Langzaam, héél langzaam... Vooropgesteld dat je een crock pot bent. Sinds
vorige week hebben we een slow cooker in da house. Deze keer was ik het niet
die de suggestie deed voor een nieuw keukenapparaat. Het was mijn liefje die
onlangs in een tijdschrift een interessante vermelding zag van een keukenhulp.
Het klopt wel: zij is degene van de langzaam bereide schotels als erwtensoep,
boeuf bourguignon en osso bucco. Nu we een nieuwe keuken hebben met een betere
oven en fornuis zou je denken dat langzaam koken een eenvoudige zaak is. Ja en
nee. De nieuwe apparatuur is veel beter maar we moeten het gas regelmatig temperen
of zelfs doven om ervoor te zorgen dat de gerechten niet aanbakken. Het
natuurlijke gas brandt hier veel intenser. We lieten ouderwetse, gietijzeren vlamverdelers invliegen maar zelfs die bleken onvoldoende.
Zij vertelde over de slow cooker, ik ging daarna op zoek naar meer info
over het ding. Mijn moeder deed in de jaren '70 van de vorige eeuw al aan
langzaam koken toen zij een römertopf in huis haalde. Het was een langwerpige,
aardenwerk schaal met deksel waarin ze aardappelen, groenten en vlees
bereidde. Het ding was groot genoeg om er een hele kip in te bereiden. Ik
herinner mij dat het puur, gezond eten was (al was het qua smaken wel een beetje saai). Onze tajine hanteert dezelfde
kookwijze. In de maat die wij hebben, kun je echter niet veel ingrediënten
kwijt en bovendien moet ook die pot op enig moment uit of op de vlamverdeler. We
zouden langzaam kunnen koken in onze superoven maar daarvan maakte ik tot
dusver geen gewoonte.
Gezien het feit dat we langzaam richting herfst glijden -de temperatuur is
hier nog dagelijks ruim boven 20 graden Celsius- kan een slow cooker zijn
dienst bewijzen. Ik keek op sites met product- en prijsvergelijkingen en kwam weldra
tot de conclusie dat het merk ‘Crock-Pot’ goed uit alle tests kwam en
veel tevreden klanten kent. Dit merk was de eerste in zijn soort, in Amerika
(Chicago) uitgevonden. Ik las over belangrijke aspecten van de kookpot, zoals de
energiebesparing, de gewenste inhoud in liters, het nut van een glazen deksel en
meer van dergelijke tips. Vervolgens zocht ik op de Spaanse site van Amazon,
waar we klant zijn, naar de pot met de beste prijs-/kwaliteit-verhouding en
bestelde nog diezelfde dag een programmeerbare langzaamkookpan die de volgende
dag thuis werd bezorgd.
Onze Crock-Pot bestaat uit vier losse onderdelen: de
behuizing van het verwarmingselement met handgrepen, een diepe aardenwerk schaal
van 4.7 liter met handgrepen, een glazen deksel en een stroomsnoer. Met deze maat
maak je gerechten voor maximaal vijf personen. Op de behuizing zit een digitale
display met druktoetsen waarmee temperatuur en kooktijd gemakkelijk kunnen
worden ingesteld. De schaal kan in de oven en de vaatwasser.
Naast het apparaat bevatte de doos een kookboek met typisch
Spaanse gerechten dat chef-kok Lorenzo Herrero voor Crock-Pot samenstelde. Deze
kok werkte in het restaurant van chef Martín Berasategui en bij El Bulli.
Gedurende zeven jaar had hij zijn eigen bar-restaurant in San Sebastian, sinds
juni van dit jaar kookt hij in Gerald’s Bar, een etablissement dat zich eveneens
in het Baskische San Sebastian bevindt. Die stad is niet alleen het culinaire centrum
van Spanje maar momenteel van de hele wereld. Van het web downloadde ik aanvullend
een kookboek met 222 recepten, specifiek voor ons merk en type pot.
De dag erna gingen we naar een lokale gourmetwinkel in San Pedro waar je
mooi en bijzonder vlees kunt kopen. De eigenaar van Cammmpillo is van oorsprong
slager. We gingen onder andere op zoek naar runderwangen; mijn liefje voorop,
met roze wangen van opwinding. Enkele weken geleden ontdekten we in onze vorige
woonomgeving een nieuw restaurant, genaamd ‘The Fish Bowl’ met zicht op Campoamor’s
strandje La Glea en de Middellandse Zee. De Brit Peter Fisher (ik verzin het
niet) is chef-eigenaar en hij kookt zeer naar onze zin, tegen redelijke
prijzen. Mijn liefje at daar al driemaal achtereen zijn langzaam bereide
runderwangen in rode wijnjus, op een bedje van zijdezachte aardappelpuree. Dat
wilde zij graag namaken.
Het is Crocktober in Huize Barefoot! Het eerste gerecht dat we uit ons prille
pottenkindje toverden, was echter geen runderwang maar langzaam gegaarde ossenstaart
in wijn; een typisch Spaans recept uit het kookboek van Lorenzo, genaamd ‘rabo
guisado al vino tinto’. We kochten een hele staart, in stukken gehakt en
begonnen aan de bereiding. Mijn liefje braadde de ossenstaart kort aan terwijl
ik twee rode uien in stukken sneed en een wortel schilde. Het vlees ging op de
bodem van de pot, met daar bovenop de groenten, een laurierblaadje, een teentje
knoflook, een halve liter rode wijn, een eetlepel extra virgin-olijfolie en zout
en peper. Deksel erop, stekker in het stopcontact en langzaam koken maar,
gedurende zes uur. Slowly, slowly.
¡Despacito! ♫Ya, me está gustando más de lo normal, todos mis sentidos
van pidiendo más, esto hay que tomarlo sin ningún apuro. (Ik houd er al meer
van dan normaal, al mijn zintuigen smeken om meer, we moeten dit niet
overhaasten.)♫
Het eindresultaat was om te zoenen. Ik ben verliefd… op een glimmende,
zwarte pot met grote oren en heel veel geduld. Ideaal! Haar alcoholwalm neem ik
op de koop toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten