Het tropische weer bezorgt niet alleen mensen hoofdbrekers, ook dieren blijken de kolder in hun kop te hebben!
Onlangs keek ik naar een BVN-uitzending toen ik vanuit mijn ooghoek iets kleurrijks zag naderen. Het bleken twee witkraagijsvogels. Deze kleine blauwe dieren vertoeven al geruime tijd in bomen op en rond Ons Domein. Maar dit was anders: ze vlogen nu de woonkamer binnen... De ijsvogels waren onder de bamboematten van het terras doorgedoken, de hoek omgeslagen en de kamer binnengevlogen. Ik hoorde twee tikken, stilte en daarna een hoop gefladder. De ene landde links tegen de voorgevel, de andere rechts. Eén vogel hervond zich snel en vloog weg via de achterdeur. Nummer twee had het moeilijker; die vloog in de richting van de rieten kap. Hoog boven het terras maakten wij van transparant visdraad een afscherming die ervoor zorgt dat vleermuizen niet ondersteboven aan de rietgedekte kap kunnen gaan hangen. De ijsvogel kwam boven het visnet terecht en zat nu min of meer gevangen. Het dier moest eerst het huis weer in voordat het de vrije buitenlucht kon bereiken. Tuinman Putu bood zichzelf aan als vogelverschrikker en klom naar de kap. Het dier probeerde door de mazen van het net te glippen maar dat bleek onmogelijk.
Ondertussen zwaaide ik de achterdeuren geheel open en liep daarna naar boven om de harmonicaramen op de eerste verdieping te openen. De vogel vloog mee. Dat was goed alhoewel het diertje aanvankelijk tegen het nog ongeopende raamdeel botste. Met geopende snavel zat het op de grond bij te komen. Kasian. Het liep goed af. 's Middags klonk hun luide geroep alweer over de daken. De insluiper had ook een visarend kunnen zijn die ik onlangs boven de branding zag cirkelen. Zo‘n roofvogel uit huis verwijderen, is andere koek!
Diezelfde week maakte tevens een blauwborstkwartel zijn opwachting. Vanaf oktober zag ik ze al in de tuin lopen; groot en klein. De tuinmannen raapten regelmatig kwarteleitjes op. Er werd dan geloot wie het eitje mocht eten. Kwartels leggen weliswaar mooie eieren, het zijn geen beste vliegers. Op enig moment zag ik een jonkie onder de matten door zeilen richting terras. Het botste tegen een van de terrasdeuren en vloog vervolgens in een hoek van 90 graden, rakelings over mijn hoofd de huiskamer binnen. Dat rakelingse was omdat ik het dier recht op mij zag afkomen en direct door de knieeën ging; geen slechte reflex voor een vrouw van middelbare leeftijd. Het diertje kwam pal achter de voordeur hijgend tot stilstand dus die reddingsactie was gemakkelijk. Gevederde vriendjes zijn van harte welkom maar bij voorkeur in hun eigen, natuurlijke biotoop!
Niet lang geleden schreef ik over moeder gekko die haar eieren in de carport legde. Ik zie er nog steeds een aantal liggen dus ik vroeg mij af of er wel eens een uitkomt. Het antwoord kwam onlangs toen ik een prachtig jong exemplaar op de oprit zag liggen. De zwart-witte staart lag eraf. Kennelijk was het diertje aangevallen en wierp het de staart af als afleidingsmanoeuvre. Het mocht niet baten: de hagedis was dood. Mieren waren al bezig met hun opruimwerk. Daaraan viel niets meer te redden. Het enige dat mij restte, was een foto maken van het prachtige dier dat daarmee uit de vergetelheid is gered.
We hebben een klein bassin aan het terras waarin graspluimen en waterhyacinten staan. Die bak is vooral bedoeld als afvoer van dakwater. Daarin houden onder andere padden huis. Op een ochtend zag ik een pad ontspannen tussen het groen zitten. Het plompe dier verroerde zich niet toen ik de cameralens voor de snuit hield. Niet veel later trof ik twee padden aan, in compromitterende houding. Het kleine mannetje lag helemaal om het grote vrouwtje heengedrapeerd. Toen ik afdrukte, sprongen ze uiteen. Was het liefde of was het haat? Ik wist niet beter dan dat het mannetje bij het vrouwtje op de rug zit tijdens de daad... Wie het weet, mag het mij schrijven. Het is sowieso vruchtbare grond: inmiddels springen baby’s van kleiner dan 1 centimeter over het terras.