Translate

dinsdag 11 augustus 2015

Met de vlieger*

Een van de treurigste gebeurtenissen van 2014 vond ik de spoorloze verdwijning van MH370. Toen het gebeurde, reisden mijn liefje en ik rond in West-Australië. Dat land startte een zoektocht voor de kust. Het hield ons weken bezig. 
Tot voor kort werd het toestel niet gevonden maar aan de kust van het Franse eiland Réunion spoelden recent brokstukken aan waarvan inmiddels is bevestigd dat het om de betreffende vlieger gaat. 
De 50-jarige Amsterdamse Surti Dahlia was de enige Nederlandse aan boord van het toestel. Hopelijk worden de zwarte dozen ooit gevonden en komen we te weten wat er misging met het noodlottige vliegtuig. Daarmee worden Surti en haar medepassagiers niet tot leven gewekt maar wellicht dat familie en vrienden de draad van hun eigen leven weer kunnen oppakken.

Als reislustige Hollandse zie ik vliegen als een noodzakelijk kwaad. Reizen is verslavend maar je moet er wel iets voor over hebben. Als je de grote wereld met eigen ogen wilt zien, ben je aan de vlieger overgeleverd. Ik weet dat je meer kans loopt om te verongelukken in het wegverkeer dan in de lucht maar het idee uit de lucht te vallen vind ik traumatisch. Tot nu toe brachten wij het er goed vanaf. Hierbij een greep uit de ervaringen, tijdens zakelijke en privévluchten.

Tijdens een vlucht met Aeroflot naar Moskou trilde mijn stoel los en vlogen bagagerekken spontaan open. Op een Eurowings-vlucht (nu German Wings!) naar München kwam de gezagvoerder uit de cockpit met een gat in zijn voorhoofd en bloed langs zijn gezicht. Op de startbaan van Wexford (Ierland) bleek de baan te kort; de tweede keer ging de vlieger gewoon op tijd de lucht in. Een vliegtuig van Monarch met ons aan boord kwam boven de Pyreneeën tweemaal in korte tijd in een diepe luchtzak terecht: de maaltijden zaten tegen het plafond, een stewardess lag languit, huilend, in het gangpad. In een klein toestel op weg naar Masai Mara in Kenia drukte de piloot ons op het hart een voor een op te staan. Tijdens een KLM-vlucht uit Londen brak de piloot de landing boven een stormachtige Polderbaan twee keer af. Op een binnenlandse vlucht in Egypte vlogen we over de Rode Zee in een (afgekeurde) Tupolev, zonder zwemvest onder de stoel. Tijdens een vlucht van Fiji naar Los Angeles was elke minuut van elk uur gevuld met turbulentie. Tja. Lucky, I suppose...

Er zijn mensen die gek zijn van vliegen, zij vliegen om het vliegen. Over zo iemand las ik onlangs een intrigerend artikel in Rolling Stone, getiteld 'Up in the Air'. Het betreft de Amerikaan Ben Schlappig, een jongeman die gratis rond de wereld vliegt. Niet af en toe maar continu. 
De 25-jarige Schlappig is 'one of the biggest stars among an elite group of obsessive flyers whose mission is to outwit the airlines'. 
De groep bestaat veelal uit whizkids met technische kennis, aanleg voor kleine lettertjes en een neus voor de bureaucratie van luchtvaartmaatschappijen. Zij hebben één doel: gratis vliegen, zo vaak mogelijk, zonder te worden betrapt.

Schlappig is een intelligente puber die zich stierlijk verveelt op school en op zijn 13de hobbyist wordt. Op zijn 14de leest hij een brochure van United waarin de luchtvaartmaatschappij 5.000 extra airmiles aanbiedt voor elke vlucht, tot een maximum van 50.000 bonuspunten. Hij rekent uit dat als hij de hele zomer kris-kras door de Verenigde Staten vliegt, zijn hele familie de volgende vliegreis naar Duitsland met Lufthansa in First Class kan maken (Schlappigs familie komt daar vandaan). Dat overtuigt zijn ouders, ze zijn bereid hem te sponsoren.

Hij verdiept zich verder in het wel en wee van vliegmaatschappij United. Het duurt een jaar voordat hij de ins & outs van hun frequent flyer-programma en de benodigde ticket-algoritmen als zijn broekzak kent. Daarna legt hij zich toe op het vergaren van zoveel mogelijk creditcards en het verzamelen van airmiles. Hij gebruikt de kaarten, strijkt de vliegpunten op, draait aankopen terug maar behoudt de punten. Zonder te worden teruggefloten. Op zijn 17de heeft hij een half miljoen vliegmijlen op zijn naam staan. Hij verdiept zich vervolgens in de compensatie bij overboekingen en de regels voor zogenaamde apology vouchers: tegoedbonnen die een passagier ontvangt als er iets gebroken is of niet werkt tijdens een vlucht.

Sinds 2008 blogt hij -onder de naam Lucky- over zijn grote hobby: One Mile at the Time. Hij schrijft daar dat hij is 'obsessed with aviation, travel, and more specifically, using airline miles and credit card points to elevate the travel experience'.

Ondertussen rondt hij zijn studie Marketing af. In diezelfde tijd zet hij de website FlyerTalk op, het enige wereldwijde platform voor airline nerds, met meer dan 500.000 leden. Inkomsten vergaart hij met advertenties op zijn blog en met doorklikken. Het bloggen begon uit passie, hij schreef aanvankelijk voor zichzelf maar inmiddels verdient hij er veel geld mee. Ook als passagier verdient hij een miljoen airmiles per jaar door goede aanbiedingen op te volgen, tactische aankopen met zijn creditcards te doen en te vliegen. Sinds april 2014 is zijn passie zijn werk. Schlappig vliegt jaarlijks circa 600.000 gratis kilometers, dat wil zeggen meer dan 16 rondjes om de aarde, in first class. Hij heeft geen idee hoe lang hij dit nog zal kunnen doen maar hij geniet met volle teugen. Ik vond het een fascinerend kijkje in een gewiekst en creatief brein, achter de schermen van een wereld met een schimmig randje.

Ook bij Masterchef New Zealand stond vorige week de vlieger in het middelpunt. Er waren nog slechts drie kandidaten in deze epische kookwedstrijd: Tony, Chelsea en mijn favoriet Ana. Twee van hen konden een finaleplaats bemachtigen door het bereiden van de beste business class-maaltijden. Ze moesten zes maaltijden bereiden: vier hoofdgerechten -waarvan één vegetarische-, een salade en een dessert. De kandidaten kookten in de keukens van cateraar Alpha Flight Services, het bedrijf dat onder andere maaltijden vervaardigt voor vliegmaatschappij Jetstar waarmee wij regelmatig vlogen. Bij het bereiden van de maaltijden gelden speciale regels: er mogen geen rauwe ingrediënten worden gebruikt, de maaltijden moeten worden opgewarmd en daarna hun smaken behouden en de gerechten moeten passen op een business class tray. David Hall, CEO van Jetstar was een van de juryleden. Ana en Chelsea gingen door naar de finale. Zij strijden vanavond om de titel.

Op Flipboard bekeek ik een fotoreportage over de meest beangstigende landingsbanen ter wereld. Eentje herkende ik direct: die van Quito, de hooggelegen hoofdstad van Ecuador. Mijn liefje en ik deden die luchthaven in februari van dit jaar maar liefs viermaal aan! Een keer als tussenstop vanuit Chili naar Guayaquil, de keer daarna om van Quito naar de Galapagoseilanden te vliegen en terug en de vlucht van Quito naar Madrid. Je vliegt niet alleen over actieve vulkanen, het is een van de uitdagendste landingsbanen omdat die middenin een dichtbevolkt gebied ligt en de landing nogal plotseling (steil) is. Volgens het artikel vonden daar in het verleden meer dan tien ongelukken plaats met vliegtuigen die van de landingsbaan raakten. Soms is het beter niet alles van tevoren te weten.

*Het was onze Belgische buurman Tom in Noord-Bali die ik voor het eerst het woord 'vlieger' hoorde gebruiken. Ik vond het een dusdanig mooi woord dat ik het aan mijn vocabulaire toevoegde.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten