Translate

woensdag 24 februari 2016

Weer thuis

We zijn weer veilig op het Spaanse honk aanbeland en geloof het of niet: zelfs de dag na thuiskomst is het feestelijk bij ons! Vandaag vieren mijn liefje en ik namelijk dat we 27 jaar samen zijn. Ze-ven-en-twin-tig… wie had dat ooit gedacht?! Ikzelluf zeker niet. Het was wellicht logischer geweest dit heugelijke feit op een tropische vakantiebestemming te vieren maar na vier maanden uit de koffer te hebben geleefd, zijn wij blij weer thuis te zijn met alle comfort dat daarbij hoort. Vanavond gaan we samen uit eten bij ons favoriete lokale restaurant Cellardoor.

We hadden het fijn samen; als setje zijn we op ons best als we op reis zijn. De regelmatige lezer weet dat we in Australië een maand met Bernadette reisden. Zij is niet alleen heel aangenaam reisgezelschap, ze was ook prettige afleiding. Zo konden we beiden even onze blik op iemand anders richten. Mijn liefje en ik zijn dermate close dat we heel vaak dezelfde gedachten hebben. We spreken regelmatig zinnen uit die de ander op de lippen heeft liggen. Soms letten we teveel op elkaar en reageren we te snel of te fel op elkaar. Dat is al zo sinds we elf jaar geleden tegelijkertijd besloten te stoppen met werken en sindsdien 24/7 op elkaars lip zitten. Er is echter niemand anders in de wijde wereld met wie ik zo’n symbiotische relatie zou willen en kunnen hebben. Wij passen bij elkaar als een dekseltje op een potje, als copy & paste. In het Singalees heten personen die zo’n hechte vriendschap hebben ‘mangofriends’ omdat die vruchten zo dicht tegen elkaar hangen aan de boom. Een uitdrukking die ik tijdens de rondreis door Sri Lanka hoorde en onthield omdat ik ’m zo op onszelluf van toepassing vind.

De ochtend van vertrek begon niet per se goed: sowieso klotste het binnen vijf minuten onder de oksels. Het was maanden geleden dat ik lange mouwen,  lange broek en sokken droeg. De taxi die we de avond ervoor bij de hotelreceptie regelden, kwam echter niet aan. Acht donkerbruine ogen keken mijn liefje aan toen zij haar geduld dreigde te verliezen en zei dat er nu toch echt actie moest worden genomen anders zouden we ons vliegtuig missen en dat zou een fikse geldelijke aderlating voor het hotelmanagement worden.

Een Engels echtpaar stapte voor onze neus in een tuk-tuk naar het vliegveld, met de koffers op het dak gebonden. Sri Lanka style. Ik bleef deze keer de rust zelve: de jongeman bij wie we het transport regelden, was zo’n aardige knul die constant de goede dingen zei: hij had spijt, bleef kalm en beleefd en informeerde naar wat ik van Sri Lanka vond. Ik kon niet boos op hem (of wie dan ook) worden. Mijn rood aanlopende liefje stapte op alle chauffeurs af die hun auto voor het hotel parkeerden. Ze wachtten allemaal op andere reizigers. Uiteindelijk bleek een snuggere jongedame van de receptie alle stand by-chauffeurs te hebben afgebeld. Eentje kwam net onder de douche vandaan. Met hem reden we via sluiproutes gezwind naar de luchthaven.

Nog nooit stapten we zo vaak door een beveiligingspoort of werden we gefouilleerd en ging onze bagage door de scanner als op de luchthaven van Colombo. Het werd bijna lachwekkend. Met mijn ervaren oog zag ik dat ze een flow-probleem hebben vanwege de vele locaties van security op dat vliegveld, hoe ruim het ook is uitgelegd. De laatste roepies besteedden we aan een heerlijk kopje koffie met makroon. De kalmte keerde weer. We vlogen voor het eerst met vliegmaatschappij Emirates en dat beviel uitermate goed. We vertrokken weliswaar met een half uur vertraging vanwege late aankomst van het vliegtuig. De vertraging was echter geheel weggewerkt toen we in Dubai aankwamen. Het eerste traject nam vier uur in beslag, daarna hadden we ruim een uur overstaptijd. Op dat parcours zaten we niet aan het raam maar ik zag het prestigieuze Burj al Arab hotel, naar verluidt het meeste luxueuze hotel ter wereld, aan de horizon liggen. Vanwege de bijzondere vorm is het niet te missen. De skyline van Dubai is sowieso opmerkelijk, met die herkenbare hoogbouw. Ook zagen we een deel van de, door Nederlanders gemaakte, eilandengroep in de vorm van een palmboom. Een wolkenlaag van oranjekleurig woestijnzand hing over de stad.


Daarna vlogen we met een dagvlucht door naar Madrid, een traject van 5.600 kilometer (een vlucht van zevenenhalf uur). Op dit traject zaten we wel aan het raam, gezellig met ons tweetjes. We werden verwelkomd door een grotendeels Spaanse crew, enkele dames waren uitgelaten door onze schoorvoetende Spaanse klanken, gingen met ons op de foto en boden hun hoedjes aan. Goede service, heerlijke stoelen, uitstekend entertainment-programma. Mijn liefje maakte foto's van de Rode Zee, de kronkelende Nijl door de stad Cairo loopt en het Suezkanaal. Ik streepte enkele films van mijn wensenlijstje af: Spectre, Steve Jobs, Amy (Winehouse), Burnt (culinair) en Everest (waargebeurd klimverhaal). We zien uit naar onze volgende reis met Emirates.
Tenslotte vlogen we met Iberia Regional naar Alicante; de tassen kwamen zowaar mee. We deden beiden 10.000 stappen, ondanks de vele vlieguren. Op Barachas moesten we naar de allerlaatste gate, op Alicante werden we afgezet bij de verste gate. De auto stond klaar, de benzinetank was leeg. Het was nog een hele tour om een open benzinepomp te vinden. Om half twee ’s nachts stapten we zachtjes ons appartementsblok binnen. Ook dat was niet eenvoudig: in de tuin bleek een grote waterleiding gesprongen en de dikke straal stond precies op de entree van het pand. We tilden de roltassen door de tuin om niet drijfnat te worden.

De reistassen zijn uitgepakt, de eerste was is gedaan. De schelpen en vele andere strandvondsten kwamen bijna ongeschonden tevoorschijn. Reizen is verslavend maar er gaat niets boven het eigen bed! We sliepen als roosjes, ongehinderd door blaffende straathonden, zingende boeddhistische monniken en imams, met deuren slaande hotelgasten en schreeuwerige Chinezen op de gang. Ik hoefde mijn ooglapje niet voor, de rolluiken maken de slaapkamer aardedonker. 
Het Spaanse leven kan hier beginnen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten