Later deze week staat de verjaardag van mijn liefje in de agenda. Zij en ik gaan enkele dagen naar Andalusië om dat samen te vieren. Dat was jarenlang een goede gewoonte en die herstelde we vorig jaar weer in ere. We gaan niet alleen naar deze autonome regio omdat het de bakermat is van de tapascultuur. We gaan er naartoe omdat er zóveel meer is te zien en te beleven. Volgens onze Spaanse buurman Jesús, die met een fles wijn voor onze poort stond als dank voor advies dat we hem recent gaven, zijn met maar gekke lui (‘gente loca’) in Andalucía. Op mijn vraag waarom antwoordde hij dat ze elkaar daar voor het minste of geringste uitmoorden. Dat zegt een geboren Spaanse Bask ons (geboortegrond van de ETA...). Tja.
We gaan via Antequera -waar de dolmen tot UNESCO Werelderfgoed behoren; die bezochten we eerder- een bezoek brengen aan Europa’s grootste nationaal natuurpark: Doñana, UNESCO Werelderfgoed. Condé Nast Traveler magazine van deze maand plaatste dit park op plek 1 van hun reisadviezen. (Gevolgd door de Camargue in Zuid-Frankrijk en de Donau-delta in Roemenië.)
Dit park staat al jaren op ons reislijstje maar de afgelopen jaren was daar nogal veel gedoe. Door de droogte nam het aantal dieren, residente vogels en trekvogels, in dat gebied enorm af. Die droogte had deels een natuurlijke oorzaak: er viel eenvoudigweg te weinig regen. Het misbruik dat lokale boeren (van aardbeienteelt) in het gebied maakten, was een andere hardnekkige reden van dit probleem. Ze sloegen er in de loop van de tijd meer dan 800 illegale waterputten en met dat grondwater irrigeerden ze doodgemoedereerd hun landerijen. Daardoor raakte de watervoerende laag (aquifer) uitgeput en vielen belangrijke lagunes droog. Met alle ecologische gevolgen van dien. De huidige Spaanse regering besloot enkele boeren in Doñana uit te kopen. Boeren die stoppen met het verbouwen van gewassen in het gebied worden financieel gecompenseerd door het Ministerie van Ecologische Transitie, voor elke onbebouwde hectare grond voor een periode van tenminste tien jaar. De regering van Andalusië en het bestuur van Huelva legt geld bij.
Wat nieuw slecht nieuws is voor het gebied, is dat er afgelopen weekend in een krantenartikel in een krant van Sevilla was te lezen dat er vorige week een eerste geval van vogelgriep (‘gripe aviar’; H5N1) werd geconstateerd. Het zou gaan om een geïsoleerd geval in de Caño del Guadiamar (een park boven El Rocío). Men trof er een dode fuut aan; deze vogel is gedeeltelijk een trekvogel. Intussen vond men ook een dode blauwe reiger in de natuur en een geval op een boerderij in de buurt. Dat gaat niet goed!
Lang geleden koos ik haar als levenspartner en zo werd zij Mijn Liefje. Niet omdat ze een doorsnee vrouw was, met doorsnee-voorkeuren. Integendeel. Ze maakte in haar leven opmerkelijke keuzen hetgeen haar een interessante vrouw maakte in mijn ogen. Op dat bijzondere van haar borduurde ik jarenlang verder. Ze is niet altijd gemakkelijk in de omgang en evenmin gemakkelijk te verrassen maar ik doe altijd mijn best om van een uitje iets bijzonders te maken.
Op de ochtend van haar verjaardag worden we vroeg opgehaald in het plaatselijke hotel voor een privé-excursie naar nationaal park Doñana. Het goede nieuws dat ik ter voorbereiding las, is dat er dit jaar al zoveel regen viel (gemiddeld meer dan 300ml/m2) dat de meeste moerasgebieden (marismas) daar een goed waterniveau bereikten. Daarom hoop ik dat we ook nog een aardige hoeveelheid lokale vogelsoorten en trekvogels kunnen aanschouwen. Het gebied is een walhalla voor vogelliefhebbers: er zijn daar circa 400 vogelsoorten te bewonderen. Dit enorme aantal komt door de grote diversiteit aan habitats in dat gebied: moerassen, rivieren en beken, bossen met steendennen en kurkeiken, struikgewas, stuifduinen en fossiele duinen, en rijstvelden.
We verblijven in het dorp El Rocío, in de provincie Huelva. Het is een piepkleine maar eeuwenoude plek met een bijzondere geschiedenis (UNESCO Werelderfgoed sinds 2023). Deze plaats wordt omgeven door natuurparken. Het ontstond in de 13de eeuw en ziet er ook nog (bijna) zo uit als toen: de wegen zijn niet bestraat (zandstraten), een flink aantal huizen is nog van hout. Enkele van de interessantste wetenswaardigheden is dat de paarden die oorspronkelijk in dat gebied voorkwamen, ‘monstrencos’ (moeraspaarden), door de Spanjaarden naar de Nieuwe Wereld werden getransporteerd. Naar verluidt, zou het woord ‘mustang’ voor wild paard, daarvan zijn afgeleid. Ook dit typisch Andalusische type behuizing werd exportproduct. El Rocío wordt dan ook de Moeder van het Wilde Westen genoemd. Daar wil je als cowgirl wel de sporen laten rinkelen!
Elk jaar wordt in El Rocío de beroemde ‘romería’ gehouden. Dit is een bedevaart waarbij volgens Wikipedia honderdduizenden mensen en volgens onze Spanje-reisgids (DK Eyewitness) zelfs één miljoen of meer personen, veelal zigeuners, van heinde en verre naartoe komen. Soms met huifkar en paard of te paard om hun Lieve Vrouwe van Rocío te vereren.
Ze komen naar de fraaie Nuestra Señora del Rocío-kerk waar een beeld staat van de aanbeden maagd. Zij zou daar sinds 1280 wonderen hebben verricht. Sinds 2023 is deze bedevaart tot cultureel erfgoed verklaard. Tijdens het festival (mei of juni) wordt door mannen onderling gevochten wie haar dit jaar op de schouders mag nemen. Menig katholieke hotemetoot bezocht deze kerk. Dat bijvoorbeeld voor de Spaanse koning en dictator Franco. Het is dus Fransiscus, Franco, Felipe en fij... Een bont gezelschap! Dat plekje wilde ik haar, met haar doorgaans bijzondere voorkeuren, niet ontzeggen. Overigens wordt er deze week elke avond om 19:00 uur een heilige mis gehouden in die kerk. Dat gaan we meemaken als afvallige katholieken!Daarna rijden we door naar provinciestad Huelva, geen Werelderfgoed maar wel een plaats van nationaal cultureel belang, dat ook een bezienswaardige geschiedenis kent. Vanuit de monding van de rivieren Tinto en Odiel gingen schepen eeuwen op weg en werden nieuwe landen en oceanen ontdekt en bevaren. Christoffel Colombus was een van die opvarenden. Hij vertrok uit deze provincie (Huelva) om Amerika te gaan ontdekken. Je vindt er dan ook vele monumenten die aan deze ontdekkingsreiziger zijn gewijd of die aan hem herinneren.
Voordat we zouden vertrekken, werd er door vrienden in de buurt een avondje met tapas & drankje georganiseerd voor de aanstaande jarige. Onze Engelse vrienden Pat & Sue zijn weer terug op hun Spaanse honk. Buuf Liselotte stelde haar terras beschikbaar voor het partijtje. Een leuk gebaar. Die avond werden de eerste verjaardagskadootjes overhandigd.
Tijdens
dit aanstaande uitje ga ik niet bloggen dus de verhalen en foto’s houd je
tegoed. Al mijn aandacht gaat de komende dagen uit naar haar, the birthday
girl. De komende dagen spreek ik haar aan als Mijn Lieve Vrouwe van El Rocío.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten