijnplan ontwikkelen om Bali ook later leefbaar te houden voor bewoners.
Dat is een goede overgang naar mijn eigen verhaal. Corruptie zit op veel plekken en gaat diep. Daar weten we helaas het een en ander van af. In een land waar veel mensen weinig of niets hebben (have-nots), is het heel aantrekkelijk om in hun ogen ‘rijke’ individuen en bedrijven die aan het loket staan, te paaien en er zelf een slaatje uit te slaan. Ik begrijp dat maar praat het niet goed.
Mijn liefje en ik werden op Bali ook slachtoffer van corruptie. Het gaat te ver om hierover uitgebreid te verhalen maar het had te maken met land aan de Balizee waarvan het eigendom door twee Balinezen uit hetzelfde dorp werd betwist. Op die grond werd onze tropische villa gebouwd. Wij waren ons destijds niet bewust van het probleem dat zich op de achtergrond afspeelde. Bovendien kregen wij destijds in Spanje te maken met kanker in de familie (een van ons). Dat eiste al onze aandacht en energie op.
Het probleem werd groter en groter. Totdat het boven eenieders hoofd groeide. De ervaren Nederlandse projectontwikkelaar onderschatte het probleem en dacht lange tijd dat hij het wel voor ons kon oplossen. Dat had hij immers altijd gedaan. Er was altijd wel gedoe dus daar keek hij niet van op. In dit geval werd het een langslepende kwestie met heel nare kanten. Er ging veel corruptiegeld over de tafel (tot aan de Hoge Raad in Jakarta toe) en er waren heftige fysieke bedreigingen aan ons adres. Wij wachtten het einde van dit project niet af, verkochten de villa in 2014. De nieuwe Belgische eigenaren brachten wij volledig op de hoogte, droegen bewijststukken en verslagen van gesprekken met corrupte ambtenaren en advocaten aan hen over. Zelfs de toenmalige nationale ombudsman bleek corrupt. Van de Nederlandse ambassade in Indonesië hebben we nooit antwoord gekregen. Tja.
Jaren later kwamen de officiële papieren alsnog bij de huidige villa-eigenaren terecht. Zij verhuren de villa nu voor grote vakantiegezelschappen en dat loopt heel goed. Ze verkregen inmiddels alle benodigde vergunningen. Ondanks alles was het voor ons een paradijsje op aarde (dat is het nog steeds). Dit speelde zich af in het noorden van het eiland (omgeving Lovina), het nog niet zo toeristische deel van het Eiland van de Goden.
We kwamen met veel idealen: we zouden daar gaan inburgeren, de taal leren en als vrijwilligers aan de slag gaan. (Dat deden we grotendeels.) Wij kijken positief terug op deze ervaring (en we overleefden de kanker!). Het was een rottijd maar we hadden de ervaring niet willen missen. Het was leerzaam, al verloren we iets van ons vertrouwen in de mensheid en een deel van ons idealisme. Wat echter voor ons belangrijker was: we leerden een Balinees gezin met slimme, ambitieuze jonge ouders kennen die we wel een zetje in de rug wilden geven. Toen nog met één kind; dat zijn er tegenwoordig vier. Zo werden zij van een kansarm gezin onze happy family op Bali.
Onze oudste, Yuda (18), ontpopte zich dit jaar tot gedreven Master of Ceremony (MC) tijdens menig schoolfeest. Hij zit in de laatste klas van de middelbare school in Singaraja. Hij en zijn beste vriend vormen een creatief duo dat zich ‘DJ The Boys’ noemt. Yuda’s vriend heeft een DJ-controller en een draaitafel, die van ons hitst het publiek op met sprongen, dansjes en de microfoon in zijn hand. We kregen inmiddels ettelijke filmpjes. Dat doet hij verdraaid goed! Sinds ze een video van hun optredens op socialmedia zetten, kregen ze uitnodigingen -ook uit het buitenland- om te komen draaien. Binnenkort gaan ze een avond een bruiloftsfeestje opluisteren. Voor een salaris waarvoor zijn moeder een week moet werken... Er was ook een uitnodiging voor een avondje optreden waarvoor ze bijna €2.500 zouden ontvangen. In overleg met diezelfde moeder en met ons besloten de boys het niet te doen. Gelukkig zijn ze zelf ook verstandig. Stappen ze na gedane arbeid op hun motoren en krijgen ze een klap op hun kop. Weg geld. Ik krijg al kippenvel bij de gedachte...
Ik moest terugdenken aan dat stille ukkie van 1 jaar dat we 17 jaar geleden leerden kennen. Destijds sprak hij nog niet of nauwelijks maar keek wel zijn ogen uit als hij bij ons op bezoek kwam in de villa. Dat deed hij steeds vaker. Hij bleek nieuwsgierig en leergierig. Net als zijn broers Damai en Varen en zijn zusje Santya. We overlaadden hem (hen) met speelgoed, leerden ze zwemmen, kookten baby-voeding en Europese maaltijden voor hen en stuurden ze verplicht naar scholen die wij uitkozen (Montessori). Naar de peuteropvang, de tweetalige kleuterschool, de drietalige lagere school en een uitstekende middelbare school. Wat veel aandacht & liefde, plus een beetje mazzel kan doen voor een kind dat ooit weinig kansen had. Kami senang!
De
klifhellingen van Bingin worden nu teruggegeven aan de makaken die hier ooit in
grote groepen leefden. Dat verklaarde de gouverneur van Bali inmiddels zwart op
wit.





Geen opmerkingen:
Een reactie posten