Translate

vrijdag 18 augustus 2023

Terracottaleger van Xi'an in Alicante

We maakten onlangs weer een uitstapje naar Alicante om daar de expositie Las Dinastías de Qin y Han te bekijken in het archeologisch museum MARQ. We hadden gereserveerde kaarten op een vast tijdstip, met rondleiding. Deze tentoonstelling stond gepland voor 2020 maar toen brak de pandemie uit en werd het uitgesteld. Maar van uitstel kwam geen afstel. Het toeval wil dat Spanje en China dit jaar hun 50-jarige band vieren. 

We gingen tijdig van huis en namen de tolweg (AP-7) om vakantiedrukte en opstopping te voorkomen. We komen langs een aantal kuststeden waar het in deze tijd van jaar erg druk is met vakantiegangers. Normaliter rijden we Alicante vanuit het zuiden binnen. Nu besloten we, met alle werkzaamheden in het centrum van de stad, de bestemming via de noorderlijke route aan de rijden. Dat was een goede beslissing. We kwamen aan zonder oponthoud en doken meteen de dichtstbijzijnde parkeergarage in. 

Mijn liefje is vaak onder de indruk van hoe ik de auto achteruit in een parkeervak manouvreer in doorgaans smalle en volle ondergrondse parkeergarages. Je kunt zeggen dat het een hobby werd al werken de sensoren rondom de auto weleens op mijn zenuwen. Op de display beginnen er dan veel te vroeg gele en rode waarschuwingen te verschijnen. Je zou denken dat je weldra op een obstakel knalt als ik niet beter zou weten. Zenuwenlijers zijn het! 

De tentoonstelling zit in een prachtig pand. In 2004 werd het uitgeroepen tot het mooiste museum van Europa. (Guggenheim in Bilbao ging hen voor in 2000.) Voorheen was dit het ziekenhuis van de stad, met een regionale functie. 

Na een kopje koffie op het terrein liepen we -te vroeg- het museum binnen met de vraag (in het Spaans) of we eerder aan de rondgang mochten beginnen. We stonden op een papieren lijstje, er lagen twee papieren tickets op ons te wachten terwijl we twee electronische toegangsbewijzen op de telefoon hadden. Het ontgaat mij waarom een dubbele administratie, en dan nog wel op papier, nodig is. Maar ja, dit is Spanje. Qua internet, toegankelijkheid van websites en online gebruikersvriendelijkheid is er nog veel te winnen. 

Maar we konden doorlopen. We werden in de eerdere groep ingedeeld en bleken in een Engelse rondleiding te belanden die later begon dan de groep waaraan we dachten te zijn toegevoegd. Dat wilde ik niet. Oh-oh, moeilijk-moelijk. Totdat ik daar in goed Spaans zei dat het niet onze voorkeur had met een Engelssprekende groep mee te lopen. Onze voorkeur ging uit naar de Spaanstalige tour. Bovendien had niemand ons daarover iets gevraagd. Er werd gebeld. Totdat er een knikje volgde en we met de eerstvolgende Spaanse groep meemochten. 

We werden begeleid door gids José, een Spaanse jongeman die geschiedenis studeerde. Hij was zeer goed onderlegd in de materie van Qin en Han en sprak als rechtgeaard Spanjaard veel met zijn handen. Niet eenmaal hoorde ik een hapering tijdens zijn toelichting op de kunstvoorwerpen in de drie zalen die we onder zijn bezielende leiding doorliepen. 

Deze tentoonstelling is erg mooi vormgegeven, vind ik. Donker, met meerkleurige lampionnen aan het plafond en veel paarstinten, de kleuren die in de Chinese cultuur staan voor onsterfelijkheid en goddelijkheid. De expo draait om het Terracottaleger van China´s eerste keizer Qin Shi Huang. Sinds de achtste eeuw voor onze jaartelling, eeuwen voordat Qins dynastie begon, bestond China uit circa 100 koninkrijken (net als Spanje) waarvan de heersers elkaar en elkaars macht te vuur en te zwaard bestreden. Het was een bloederige boel. Gevechtsbeelden waren in een zaal te zien als achtergrond. 

Qin was de eerste die de koninkrijken van China aan zich wist te onderwerpen. In 246 voor onze jaartelling wordt hij zelf koning, in het jaar 221 roept hij zich uit tot onbetwiste keizer van China. In die hoedanigheid regeert hij tot het jaar 206 (voor Christus). In zijn zoektocht naar onsterfelijkheid liet hij een immense ondergrondse burcht bouwen waar hij na zijn dood wilde voortleven. Het was destijds de culturele gewoonte om je hele hebben en houden mee je graf in te nemen. Als de heerser overleed, gingen zijn echtgenote, concubines, paarden, leger, personeel en aardse bezittingen van grote waarde mee het ondermaanse in. Totdat men op enig moment tot het inzicht kwam levende personen en dieren te vervangen door terracotta-wezens. Zo ontstond het Terracottaleger van Xi'an dat 2.000 jaar verborgen bleef. Het bestaat uit 8.000 krijgers die zijn gewapend, gekapt en gekleed naar hun rang, uit 500 paarden en 150 strijdwagens. 

In 2008 bezochten wij het Drents museum om voor de eerste keer een klein deel van het opgegraven terracottaleger te zien. Die expositie reisde destijds over de wereld. De opzet en de tentoongespreide voorwerpen en beelden waren toen anders dan de huidige tentoonstelling in Alicante. In het museum in Assen troffen we een groot aantal beelden aan (deels in kleur uitgevoerd), doorgaans op podia uitgestald waar je als publiek omheen liep. Je kon er vanaf een balustrade op neerkijken of je moest als bezoeker opkijken naar de beelden. Ook toen al waren er krijgers uit de volledige hiërarchie te bewonderen: van eenvoudige soldaten tot de hoogste in rang, de generaal. 

Dat was nu niet anders al was deze opstelling eigentijdser. De beelden staan in doorzichtige glazen of perspex zuilen, min of meer op ooghoogte van de kijker. Je kunt er omheen lopen, de terracotta-uitvoering -in ovens op hoge temperatuur gebakken klei- tot in de kleinste details bestuderen. Wat ik heel interessant vond, was het feit dat twee grote beelden van keizer Qin in een kubus van doorzichtig doek waren geplaatst, met gekleurde lampen op de beelden. Die afscherming is eveneens cultureel bepaald; de absolute heerser over de Chinezen wilde zichzelf niet al te zeer te kijk zetten. Er moest enige afstand tot het volk blijven. 

Twee van de mooiste stukken van deze expositie vind ik een menner op een strijdwagen met vijf paarden (hiernaast)  en de rouwkoets van de keizer met luiken die open en dicht kunnen. De originele rouwkoets is geheel van goud; die bewaart men in China. Hier staat een replica in brons. Ook erg mooi. 

Tevens zijn er voorwerpen en beelden te bezichtigen uit het mausoleum van keizer Yangling en zijn vrouw, keizerin Wang; personen uit de rivaliserende Han-dynastie dat in de buurt van Xi'an werd ontdekt en opgegraven. Han-Chinezen maken tegenwoordig de dienst uit in China, ze zijn de dominante bevolkingsgroep van het land. Het keizerlijk paar liet zichzelf begraven met een leger van duizenden soldaten, eunuchen, bedienden, muzikanten en acrobaten, evenals honderden dieren en modellen van wapens, voertuigen, gereedschappen en persoonlijke ornamenten. De figuren in dit mausoleum zijn veel kleiner dan die in het grafcomplex van keizer Qin. Hun lichamen zijn van keramiek maar oorspronkelijk hadden ze scharnierende armen van hout, waren ze gekleed in zijde en hun harnassen waren gemaakt van leer. Dat materiaal verging allemaal. De figuren zijn hier naakt te aanschouwen. 

Het is indrukwekkend om te zien hoe de Chinese cultuur al vroegtijdig zo ontwikkeld was. Wat een technieken en materialen waren toen in gebruik en wat een luxe werd tentoongespreid. En dan te bedenken dat de Europese tijdgenoten zeer eenvoudige boeren waren... Uiteindelijk deelden de Chinese keizer Qin en Julius Caesar de wereld met hun tweeën op, rond de jaartelling. Deze tentoonstelling is tot januari 2024 in MARQ te zien en is een aanrader! 

We lunchten daarna in een stemmig tapasrestaurant in de Calle Manero Mollá, genaamd Manero. Voorheen zat in dit pand een kruidenwinkel en enige mate van die knusheid vind je er nog steeds. De uitgebreide kaart is een mix van delicate Franse en Spaanse gerechten. Onze vrienden Paco y Rolando zegen daar enkele maanden geleden neer en vonden het een aanrader. Recensenten van de Michelin-gids vinden het eveneens een uitzonderlijke eetlocatie. Dit restaurant is gelieerd aan restaurant El Portal, een even leuke plek in dezelfde straat. De  hoofdkok stond niet zelf in de keuken. Dat werk liet hij over aan een vrouwelijke brigade die zeer capabel bleek. Zelf rijgde hij in het zicht van de klanten spiezen met olijven, anchovis en pepers. Met handschoenen aan. 

Er kwam eerst een Spaanse amuse op tafel, daarna enkele oesters vooraf. Vervolgens  kozen we steak tartare en langzaam gegaarde rabo de toro op briochebrood als hoofdgerechten. Klein maar fijn. De huiswijn was voortreffelijk. De steak tartare was nu eens niet de keuze van La Dama del Steak Tartare. Mijn liefje eet dit gerecht al bijna 50 jaar met regelmaat en met veel plezier. (Zelf bereidt ze ook een voortreffelijke versie!) Haar allerlekkerste uitvoering ooit at ze in Brussel, bij Aux Armes de Bruxelles. Dat deed ze voor het eerst met haar vorige liefje -een Belgische met Joodse roots- maar wij aten daar ook samen. Er hingen foto’s van Bill Clinton en andere bezoekende beroemdheden aan de wand. Wij werden er niet vereeuwigd maar dat maakt het niet minder memorabel. Daar werd ik ingewijd in dit gerecht. Af en toe deelde ik een croustini met tartaar uit. Vragende ogen... maar gedeelde pret is dubbele pret; al kon het ossenstaartgerecht haar ook zeer bekoren. 'Mijn' steak tartare belandde in haar Top5 en dat zegt genoeg. We namen een hartige delicatesse mee voor onze Deense buren bij wie wij gisteren werden uitgenodigd voor een barbecue-avond. Ook Jan is een uitstekende kok. 

Foto’s van dit dagje uit vind je in het webalbum 2023.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten