We zijn weer veilig op het Spaanse honk aanbeland
en geloof het of niet: zelfs de dag na thuiskomst is het feestelijk bij ons!
Vandaag vieren mijn liefje en ik namelijk dat we 27 jaar samen zijn.
Ze-ven-en-twin-tig… wie had dat ooit gedacht?! Ikzelluf zeker niet. Het was
wellicht logischer geweest dit heugelijke feit op een tropische
vakantiebestemming te vieren maar na vier maanden uit de koffer te hebben
geleefd, zijn wij blij weer thuis te zijn met alle comfort dat daarbij hoort. Vanavond
gaan we samen uit eten bij ons favoriete lokale restaurant Cellardoor.
We hadden het fijn samen; als setje zijn we op
ons best als we op reis zijn. De regelmatige lezer weet dat we in Australië een
maand met Bernadette reisden. Zij is niet alleen heel aangenaam reisgezelschap,
ze was ook prettige afleiding. Zo konden we beiden even onze blik op iemand
anders richten. Mijn liefje en ik zijn dermate close dat we heel vaak dezelfde
gedachten hebben. We spreken regelmatig zinnen uit die de ander op de lippen
heeft liggen. Soms letten we teveel op elkaar en reageren we te snel of
te fel op elkaar. Dat is al zo sinds we elf jaar geleden tegelijkertijd
besloten te stoppen met werken en sindsdien 24/7 op elkaars lip zitten. Er
is echter niemand anders in de wijde wereld met wie ik zo’n symbiotische
relatie zou willen en kunnen hebben. Wij passen bij elkaar als een dekseltje op
een potje, als copy & paste. In het Singalees heten personen die zo’n hechte
vriendschap hebben ‘mangofriends’ omdat die vruchten zo dicht tegen elkaar
hangen aan de boom. Een uitdrukking die ik tijdens de rondreis door Sri Lanka hoorde
en onthield omdat ik ’m zo op onszelluf van toepassing vind.
De ochtend van vertrek begon niet per se goed: sowieso klotste het binnen vijf minuten onder de oksels. Het was maanden geleden dat ik lange mouwen, lange broek en sokken droeg. De
taxi die we de avond ervoor bij de hotelreceptie regelden, kwam echter niet aan. Acht
donkerbruine ogen keken mijn liefje aan toen zij haar geduld dreigde te
verliezen en zei dat er nu toch echt actie moest worden genomen anders zouden
we ons vliegtuig missen en dat zou een fikse geldelijke aderlating voor
het hotelmanagement worden.
Een Engels echtpaar stapte voor onze neus in een tuk-tuk naar het vliegveld, met de koffers op het dak gebonden. Sri Lanka style. Ik bleef deze keer de rust zelve: de jongeman bij wie we het transport regelden, was zo’n aardige knul die constant de goede dingen zei: hij had spijt, bleef kalm en beleefd en informeerde naar wat ik van Sri Lanka vond. Ik kon niet boos op hem (of wie dan ook) worden. Mijn rood aanlopende liefje stapte op alle chauffeurs af die hun auto voor het hotel parkeerden. Ze wachtten allemaal op andere reizigers. Uiteindelijk bleek een snuggere jongedame van de receptie alle stand by-chauffeurs te hebben afgebeld. Eentje kwam net onder de douche vandaan. Met hem reden we via sluiproutes gezwind naar de luchthaven.
Een Engels echtpaar stapte voor onze neus in een tuk-tuk naar het vliegveld, met de koffers op het dak gebonden. Sri Lanka style. Ik bleef deze keer de rust zelve: de jongeman bij wie we het transport regelden, was zo’n aardige knul die constant de goede dingen zei: hij had spijt, bleef kalm en beleefd en informeerde naar wat ik van Sri Lanka vond. Ik kon niet boos op hem (of wie dan ook) worden. Mijn rood aanlopende liefje stapte op alle chauffeurs af die hun auto voor het hotel parkeerden. Ze wachtten allemaal op andere reizigers. Uiteindelijk bleek een snuggere jongedame van de receptie alle stand by-chauffeurs te hebben afgebeld. Eentje kwam net onder de douche vandaan. Met hem reden we via sluiproutes gezwind naar de luchthaven.
Nog nooit stapten we zo vaak door een
beveiligingspoort of werden we gefouilleerd en ging onze bagage door de scanner als op
de luchthaven van Colombo. Het werd bijna lachwekkend. Met mijn ervaren oog zag ik dat ze een flow-probleem hebben vanwege de vele locaties van security op dat vliegveld, hoe ruim het ook is uitgelegd. De laatste roepies
besteedden we aan een heerlijk kopje koffie met makroon. De kalmte keerde weer. We vlogen voor het
eerst met vliegmaatschappij Emirates en dat beviel uitermate goed. We
vertrokken weliswaar met een half uur vertraging vanwege late aankomst van het
vliegtuig. De vertraging was echter geheel weggewerkt toen we in Dubai
aankwamen. Het eerste traject nam vier uur in beslag, daarna hadden we ruim een
uur overstaptijd. Op dat parcours zaten we niet aan het raam maar ik zag het
prestigieuze Burj al Arab hotel, naar verluidt het meeste luxueuze hotel ter
wereld, aan de horizon liggen. Vanwege de bijzondere vorm is het niet te
missen. De skyline van Dubai is sowieso opmerkelijk, met die herkenbare hoogbouw. Ook zagen we een deel van de, door Nederlanders gemaakte, eilandengroep
in de vorm van een palmboom. Een wolkenlaag van oranjekleurig woestijnzand hing over de stad.
Daarna vlogen we met een dagvlucht door naar Madrid, een traject
van 5.600 kilometer (een vlucht van zevenenhalf uur). Op dit traject zaten we wel aan het raam, gezellig met ons tweetjes. We werden verwelkomd door
een grotendeels Spaanse crew, enkele dames waren uitgelaten door onze
schoorvoetende Spaanse klanken, gingen met ons op de foto en boden hun hoedjes aan. Goede service, heerlijke stoelen, uitstekend entertainment-programma. Mijn liefje maakte foto's van de Rode Zee, de kronkelende Nijl door de stad Cairo loopt en het Suezkanaal. Ik streepte enkele films van mijn wensenlijstje af: Spectre, Steve Jobs, Amy (Winehouse), Burnt (culinair) en Everest (waargebeurd klimverhaal). We zien uit naar onze
volgende reis met Emirates.
Tenslotte vlogen we met Iberia Regional naar Alicante; de tassen kwamen zowaar mee. We deden beiden 10.000 stappen, ondanks de vele vlieguren. Op Barachas moesten we naar de allerlaatste gate, op Alicante werden we afgezet bij de verste gate. De auto stond klaar, de benzinetank was leeg. Het was nog een hele tour om een open benzinepomp te vinden. Om half twee ’s nachts stapten we zachtjes ons appartementsblok binnen. Ook dat was niet eenvoudig: in de tuin bleek een grote waterleiding gesprongen en de dikke straal stond precies op de entree van het pand. We tilden de roltassen door de tuin om niet drijfnat te worden.
Tenslotte vlogen we met Iberia Regional naar Alicante; de tassen kwamen zowaar mee. We deden beiden 10.000 stappen, ondanks de vele vlieguren. Op Barachas moesten we naar de allerlaatste gate, op Alicante werden we afgezet bij de verste gate. De auto stond klaar, de benzinetank was leeg. Het was nog een hele tour om een open benzinepomp te vinden. Om half twee ’s nachts stapten we zachtjes ons appartementsblok binnen. Ook dat was niet eenvoudig: in de tuin bleek een grote waterleiding gesprongen en de dikke straal stond precies op de entree van het pand. We tilden de roltassen door de tuin om niet drijfnat te worden.
De reistassen zijn uitgepakt, de eerste was is
gedaan. De schelpen en vele andere strandvondsten kwamen bijna ongeschonden
tevoorschijn. Reizen is verslavend maar er gaat niets boven het eigen bed! We sliepen als roosjes, ongehinderd door blaffende straathonden, zingende boeddhistische monniken en imams, met deuren slaande hotelgasten en schreeuwerige Chinezen op de gang. Ik hoefde mijn ooglapje niet voor, de rolluiken maken de slaapkamer aardedonker.
Het Spaanse leven kan hier beginnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten