Eerst moesten de fietsen uit de 'shed' worden gehaald. Onze schuur ligt in dezelfde woonwijk
maar in een ander appartementsgebouw. We haalden ze te voet op. Daar dit
Bernadette's vakantie is, opperde ik dat ze
na deze beklimming niet persé met mij hoefde te gaan fietsen. De weg van huis
naar schuur was tegen de heuvel op. Alleen deze wandeling bracht al de
verplichte dagelijkse portie lichaamsbeweging (20 minuten) met zich mee.
Zij liet zich echter niet kennen. Of juist wel: toen we dezelfde route even later
in omgekeerde richting op twee wielen aflegden, stortte zij zich op de fiets -van
mijn liefje- met ware doodsverachting van de berg af. Met duizelingwekkende
snelheid naderde zij de betonnen toegangspoort. De hellingsgraad is daar minstens
10%?! Ik hield mijn hart vast. Zelf kwam ik er op mijn eigen stalen ros remmend
achteraan. De nacht ervoor droomde ik dat ik op de rotonde terechtkwam. De handremmen
weigerden dienst...
We bereikten het pad langs het kanaal echter zonder kleerscheuren en met
een alleszins gezonde hartslag. De medeweggebruikers die ik op de eerste
kilometer van het traject tegenkwam, waren Nordic walkers; vooral Belgische,
Duitse en Scandinavische vrouwen met tikkende stokken en vervaarlijk uitziende wandelschoenen. You never walk alone.
Een zwerm gele vogeltjes begeleidden ons daarna op de route. Langzaam maar zeker lieten we bekend terrein achter ons. Om mij heen kijkend, zag ik overal citrusvelden. In diverse stadia: van piepjonge aanplant tot grote, oude sinasappel- en citroenbomen. Ook constateerde ik een hybride vorm: kale, oude stammen waarop jonge uitlopers vanonder een plastic huls groeien. Het gebied zag eruit als een lappendeken.
Een zwerm gele vogeltjes begeleidden ons daarna op de route. Langzaam maar zeker lieten we bekend terrein achter ons. Om mij heen kijkend, zag ik overal citrusvelden. In diverse stadia: van piepjonge aanplant tot grote, oude sinasappel- en citroenbomen. Ook constateerde ik een hybride vorm: kale, oude stammen waarop jonge uitlopers vanonder een plastic huls groeien. Het gebied zag eruit als een lappendeken.
Overal waar ik keek, zag ik open velden en Spaanse kassen. Die kassen zijn anders dan in Nederland: ze bestaan grotendeels uit plastic. In sommige kassen zag ik citrusbomen, in anderen tomaten- en paprikaplanten. Op enkele velden werden sinasappels geplukt, door pikzwarte landarbeiders. Ik
hoorde ze de vruchten stuk voor stuk van de bomen trekken. Het lijkt mij zwaar
werk. Volle manden werden op de schouders naar een gereedstaande vrachtwagen
gedragen. Ondanks de hoge werkeloosheid in Spanje wordt dit plukwerk kennelijk door
allochtonen verricht. Afrikaanse fruitplukkers, gastarbeiders. We zagen hun
armoedige verblijven, betonnen bunkers vaak zonder ramen, aan de rand van plantages
staan...
Ik vertelde Bernadette dat in de wet is vastgelegd dat een inwoner van Spanje
één sinasappel of citroen per dag mag plukken, voor eigen consumptie. Wij houden
ons aan die regel al plukken we bepaald niet iedere dag. Ook Bernadette besloot
haar recht uit te oefenen. We zagen echter nergens op de route een sinasappel aan
een boom op grijpafstand. Wel hing er een mooie, grote goudgele citroen. Die
vroeg erom te worden geplukt. Terwijl ik de foto van haar rechtmatige daad
maakte, zag ik in de verte een grote kudde kaalgeschoren schapen over het pad
aankomen. De herder ging voorop met een goedgevulde plastic zak aan zijn arm.
Ook hij bleek als burger goed op de hoogte van de wet: hij had het recht van zichzelf en ieder van zijn schapen uitgeoefend! Hij opende zijn zak om de inhoud met ons te delen: vers
geplukte mispels, nisperos genoemd in het Spaans. Deze oude(rwetse) vrucht, die
vol vitamine C zit, heeft een zoetzure smaak. Eerder maakte ik er chutney van. Errug fris en lekker. Ik pakte twee vruchten.
Hij moedigde mij aan meer te nemen: “coge, coge por favor”. Een mooi gebaar. De herder lachte ons vervolgens vriendelijk toe, groette en vervolgde zijn pad met honderden dieren in zijn kielzog.
Al fietsend, legden wij vandaag ruim 25 kilometer af. Op de terugweg wakkerde de tegenwind
aan. De laatste kilometer was geen sinecure; ik probeerde het straffe tempo van
Bernadette zo goed mogelijk bij te houden. Eenmaal terug in de eigen woonwijk
was de fietsroute naar de schuur voor mij één steile helling te ver. Het laatste stuk legde ik dan ook lopend af, met de fiets aan de hand terwijl mijn fietsmaatje ogenschijnlijk gemakkelijk tot
aan de voordeur reed. De mispels smaakten heerlijk. De citroen ligt op de fruitschaal te wachten op het moment van consumptie. De zadelpijn laat tot nu toe op zich wachten. Morgen is een golfdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten