Dit blog had ook zomaar 'Gone Fishin‘ – part 2' kunnen heten. Deel 1 ging over vissen, zeg maar gerust héél grote vissen, die door anderen werden gevangen. Deze keer is anders.
We gingen namelijk weer het water op met onze vriendinnen Claire, Julie en Lucy en nu gingen de hengels mee. Na een langzame start in de ochtend werd de trailer met boot rond lunchtijd door Claire vakkundig het water ingereden via een van de bootramps in Forster Keys. De dames zijn goed op elkaar ingespeeld: de ene chauffeert, de andere geeft richtingaanwijzingen. De ene laat de boot te water, de andere rijdt de lege trailer naar de parkeerplaats. Zo’n samenwerking en taakverdeling komt mij, co-caravanner, bekend voor al zijn mijn Aussie-vriendinnen beiden geduldiger dan ikzelf. Een mens is nooit te oud om te leren. Ook in mijn geval lijkt dat soort intelligentie met de jaren toe te nemen. Ik spreek muzelluf ter aanmoediging toe dat ik nu eenmaal de jongste van allen ben...
We voeren over Wallis Lake totdat mijn liefje, inmiddels een geoefend 'spotter’, een vin dacht te zien. Dat bleek spot on! Daar was er nog een, en nog een. Het ging om een grote groep wilde dolfijnen die op weg leek naar de oceaan, via de Forsterbrug. Claire ontpopte zich tot een (min of meer) deskundige dolfijnengids. “Welcome on board Sea Gals & Co. In front of you, I mean on the left side of the boat, oh-no on the right side, uhhhm behind the boat you see a large pod of bottlenose dolphins.” Het lag niet aan haar, ze zwommen inderdaad overal om ons heen!
We volgden de dieren op gepaste afstand en met getemperde snelheid. Ik was verrukt over hun nabijheid. Ze waren groot. Ook hond Lucy was hyperenthousiast. Normaal gesproken maakt ze nauwelijks of geen geluid maar op dat moment des te meer! Met haar zwemvest aan drentelde ze heen en weer over de plecht van de boot.
's Ochtends was mijn liefje het dorp ingegaan om een verrassingslunch voor ons te kopen: king prawns. 'Vanochtend zwommen ze nog... ' Eerder schreef ik over de piekervaring van het eten van een prawn sandwich op Australische wijze. Je koopt de gewenste hoeveelheid garnalen in de schil, een gesneden witbrood, een kuipje boter, verse peper en Bob’s your uncle! Normaliter gruwel ik van witbrood maar soms moet weerzin wijken voor een nieuwe ervaring. Prawn sandwich eten aan boord van een boot, in goed gezelschap, op een prachtig meer maakte dat alles nóg smakelijker. Het voordeel was deze keer dat de schillen overboord mochten. Een flesje (alcoholvrij) ginger beer light completeerde mijn lunch.
Daarna was het tijd voor vissen. We legden aan in de nabijheid van een grote oesterbank dus dat zou gunstig moeten uitpakken... Als aas werden ongekookte kleine garnalen gebruikt. Claire voorzag de vishaak van een garnaal en daar ging ik.
Op het gebruik van een werphengel moest ik een paar keer oefenen. De eerste keer zwiepte de hengelpunt namelijk hard zonder draad uit te rollen zodat het aas van mijn haakje vloog, de tweede keer schoot de lijn tientallen meters ver bij mij vandaan. Vanaf de derde keer liep het echter gesmeerd. Ik hield de vinger aan de draad en opeens voelde ik een flinke ruk. Ik haalde de hengel op en de garnaal was weg. 1-0 voor de vis. Dat ging zo nog even door totdat ik op het juiste moment weerstand bood. Beet! Een kleine zilveren vis met gouden streep op de flank bungelde aan het einde van mijn lijn. Volgens de meisjes was de gevangene een bream, volgens mij een brasem. Claire verwijderde het haakje zorgvuldig uit de bek van de vis die daarna werd teruggezet in het kristalheldere water. 1-1 voor mij. Niet lang daarna volgden exemplaren 2 en 3. De laatste was de grootste brasem. Als viswinnaar van de dag vond ik het welletjes. Daar voor later in de middag een flinke omweersbui was voorspeld, leek het ons raadzaam huiswaarts te keren dus we voeren naar Forster Keys terug.
Onderweg zag ik een vogel met immense vleugels boven het water cirkelen. Het dier kwam dichter- en dichterbij, tot het op enig moment recht boven ons hing en ik het lichaam goed kon zien. Het bleek om een witborstzeearend (white bellied/white breasted sea eagle) te gaan; de een na grootste roofvogel van Australië. Het majestueuze dier streek in een boom langs het water neer waar ik een foto kon maken. We dobberden een tijdje in verrukking rond. Een heuse zeearend?! Niet lang daarvoor dacht ik er eentje boven het strand te zien die met een propeller aan de snavel bleek te zijn uitgerust. Kasian. Maar deze was echt, van vlees en bloed. Wow! Wat een dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten