De tweede controle bij de chirurg-oogarts begon vorige week met goed nieuws: het maculagat in mijn geopereerde oog sloot zich reeds. Joehoe! Al het voorover hangen was niet voor niets. Dat ging sneller dan gedacht. Op papier staan er weken of zelfs maanden voor, in mijn geval was het na ruim een week een feit. De gasbel in mijn oog verdween gisteren en ook dat is goed nieuws. Ook de dagelijkse vermoeidheid nam af. Wel zit er nu een grijze wolk middenin mijn beeld die scherp kijken met het vernieuwde oog nogal verstoort. De derde en voorlopig laatste controle is over twee weken. Dan is die wolk hopelijk ook verdwenen. Een beetje wolkenstaarder doet het met zijn tweeën! Gisteren las ik een interessant artikel over het broeikaseffect van narcosegas. Zelf ontving ik een roesje (met lokale verdoving) tijdens de oogoperatie en dat blijkt behoorlijk duurzamer te zijn dan de consequenties van een kapje over je neus. Het zwaarste narcosemiddel -desfluraan- is als broeikasgas 6.810 keer sterker dan CO2 en daarmee het meest vervuilend van alle middelen. Nederlandse operatiekamers hebben hedentendage een aandeel van 7% in de CO2-uitstoot; dat zal voor Spanje vergelijkbaar zijn.
Vandaag vinden in Nederland de Provinciale Statenverkiezingen plaats. Slechts 37.000 Nederlanders in het buitenland gaan stemmen maar wij zijn er twee van. Dat is slechts een fractie van het aantal medelanders in het buitenland. Ik vind dat je dit democratische recht niet aan je neus voorbij moet laten gaan. Kiezen, ook vanuit het buitenland, is een belangrijke manier om als betrokken burger je mening te geven over het huidige beleid in het Vaderland. Wel vroeg ik mij af wat en wie ik dan moest kiezen. Zoveel weet ik niet meer van provinciale kwesties die spelen en van de waterschappen. Daarover hoefde ik niet lang na te denken, dat werd voor mij bepaald. Wij ontvingen namelijk een stemlijst met uitsluitend Nederlanders die -net als wij- in het buitenland wonen. Het gaat om 129 kandidaten uit 27 landen waaruit vandaag de leden van het Kiescollege Niet-ingezetenen worden gekozen.
De nieuwe wet en dit nieuwe college kwamen tot stand naar aanleiding van de wens om Nederlanders in het buitenland ook een stem te geven, weliswaar indirect -‘getrapt’-, bij de samenstelling van de Eerste Kamer. (Voor de Tweede Kamer mogen we al rechtstreeks kiezen.) Het idee ontstond in 2016 bij een aantal betrokken Nederlanders in het buitenland. Het voorstel tot herziening van de grondwet werd in september 2022 eerst aan het parlement voorgelegd. SP, PVV, SGP, Lid Omtzigt, BIJ1, JA21, Forum voor Democratie en Groep Van Haga stemden tegen, de andere partijen voor. De Eerste Kamer stemde er vervolgens ook over, met 53 stemmen voor en 20 tegen (SP, Fractie Nanninga, PVV, SGP, Fractie Frentrop en FvD). Opvallend veel partijen op de rechterflank waren tegen.
Uit interesse las ik de kamerverslagen van de stemming terug. Dat leverde interessante inkijkjes op. Oneigenlijk gebruik, onevenwichtige stemwaarden, niet-Nederlanders (buitenlandse kiezers) die zo eveneens invloed zouden krijgen, angst voor mensen met dubbele nationaliteit, onterecht honoreren van Nederlanders die vluchtten voor het politieke klimaat, nieuwe complexiteit vanwege een nieuw kiescollege, en meer van dit soort ongefundeerde bezwaren. Tja. Je bent Nederlander of je bent het niet! Dat paspoort staat ergens voor.
Personen die zich wilden kandideren voor dit kiescollege moeten Nederlander zijn, 18 jaar of ouder, geen ingezetene van Nederland zijn en niet zijn uitgesloten van het kiesrecht. De personen op de kieslijsten waaruit kan worden gekozen en die worden verkozen, stemmen samen met de leden van de Provinciale Staten en de bestaande kiescolleges van Caribisch Nederland, op 30 mei 2023 voor de samenstelling van de Eerste Kamer. Het is voor het eerst in de parlementaire geschiedenis van Nederland dat het zo gebeurt en dat wij, inwoners van de 14de provincie van het Koninkrijk der Nederlanden, vandaag geschiedenis schrijven met elkaar.
Wij krijgen weliswaar niet aan den lijve te maken met de gevolgen van provinciale beleidskeuzen maar ik ben blij met deze gang van zaken. Mijn liefje en ik stemmen bij elke verkiezing, in Nederland en Spanje, principieel op een vrouw. We gingen ieder voor zich op zoek naar de meest aansprekende op de kieslijst van de favoriete partij. Onze politieke voorkeuren liggen ter linkerzijde van het midden maar het gaat al lang niet meer alleen om links en rechts. Het gaat om progressief versus conservatief. We kozen ieder ‘onze’ vrouw, wel van een andere partij. Die van haar is woonachtig in Zuid-Afrika waar ze arts is en werkt in achterstandsbuurten, mijn favoriet is jong, woont in Brussel en is daar werkzaam in een startup voor burgerparticipatie.
Iedereen die meent dat je stem uitbrengen er niet toe doet, vooral niet voor provinciale verkiezingen, heeft het mis. Het gaat wel degelijk ergens over, zeker deze keer. Het oplossen van het stikstofprobleem staat torenhoog op de politieke agenda. Doen alsof we op dat punt geen probleem hebben, is de boel belazeren. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, mevrouw Van der Plas. Met simpele antwoorden op ingewikkelde vragen kom je er niet. Ik las een toepasselijke leus op de Loesje-site: struisvogelpolitiek = je kop in de mest steken.
Alle politieke partijen in Nederland, niet alleen BoerBurgerBeweging (BBB), vinden een florerende landbouwsector belangrijk. Maar over hoe je daartoe komt, verschillen de meningen hemelsbreed. De Nederlandse regering bepaalt het natuur- en landbouwbeleid voor het land maar de Provinciale Staten gaan over het beleid ter plaatse. Ze krijgen daarin veel vrijheid dus elke stem over de manier waarop ze dat doen, is bepalend voor die provincie. CDA en VVD stellen geen grenzen aan de hoeveelheid vee. D66 en partijen op links doen dat wel. Zij streven vooral een vorm van landbouw na die de bodem gezond houdt/maakt en de biodiversiteit stimuleert. Daarmee wordt het land weerbaarder tegen droogte, is minder kunstmest nodig, wordt de uitstoot van broeikasgassen tegengegaan en wordt meer CO2 door de bodem opgenomen.
Partijleider Rutte riep aan de start van zijn verkiezingscampagne op om een linkse wolk tegen te houden. Winst voor de combinatie GroenLinks-PvdA zou slecht nieuws zijn voor hardwerkende Nederlanders. Deze twee partijen willen voor het eerst in hun bestaans- geschiedenis een gezamenlijk blok vormen in de Senaatfractie (Eerste Kamer). “Wij moeten in Nederland niet terug naar de dagen van Joop den Uyl.” Dat zei Rutte ook nog. Ik vond dat zó ongepast!
Hier sprak de man die in de afgelopen twaalf jaar het land bestuurde, wiens beleid aan de basis staat van een aantal crises waaronder het land nu gebukt gaat. Hier sprak de man die meermalen loog tegen het Parlement (een politieke doodzonde) en ermee wegkwam. De man die geen ‘actieve herinnering’ had aan eerdere uitspraken en documenten, die achteraf en altijd veel te laat zijn excuses aanbood. De politicus die een taboe legde op het hebben van een langetermijnvisie voor het land, de persoon door wiens gebrek aan principes groot menselijk onrecht ontstond (toeslagenaffaire bij de Belastingdienst, gaswinning boven burgerwelzijn stellen in Groningen). De regeringsleider onder wie het land krakend en vooral morrend tot stilstand kwam.
Dat Rutte met verkiezingsmaatje Edith Schippers (als voormalig politica en bedrijfsleider evenmin onbesproken) een schrikbeeld opriep van vijftig jaar geleden vind ik niet alleen stuitend maar ook ironisch. In de afgelopen jaren werden belastingen voor bedrijven en burgers verhoogd en werden er sloten geldsteun verstrekt aan wie de vinger opstak. Dus hoezo zijn dit linkse hobby's?! De partijleiders van GroenLinks en de PvdA vonden de felle uithaal van Rutte & Co vermakelijk. Ze waren ermee in hun nopjes zijn mikpunt te zijn. “De paniek van de premier is terecht”, zei een van hen. Om dat zelfvertrouwen moest ik gniffelen. We gaan zien of dat terecht is.
Je kunt veel zeggen over Joop den Uyl (1919-1987) maar niet dat hij geen visie had voor het land. Daarin betoonde hij zich juist de anti-Rutte! Hij was de premier die Nederland in de jaren zeventig van de vorige eeuw confronteerde met feiten over klimaatverandering, de groeiende loonkloof, dreigende polarisatie en een energiecrisis die aanstaande was. Niet omdat dat verhaal populair was bij burgers maar omdat het moest worden verteld. Den Uyl ageerde tegen politici die het neoliberalisme promootten, al benoemden we dat toen nog niet zo. Het was de tijd waarin politici van de oppositie er heilig van waren overtuigd dat de markt alle problemen zou oplossen. Ook de kloof tussen rijk en arm zou vanzelf kleiner worden. (N.B. Het was minister Schippers die jaren later de marktwerking in de Nederlandse gezondheidszorg introduceerde.)
Den Uyl geloofde daar niets van. Hij was van mening dat alleen een fundamentele verandering van het kapitalistisch stelsel, een radicale breuk met het winststreven als leidend motief voor ondernemen en produceren, de weg kon vrijmaken naar een betere toekomst voor iedereen. Dat formuleerde hij zo naar aanleiding van het lezen van een document van de Club van Rome. Daarvan vinden tegenwoordig velen dat die groep het eveneens bij het rechte einde had. Het toentertijd geschetste probleem noemen we nu de klimaatcrisis.
Den Uyl was niet perfect maar hij durfde fouten te erkennen en zijn partijpolitiek opzij te zetten voor het Algemeen Belang. Hij stelde inhoud te allen tijde voorop, durfde verantwoordelijkheid te nemen en luisterde naar jongeren. Hij beoordeelde het heden door na het verleden te kijken en daaruit lessen te trekken. Daana richtte hij de blik goed geïnformeerd en geïnspireerd op de toekomst. Spreekwoordelijk moeten we dus wèl terug naar Den Uyl! Vandaag stemmen wij vanuit hier vol goede moed voor verandering daar.
Alle
illustraties in deze blog zijn van de hand van Volkskrant-cartoonist Bas van
der Schot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten