Translate

woensdag 26 februari 2014

Give blood... go camping!

We zijn voor het eerst sinds onze reis door West-Australië weg van de kust. We staan nu op een grote, groene camping in Pemberton (700 inwoners), hemelsbreed op circa 25 kilometer van de Zuidelijke Oceaan. Het voelt als ‘binnenland’: we hebben zandgrond en houtsnippers onder de voeten, geen zicht op water maar wel op horzels. Die insecten zijn er omdat een bepaalde boom momenteel in bloei staat. Ze houden van de betreffende bloemennectar. Ze hebben echter een beetje bloed van ons nodig om de bloemen te bevruchten. Deze relatief grote insecten met brede vleugels en een groenig lichaam houden van reizigers in korte broek, korte mouwen en teenslippers! Men noemt ze hier ‘March flies’. Mijn liefje vroeg aan de gids waarom die verdomde insecten er al in februari zijn?! Het goede nieuws is dat een steek geen jeuk veroorzaakt maar het kan wel kortstondig pijn doen. ’s Avonds zijn ze overigens niet meer actief maar dan is de temperatuur dusdanig gezakt dat we niet meer buiten willen zitten. Dan lokt de gezelligheid van Winnie, onze motorhome.

We maakten onlangs een historisch treinreisje over de Warren River en we namen de dag daarop deel aan een ecotoer in het D’Entrecastaux National Park. Het boemeltje tufte over vijf bruggen en door een bos met vele soorten bomen. In September, als de bloemen in bloei staan, is het een veelkleurig traject. Nu vonden we het beiden een beetje saai.  

De daaropvolgende 4WD-excursie bood ons een blik op vier verschillende ecosystemen: een karri-, marri- en jabbahbos, bewegende duinen (Yagerup), de loop van de Warrenrivier en de monding van de rivier in de oceaan.

Waar we ook gingen, de horzels vergezelden ons. Alleen toen we bovenop de spierwitte duinen stonden en daarna op het strand waren, waren de horzels afwezig. Dat gaf even adempauze. Iedereen lijkt een soort vitusdans te doen om de insecten van het lijf te houden. Ik geloof zelfs dat ik ongemerkt op eentje ben gaan zitten... De titel van dit blog is overigens afkomstig van het t-shirt van de Australische die met ons meereisde (en meeleed alhoewel zij in spijkerbroek aan de excursie deelnam; een vrouw met ervaring).

De bewegende duinen waren fantastich om te zien en te beklimmen. Ze waren letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van deze excursie voor mij. De 4WD moest de banden gedeeltelijk leeg laten lopen om de duinen veilig te kunnen berijden. Toen ik mijn voeten in het fijne zand stak, voelde het tien centimeter onder het oppervlak koel aan. De gids vertelde mij dat de duinen water goed vasthouden. Je kon op heel stijle helingen staan, je zou niet naar beneden storten; daarvoor is het zand te compact.
Als mens met hoogtevrees probeerde ik dat niet uit. De duinen, die een groot oppervlak beslaan, rukken jaarlijks vier meter landinwaarts op. Menig meer in het gebied werd al opgeslokt. Toen we met de auto over het uitgestrekte gebied reden, leek het op een wintersportgebied met skisporen.

Ook bij de monding van de Warrenrivier, daar waar het zoete water contact maakt met het oceaanwater, was er veel te zien. De weg ernaartoe is alleen toegankelijk voor 4WD, de chauffeur heeft een vergunning nodig. Mijn zware auto, de Jeep, zou de route niet succesvol afleggen. Het strand is dan ook pristien. In geen velden of wegen waren andere mensen te zien. De kuststrook van dit nationale park strekt uit over circa 45 kilometer. 

Waar wij uitkwamen, mengden twee zeer verschillende kleuren en smaken water en stromingen zich. De monding van de rivier sloot vele jaren geleden zodat er geen verbinding met de oceaan meer was maar niet lang geleden opende het zich weer. De natuur laat zich niet leiden. Het zeewater stroomt bij hoog water de rivier in, een bruin kolkende massa veroorzakend. De golven van de Zuidelijke Oceaan sloegen rap na elkaar om, daarbij grote veren in de lucht achterlatend.

Mijn liefje stapte voor mij uit de auto en hield een grote schelp omhoog toen ik opkeek. Het bleek een intacte hertenkauri te zijn. De vondst van de dag, al verwacht je zoiets niet aan deze kust?! 
Ter verklaring vertelde onze gids ons dat de Leeuwin-stroming (vernoemd naar ontdekker Van Leeuwen – weer zo’n vliegende Hollander!) veel veranderde in de loop van de tijd, zowel qua onderwaterwereld als qua boventemperatuur. Aan deze oceaankust zijn dus inmiddels tropische schelpen, vissen en zeezoogdieren te vinden. En het regent vaker. 

Morgen reizen we weer naar de kust, naar een camping aan de Peaceful Bay. Uitsluitend gekozen om de naam. We zullen blij zijn als we de horzels achter ons kunnen laten.


maandag 24 februari 2014

Where two oceans meet

Dit is de tweede blog van vandaag. Er is zoveel te zien en te vertellen en als ik dan een goede internetverbinding tref, dan maar gelijk doorpakken. Niet in de laatste plaats omdat vandaag een bijzondere dag is: mijn liefje en ik zijn 25 jaar samen. Nooit gedacht dat ik ooit met iemand zolang zou kunnen en willen samenleven maar toen ik haar eenmaal ontmoette, wist ik zeker dat ik het met haar wilde proberen. En het is gelukt! Als je van ‘lukken’ kunt spreken. Een relatie lang en goed houden, vraagt inzet en doorzettingsvermogen. Maar als je je maatje in het leven hebt gevonden (zoals in mijn geval), is dat geen ondoenlijke inspanning.

Gisteren waren we in Cape Leeuwin Natural Park, bij de nog werkende vuurtoren. Op dat punt komen de Indische Oceaan en de Zuidelijke Oceaan samen. We waren eerder in ons gezamenlijke leven op zo’n plek in de wereld: op Kaap De Goede Hoop waar twee andere oceanen samenkomen. We zagen een soort spoor in het water. Mijn liefje verklaarde zich spontaan de Indische Oceaan van ons tweeën, hetgeen mij tot Southern Ocean maakt. Zij is altijd warm, bij muzelluf wisselen koele stromen zich af met warme dus wat dat betreft, klopt het wel. No worries.

Als reizigers -en als liefjes- zijn we dus de hoek om gegaan. We hebben de Indische Oceaan verlaten en zitten nu daadwerkelijk aan de zuidkust van West-Australië, aan de kant van de Zuidelijke Oceaan. Qua temperatuur is dat nog niet te merken, al hebben we nog niet gezwommen. Gaan we waarschijnlijk vanmiddag doen in de Flinders Bay waar we nu op een caravanpark staan, met uitzicht op de baai. Hier wachtte ons eveneens een verrassing: in de baai zwemmen wilde dolfijnen rond. Een glimp ving ik reeds op. Aan het einde van de middag ga ik hoogstwaarschijnlijk kayakken. Eens kijken of de dolfijnen contact met mij komen maken.

Gisteravond aten we lokale fish (red snapper) & chips in de zuidelijkst gelegen shop van West-Australië. Als je hier 5.400 kilometer rechtuit vaart, stap je in Antarctica af. 
Vanavond gaan we naar het enige restaurant van Augusta. De plaats waar we thans op de camping staan, heeft een halve straat met winkels. That’s it. Een culinair hoogtepunt zal het vanavond dan ook niet worden. Evenmin champagne bij de lunch (we zitten nu in een koffieshop zonder alcohollicensie) maar een bekertje water. Er staat mij echter nog iets heel leuks te wachten: aanstaand weekend gaan we deelnemen aan het Albany Oyster Festival, met als speciale gaste tv-chef Poh Ling Yeow. Joehoe. Ik ben een grote fan van haar sinds 2009 toen zij tweede werd bij Masterchef Australia. Vriendin Bernadette en ik vonden toentertijd dat zij nummer 1 had moeten zijn. Die tweede plaats legde haar geen windeieren, ze is een beroemdheid in Australië en elders.

Maar mijn grootste liefde is en blijft mijn liefje. Op naar de 50 jaar samen! Op een van de tussenliggende dagen maken we een reis met een bijzondere trein vanuit Pemberton. Dat is mijn kadootje aan haar.


Reach for the beach

Rijden we eindelijk in één keer, zonder fouten, naar de camping van Hamelin Bay, kunnen we onze toegewezen staanplaats niet vinden?! Je zou denken: plek 139 is naast plaats 140 maar helaas... zo logisch zit het hier niet in elkaar. In een uur tijd stonden we op vier plekken, telkens in de veronderstelling dat het onze plaats was. Viermaal was dat onterecht. En de caravans, camper vans, fifth wheelers, camper trailers, roof top campers, slide on campers en motorhomes bleven binnenkomen. Veel plekken zijn vooraf geboekt, wij komen binnenvallen. Mijn liefje liep constant heen en weer naar de receptie om de plaats te bevestigen maar kwam dan weer met een nieuwe instructie terug. Uiteindelijk staan we op plek 144, een van de laatste plaatsen. Midden in een natuurpark, onder pepermuntbomen.

Na de lunch liepen we in zwemkleding naar de baai. De kleuren van het water zijn onbeschrijfelijk. Het water lijkt elke keer weer helderder dan in de vorige baai, al is dat onzin. Ik keek over het water en zag iets zwart erboven uitsteken. Toen ik dichterbij kwam, kon ik mijn ogen niet geloven: grote en kleine roggen zwommen heen en weer. Ik liep het water in en stak mijn hand onder water. Niet veel later voelde ik iets zijdezachts tegen mijn hand. Later kwamen er veel meer langs, met grote en kleine vleugels. Gezien van boven en onder water. 
Wow, wat een ervaring!


Er blijken smooth stingrays, black stingrays en eagle rays in de baai van Hamelin rond te zwemmen. Sommige zijn zo groot als een tafelkleed. Roggen behoren tot de haaienfamilie en zijn beschermde dieren. Ze voeden zich met schaal- en schelpdieren. Ook mijn liefje deed mee, terwijl ik erop lette dat ze niet tè dicht bij de staart van een stingray in de buurt kwam. Zo eindigde het leven van Steve Irwin, de Freek Vonk van Australië, die onder water door de staartpunt van deze roggensoort recht in het hart werd getroffen.

Er is momenteel veel gedoe over haaien in West Australië. Het gaat dan niet over roggen maar over drie haaiensoorten die gevaarlijk zijn voor de mens: de grote witte haai (carcharodon carcharias), de tijgerhaai (Galeocerdo cuvier) en de stierenhaai (bull shark; Carcharhinus leucas). Surf Life Savers WA spotte vorige jaar 285 haaien in de wateren langs de kust van West-Australië, in vergelijking tot 247 in het daaraan voorafgaande jaar. Dat toegenomen aantal kan te maken hebben met het toegenomen aantal helicopterpatrouilles.

Het aantal aanvallen door haaien in Australische wateren halveerde bijna: in 1930 betrof het 60 personen op een miljoen, in de laatste tien jaar betreft het 30 mensen op een miljoen. Desalniettemin heeft de regering van West Australië onlangs besloten dat haaien die groter zijn dan drie meter actief moeten worden gevangen en gedood. Daarmee zijn ze inmiddels begonnen. Langs de kust, op één kilometer van de surf (dus niet persé van de branding) worden lijnen aan dobberende vaten gehangen met grote vishaken met lokaas eraan. Elke stad die wij aandeden, had wel een discussie-avond over het onderwerp. De regering zegt dat het werkt, mensen van Sea Shepherd en oceanografen betwijfelen dat. Hoe kan zo’n maatregel de veiligheid van zwemmers, surfers en duikers verbeteren als het juist haaien lokt? En hoe kun je voorkomen dat ongevaarlijke haaiensoorten aan de haken hangen. Bovendien zijn de gevreesde haaiensoorten beschermde diersoorten. De actie kan dus zeker niet op ieders instemming rekenen. Ook ik ben ertegen. De zeeën en oceanen zijn hun habitat, niet het onze. Wij zijn slechts gasten.



donderdag 20 februari 2014

Barefoot, Stand Up Paddler!

Vanmorgen werden we om 5 uur gewekt door onze jonge buren. Het was hun tijd om op te staan; naar het werk om druiven te gaan plukken. Wij en iedereen om hen heen werden wakker behalve de Aziatische eigenaar van de wekker... Tja. Ik draaide mij nog eens lekker om.

We boekten een extra nacht op de camping van Margaret River. We staan op loopafstand van het stadje en er zijn mooie restaurants. Zo dineerden we bij ‘Arc of Iris’. De jonge kok is Duits, de jongedame in de bediening bleek zijn Nederlandse partner. Vooraf at ik verse garnalen in een romige saus en als hoofdgerecht deelden we een portie crispy pork belly met rode kool, gratin en appelchutney. De avond ervoor aten we in Margaret River Hotel waar mijn liefje verse erwtensoep at (uit solidariteit voor de Nederlandse sporters in Sochi) en ik groene Thaise curry bestelde. Ook die gerechten waren om over naar huis te schrijven.

We staan hier tevens op rijafstand van een surf- en paddleschool in de baai van Gnarabup. Ik verzin het niet. Het is een Aboriginele naam; alles dat op ‘up’ eindigt, betekent ‘plaats van’. We kwamen in de loop van de ochtend aan het strand aan waar we bij Café Sea Garden een smoothie van groene groenten en koffie dronken. 

Daarna gingen we zwemmen. Dit is nog steeds de Indische Oceaan maar naarmate we zuidelijker reizen, daalt de temperatuur van het oceaanwater. Rondom Perth begonnen we met 24 graden Celsius, inmiddels zitten we op 19 graden. Kun je nagaan wat de temperatuur zal zijn als we in het uiterste zuiden de hoek om gaan. Daar komen we in de invloedssfeer van de Zuidelijke Oceaan, die in contact staat met Antarctica. De temperatuur van het oceaanwater zal daar nog meer dalen. De boventemperatuur ligt overdag nog steeds rondom 30 graden Celsius, met een avondtemperatuur van circa 22 graden. We slapen er heerlijk bij. De sterrenhemel is hier prachtig. Vanuit mijn hoge bed kan ik ’s nachts door het plafondluik veel sterren zien. Ook mijn liefje is ingenomen met de prachtige starry nights. Als je al geen natuurmens bent, word je het hier subiet!

Terwijl ik snorkelde en grote cat’s eyes opdook, liep mijn liefje naar de mevrouw van de surf- en paddleschool. Alhoewel haar les voor die dag erop zat, vroeg zij of ik een privéles bij haar mocht volgen. Juf Megan had tijd en zin, na de lunch. Dit was mijn Valentijn-kadootje van haar. Ik at een broodje in de campervan en was er klaar voor.
Megan legde mij uit wat de essentie van Stand Up Paddle is: vaart maken met de paddle, evenwicht zoeken (billen boven de voeten, net als bij yoga), met gebogen knieën, recht vooruit kijken, de paddle bij het uiteinde vastgrijpen en lange stroken maken met een bijna gestrekte arm. Ze leerde mij ook het allerbelangrijkste: als er gevaar dreigt of als ik de controle kwijtraak, moet ik op de plank gaan liggen met de paddle onder mijn lichaam. Ik ging enthousiast te water. Ik was zo snel dat mijn liefje de papieren namens mij tekenende... (er zijn namelijk rip curls en er zwemmen haaien rond).

In de eerste tien minuten lag ik regelmatig in het water, naast de plank. Stand up Paddle ziet er vanaf het strand eenvoudig uit maar dat is het bepaald niet. Onder andere de golven maken het lastig. Na een half uurtje klunen liep het gesmeerd. Ik stond en bleef staan, kon keren, kon zelfs achteruit paddelen, kortom: ik kreeg het onder de knie en had er plezier in. Dat is iets wat ik hier en in Spanje zeker weer ga doen. Nu ik de 150 foto’s bekeek die mijn liefje maakte (!), zie ik dat mijn houding nog niet optimaal is...

Vandaag rijden we door naar Hamelin Bay, na een bezoek aan Bellview waar een heel bijzondere schelpencollectie is te bezichtigen. Dat wil Barefoot zeker niet missen. Ondertussen vond ik hier een zwarte eierschaal van een hondshaai en een witte van een anderssoortige haai. Hopelijk kan ik de vondsten meenemen voor mijn persoonlijke collectie in Spanje. Gisteren sloegen we proviand in voor een aantal dagen. Op onze volgende bestemming is evenmin wifi en telefoonontvangst. Achter krantenpapier maar wel aan een van de prachtigste baaien van deze staat. Dit kind van de zee is happy.



maandag 17 februari 2014

♪The wheels of the bus go round and round♪

We zitten nu in Margaret River Hotel, gelukkig weer in de buurt van wifi. Het frustreert mij dat er zo weinig wifi-plekken zijn maar ik accepteer die situatie (met tandengeknars). Er is immers zoveel dat ik wil beschrijven! In de tussenliggende dagen zwommen en snorkelden we in prachtige baaien. Winnie werd dan met de neus naar de oceaan geparkeerd, we kleedden ons om in de eigen wagen en gingen te water. Op die dagen bestaat de lunch uit een goedbelegde boterham met een kopje melk. De infrastructuur van Australië is helemaal op die vorm van beachlife afgestemd: parkeergelegenheid en douches overal, comfortabele trappen naar het strand, picknickplaatsen en schaduw.

Inmiddels staan we in Margaret River op een leuke camping met zwembad, op loopafstand van het stadje. In de afgelopen dagen passeerden we vele wijnvelden en wijnestates. Margaret River is niet alleen een plaats, het is tevens de naam van de wijnstreek. Daar wordt slechts 2% van de Australische wijnen verbouwd maar die vormen met elkaar wel 10% van de topwijnen van dit continent. Het betreft dus een kleine maar wel kwalitatief uitstekende wijnstreek. Er verblijft een groot aantal Europese (Franse, Italiaanse) en Australische jongeren op de campings die wij thans bezoeken. Op enig moment ontdekten wij dat het momenteel druivenoogsttijd is en dat veel van het plukken gebeurt door diezelfde jongeren. Ze gaan ’s ochtends voor vijf uur weg, worden betaald per emmertje en krijgen de kosten van hun verblijf vergoed. In de loop van de middag komen ze en masse naar de camping terug.

Daar wij graag een kijkje wilden nemen bij een aantal wijnboeren boekten we een georganiseerde tour. We werden opgehaald op onze camping in Gracetown (midden in de bush) en kwamen terecht in een bus vol Australiërs. Weleens meegemaakt? Wij wel maar toch lieten we ons verbazen. Het jonge echtpaar dat als laatste bij hun resort werd opgehaald, stapte de bus in met twee flesjes bier in hun hand. De man, die Sheane bleek te heten, droeg ook een tas mee naar binnen. Na ongeveer vijf minuten kwamen daaruit: sambaballen, tamboerijnen en een muziekinstallatie tevoorschijn. De stemming zat er na de zesde minuut goed in. De titel van dit blog is een Engels kinderliedje dat ons in een minuutje werd geleerd. We waren de enige buitenlanders. We werden door Sheane & Nolene 'Europe' genoemd. Ik vind het best al voelen wij ons eerder wereldburgers...

Om 11 uur (’s ochtends, welteverstaan) deden wij mee aan de eerste wijnproeverij waar we acht wijnen proefden, vier witte en vier rode van verschillende druivensoorten. Daarna bezochten we andere estates waar dezelfde aantallen wijnen werden geproefd. Het spuugbakje werd nauwelijks gebruikt... Het viel mij op dat we weinig rosé kregen voorgeschoteld, al is die wijn nog steeds populair bij Australiërs. Zels Australische mannen drinken nu naar verluidt vaker rosé dan voorheen.

Mijn liefje en ik deelden soms een glas en ik dronk regelmatig water tussen al het druivensap door. We wilden de dag graag fris doorkomen. De lunch gebruikten we op het estate Knotting Hill; het werd een bushtucker-maaltijd. Een aantal van de ingrediënten vind je in de bush, zoals limoenen ter grootte van een kleine druif, wilde bessen, een hibiscusachtige bloem, krokodil-, emoe- en kangoeroevlees.


Na de lunch werd de proeverij voortgezet. We kregen port met chocoladesmaak voorgezet en dronken cocktails op basis van liqueurs. De vrolijke Sheane en zijn vrouw Nolene keken in de loop van de dag iets te diep in hun glaasjes (al werden ze niet vervelend). Het viel mij op dat de wijnen die wij proefden tamelijk serieus waren; het waren geen lichte wijnen, zelfs de jonge wijnen niet. Mijn voorkeuren voor Cabernet Sauvignon en Sauvignon Blanc werden bevestigd. We schaften geen fles of doos van het een of ander aan. De excursie werd afgesloten bij een bierbrouwerij. Daar had ik weinig te zoeken maar mijn liefje destemeer. Terug naar de camping zagen we tientallen kangoeroes bij ondergaande zon over de velden springen. Ik zie ze liever daar dan op mijn bord. Een mooi eind van een wijnovergoten dag.

Tijdens onze vervolgroute gaan we de Mammoth Cave (een bijzondere grot) en de grootste privé-schelpencollectie van West-Australië bezoeken. Zelf ga ik een les stand-up-paddle nemen. We zakken heel langzaam af richting Hamelin Bay, nog steeds aan de Indische Oceaan.


woensdag 12 februari 2014

Busselton

We kwamen op de camping van Busselton aan, wederom na fout te zijn gereden. Dat wordt de rode draad van deze rondreis. Het is een nogal aparte camping, over drie delen verspreid, zonder hek eromheen. Het is een gemeentelijke camping waar mensen kennelijk graag staan. Sommige kampeerders boeken hun staplaats een jaar vantevoren. We weten inmiddels waarom het nog steeds druk is, al is de vakantiemaand voorbij. Na januari gaan mensen zonder kinderen en Australië’s grey nomads op pad.

Ook wij zijn nomaden, al zijn we nog niet grijs. Sterker: we zijn hier nu waarschijnlijk de jongste kampeerders. Mijn liefje meldde zich bij de receptie en vroeg een plek. Dat lukte niet meer, de camping was vol. Met haar liefste gezicht (ik weet hoe dat eruitziet) zei zij tegen de vrouw aan de balie ‘nee joh, er is vast nog wel een plekje voor ons’... en ze bleef staan -lachend- terwijl ik geduldig wachtte aan de andere kant van de weg.
De dame deed haar uiterste best en vond iets. We mochten één nacht op plek X en twee nachten op plek Y staan. Wij vonden het prima. Met een kampeerauto hoef je alleen de kastjes te sluiten en de electriciteitskabel eruit te trekken. Zo staan we nu dus op een kampeerplek met uitzicht op de Busselton Jetty.

Het water van Geographe Bay is kristalhelder en van vele verschillende kleuren, het zand is spierwit. Je kijkt je ogen uit. Aan de voet van de pier staat een restaurant, genaamd ‘The Goose’ waar het goed toeven is. We lunchten daar en voelden ons grote bofkonten. Het Zwitserlevengevoel ten voeten uit. Een goede kennis uit Bali schreef ons recent een bericht waarin hij ons vroeg of we het eiland achter ons hadden gelaten. Het antwoord is ‘ja’. De gehele ervaring hebben we beiden een plek gegeven. Ik moet eerlijk bekennen dat ik momenteel niet vaak daaraan terugdenk. Ik slaap hier als een roos, waarschijnlijk vanwege de frisse lucht van de pepermuntbomen en het constant buiten zijn. Het leven is thans zeer ontspannen.

De pier van Busselton maakte veel mee: een gemeentebestuur die het wilde afbreken, brand en cyclonen. Het werd gekoesterd en fraai herbouwd en is met zijn 1.841 meter lengte de een na langste pier in de wereld. Het is een toeristentrekker van formaat. Over de pier loopt een treintje dat wij namen op de terugweg, op de pier is een ‘Observatory’ en onder de pier ligt een snorkelavontuur. Onlangs kocht ik een nieuwe onderwatercamera. De zoveelste. Ik kocht wederom een Olympus Tough. Een donkerrode, deze keer. Voortaan reserveer ik het apparaat uitsluitend voor opnamen onder het wateroppervlak. Mijn vorige onderwatercamera, een Sony Cybershot, bewijst nog goede dienst als snapshotcamera. Die camera is zo lek als een mandje dus onder water kan’ie niet meer. Daar het aan de zuidwest- en de zuidkust van West-Australië op vele plekken een onderwater-walhalla is, kon ik de verleiding niet weerstaan...

Je mag van de pier afspringen, er wordt gesnorkeld en gedoken. Het is er ongeveer acht meter diep, je wordt geacht binnen tien meter van de jetty te blijven. De staanders die de pier al honderden jaren dragen, vormen inmiddels een geliefde plek voor vele soorten koralen en tropische vissen. De houten en betonnen pilaren vormen met elkaar een mysterieus onderwaterwoud. Op zo’n manier zag ik de Indische Oceaan niet eerder.

We blijven hier nog één nachtje en trekken dan langzaam verder naar het zuiden, richting de Zuidelijke Oceaan. We gaan onder andere naar de plaats waar de twee oceanen elkaar ontmoeten. En we gaan plaatsen aandoen met namen als ‘Esperance’, ‘Hopetown’, ‘Peaceful Bay’ en ‘Windy Harbour’. Dat wil een reislustige Hollandse toch niet missen?!



zondag 9 februari 2014

Pierewaaien

We zijn alweer drie kampeerplaatsen verder naar het zuiden getrokken. Zelf had ik graag eerder geblogd maar dat was onmogelijk. In dit deel van Australië is de aanwezigheid van (gratis) wifi nog geen voldongen feit. Op een van de vorige campings kregen we zelfs het geld van het internetabonnement terug. Er was niets mee te beginnen. Winkels en koffiehuizen zijn er evenmin mee uitgerust en dat valt tegen. Momenteel staan we in Bunbury aan de Koombana Bay, onder een mintboom die lekker ruikt en schaduw brengt, met zicht op de Indische Ocean waarin we zojuist een duik namen. Dit stadje heeft een Dolphin Discovery Centre dat we morgenochtend gaan bezoeken. Kennelijk komen de dolfijnen soms naar het strand (if we’re lucky)...

Op Rottnest, dat in de 17de eeuw werd ontdekt door Willem de Vlamingh (Hollander), snorkelden we in prachtige baaien. Die man dacht dat quokka’s grote ratten waren en noemde het eiland daarom Rat’s Nest. Gelukkig had hij meer verstand van zeilen. Een quokka is een buideldier, ongeveer net zo groot als een wallaby. Ik was de eerste hoek nog niet omgefietst of er liep er eentje over het fietspad. Het dier was niet bepaald schuw, hief zich op, waarschijnlijk rook het mijn broodje kaas in de rugzak achterop mijn fiets... Ik zag er die dag overigens meer dan een.

Rottnest kent een bizarre geschiedenis: er stond een gevangenis voor Aboriginals en een instelling voor delinquente jongeren. Aboriginals uit het hele land werden hier gevangen gezet. De meesten stierven er. Er liggen dan ook veel mensen begraven op het eiland (slechts 1 meter onder de grond). Kinderen en pubers die in de 18de eeuw met Justitie in aanraking kwamen, hadden het evenmin goed. Ik zag een staatje van vergrijpen en de bijbehorende straffen: 6 maanden voor het pikken van een koekje, 4 maanden voor 'rondhangen'. De gevangenis werd omgetoverd tot het enige hotel van het eiland. 

Het grootste deel van Rottnest is autovrij. De fietsen die we huurden waren niet geweldig. Mijn benen waren die dag evenmin goed en er stond een harde wind die constant tegen was. Een aantal van die baaien kunnen pas worden bereikt na fikse heuvels te hebben beklommen. Op menig moment keek ik mijn liefje aan met een blik van ‘is dit nu vakantie?!’. 
Ook raakten we elkaar kwijt: ik maakte een foto van een bijzondere boom en zag dat zij doorfietste. Na de fotosessie racete ik achter haar aan de heuvel op. Na een kwartier tegen de wind in zwoegen (en binnensmonds gevloek) was ze nog niet in beeld. Ik begreep er niets van. Ik had haar toch niet gepasseerd? Ik fietste door totdat ik geen zin meer had en ging op een bank zitten wachten. Tevergeefs. Ik besloot terug te fietsen en ja hoor, enige tijd later zag ik haar helm boven een van de heuvels uitkomen. Ze liep met de fiets aan de hand. Ook zij had het opgegeven.
De terugreis met de ferry was eveneens gedenkwaardig. Op de heenreis hadden we binnen gezeten, op de terugreis kozen we een zitplaats op het open bovendek. De kapitein waarschuwde voor hoge golven en rollers. Dat hebben we geweten! De scherpe punt van de boot kliefde door het water, af en toe een fikse hoosbui over het dek stortend. Na drie keer voelde ik mij als Jules de Corte: mijn brilglazen waren bedekt met een dikke laag zout; ik kon niets meer zien. Het water sijpelde van mijn liefje’s lichaam. We moesten erom lachen; dat hoort allemaal bij het huidige avontuur.

Ook op de weg maken we van alles mee, al hebben we nog geen kangoeroe gezien.
De wegen zijn relatief rustig en breed, de kampeerwagen doet precies wat ik wil. Nog geen enkel kampeerterrein vonden we in één keer. Tot nu toe reden we kilometers om, misten onze bestemming of we kwamen elders uit. Ik had op enig moment als chauffeur zó genoeg van het geknoei van de bijrijder alias kaartlezer dat ik eiste dat ze van haar eigen geld een TomTom moet gaan kopen! Verder is het erg gezellig onderweg.

De wind houdt aan. Tegen het einde van de middag wakkert die aan en brengt daarmee verkoeling. Het zorgt ervoor dat we niet met airco hoeven slapen en dat is fijn. We gaan vroeg slapen, staan vroeg op en gaan vroeg op pad. Vanavond eten we Australische lamskotelletjes met een goedgevulde sla. Mijn liefje bereidt het vlees op de camping-BBQ, ik maak de sla en dek de tafel. Een heerlijke lokale wijn vergezelt de maaltijd. Morgen rijden we naar Busselton, een van de hoogtepunten van deze rondreis. Het stadje heeft de langste houten pier van het Zuidelijke Halfrond: 1.8 kilometer lang. Die ga ik bewandelen. Niet in de laatste plaats omdat op die pier werd gekookt tijdens de laatste Masterchef Australia.

Het webalbum heb ik eveneens geupdate.


woensdag 5 februari 2014

Birdsville

Dit is onze tweede dag in Fremantle, West-Australië. Gisteren landden we heel vroeg in Perth, na een rustige vlucht van vierenhalf uur uit Sydney. We lopen nu tien uur voor op Nederland. In de krant stond te lezen dat Sydney gisteren noodweer had. Door de zware regenval was een oudere persoon met zijn auto via de boulevard van Bondi de zee ingereden.

We kwamen eerder aan dan verwacht en stonden dus ook eerder dan afgesproken bij het depot waar we Winnie-de-campervan zouden ophalen. De vrouw aan de balie liet ons fijntjes weten dat we te vroeg waren. De campervan stond nog aan het oplaadstation maar had al wel een plaat voor de ruit met een welkomsgroet, op naam van mijn liefje.
We hadden in de afgelopen week veel moeite een geschikte kampeerauto te vinden. Al was de kleine Winnebago een prima keuze, liever hadden we iets groters gewild; bij voorkeur een bus met twee separate bedden. Dat was niet gelukt maar toch informeerden we naar de beschikbaarheid van wellicht een grotere van. Die bleek aanwezig. Een grote kampeerauto stond al een week te wachten op een nieuwe huurder maar tegen ons had de dame van de verhuurorganisatie gezegd dat er niets van die orde beschikbaar was. Zo zie je maar: altijd doorvragen.
Tegen een aanzienlijke meerprijs besloten we voor de grote Winnie te gaan. Het is tenslotte een bijzondere vakantie. Niet alleen kwamen we min of meer onvoorzien in Australië aan, deze maand zijn mijn liefje en ik bovendien 25 jaar bij elkaar (als we het halen). Down Under brengt bij ons beiden altijd een groot gevoel van vrijheid teweeg. We houden van dit vakantieland.

De betaling werd gedaan, we konden een uurtje later vertrekken. De bus stond klaar, alleen de accu moest nog worden opgeladen. Na een uitgebreide inspectie van de grote Winnie-kampeerbus konden we op pad. 
De Birdsville is ongeveer drieenhalve meter hoog en zeven meter lang dus als chauffeur voel ik mij een heuse trucker. Met de vlam in de pijp... De bus is van alle gemakken voorzien: automaat, dubbele spiegels, twee (ruime) bedden, douche, toilet, magnetron, oven, zitje, grote ramen, airco, gezellige verlichting, gordijnen, een muziekinstallatie en nog veel meer. We hebben zelfs tv! My Kitchen Rules is hier aan een nieuwe serie begonnen. Zo houden we het wel zeven weken uit. Gisteravond gingen we vroeg slapen. De nacht daarvoor was onderbroken door twee (anonieme) telefoontjes op de Nederlandse telefoon. Van slapen kwam daardoor niet meer zoveel, de wekker stond toch al op 5 uur. Onze vriendinnen zwaaiden ons uit. 

We boekten een campingplek voor drie nachtjes; daarna trekken we naar het zuiden, richting Margaret River. Op de dag van aankomst pakten we de reistassen uit en de kastjes in. Alles heeft inmiddels een plekje. Ook deden we kleine boodschappen bij Coles, de sponsor van Masterchef Australia. We waren tè moe voor een restaurant of een grote maaltijd. 
Vanmorgen stonden we fit op; de nachtrust was diep, de temperatuur droeg daaraan bij. Overdag is het ruim 30 graden Celsius maar na zonsondergang loopt de temperatuur behoorlijk terug. Op de camping begint het leven heel vroeg; we stonden om circa zes uur op. Ik hoorde nieuwe vogelgeluiden en zag een roofvogel een duif achterna gaan. 
De Indische Oceaan ligt op 400 meter afstand. Via enkele baaien met heerlijk, kristalhelder water liepen we na het ontbijt richting het centrum. In de directe omgeving van de camping stopt een bus die passagiers gratis vervoert. Waar vind je dat nog?! Wij bezochten Fremantle vandaag. Dat deden we in 2006 ook al maar er was veel veranderd. Het is een kleine stad met een universiteit voor beta-studenten.

We kochten ferrytickets voor een bezoek aan het eiland Rottnest, hier Rotto genoemd, dat op 45 minuten varen voor de kust van Perth ligt. Dat gaan we morgen bezoeken. We gaan er zwemmen, snorkelen, fietsen en quokka’s zoeken, de inheemse diersoort die alleen daar is te vinden. We hebben het naar ons zin. Mijn liefje zei vanmorgen dat ze (weer) serieus gaat nadenken over de aanschaf van een eigen kampeerauto in Europa. Reizen is verslavend.


zondag 2 februari 2014

On the road again

Mijn liefje had het in de afgelopen dagen druk met het vinden van een vrije campervan! 
Drie weken geleden checkten we voor het laatst online de beschikbaarheid van dergelijke motor homes; er was veel te huren. Toen nog wel. We hadden nu de grootste moeite om iets te vinden in de voorgenomen reisperiode. Bovendien bleek het niet eenvoudig om een mobiel te vinden die ons bevalt. Wij legden in de afgelopen weken niets vast omdat we niet precies wisten of onze vriendinnen Claire en Julie reisplannen hadden. Dat bleek niet zo te zijn, al schaften ze recent een mooie campervan aan. Het is een ruime Fiat Ducato met twee gescheiden bedden en verder alles erop & eraan. Na heel veel speurwerk bleek er nog iets te vinden. Het model is een Winnebago die op een Toyota Hilux is gebouwd. Mijn liefje wil al jaren in zo’n truck rondrijden dus nu gaat het gebeuren, al zal ik het meeste chauffeerwerk doen. De kampeerwagen beschikt over een toilet, airco, een keukentje, zithoek en een tweepersoonsbed van 1.35m breed... We gaan proberen om ons daarin op te rollen.

Claire maakte een zak voor natte zwemkleding voor ons, we kregen twee vliegennetten kado die we over onze petten kunnen dragen, ze kochten twee gedetailleerde kaarten van West-Australë en twee boodschappentassen voor ons. En we kregen beiden een nieuw t-shirt met opdruk kado. Een verblijf in Sydney is voor ons incompleet zonder een bezoek aan het beroemdste strand van de wereld: BONDI. Deze keer waren het geen surfgolven. We zwommen in kristalhelder water, lunchten daarna met fish & chips, gemaakt van verse kabeljauw en werden daarna in een nieuw surfchick-shirt gestoken. We worden erg verwend.  

Als tegenprestatie kookten we voor onze vriendinnen die het overdag druk hebben en bovendien bepaald geen kooksterren zijn. Ik maakte verse zalmkoekjes, mijn liefje bereidde ossobuco, samen bereidden we nasi goreng met saté en nog zo wat verzinsels. Julie nam zich voor een aantal van die gerechten zelf te gaan bereiden, na ons vertrek. Alle ingrediënten en stappen werden genoteerd, het is nu een kwestie van doen.
Voor het slapengaan spelen we een spelletje, zij tegen ons. Het heet ‘letterflip’ en bestaat uit een plastic alfabet op een bord. De letters kun je rechtop zetten en neerleggen. Daarnaast zit een gleuf waarin je een kaartje met woorden kunt stoppen; woorden met drie tot en met zes letters. Ieder team moet het woord raden dat het andere team beheert. Een fout geraden letter wordt neergelaten. De goede letters krijgen een kroontje. Het eerste spel deden we in het Engels. Wij wonnen. Het tweede spel was de revanche. Wij wonnen wederom. Wij besloten op enig moment dat wij ondanks alle gewin werden benadeeld... we spelen immers niet in onze moedertaal. Wij maakten dus een kaartje met vier Nederlandse woorden. Het werd een hilarische ronde die we nogmaals wonnen. Het is altijd gezellig met de meisjes en hun Furry Princess (Lucy de hond). Het zijn grote lieverds, met een enorm gevoel voor humor. We zullen hen missen.

Begin volgende week vliegen we naar Perth om ‘Winnie’ op te halen. Het is een vlucht van vijf uur, van de ene kant van het continent naar de andere. De eerste stop met de kampeerwagen zullen we maken op een camping in Fremantle, een half uurtje reizen van het ophaalpunt. Daarna gaan we richting Margaret River (wijstreek) en we gaan de outback van deze staat verkennen. We hebben bovendien tijd genoeg om ook het noorden van de westkust te gaan bezoeken. Pipo de Clown en Mama Lou hebben er zin in! Wordt vervolgd.