Translate

zaterdag 21 oktober 2023

Indonesische sferen

Afgelopen dagen was Bali vaak in mijn gedachten. Dat kwam in de eerste plaats omdat nummer 3 jarig was. Varen vierde zijn vijfde verjaardag. Eind 2019 gingen mijn liefje en ik hem voor de eerste keer ontmoeten. Hij was toen ruim een jaar oud en kende ons nog niet persoonlijk. Onze reistassen zaten destijds vol met heel veel kadootjes voor de kids. Voor de jongste brachten we zwemluiers mee, zijn eerste zwembroek en een grote groene, pluchen dinosaurus. Hij moest zo vroeg mogelijk leren zwemmen, wat ons betreft. Net als zijn broers. En, eveneens gebaseerd op wat zijn voorgangers leuk vonden, mocht een dino niet ontbreken. Hij moest niet veel van ons hebben, bleef op afstand en keek de kat uit de boom. Ook voor ons was dat wennen. 

Met zijn twee oudere broers verliep dat zó anders. Yuda leerden we kennen toen hij eveneens net 1 jaar oud was. Hij moest wel een beetje aan ons wennen maar die gewenning ging razendsnel. (We verwenden hem.) In no time zat hij zonder vrees op schoot. Waarom zou hij bang zijn?! Bij nummer 2, Damai, waren we net geen getuigen van zijn conceptie maar hingen na zijn geboorte al boven zijn wieg. Hij werd naar ons vernoemd (Damai Margita). Op zijn driemaandenceremonie met de holy man waren mijn liefje en ik eregasten. Zij hield hem de hele dag in haar armen, ik maakte de foto’s. We zijn innig verweven met zijn jongste jaren. Dat waren nog eens tijden! 

Jarige Varen is een mooi ventje, hij lijkt als twee druppels water op zijn broers. Geen van hen hoeft twijfel te hebben over wie hun biologische ouders zijn! Nummer 3 is wel eenkennig en zeer malu-malu (verlegen). Desondanks kan hij soms schreeuwend zijn plek in het gezin opeisen. De dualiteit in zijn gedrag vind ik opmerkelijk en daar denk ik als psychologe-van-de-koude-grond wel een verklaring voor te hebben. In de tijd van zijn ontstaan raakte moeder Elsa in grote financiële problemen door eigen toedoen. Die problemen stapelden zich in rap tempo op en veroorzaakten veel stress. Ze groeiden boven haar hoofd. Noodgedwongen maakte ze geruime tijd misbruik van de goedheid van anderen. Pas later ontdekten wij hoe de vork in de steel zat. Mijn liefje confronteerde haar tijdens ons laatste bezoek met haar gedrag. De rest is geschiedenis. Met terugwerkende kracht denk ik dat embryo nummer 3 de stress door de placenta moet hebben gevoeld en meegekregen; daar zijn inmiddels wetenschappelijke bewijzen voor. Het stresshormoon Cortisol heeft negatieve gevolgen voor de mentale ontwikkeling van een baby. 

Wij vroegen de ouders regelmatig wanneer Varen klaar was om naar school te gaan (kinderen moeten eerst zindelijk zijn). Hij was vroeg zindelijk maar wilde kennelijk niet naar de crèche. Zijn moeder probeerde het wel maar hij was overal bang voor. Niet alleen voor ons (oma’s-met-de-witte-huid), ook voor zijn Balinese juf. Na de eerste schooldag kwam hij thuis en bleef thuis. Officieel is een Indonesisch kind pas leerplichtig op 7-jarige leeftijd maar alles wat hij of zij daarvoor opsteekt, is een bonus.

Zijn beide broers daarentegen, gingen al naar de peuterschool toen ze drie jaar oud waren. Wij zorgden dat ze bij Windows to the World (Montessori-onderwijs) ieder een plekje kregen. Voor ons was en is hun educatie allerbelangrijkst; liefst zo vroeg en zo vooruitstrevend mogelijk. Zodoende liepen ze qua ontwikkeling voor op hun leeftijdsgenoten toen ze naar de kleuterschool gingen en nóg later naar de lagere school. Zij gaan nu beiden naar dezelfde middelbare school. 

Er huppelt inmiddels ook een nummer 4 rond in dit gezin. Zij werd in december 2019 geboren toen wij er waren voor de eerste kennismaking met nummer 3. (Volg je me nog?) We hadden destijds geen idee dat er nóg een baby in de maak was. Een hoogzwangere Elsa heette ons welkom. Zij had de oudste jongens verboden met ons over dat onderwerp te spreken op afstand en zij hielden braaf hun mond. Totdat Yuda in levende lijve voor ons stond en zich niet langer kon inhouden: “er komt een nieuwe baby aan!”. Hij slingerde het eruit, had last gehad van zijn zwijgplicht. 

De geboorte van nummer 4 vond plaats op de dag na onze aankomst . De boreling bleek een meisje, de eerste in het gezin. Ze leek als twee druppels water op haar broers. We bezochten haar in de kraamkamer van het plaatselijke gezondheidscentrum. We sloten ook de jongste telg in ons hart. Zij was de enige voor wie wij geen kadootjes meebrachten uit Spanje. Een unicum.    

Deze Santya bleek leuk en bijzonder te zijn. Als lieflijke tomboy deed ze alles na wat haar grote broers deden, die veel aandacht en tijd voor haar hadden en  hebben. Zij is ab-so-luut niet eenkennig en verlegen evenmin. Sinds ze kan brabbelen zingt ze liedjes voor ons en spreekt ze een mondje Engels. Onze voornamen kende ze eerder dan haar broertje Varen. Als 3-jarige wilde zij per se naar school, was niet tegen te houden. Onder die druk bezweek Varen. Hij gaat nu dus ook naar dezelfde klas van de openbare kleuterschool. We ontvangen regelmatig filmpjes van de twee van trotse ouders. Santi is de kleinste en pittigste van haar groep! 

One Eye Rangda - Ari Bayuaji*
Volgende week stapt vader Ketut (arbeidsmigrant) weer van zijn cruiseschip af en vliegt van New York terug naar zijn geliefde geboortegrond. Hij zei ons dat hij de dagen aftelt. Hij blijft dan een maand of twee thuis voordat hij terugkeert naar zijn Amerikaanse werkgever. De twee jongste kids zullen zijn thuiskomst vieren, de twee oudsten (puberkinderen) zullen dat met gemengde gevoelens ondergaan. Die zullen zich weer moeten schikken naar de regels van een best strenge pa. (Elsa is te druk met werk en kinderen voederen om zich dagelijks veel met hen te bemoeien.) 

Nummer 1 (Yuda) is meegaand genoeg om zich in die nieuwe situatie te schikken, Damai zal waarschijnlijk zijn vrijheid missen en puberale bokkensprongen maken. Het is leuk om te constateren dat ze alle vier zo verschillend van karakter zijn, al lijken ze fysiek sterk op elkaar. 

Nu ik toch in Indonesische sferen was, downloadde ik de persmap van de nieuwe Indonesië-tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam die vandaag opent. Deze expositie is getiteld ‘De Grote Indonesië-tentoonstelling’. Als ik in Nederland zou zijn, zou ik die zeker bezoeken. Zelfs meer keren omdat er zoveel valt te zien, te bekijken en te leren. Thema's als Oude Rijken (oud goud, Hindoeïsme, Islam, Borobudur, Wayang), Voorouders (dodenrituelen, Molukken, Papoea), Revolusi (onafhankelijkheidsoorlog, revolutie in de kunst, geweld, informatieoorlog), de jonge Republiek Indonesia en Indonesië en Nederland staan centraal.  

Weinig mensen weten dat het Hollandse slavernijverleden niet alleen de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij betrof. In voormalig Nederlands-Indië werden honderdduizenden bewoners tot slaaf gemaakt, verhandeld en in slavernij gehouden. Het Nederlandse geschiedenisonderwijs over dit slavernijverleden beperkte zich tot nu toe doorgaans tot de West. Het feit dat de slavernij in de Oost (nog) geen plek kreeg in het collectieve geheugen vormt de aanleiding voor De Nieuwe Kerk om een speciale rondleiding te organiseren, in samenwerking met de bekende schrijver Reggie Baay (1955, Leiden). Baay is historicus en specialiseerde zich in koloniale en postkoloniale literatuur en geschiedenis. 

Aan de hand van honderden voorwerpen (waaronder geroofde kunst, wel omstreden) en talloze verhalen van toen en nu wordt de geschiedenis van de Indonesische archipel in beeld gebracht. Het museum werkt samen met een grote groep historici, voormalige en hedendaagse kunstenaars, studenten, musea, ooggetuigen en ervaringsdeskundigen, in Nederland en Indonesië. Uit Nederland komen collectiestukken uit het Wereldmuseum, Nationaal Archief, Rijksmuseum, NIOD en andere collecties. Wat de tentoonstelling extra bijzonder maakt, is dat uit Indonesië een omvangrijke hedendaagse kunstcollectie komt van kunstenaars die met hun werk reflecteren op tal van actuele thema’s in hun land zoals geweld, religie, politiek, gender en klimaatverandering. 

In de Volkskrant las ik afgelopen week een interessant interview met een van de kunstenaars die deel uitmaakt van de Indonesische delegatie. Het gaat om beeldhouwkunstenares Alfiah Rahdini (1990, Bandung). Zij wil met haar kunst een gesprek op gang brengen in haar geboorteland. Ze levert commentaar op de moderne Indonesische samenleving. Dat doet ze door standbeelden in de openbare ruimte van steden te plaatsen –desnoods illegaal– die voorbijgangers doen glimlachen én nadenken.

Kunstenaar Mangmoel (1984, Studio Mogus) wil met zijn gebreide en gehaakte kunstwerken -van planten en koralen- mensen meer respect bijbrengen voor de fantastische diverse natuur in zijn land. En Ari Bayuaji (1975) verzamelt gevonden voorwerpen van over de gehele wereld voor zijn kunstwerken. Zijn werk bestaat voor 70% uit plastic touwen van visnetten die in de Balinese mangroves werden gevonden. Zijn werk Rangda (*) maakt onderdeel uit van het project ‘Weaving the Ocean’. Ook een thema dat mij en vele anderen aanspreekt. Kunst kijken is een kunst.

Deze tentoonstelling is in Amsterdam te zien tot 1 april 2024. Geen grap.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten