Translate

zondag 28 december 2025

Stipjes

Het stipje aan de horizon dat we in januari van dit jaar 2026 noemde, nadert nu snel. Dit is de 1.843ste blog sinds mijn bezigheid als (oltskool) blogger, de een na laatste van het jaar. De volgende is de eindejaarsblog, mijn terugblik op afgelopen jaar. 

Laatst kocht ik vier nieuwe placemats. Daarop staat een kinderversie van de wereldkaart, met de opmerkelijkste dieren van elk continent. Dat zette mij aan het denken over een blog met het onderwerp ‘waar zou ik nu willen zijn’? Enkele dagen later zaten mijn liefje en ik aan het ontbijt toen zij zei dat ze op dat moment in Belize zou willen zijn. Het verbaasde mij dat zij elders wilde zijn. Doorgaans heeft ze het thuis dermate naar haar zin (of waar dan ook) dat ze niet mijmert over elders zijn. Later bleek dat Ketut (de vader van het Balinese gezin) daar een stop maakte met zijn cruiseboot. Haar opmerking sloot goed aan op mijn gedachten. Van mij, rusteloze ziel, is zoiets te verwachten. Ik zou altijd wel elders willen zijn... Zij wist niet dat ik in de achtergrond werkte aan een blog met dat thema. Dat hebben wij vaak, een soort telepathatische connectie. 

De reis naar Belize was tijdens jaarovergang 2006-2007, als onderdeel van een rondreis door Centraal Amerika. We reisden in het spoor van de Maya’s. Dat was een hoog ontwikkeld volk dat lange tijd heerste in Meso-Amerika. Zij stonden bekend om hun complexe kalenders, astronomische kennis, hiërogliefenschrift en imposante piramides en andere bouwwerken. We reisden ook door Honduras, Guatemala en Mexico. Een boeiende en fotogenieke rondreis in groepsverband. Reizen is verslavend...  

We waren daar niet alleen voor de bijzondere architectuur, er is in dat deel van de wereld veel meer te beleven! (Het reisprogramma was afwisselend.) Zo stond er ook een zeil- en snorkeltrip gepland in het kristalheldere water van de Caribische Zee. Ons verblijf in Belize was inderdaad memorabel. We kwamen aan op een eiland voor de kust, ‘Caye Caulker’ genaamd. We voeren er van het vasteland met een kleine ferry naartoe. Er stonden veelkleurige houten huisjes direct aan het water en er hing daar een hippiesfeer. Het eilandje is omgeven door een barrièrerif, het op een na grootste van de wereld (Great Barrier Reef van Australië is het grootst). De Franse natuurvorser Jacques Cousteau noemde het ooit een van de mooiste onderwaterwerelden op aarde. 

We voeren uit op een zeilboot met rasta-bemanning, op weg naar Shark Ray Alley. Onderwater was het inderdaad prachtig: diverse soorten roggen, onder andere de spectaculaire gevlekte adelaarsrog. Wow, dat dier leek op een groot vliegend tapijt! Als snorkelaars bewonderden we haaien, grote scholen tropische vissen en zacht en hard koraal in verschillende kleuren en vormen. Een van de bootsmannen was tevens de kok aan boord. Voor de lunch dook hij grote vleugelhoorns op (een dikke bruine schelp met roze binnenkant), haalde de grote slakken eruit en bereidde daarmee een maaltijd. Ik geloof dat het ceviche was. Verser kon niet! De grote meeuwen die om de boot cirkelden, aten uit de hand van de bemanning. We stapten later die middag op tijd weer aan de wal, voordat het onweer losbarstte. We verbleven in eenvoudige accommodatie op het strand maar de herinnering is er een om niet te vergeten. 

Zelf zou ik nu het liefst paraderen met pinguïns. Ik vind ze goed passen bij deze tijd van het jaar. Het zijn zulke koddige en ontroerende dieren! Er valt veel bijzonders over hen te vertellen. Dat ze op land weliswaar waggelen maar onder water vooruit schieten als Oekraïense drones! Dat doet deze diersoort overigens al 60 miljoen jaar lang. Ze leven in grote kolonies maar blijven hun leven lang bij dezelfde partner. Het vrouwtje legt het ei (de eieren) maar samen voeden ze het kuiken op. Pinguïns maken enorme herrie met elkaar. Hun keelgeluid lijkt op dat van een balkende ezel. Het geluidsniveau van een pinguïnkolonie, die uit honderdduizenden exemplaren kan bestaan, kan overeenkomen met 80 decibel, vergelijkbaar met het lawaai van een heel drukke snelweg. 

Natuurfotograaf Frans Lanting (1951) werd verliefd op deze huppelfluppels, net als vele anderen en ik. In zijn  fotogallerij vind je de tientallen wereldberoemde pinguïnfoto’s die je -met of zonder account- kunt downloaden en gebruiken; als je zijn copyright maar respecteert. De foto’s die hij van pinguïns maakte, maken nog steeds een belangrijk deel uit van zijn portfolio. Lanting is nog steeds actief, las ik op zijn website. Voor 2026 staat er onder andere een reis naar Alaska op zijn programma. Je kunt een week met hem op pad om bruine beren te zien en te fotograferen. 

Ik denk dat mijn liefde voor deze dieren veel vroeger ontvlamde maar dat die weer opleefde door de Franse film ‘Mars van de pinguïns’ uit 2005. Toen had ik ze al met eigen ogen gezien in het zuiden van Zuid-Afrika (1998). Ik herinner mij dat ik, op grote afstand, zwarte stipjes zag bewegen over een strand dat zo wit was als een damasten tafelkleed. Aanvankelijk had ik niet door dat het pinguïns waren. Ik dacht dat het iets anders was dus het duurde even voordat het kwartje viel. Destijds bestond de digitale camera nog niet dus ik nam verweggiestan foto’s met een analoog toestel. Sneue stipjes... 

Pinguïns leven op het Zuidelijk Halfrond en daar is het op veel afgelegen plekken goed toeven, al neemt de kwaliteit van hun habitat zelfs af door klimaatverandering. We bezochten in de loop der tijd veel van de leefomgevingen van pinguïns. Galapagoseilanden, zuidkust van Zuid-Amerika (Chileens en Argentijns Patagonië en noordelijk Chili), zuidkust van Australië en van Nieuw-Zeeland. 

Eind 2018 maakten we een cruise rondom Zuid-Amerika met de Holland Amerika Lijn en op dat traject was ook een stop ingepland op de Falklandeilanden. Ik verheugde mij erop. Dit is een afgelegen stukje Brits grondgebied in de Zuidelijke Oceaan. In 1982 viel de Argentijnse militaire junta deze kleine eilandengroep binnen. Zij claimden dat het Argentijns grondgebied was. De junta kampte destijds met grote impopulariteit en een slechte economie. Een ‘snelle overwinning’ (waar hoorde ik dat laatst weer?) zou het volk verenigen, was de gedachte. De Argentijnen gingen er -ten onrechte- van uit dat de Britten de wapens niet zouden opnemen. Zo ontstond de Falklandsoorlog die 72 dagen duurde en vele honderden slachtoffers eiste. De Britten behielden hun overzeese gebied. De nederlaag luidde de neergang van de Argentijnse junta in, de populariteit van Margaret Thatcher steeg juist sky high. 

Wij hadden mazzel op de dag dat we daar aan wal stapten. Het was er weliswaar koud maar droog en af en toe zonnig. De lokalo’s met wie wij spraken, noemden het -spottend zoals alleen Engelsen dat kunnen- hun zomer in één dag. Mijn liefje kocht daar een paar zelfgebreide marinowollen wanten met pinguïns op de rug. Ik kocht coasters met alle soorten pinguïns en vogels die daar voorkomen.

In een busje maakten we een rondreis over het hoofdeiland (12km2) en zagen enkele pinguïnkolonies op de stranden en in de duinen. (Pinguïns leven in holen omwille van de beschutting.) Met een kleine boot bezochten we vervolgens een belendend eiland waar het ‘Monumento Los Pinguïnos’ staat. Dat maakt deel uit van Chileens Antarctica. 

We zagen die dag verschillende soorten: Magelhaen-, gentoo- en keizerspinguïns met enkele kuikens (te herkennen aan het bruine dons). Vanaf het postkantoor op het hoofdeiland stuurden we onszelf een pinguïn-ansichtkaart maar die kwam helaas nooit aan op ons Spaanse adres. Gelukkig hebben we de (vele) foto’s nog!

Vandaag organiseren we hier een snertlunch voor de buren. Mijn liefje begon gisteren met het bereiden van de erwtensoep en die staat vandaag als een huis. We gaan lekker buitenzitten met onze wintertruien aan, de lepel rechtop in de goedgevulde soep. Roggebrood met Zeeuws spek mogen niet ontbreken. Ook leuk!


woensdag 24 december 2025

IJspilaartjes

Recent las ik een artikel over een ijskerstboom die in 3D werd geprint. Drie natuurkundigen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) printten een kerstboompje van ijs, van 8 centimeter hoogte. De printer deed er 26 minuten over want het moest ijslaagje voor ijslaagje worden gedaan. 

De mannen ontdekten bij toeval dat je met ijs kunt printen. Dat heet met een mooi woord ‘serendipiteit’, het per ongeluk vinden van B terwijl je op zoek bent naar A. Het woord kwam ik meer dan 20 jaar geleden voor het eerst tegen en ik heb het altijd voor iets bewaard. Nu is dat moment. Mijn liefje en ik waren destijds voor het eerst aan het rondtoeren in Cornwall. We waren in Engeland woonachtig en brachten een vakantie door in die westelijk gelegen counties. Het is daar mooi en woest, al vind je er bijna geen bomen. We liepen op een zonnige dag door de smalle straten van St. Ives, een pittoreske stadje, op weg naar het plaatselijke Tate-museum toen ik dit woord tegenkwam op een bord aan de gevel van een huis. De eigenaren waren ook bij toeval op die plek gestuit. Het woord bekoorde mij (taalfreak), het lag lekker in de mond. Op dat moment wist ik nog niet wat het betekende, nu wel. Serendipity... het zat al die jaren in een geheugenlaatje in mijn brein. 

De Amsterdamse wetenschappers deden onderzoek naar hoe waterdruppeltjes zich gedragen zonder luchtweerstand, dus in een vacuüm. De druppeltjes bevroren op de bodem van de proefopstelling en vormden daar ijspilaartjes. Ze kochten een 3D-printer en vervingen de kop door hun eigen sproeikop. Die produceert een veel fijnere waterstraal, zo dun als een mensenhaar. De printerconstructie plaatsten ze vervolgens in een vacuümkamer. Ze richtten de straal zodanig dat er een kerstboompje uit het apparaat tevoorschijn kwam. Ze zien veel andere toepassingen voor hun ontdekking; bijvoorbeel in medisch onderzoek. De foto werd door een van de mannen zelf gemaakt. Gelukkig is hun vondst beter! 

Wij, IJspilaartjes (uit Pilar de la Horadada), waren gisteravond met een gast in Torrevieja om daar de kerstparade te zien. De stad was fraai verlicht en mooi aangekleed. Deze stad was ooit de armste van heel Spanje volgens het INE, het Spaanse Bureau voor de Statistiek maar in 2023 schudde men die kwalificatie van zich af. Waarschijnlijk door de komst van veel gevluchte Russen met grote sommen geld; het grootste aantal Russen van heel Spanje. Het besteedbare inkomen per hoofd van de bevolking steeg daarmee. Je ziet het aan de winkels in het centrum: Franse champagne, kaviaar, dure kledingmerken. Er zijn winkels die door Russen worden beheerd, taalinstituten waar Russisch wordt onderwezen, artsen, advocaten, projectontwikkelaars die Russisch spreken en een uitsluitend Russische clientèle bedienen. Maar daarvoor kwamen we niet.   

We kwamen voor ‘el gran desfile de Papá Noel, de grote kerstparade. We nodigden Ellie uit om met ons mee te gaan. We reden op tijd van huis weg, warme kleding aan voor een avond die weleens fris zou kunnen worden. Welnu, we zagen alles, behalve de kerstparade... Die ochtend vond een van ons een beschilderde steen met een kerstboom erop bij de spullen op het strand, plus datum en vindplaats (Torre de la Horadada). Het is een van de vele tradities in Spanje dat die steen met Kerst ongezien aan vreemden wordt doorgegeven. Aldus geschiedde. We stopten het kleinood onder een snelbinder van een geparkeerde fiets aan de boulevard van Torrevieja. 

Een andere traditie die we recent ontdekten, is de poepende man in de kerststal. Het is een oud gebruik dat stamt uit Catalonië. 
Het beeldje in kwestie is van de ‘caganer’, een hurkende man met een rode baret en rode sjaal. Het is de uitdaging voor veel Spaanse kinderen om deze figuur met blote kont (inclusief drol) in het kersttafereel te ontdekken. Meestal zit hij ergens verstopt. Hier vonden we hem achter een muur. De Belén -verbastering van het woord Bethlehem- van Torrevieja is relatief groot. 

Waar die caganer-traditie vandaankomt, was mij niet bekend. Het Spaanse gezin dat achter ons liep tijdens de bezichtiging van de kerststal, wist het ons ook niet te vertellen. Dus internet bracht (gedeeltelijk) uitkomst. Het is kennelijk een vruchtbaarheidsritueel dat stamt uit de 19de eeuw maar het zou ook van eerder kunnen zijn. Zo wordt de baroktijd genoemd, een periode in de kust met een hang naar hyperrealisme. Het zou het spirituele combineren met het dagelijkse (heidense) en zou vrede en geluk brengen aan de kijker. Poep in je ogen? Hier wel! Symbolen en rituelen hebben betekenis voor velen. De poeperd speelt ook een rol in de kersttradities van Frankrijk, Italië en Portugal. 

We liepen op een bepaald moment weg van de hoofdroute van de kerstparade en ontdekten in een fraai verlichte straat een Iraans restaurantje. Die keuken kende geen van ons (foodies) dus daar hadden we wel zin an! We ontdeden ons van de dikke jassen, zegen neer in een warme zaak, zaten lekker, babbelden gezellig en lieten zo de gehele optocht met reuzensneeuwpoppen, eenhoorns en dansende elfen aan ons voorbij gaan. Tja. Het eten was heerlijk, vooral het voorgerecht. Een soort mezze met veel groenten (met name aubergine en tomaat), gefermenteerde yoghurt, noten en knoflook. Heel veel knoflook. Heerlijk! 

Wij komen dit jaar als lokale vriendenclub op de 24ste voor de eerste keer 's avonds bijeen bij onze Zwitserse vriendin Liselotte. Zij is blij dat ze nog op deze aardkloot rondloopt na alles dat ze afgelopen zomer meemaakte. Kerstavond is in de meeste Europese landen bijzonderder dan eerste of tweede kerstdag. Die laatste twee zijn voor vooral gevuld met samenzijn en (veel) eten. Kerstavond is een avond van bezinning en een terugblik op een -in ons geval- bewogen jaar, al gaan wij ook lekker eten. Liselotte is een goede kok. Het is tevens de viering van hoop en vrede maar daarvoor zullen we hard ons best moeten doen!  

Zoals al vele jaren, zijn we op eerste kerstdag uitgenodigd bij onze Engelse vrienden Pat & Sue. Dat werd traditie in de loop van de tijd. Zij hebben dit jaar een gast, Ellie uit Schotland, die we kennen van eerdere visites. Sue maakt een uitgebreide Engelse kerstbrunch, met kalkoen, traditionele bijgerechten en een dessert (X-mas pudding). De maaltijd wordt gevolgd door de kerstbingo die mijn liefje en ik organiseren. Geheel in stijl. Dit jaar is de zak met te winnen kado’s extra goed gevuld. Wij komen deze dagen wel door! 


Mijn liefje en ik wensen jou vanuit een zonnig Spanje een fijne Kerst.



zaterdag 20 december 2025

Niet meer zo lekker...

Onlangs stond er een interessant artikel in de Volkskrant over Bali. Dat trekt altijd mijn aandacht, gezien mijn achtergrond. Het ging over een kwestie waarmee mijn liefje en ik ook te maken kregen toen wij daar woonden (2009-2014). De titel van het artikel is ‘met sloophamer wil Bali ziel van eiland redden’. 

Veel Balinezen zijn de wildgroei aan vakantiehuizen, restaurants, resorts en andere constructies op de fraaie plekken van hun eiland zat. Ze zijn van mening dat die hun cultuur (Bali is de enige hindoeprovincie van Indonesië) en natuur bedreigen. Tijdens de vele reizen die wij maakten naar en op het Eiland van de Goden zagen we die wildgroei met lede ogen aan. Ik heb mij vaak afgevraagd waarom de autoriteiten niet ingrepen... 

Die wildgroei vindt vooral plaats in het erg toeristische zuiden. Pantai Bingin, een prachtige omgeving in de nabijheid van de belangrijke tempel Uluwatu, is een van die plekken. Het is populair bij surfers en liefhebbers van spectaculaire, romantische zonsondergangen. Tijdens onze allereerste rondreis op Bali (2005) werden we door onze chauffeur naar een lokaal terras gebracht -waarschijnlijk van familie- om er een cocktail te drinken terwijl we de zon in de zee zagen zakken. We genoten. 

De huidige gouverneur van het eiland, I Wayang Koster, bezocht het Morabito-hotel afgelopen zomer, met een hamer in de hand. Dit illegaal gebouwde hotel op de kliffen is al jarenlang een doorn in het oog van velen. Het is eigendom van een Fransman die daar in Griekse stijl een gebouw met 12 verdiepingen optrok. Wansmaak en wanbeleid. Koster verkondigde daar luid en duidelijk voor tig camera’s dat het land eigendom is van de overheid en dat niemand het recht heeft om dat voor eigen doel te gebruiken zonder toestemming. Alle andere gebouwen die daar staan (48), werden eveneens gebouwd zonder vergunning.

Rijstterrassen moesten plaatsmaken voor villa’s en bungalows. Stranden en klifffen werden opgeëist door resorts. Vaak zijn ze eigendom van buitenlanders die noch een bouw-, noch een milieu- en exploitatievergunning hebben. 

Hij is klaar met die praktijken en laat nu bepaalde constructies en lopende projecten op het eiland afbreken en stoppen. Hij kiest voor ‘shocktherapie’. Alles ging daar inmiddels tegen de vlakte. De omgeving van Uluwatu heeft nu meer weg van een oorlogsgebied.

Dit is niet de enige locatie op Bali waar het probleem van illegale bouw zich afspeelt. Ook op een van de mooiste stranden van Nusa Penida (eiland aan de zuid-oost kant) gebeurde iets dergelijks. Daar stak een Chinese investeerder 3 miljoen euro in een torenconstructie van staal en glas. Hij kreeg van de autoriteiten onlangs zes maanden de tijd om zijn constructie af te breken. Ook de bouw van een Marriott-resort in Ubud werd stilgelegd. Net als dat gebeurde met een cementfabriek van een Russische eigenaar in een beschermd mangrovebos. Het zijn óf illegale constructies, óf ze druisen in tegen de Balinese regels.   

Die regels zijn duidelijk: er mag niet worden gebouwd op een strand, er mag niet worden gebouwd binnen 100m van een klifrand, er mag niet hoger worden gebouw dan 15 meter en er mag niet worden gebouwd in groen gemarkeerde zones. (Zones die zijn aangemerkt voor landbouw of natuur.) Het probleem is: niemand houdt zich eraan!   

Vooral na de coronapandemie, die keihard toesloeg op deze bestemming die grotendeels draait op toerisme, gingen de deuren op Bali wagenwijd open voor nieuwe investeerders. Nergens ter wereld is het rendement op investering (ROI) op een huurwoning voor vakantiedoeleinde zo hoog als daar. En nergens heb je zo weinig last van regels. De komst van tienduizenden Russen met dikke portemonnees na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne verhoogde de druk verder. 

Lokale overheden zijn medeschuldig aan deze wildgroei. Op beschermde plekken mogen eenvoudigweg geen bouwvergunningen worden verleend maar een dorpshoofd zegt (bijna) altijd ‘ja’ als een buitenlander met een zak centen op de stoep staat. Dat zorgt niet alleen voor banen maar sponsort ook ruimhartig de vele dorpsfestiviteiten, ceremonies en achterstallige onderhoudsprojecten. Vastgoedmakelaars op Bali beloven vaak -ten onrechte- dat een project legaal is. 

De leider van de sloopgroep van de gouverneur schat dat 80% van alle vakantievilla’s op Bali geen vergunning heeft. (Op Airbnb worden bijna 39.000 huisjes en huizen aangeboden dus dat zegt genoeg...) Deze Made Supartha wees naar een landkaart van het eiland en constateerde dat Bali de vorm heeft van een kip. ‘De hele wereld wil daarvan wel een hapje nemen.’ Enak! (Lekker!) 

Nationale milieuorganisaties roepen al 30 jaar dat het fout gaat. Er moet radicaal worden gestopt met bouwprojecten in groene zones. De overstromingen van september 2025, de ergste op Bali sinds decennia, toonden aan dat teveel bossen, rijstvelden en rivieroevers zijn ‘versteend’. Het land kan door de bebouwing geen water meer opnemen. Toerisme op Bali moet volgens de gouverneur zijn gericht op cultuur, natuur en kunst. 

Hè-hè, uiteindelijk! Ik roep al jaren dat ecotoerisme op Bali centraal moet staan. De schitterende rijstvelden, de indrukwekkende vulkanen, de bloemenpracht, de aardige mensen, de vele kleurrijke hindoeceremonies, de zee rondom, dat heerlijke eten. Maak al die dingen tot het middelpunt van toerisme en het zal goedkomen. Bovendien moeten de autoriteiten een langetermijnplan ontwikkelen om Bali ook later leefbaar te houden voor bewoners. 

Dat is een goede overgang naar mijn eigen verhaal. Corruptie zit op veel plekken en gaat diep. Daar weten we helaas het een en ander van af. In een land waar veel mensen weinig of niets hebben (have-nots), is het heel aantrekkelijk om in hun ogen ‘rijke’ individuen en bedrijven die aan het loket staan, te paaien en er zelf een slaatje uit te slaan. Ik begrijp dat maar praat het niet goed. 

Mijn liefje en ik werden op Bali ook slachtoffer van corruptie. Het gaat te ver om hierover uitgebreid te verhalen maar het had te maken met land aan de Balizee  waarvan het eigendom door twee Balinezen uit hetzelfde dorp werd betwist. Op die grond werd onze tropische villa gebouwd. Wij waren ons destijds niet bewust van het probleem dat zich op de achtergrond afspeelde. Bovendien kregen wij destijds in Spanje te maken met kanker in de familie (een van ons). Dat eiste al onze aandacht en energie op. 

Het probleem werd groter en groter. Totdat het boven eenieders hoofd groeide. De ervaren Nederlandse projectontwikkelaar onderschatte het probleem en dacht lange tijd dat hij het wel voor ons kon oplossen. Dat had hij immers altijd gedaan. Er was altijd wel gedoe dus daar keek hij niet van op. In dit geval werd het een langslepende kwestie met heel nare kanten. Er ging veel corruptiegeld over de tafel (tot aan de Hoge Raad in Jakarta toe) en er waren heftige fysieke bedreigingen aan ons adres. Wij wachtten het einde van dit project niet af, verkochten de villa in 2014. De nieuwe Belgische eigenaren brachten wij volledig op de hoogte, droegen bewijststukken en verslagen van gesprekken met corrupte ambtenaren en advocaten aan hen over. Zelfs de toenmalige nationale ombudsman bleek corrupt. Van de Nederlandse ambassade in Indonesië hebben we nooit antwoord gekregen. Tja.  

Jaren later kwamen de officiële papieren alsnog bij de huidige villa-eigenaren terecht. Zij verhuren de villa nu voor grote vakantiegezelschappen en dat loopt heel goed. Ze verkregen inmiddels alle benodigde vergunningen. Ondanks alles was het voor ons een paradijsje op aarde (dat is het nog steeds). Dit speelde zich af in het noorden van het eiland (omgeving Lovina), het nog niet zo toeristische deel van het Eiland van de Goden. 

We kwamen met veel idealen: we zouden daar gaan inburgeren, de taal leren en als vrijwilligers aan de slag gaan. (Dat deden we grotendeels.) Wij kijken positief terug op deze ervaring (en we overleefden de kanker!). Het was een rottijd maar we hadden de ervaring niet willen missen. Het was leerzaam, al verloren we iets van ons vertrouwen in de mensheid en een deel van ons idealisme. Wat echter voor ons belangrijker was: we leerden een Balinees gezin met slimme, ambitieuze jonge ouders kennen die we wel een zetje in de rug wilden geven. Toen nog met één kind; dat zijn er tegenwoordig vier. Zo werden zij van een kansarm gezin onze happy family op Bali. 

Onze oudste, Yuda (18), ontpopte zich dit jaar tot gedreven Master of Ceremony (MC) tijdens menig schoolfeest. Hij zit in de laatste klas van de middelbare school in Singaraja. Hij en zijn beste vriend vormen een creatief duo dat zich ‘DJ The Boys’ noemt. Yuda’s vriend heeft een DJ-controller en een draaitafel, die van ons hitst het publiek op met sprongen, dansjes en de microfoon in zijn hand. We kregen inmiddels ettelijke filmpjes. Dat doet hij verdraaid goed! Sinds ze een video van hun optredens op socialmedia zetten, kregen ze uitnodigingen -ook uit het buitenland- om te komen draaien. Binnenkort gaan ze een avond een bruiloftsfeestje opluisteren. Voor een salaris waarvoor zijn moeder een week moet werken... Er was ook een uitnodiging voor een avondje optreden waarvoor ze bijna 2.500 zouden ontvangen. In overleg met diezelfde moeder en met ons besloten de boys het niet te doen. Gelukkig zijn ze zelf ook verstandig. Stappen ze na gedane arbeid op hun motoren en krijgen ze een klap op hun kop. Weg geld. Ik krijg al kippenvel bij de gedachte... 

Ik moest terugdenken aan dat stille ukkie van 1 jaar dat we 17 jaar geleden leerden kennen. Destijds sprak hij nog niet of nauwelijks maar keek wel zijn ogen uit als hij bij ons op bezoek kwam in de villa. Dat deed hij steeds vaker. Hij bleek nieuwsgierig en leergierig. Net als zijn broers Damai en Varen en zijn zusje Santya. We overlaadden hem (hen) met speelgoed, leerden ze zwemmen, kookten baby-voeding en Europese maaltijden voor hen en stuurden ze verplicht naar scholen die wij uitkozen (Montessori). Naar de peuteropvang, de tweetalige kleuterschool, de drietalige lagere school en de uitstekende middelbare school waarop de oudste twee nu leerling zijn. Het was een Egyptische dichter die ooit zei: ‘kinderen niet onderwijzen, is hetzelfde als soldaten zonders wapens naar het front sturen.’ Wat onderwijs en veel aandacht & liefde kan doen voor een kind dat ooit weinig kansen had. Kami senang! 

De klifhellingen van Bingin worden nu teruggegeven aan de makaken die hier ooit in grote groepen leefden. Dat verklaarde de gouverneur van Bali inmiddels zwart op wit.


dinsdag 16 december 2025

Beschavingsverlies

“Rare jongens, die Romeinen!” 

Weet je nog wie dit zei? Als brugpieper kwam ik in de klas van Gérard Hamers terecht. Hij was leraar Frans. Met hem begon mijn grote liefde voor de Franse taal en cultuur. Hij was mijn leraar Frans tot en met de eindexamenklas. Hij was erudiet, charmant, had de wind eronder maar gaf goed en leuk les. Zo stimuleerde hij ons onder andere tot het lezen van de stripboeken van René Goscinny en Albert Uderzo in het Frans: de Asterix en Obelix-reeks. Saillante  details zijn dat de tekenaar werd geboren met twaalf vingers (daaraan werd hij geopereerd) en dat hij kleurenblind was. Er zijn wereldwijd bijna 400 miljoen albums verkocht dus ik was bepaald niet de enige fan. De woordspelingen en dubbelzinnigheden zijn vaak goed verstopt maar naarmate ik verder kwam in Franse taalbeheersing ontdekte ik er steeds meer. Het bleef jarenlang een bron van groot leesplezier. 

Neem de kleine held van het verhaal: Asterix. De Franse vertaling van asterisk (*) is kleine ster. Hij was meer dan een voetnoot van de wereldgeschiedenis! Obelix, zo groot en in de vorm van een obelisk. Idéfix, de kleine witte hond van Obelix - van idée fixe, zijn obsessie op vier pootjes. Alcoholix, de plaatselijke wijnverkoper. De bard die zich als zeer getalenteerde zanger beschouwde, Assurancetourix - van assurance tout risque (allrisk-verzekering); met zijn gezang beschermde hij zijn volk tegen de Noormannen. Unhygienix is de naam van de dubieuze visverkoper (zijn vrouw heet Bacteria). De Romeinse spion heet Dubbleosix. Een van de Romeinse kampen in Gallië heet ‘Babaorum’. Als je de tekening ziet, begrijp je de grap: het dorp is getekend als taartje (baba au rhum). De strips zitten er vol mee! 

De boeken zitten ook vol met parodieën op geschiedkundige gebeurtenissen en historische figuren, zoals Churchill, De Gaulle en Columbus. De makers gebruikten tevens beroemde kunstwerken in hun eigen verhalen, zoals bijvoorbeeld werk van Pieter Bruegel. Deze boeken zijn misschien nog wel leuker voor volwassenen dan voor kinderen. 

“I'm Asterix, the heroe of this adventure. Those crazy Romans thought they’d have another go at our little Gaulish village.Zo begon Goscinny’s 29ste stripboek in de lange reeks, getiteld ‘Asterix versus Caesar’. (Ik haal hier bewust de Engelstalige versie aan, niet de Franse.) 

De kern van het verhaal van de strijd van Asterix en Obelix tegen de Romeinen is het relaas van een klein dorp met kleine helden (de Galliërs) die met veerkracht, slimheid, vriendschap en een magisch drankje de overmacht van het grote, corrupte Romeinse Rijk weerstaan. Dat verhaal speelt zich af in het jaar 50 voor onze jaartelling. Hun strijd is er niet op gericht om Rome te veroveren maar gaat om het behoud van hun eigen vrijheid en de onafhankelijkheid van hun eigen dorp tegen Romeinse onderdrukking en Romanisering.  

Aan Asterix en zijn entourage moest ik denken toen ik recent de Nationale Veiligheidsstrategie (National Security Strategy, NSS) van Trump & Co. las. Dit document deed veel stof opwaaien, vooral in Europa. Het zette hier en daar zelfs kwaad bloed. Waar bemoeien die klojo’s zich mee? Asterix had het kunnen zeggen... Voor mij personificeert Asterix Europa en staat de regering-Trump II voor de verderfelijke Romeinen. Trump zelf is de hedendaagse Caesar. In het verhaal Asterix versus Caesar heet een van de Romeinen Dubius Status en een ander Marcus Ginantonicus. Ook leuk! 

Ik las het document niet in zijn geheel (30 pagina’s) maar wel de passage over Europa. Die paragraaf draagt de titel ‘het bevorderen van Europese grootsheid’. Typisch Trumpiaans taalgebruik. Na bijna een jaar Trump II staat hiermee zwart op wit dat de Europese Unie niet langer een bondgenoot is maar een tegenstander van de Verenigde Staten. Een vijand in politiek, economisch maar vooral ideologisch opzicht. 

Vóór het tijdperk Trump werd er in de Amerikaanse veiligheidsstrategie vooral gewezen op de onbetwistbare voordelen van allianties, op de deugden van globalisering en de rol van dat land als organiserende macht. 

De veiligheidsstrategie anno 2025 kun je lezen als één grote belediging aan het adres van de Europese Unie en diens leiders. Het staat bol van de extreemrechtse uitspraken en vijandigheden. Ik had niet anders verwacht van schimmige types als JD Vance (vice-president), Stephen Miller (stafchef) en Russel Vought (architect van het oerconservatie Project 2025) maar toch shockeerde het mij.

Hun prioriteit lijkt te liggen bij het exporteren van de cultuuroorlog naar onze contreien. Ik vind het ook ronduit schaamteloos dat er openlijk wordt gezinspeeld op normalisatie van de betrekkingen met Rusland.

Maar we moeten niet wanhopen, dat deden die kleine Galliërs ook niet. Nu staat het als volgt verwoord in de strategie. Ik haalde de krenten voor je uit de pap. 

‘Europa doet onvoldoende militaire uitgaven en op dit continent is sprake van economische stagnatie. De werkelijke problemen van Europa zijn echter veel dieper geworteld. Continentaal Europa heeft een steeds kleiner aandeel in het wereldwijde BBP -van 25% in 1990 naar 14% nu- en dat is deels het gevolg van nationale en transnationale regelgeving die creativiteit en bedrijvigheid ondermijnt.’ 

Dit is duidelijke kritiek op de Europese Unie. Het huidige BBP-percentage van de EU ligt op 15,2% volgens Europese cijfers. Wat ook niet wordt vermeld, is dat we de derde plek in de wereld innemen, na China (circa 19%) en de VS (15,5%). Als we Europa als groter geheel bezien (dus meer landen dan de lidstaten van de EU), ligt dat percentage ruim boven 20%. Dan torent Europa zelfs boven koploper China uit. 

‘Deze economische achteruitgang wordt overschaduwd door het reële en veel grimmiger vooruitzicht van beschavingsverlies. De grotere problemen waarmee Europa wordt geconfronteerd, omvatten activiteiten van de Europese Unie en andere transnationale instanties die de politieke vrijheid en soevereiniteit ondermijnen, migratiebeleid dat het continent transformeert en conflicten veroorzaakt, censuur van de vrije meningsuiting en onderdrukking van politieke oppositie, kelderende geboortecijfers en verlies van nationale identiteit en zelfvertrouwen.’

Bij Toutatis! Beschavingsverlies? (Civilisation erasure genoemd in dit document.) Hoor wie dit zegt... 

De Amerikanen doelen hiermee waarschijnlijk op het feit dat we op dit continent minder wit en minder christelijk zijn geworden. Migratie is inderdaad een hoofdbreker, een probleem dat we echter zelf en met elkaar moeten oplossen. Daar hebben we geen Amerikaanse inmenging bij nodig. Zeker niet in Amerikaanse stijl. Het Europese Migratiepact dat in juni 2026 van start gaat, doet een goede poging om meer grip te krijgen op het probleem. Kelderende geboortecijfers? Waar bemoeien ze zich mee?! Het is wel waar: het aantal geboorten in de EU neemt gestadig af, met een grote dip in 2023. Het continent vergrijst dus de productiviteit moet flink omhoog; dat is een economisch gegeven. Sinds wanneer is dat een bedreiging voor de Amerikaanse veiligheid? 

‘Als de huidige trends zich voortzetten, zal het continent over 20 jaar of minder onherkenbaar zijn. Het is dan ook verre van vanzelfsprekend of bepaalde Europese landen economieën en legers zullen hebben die sterk genoeg zijn om betrouwbare bondgenoten te blijven. Veel van deze landen zetten momenteel hun huidige koers voort. Wij willen dat Europa Europees blijft, zijn beschavingszelfvertrouwen herwint en afstapt van de mislukte focus op verstikkende regelgeving.’ 

De meeste Europeanen willen ook dat Europa Europees blijft maar wat betekent dat precies? Tijden veranderen, mensen veranderen, landen veranderen. De meeste veranderingen kunnen we niet tegenhouden. Niet elke verandering is een verbetering, dat is waar. Met het lidmaatschap van de EU kwam er een grote hoeveelheid Europese regels mee. Sommige zijn compleet onzinnig, dat beaam ik. (Neem bijvoorbeeld het recente verbod op vleesgerelateerde benamingen van vleesvervangers. Muggenzifterij.) We moeten echter niet vergeten dat de regeringsleiders van de 27 lidstaten zelf over de belangrijkste zaken beslissen. Niet het Europarlement, niet de Europese commissie. Veelal zijn het dus keuzen die Europese premiers met elkaar maakten. Daar gaan wijzelf over en zo hoort het ook. Dat keuzen en verbeteringen sneller mogen gebeuren, is een no brainer.

‘Dit gebrek aan zelfvertrouwen is het meest evident in de relatie van Europa met Rusland. Europese bondgenoten hebben een aanzienlijk militair overwicht ten opzichte van Rusland op bijna alle vlakken, met uitzondering van kernwapens. Als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne zijn de Europese betrekkingen met Rusland nu sterk verzwakt en beschouwen veel Europeanen Rusland als een existentiële bedreiging. Het beheren van de Europese betrekkingen met Rusland vereist aanzienlijke diplomatieke inspanningen van de VS, zowel om de strategische stabiliteit op het Euraziatische vasteland te herstellen als om het risico op een conflict tussen Rusland en Europese staten te beperken.’

Klop-klop... Is daar iemand?! Rusland is toch het schorriemorrie?! Voor de meeste Europeanen is dit land -in de persoon van Poetin- de vijand. Rusland ís de existentiële bedreiging voor het vrije Europa. Met zo’n land willen en kunnen we geen diplomatieke betrekkingen (meer) onderhouden. Het respecteert de soeverniteit en de grenzen van buurlanden niet. Het land viel Oekraïne binnen,  een land op weg naar volledige democratie, als toekomstig lid van de Europese Unie. Tja. 

Europa heeft Trump niet gevraagd om vriendschappelijke betrekkingen met Rusland aan te gaan. Het is Trump zelf die koketteert met zijn relatie met strongman Poetin. (Wat zit daar achter?!) Imperialist Poetin zal niet stoppen bij Oekraïne. Hij wil de oude glorie en de grenzen van de Sovjet Unie in ere herstellen. Rusland als grootmacht. Om dat te voorkomen, moeten wij als grootmacht Europa in rap tempo sterker worden qua defensie en onafhankelijk van de steun van de Verenigde Staten.

‘Het is een kernbelang van de Verenigde Staten om te onderhandelen over een spoedige beëindiging van de vijandelijkheden in Oekraïne, om de Europese economieën te stabiliseren, onbedoelde escalatie of uitbreiding van de oorlog te voorkomen en de strategische stabiliteit met Rusland te herstellen, en om de wederopbouw van Oekraïne na de vijandelijkheden mogelijk te maken, zodat het land als een levensvatbare staat kan blijven bestaan. [..] De regering-Trump staat lijnrecht tegenover Europese functionarissen die onrealistische verwachtingen koesteren ten aanzien van de oorlog, gesteund door instabiele minderheidsregeringen, waarvan vele de basisprincipes van de democratie vertrappen om oppositie te onderdrukken.’ 

Hoe onrealistisch is het om te verwachten dat het ‘slachtoffer’ van deze gewelddadige invasie geen land hoeft af te staan aan de agressor om een vredesakkoord te bewerkstelligen? Er ligt niet alleen een grote oceaan tussen de Verenigde Staten en Europa, er zit een gapend gat tussen hun en ons rechtvaardigheidsgevoel. Het is Rusland dat een groot deel van Oekraïne aan flarden bombardeerde. Het is Rusland dat moet opdraaien voor de financiering van de wederopbouw van dit kapotgeschoten land, niet de Europese belastingbetaler!  

‘Amerika moedigt zijn politieke bondgenoten in Europa aan om de heropleving van de geest te bevorderen, en de groeiende invloed van patriottische Europese partijen geeft inderdaad reden tot groot optimisme. Ons doel moet zijn Europa te helpen zijn huidige koers te corrigeren. [..]. We willen samenwerken met gelijkgestemde landen die hun vroegere grootsheid willen herstellen.’ 

Amerika’s steun voor extreemrechts lijkt nu officieel regeringsbeleid te zijn en dat is schokkend. Met ‘patriottische Europese partijen’ worden partijen als in Frankrijk (Rassemblement National van Marine le Pen), België (Vlaams Belang van Tom van Grieken), Duitsland (Alternative für Deutschland van Alice Weidel), Hongarije (Fidesz van Victor Orbán), Tsjechië (ANO van Andrej Babiš) en Slowakije (SMER van Robert Fico) bedoeld. Op Vaderlandse bodem hebben we de PVV van Geert Wilders die helemaal in dit rijtje past. 

De door hen nagestreefde vroegere grootsheid, hun ideaal, is het Europa van 50 jaar geleden. Deze ‘patriotten voor Europa’ (PfE) bestaat uit politieke partijen die de Europese Unie van binnenuit kapot willen maken, als een vijfde colonne. Zij zijn de vijanden van de vrijheden op ons continent. Zij helpen niet om Europa op koers te houden, zij helpen Trump om onze koers te veranderen. Dit alles is onterechte Amerikaanse inmenging in Europese kwesties. 

Quid nunc? De vraag is nu: wie zal de grote druïde van ons continent worden? Wie durft het aan? Wie ontpopt zich als de Panoramix van Europa? De wijze, vaderlijke figuur die als zodanig door eenieder wordt erkend. De maker en bewaarder van de toverdrank die de Galliërs bovenmenselijke kracht geeft? Wij, Europeanen, hebben veel te verliezen. Wij moeten ons eigen pad kiezen. Amerika is geen voorbeeld om te volgen.  

Ik sluit af met uitspraken van twee van mijn favoriete Volkskrant-columnisten. De eerste is van Sheila Sitalsing: ‘een samenleving die niet weet wat er te verliezen valt, kan zich niet verdedigen tegen ondermijnende krachten van buiten.’ Deze is van Sander Schimmelpennink: ‘als de dappere Oekraïeners het tweede leger ter wereld kunnen stoppen, moeten wij op z’n minst de strijd met de Amerikanen aandurven.’ En zo is het. 


donderdag 11 december 2025

Cats & Dogs

Toen ik circa 38 jaar geleden vanuit Amsterdam bij mijn liefje in Dordrecht ging wonen, woonden daar al twee katten in huis. Zelf was ik geen katten gewend al vind ik veel dieren leuk. Er was een korte periode in mijn jonge leven waarin ik meende dierenarts te willen worden. (En architecte, mode-ontwerpster, marien biologe en meer.) Het werd in het echt een andere studie die veel algemener was. Juist vanwege mijn brede interesse koos ik voor letterkunde, literatuur en cultuur. Talenlerares wilde ik echter niet worden, dat wist ik al vroeg in de studie. Dat was in mijn ogen een beroep met te weinig afwisseling. 

Ik dacht ook dat ik een hondenmens was, alhoewel ik opgroeide in een gezin zonder huisdieren. Mijn moeder was nogal proper (deels Duitse roots) en vond dieren in huis jakkie-bah. Later had ik echter zelf een hond, een boxer met de naam Maximiliaan van de Klappeheide; naar de fokker in Brabant. Een hond van stand. Hij was een goedzak met speels karakter en een underbite. Niet moeders mooiste maar een grote lieverd. Daarna waren het de honden Bram (schapendoes), Benji (labrador), Bico (boxer), Snolliebollie (labrador) en Chilli (Deens merk) van vrienden die mijn hart beroerden. 

Er is veel geschreven over het verschil tussen honden- en kattenmensen. De kattenmens zou in het algemeen introvert en gevoelig zijn, terwijl hondenmensen zichzelf eerder als levendig en actief omschrijven. Dat laatste is niet zo vreemd want met een hond moet je naar buiten, doe je de dagelijks ronden, ontmoet je mensen. Een kattenvrouw blijft thuis op de bank zitten met een goed boek en de kat op schoot. (Inderdaad, wie wil dan naar buiten?!) Verder blijkt uit onderzoek dat kattenmensen vaker op zichzelf zijn en hondenmensen juist gedijen in gezelschap. Winston Churchill zei ooit dat honden naar ons opkijken en katten op ons neerkijken. 

De katten van mijn nieuwe huisgenote heetten Scarlett O’Hara, een lapje met intens groene ogen, en Porcelaine, een kater van Siamese origine met lichter-dan-lichtblauwe ogen. Scarlett kwam uit het asiel en was een getroubleerde poes. De dierenarts dacht dat ze was mishandeld. Ze was schuw, vertoonde zich niet vaak, bleef in haar hoekje van het huis. Soms sprong ze bovenop een keukenkastje en bezag mijn verrichtingen daar op afstand. Heel soms kwam ze voor een aai en een knuffel. Ze werd incontinent en het halve huis werd in plastic verpakt. Ze bleef altijd ‘onze’ lieve Scarlett. 

Porcelaine’s gedrag was volledig tegengesteld aan dat van Scarlett. Als ik muzelluf op vrijdagavond moe op de bank uitstrekte of luierde in het weekend, sprong hij op mijn borst en zat op 10cm afstand met zijn neus voor mijn neus. Hij zocht altijd contact. Hij loensde dan en dat deed ik ook. Van liefde. 

Hoe moest ik mij tot die twee gaan verhouden als nieuwkomer in huis? Bovendien was ik geen kattenmens (dacht ik). Dat bleek onjuist. Ik ben zowel een honden- als kattenmens! Die pluizige twee bepaalden dat. Ik ging van deze katten houden alsof ze mijn kleintjes waren. Toen Scarlett op 14-jarige leeftijd overleed, plengden wij dikke tranen. Porcelaine was ten einde raad. Hij miste zijn maatje. Ze waren zó lang samen geweest. Het was hartverscheurend... Hij wilde niet meer eten, viel regelmatig om. Ik voederde hem met de hand totdat hij niets meer wilde. Zijn leven was voltooid. Ze zullen altijd een bijzonder plekje in mijn hart hebben. 

Mijn liefje en ik werden eerder dit jaar mantelzorgers in de woonwijk. Dat had te maken met Zwitserse buurvrouw en vriendin Liselotte. Zij lijdt al jaren aan COPD (zijzelf meende lange tijd dat het ‘slechts’ astma was) en kon op een ochtend geen adem meer krijgen. Ze dacht te stikken. Wij snelden naar het ziekenhuis waar zij op Intensive Care werd opgenomen en daar ruim een week verbleef. Ze lapten haar op, zo goed en zo kwaad als dat ging. Het gaat inmiddels naar omstandigheden goed met de buuf. We drinken wekelijks een borrel bij haar, gaan soms uit en koken regelmatig voor elkaar. Ze is dol op koken en bakken en kan dat heel goed. 

Haar hond Lenny (10), een Shih Tzu (‘leeuwtje’ in Mandarijn), verdient een eervolle vermelding aan het einde van dit bewogen jaar. Hij is een eigenwijze, kleine macho die vindt dat hij het middelpunt is van elke samenkomst. Zo gedraagt hij zich ook. Waar een kleine hond groot in kan zijn! Als hij op twee poten had gelopen, had hij aan manspreading, mansplaining en manterrupting gedaan. Ik ging hem als hond meer waarderen in de loop van dit jaar. Een van zijn grappigste gedragingen is dat hij zijn kop in zijn nek gooit en langdurig ‘wow-wow-wow’ zingt als hij mij -ons- ziet aankomen. (Hij raakte ook bevriend met mijn liefje.)

Dat weerhoudt mij er niet van om soms pedagogisch onverantwoord gedrag te vertonen tijdens onze veelvuldige gezamenlijke wandelingen. Het was een wereldberoemde andere Lenny die eens zong ‘Are you gonna go my way?’ De Lenny-op-vier-pootjes doet dat in principe niet. Hij ziet zichzelf als leider, niet als volger. Het moet vaak op zijn manier of niet. Dan gaat hij op zijn krent zitten en weigert verder te lopen. In de richting van waar we komen, dus met zijn rug naar mij toe. Die strijd win ik altijd, het is zijn krent die dan over het trottoir raspt. Vooruit, niet terug! Ik spreek hem tweetalig aan: in het (Zwitser-)Duits en Engels. Als hij mij boos maakt, praat ik Nederlands met hem. Ooit volgde ik met mijn eigen hond een puppycursus waarin ik leerde dat je ongewenst gedrag niet moet belonen. 

Hij zal denken ‘gelukkig is de hond die in beproeving standhoudt’ maar ik volhard ook... 
In de afgelopen weken bezocht ik een kinderspeelplaatsje in de wijk tijdens onze rondgang. Daar mocht hij zijn machismo bewijzen op de schommel, de glijbaan én de wip. Eens kijken wat een ware haan hij is. Hoe onverschrokken hij is als viervoeter. Telkens als hij daarin teleurstelt, hang ik hem bij thuiskomst bij zijn oren aan de waslijn. Wie niet horen wil, moet voelen’, zoals mijn moeder vroeger zei. 

Dat laatste (foto linksboven) vraagt enige toelichting. Al is Lenny ontmand, wekelijks krijgt die grote pluchen beer -tenminste tweemaal zijn eigen afmeting- het ervan langs. Hij bespringt haar, werpt zijn kleine lichaam op dat grote zachte kussen en gaat ermee aan de haal. Eerst verbijsterde ons dat gedrag. WTF?! Nu niet meer. Ik moedig hem ook niet aan, dat kun je niet vragen van een feministe. Maar ik laat hem zijn (af)gang gaan. Totdat de waanzin in zijn kop voorbij is. Tja. 

Noorse achterburen bleken hun huis recent te hebben verkocht. Het werd ontruimd. Mijn liefje zag de eigenaar sjouwen met een schildersezel en een groot onbeschilderd doek. Hij ging die bij de vuilnisbak zetten, toen mijn liefje hem ernaar vroeg. Even later stapte ze onze eigen casita binnen met de woorden: ‘Zo, je Sinterklaaskado heb ik alvast gevonden. Nu het gedicht nog’. Dat was duidelijke taal. Zelf ben ik groot voorstander van recyclen, het hergebruiken van iets dat nog intact is en goed functioneert. Dus ik omarmde het kado, alhoewel ik jaren geleden mijn Rembrandt-set met olieverftubes had weggegeven aan een vriendin met meer talent en schilderlust. 

Maar een mens is altijd oud genoeg om de draad van iets weer op te pakken. In een diepe kast vond ik een oude Van Gogh-doos met pastelkrijtjes en in mijn grote voorraad papier een map met pastelpapier. Dat zette ik op de Noorse ezel. 

Afgelopen tijd maakte ik tijdens een wandeling een mooie foto van Lenny op het strand (al zeg ik het zelluf). Ik denk dat ik beter fotografeer dan ik teken of schilder... Je ziet de schaduw van de duinbegroeiing, de afdruk van diverse soorten reptielen- en hondenpootjes, plus een teder groen takje op het fijne, witte zand. De hond staat centraal (eindelijk!) en kijkt naar mij op. Aangelijnd. Dat werd het voorbeeld voor een pasteltekening van Lenny, als aanstaand kerstkado voor zijn moeder Liselotte. 

Enthousiast ging ik aan de slag. Het 'kunstwerk' gaat elke dag ietsje vooruit maar ik weet niet of het uiteindelijk goed genoeg zal zijn... Bij twijfel kan ik de foto altijd nog vergroten, inlijsten en in kerstpapier wikkelen.


zondag 7 december 2025

Early Birds Abroad

Dat ik een vroege vogel ben, is duidelijk. Mijn gemiddelde dag begint rond 6:00 uur maar eerlijk is eerlijk: 's avonds lig ik niet bepaald laat in mijn mandje. Daar lees ik wel altijd een tijdje door. 

In een vorige uitzending van het favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ op zondagmorgen (NPO1, 7:00-10:00 uur) meende ik een bekende geluidsopname te herkennen. Het fragment volgde op een ingesproken tekst op de Fenolijn; het programmaonderdeel waarin mensen een eigen bijdrage kunnen leveren in de vorm van een ingestuurd geluidsfragment. Een Nederlandse man vertelde van zijn stoel te zijn gevallen van verbazing toen hij kraanvogels zag en hoorde overvliegen in Zuid-Oost Friesland. Voor de eerste keer in zijn leven. Ik begreep (herkende) zijn opwinding en enthousiasme. Het is een prachtig gezicht en hun getrompetter maakt indruk. Hij vertelde losjes en leuk over die ervaring. Hij werd gekozen tot beste inzender van die week. Kennelijk stuurde hij geen vogelgeluid mee. Zijn inzending werd afgekondigd door Menno Bentveld, de presentator van het programma. Hij introduceerde het daarop volgende geluidsfragment met ‘hier nog een mooie opname van het geluid van kraanvogels. En ja hoor, ik veerde op want ik herkende eigen werk! 

Nu kun je geen patent aanvragen op een opname van het geluid van deze vogels en de programmamakers mogen naar hartelust aan de haal gaan met inzendingen, ook de mijne. Mijn werk is gedaan, ik heb de puzzelstukjes ingestuurd. Daarna is het aan hen om er een boeiend geheel van te maken. Dit radioprogramma deed ongeveer twee maanden geleden een oproep aan luisteraars in het buitenland om mee te doen aan een nieuwe Eindejaarsuitzending. Je kent mij: ik reageerde positief (zoals ik dat ook deed in 2023). 

Alhoewel de programmamakers graag zien dat je de luisteraar deelgenoot maakt van de geluiden uit jouw leefomgeving, was men ook enthousiast toen ik vertelde wat ik deze keer van plan was. We zouden een binnenlands reisje gaan maken om kraanvogels te zien. ‘Kraanvogel’ werd in de afgelopen jaren ook in Nederland een magisch woord. Hun indrukwekkende getrompetter, hun sierlijke ballet als vorm van ‘lentekriebels. En als een vogel dan ook nog over duizenden kilometers migreert, is dat voor wetenschappers en vogelaars een extra mysterieus gegeven. 

Onze opnamen voor het aanstaande programma kwamen voort uit een hechte samenwerking tussen mijn liefje, ervaren geluidsvrouw, en mij, goede prater (😉). Deze week las ik trouwens in de krant dat basisschoolleerlingen van nu minder goed in staat zijn om een constructief gesprek te voeren dan vroeger. Goed kunnen praten is geen luxe, het is een vaardigheid die je hard nodig hebt om mee te komen op school en om (later) in de maatschappij goed te functioneren. Kinderen die het basisniveau niet halen, hebben moeite om een gesprek te beginen, vast te houden en netjes af te ronden. Zorgelijk.  

In november reden we naar Extremadura om daar duizenden kraanvogels uit het Hoge Noorden te zien en horen vliegen en foerageren. Voordat we vertrokken, namen we ons voor in ieder geval geluidsopnamen te maken bij het grote stuwmeer van Alange. Dat was onze eerste stop, aangeraden door José van NGO Grus Extremadura (‘grus grus’ is de wetenschappelijke vogelnaam). Hij is een Spaanse bioloog met wie ik contact kreeg in de aanloop naar ons vogeluitje.

Mijn eerste vraag aan José was waar de beste plekken waren om deze iconische vogels te zien. Zijn organisatie telt onder andere het aantal kraanvogels dat de autonome regio binnenvliegt. Van het een kwam het ander. Vervolgens nodigde hij ons uit voor van alles en nog wat: een ontmoeting in het hotel waar wij verbleven (zijn woonplaats), een gezamenlijk uitstapje naar de plaatsen waar de vogels foerageren en slapen, een lezing over de vogels en hun migratiepatroon, in het cultureel centrum van Alange. 

Zijn uitnodigingen via mail kwamen echter telkens te laat voor ons. Of we waren alweer weg of we zagen zijn uitnodiging aan het einde van een dag. Ik ben het inmiddels gewend. Spanjaarden en internet sloten niet per se een gelukkig huwelijk. Hij beaamde dat, nadat hij ons weer had uitgenodigd voor iets toen wij alweer terug waren op ons honk aan de Costa Blanca. Als alternatief stuurde hij zijn persoonlijke mailadres door voor de volgende keer. Dat is ook typisch Spaans. Uiterst hartelijk, zeker als je de taal spreekt. 

De regelmatige lezer weet dat we onderweg naar Extremadura in een tornado terechtkwamen. We overleefden het. Als mediateam liepen we wel een soort ‘gevolgschade’ op. Toen we namelijk op de vroege ochtend na aankomst de eerste geluidsopname(n) wilden maken aan de rand van het stuwmeer, schalde het knetterharde geluid van kettingzagen door de lucht. Daar kwam geen kraanvogel bovenuit! We moesten er hard om lachen en ook dat legden we vast. De wervelstorm blies plaatselijk hoge bomen om en die werden vakkundig omgezaagd en afgevoerd. Ook enkele exemplaren uit een bomenrij langs het hotelterras moesten eraan geloven. 

Op de tweede ochtend deden we een volgende poging. We stonden er extra vroeg voor op. Dat verliep beter, al waren de kraanvogels vanwege bewolking aanzienlijk later op dan tijdens de wolkenvrije ochtend ervoor. Zo gaat dat. Wilde natuur laat zich maar ten dele managen.  

Daar dit een koudere ochtend was, zaten de vingers van mijn liefje na het werk aan de telefoon vastgevroren. Ik moest ze voorzichtig een voor een van het scherm plukken. Het duurde uuuuuuren voordat de tengels weer naar behoren functioneerden. Kasian. 

Uiteindelijk stuurde ik vijf opnamen door naar Jasmijn, de redacteur van Vroege Vogels waarmee ik dit project doe. Mijn liefje deed af en toe ook een gesproken duit in het zakje dus Jasmijn vroeg of ze mocht weten wie de reisgenote op de achtergrond was. Dat mocht. De laatste opname die ik doorstuurde, was van een geoogst rijstveld waarop een grote groep kraanvogels foerageerden. Daar pikten ze de achtergebleven korrels weg. Toen we tè dichtbij kwamen, vlogen ze op; met een boel trompetgeschetter als gevolg. De telefoon stond aan. Leuk voor de luisteraar!  

Op enig moment meldde Jasmijn dat haar collega Merlijn de reportage al had gemonteerd en het geheel ‘hartstikke leuk’ vond. Kritisch als ik ben, op muzelluf (en anderen), was ik verrast door dit vroege succes. Wat hen betreft hoefde ik niets meer te doen. Ik was klaar met mijn huiswerk. Wel stuurde ik nog enkele zelfgeschoten foto’s door via Whatsapp. Die vielen eveneens in goede aarde: ‘alsof ze uit een film komen’. Nu is het wachten op het programma dat op 4 januari 2026 zal worden uitgezonden. Watch this space! 

Vorige week zaterdag werd het 17de Festival van de Kraanvogels in Extremadura gehouden. Het ging door zonder ons. Tijdens dat festival werd van alles georganiseerd: een vroeg ontbijtje met kraanvogels, een ochtendexcursie, een fotografieworkshop en een tekenworkshops voor de kleintjes, plus enkele ‘charlas’ (praatjes) en technische lezingen; onder andere door onze José. Er zouden nu circa 120.000 kraanvogels op Extremadurese bodem verblijven. 

Normaliter wordt het festival georganiseerd in een bezoekerscentrum in Moheda Alta, het zelfverklaarde episch centrum van deze migranten op het Iberisch Schiereiland. Men week dit jaar uit naar een andere locatie (Madrigalejo). Wij waren ook in Moheda Alta tijdens onze trip en zagen de erbarmelijke staat van dat centrum. De deur zat op slot, de ramen waren eeuwig beslagen en de natuur overwoekerde de plek (lekker puh!). Sommige uitkijkposten in de omgeving waren zo krakkemikkig dat ik niet eens een poging waagde om een trap te bestijgen. Hoe kan men iets interessants dat voor veel vogeltoerisme zorgt, zo laten versloffen?! 

Vroege Vogels riep niet alleen de luisteraars in het buitenland op om mee te doen aan een speciale uitzending, we mogen nu ook wekelijks geluiden uit onze woonomgeving insturen naar hun Fenolijn. Tot voor kort was die optie alleen beschikbaar voor luisteraars op Nederlandse bodem. Wij, buitenlanders, horen er steeds meer bij. Joehoe!   

Tijdens de uitzending van vorige week zondag zond iemand het geluid in van een wandeling door een dikke laag gevallen bladeren in een bos. Een andere luisteraar stuurde het geluid van voetstappen door knisperende sneeuw in. Beide zonder tekst. Het lijkt alsof steeds meer mensen meedoen en er steeds meer bijzondere waarnemingen zijn. De wereld van de vroege vogels, een wereld van jonge en oude natuurliefhebbers, is een prettige wereld. Insturen kan telefonisch via 035-6711338 en via Whatsapp.


woensdag 3 december 2025

Knuffels in boekvorm

Als er iets fictie is in het leven, dan is het wel Sinterklaas! Die stokoude man in jurk en met lange baard is gewoon iemands vader, opa, buurman of een ingehuurde vreemdeling. De noodpakketten die dit jaar een grote rol spelen in het Sinterklaasjournaal -als oplossing voor problemen- zijn ook een vorm van fictie, wat mij betreft. Alsof die ons gaan redden van... Ja, van wat eigenlijk?

Pakjesavond komt eraan en er valt dit jaar veel te kiezen in de boekhandel. (Auto)biografieën zijn het soort werk dat veel kado wordt gedaan in de schoen en onder de kerstboom. Maar ook zogenaamde ’cozy fiction’ is thans favoriet. Ik vertaalde dat als ‘knuffels in boekvorm’. Zelf ben ik een multiknuffelaar, ik knuffel met alle boekgenres! 

2025 is onder andere het jaar van de boekbekogeling. Twee tieners in hoodies, op een fatbike, mishandelde een langsrijdende vrouw op een fiets door haar met het verzamelde werk van Charles Bukowski te bekogelen. Ze liep gekneusde ribben op en deed aangifte bij de politie. Op andere plekken was het ook raak. Zo liepen voorbijgangers hersenschuddingen op. Het moet toch niet gekker worden?! (Ik lees dat werk liever, in deze donkere dagen voor Kerst...) 2025 was voor mij als veellezer een rijk jaar, met langverwachte nieuwe boeken van favoriete binnenlandse en buitenlandse auteurs die het daglicht zagen. Soms lees ik ze in de oorspronkelijke taal, soms in vertaling.

Er zijn door de tijd heen boekenkasten volgeschreven over de betekenis van een openingszin of -alinea van een boek. Met een pakkende eerste zin zit je als lezer direct in het verhaal. Een goede eerste regel helpt de lezer zich te oriënteren op de wereld van het boek. Waar ben ik, met wie heb ik te maken? Een goede eerste zin maakt nieuwsgierig naar de rest. Amerikaanse auteur Ursula Le Guin noemde openingszinnen in een essay ooit ‘doors to the world’.

Er wordt gezegd dat de beste openingszin aller tijden voorkomt in ‘Anna Karenina’ (Leo Tolstoj), ‘Moby Dick’ (Herman Melville) of ‘1984’ van George Orwell. Die van Orwell is mijn favoriet: It was a bright cold day in April, and the clocks were striking thirteen’. Je ervaart de dystopie, de dreiging is meteen voelbaar. Knap, he?!

Dus hierbij enkele boekentips (fictie/non-fictie), boeken die je in je schoen zou willen vinden of zelf kado kunt doen; inclusief openingszin. Om de keuze voor een kadootje te vergemakkelijken.

Fictie

Oroppa – Safae el Khannoussi (winnaar Libris Literatuurprijs 2025)

Openingszin: ‘De zoveelste schreeuw sneed door de kamer. Maar deze was anders. Op het bed lag de doodverklaarde met opengesperde ogen en mond, haar handen verkrampt in de lucht.

Judith Fanto – Narcis (literaire fictie, ontroerend verhaal over een vriendengroep in Europa tijdens het Interbellum)

De brief bereikte mij op een dinsdagmorgen in 1948, de vochtige februarilucht hing stil en onaangedaan in de straten van Haarlem. Mevrouw Kleij, de huisbazin, had mij de slappe ochtendkoffie gebracht en was de deur uitgegaan voor een boodschap. 

Paulien Cornelisse – De verwarde cava. Terug op kantoor (winnaar NS Publieksprijs 2025. Hilarisch boek met scherpe observaties)

Nou, en dan is hier je bureau,’ zei de jonge vrouw, een meisje nog. Ze keek aarzelend van het bureau naar Cavia.

Simone van der Vlugt – Kruistocht van een koningin (historische roman over koningin Isabel die een stempel drukte op de geschiedenis van Europa)

Op de dag dat mijn leven compleet veranderde kleurde de wereld wit. Sneeuw was geen zeldzaamheid in het noorden van Castilië, maar de hoeveelheid die op die novemberdag in 1461 viel was dat wel.

Marente de Moor - De bandagist (de Grote Nederlandse Woningmarktroman, over grootstedelijke malaise)

‘Blakend van het lymfevocht, glad en hard als een pas aangespoelde kei, verrees het voor mijn gezicht.

Peter Buwalda – de Jaknikker (langverwachte tweede roman van een taalkunstenaar; deel van de trilogie)

Naar bed. Eindelijk. Zoals meestal stelt Barbara voor naar boven te gaan, ook dat geduld heeft hij weten op te brengen. Ze klapt haar boek dicht; hij laat het zijne zakken.

Auke Hulst - Tandenjager (literair avontuur met iemand die op tanden jaagt tijdens de Napoleontische oorlogen in Europa)

… en daar zijn de duizelingen. Bij de eerste tekenen ervan trekt hij zijn voor mond en neus geknoopte halsdoek naar beneden, vist met trillende vingers de kopermunt uit zijn patroontas en legt die op zijn tong, als ware het zo’n zoethoutpastille die maman weleens had meegebracht uit Londen.

Isabel Allende – Mijn naam is Emilia del Valle (meeslepende roman over een jonge vrouw die ervan droomt journaliste te worden. Speelt zich grotendeels af in Chili)

De dag dat ik zeven jaar werd, op 14 april 1873, trok mijn moeder, Molly Walsh, me mijn zondagse kleren aan en nam me mee naar Union Square om een foto van me te laten maken, de enige die bestaat uit mijn kindertijd.

David Baldacci – De val (heel spannend boek vol intriges en morele thema’s, van een veelschrijver)

Walter Nash wilde niet bij de begrafenis zijn. Geen mens wilde zijn vader toch begraven, zelfs niet als vader en kind geen nauwe band hadden gehad?

John Grisham – De weduwe (spannend boek met juridisch thema van een veelschrijver)

De cliënten die werden aangetrokken door het eigenaardige advocatenkantoortje op de hoek van Main en Maple namen problemen met zich mee waar Simon schoon genoeg van had.

Ian McEwan – Wat we kunnen weten (gelaagde roman die zich afspeelt in een toekomstig Engeland dat onder water staat; een klassieke McEwan)

Op 20 mei 2119 nam ik de nachtboot vanaf Port Marlborough, zodat ik aan het eind van de middag aankwam op de kleine kade bij Meantwrog-under-Sea die dienst doet als haventje van de Bodleian Snowdonia Library.

Dan Brown – Het ultieme geheim (ingenieuze thriller over onorthodoxe ideeën over het menselijk bewustzijn. Speelt zich af in Praag. Anders dan Browns vorige Langdon-boeken in de reeks)

Ik ben dood, dacht ze. Ze zweefde hoog boven de spitsen van de oude stad. Onder haar glansden de verlichte torens van de Sint-Vituskathedraal op een zee van twinkelende lichtjes.

David Szalay – Het vlees (winnaar van de Booker Prize 2025)

Als hij vijftien is, verhuist hij met zijn moeder naar een nieuwe stad en begint hij op een nieuwe school. Dat is niet makkelijk op die leeftijd – de verhoudingen op school liggen al vast en het kost hem moeite om vrienden te maken.

Stephen King – Vrees niet (spannend maar ook grappig boek waarnaar dit jaar rijkhalzend werd uitgekeken door de fans)

Maart, en het weer is om te huilen. De Straight Circle komt elke werkdag van vier tot vijf uur ’s middags bijeen in de kelder van de Buell Methodist Church. 

John Irving – Queen Esther (nooit gedacht, toch gekregen van deze inmiddels 83-jarige auteur. Onderhoudende roman met veel typische Irving-thema’s)

A Josiah Winslow was born in Plymouth, Massachusetts, in 1629—his father, Edward Winslow, was a Separatist Puritan who’d traveled on the Mayflower in 1620. Edward’s younger brother John sailed on the Fortune, arriving in Plymouth in 1621.

Ken Follett – Cirkel der Dagen (historische roman over de bouw van Stonehenge, door een meesterverteller)

‘Met een rieten mand vol te verhandelen vuurstenen op zijn rug sjokte Seft over de Grote Vlakte. Zijn vader en twee oudere broers waren bij hem. Hij haatte hen alle drie.

Percival Everett – James (Winnaar van de Pulitzer Prize 2025 en de British Book Award 2025. Hervertelling van de klassieker over Huckleberry Finn van Mark Twain maar dan vanuit het perspectief van de tot slaaf gemaakte Jim)

‘Those little bastards were hiding out there in the tall grass. The moon was not quite full, but bright, and it was behind them, so I could see them as plain as day, though it was deep night. Lightning bugs flashed against the black canvas. I waited at Miss Watson’s kitchen door, rocked a loose step board with my foot, knew she was going to tell me to fix it tomorrow.’

Non-fictie

Janna Coomans – Dievenland. Overleven in de Middeleeuwen (winnaar Libris Geschiedenisprijs 2025)

De vrouwen in het Zusters van Orthenklooster in Den Bosch hadden het goed. Ze woonden er sinds de vroege vijftiende eeuw met honderden samen in een groot stenen complex. Ze hadden hun eigen kapel, bejaardentehuis en een poortgebouw.

Sheila Shitalsing – Waar ik me voor schaam (scherpzinnige autobiografie met licht ironische schrijfstijl over intergenerationale schaamte)

Als mijn moeder vertelde over de oorlog, vertelde ze over de hunkering naar roomboter en over fietsen naar Assen op houten banden, en over die keer dat ze zich aan het wassen was bij het kraantje op een uitwijkadres en vanuit het raam witte vlekjes uit de lucht zag vallen: het waren parachutisten die Arnhem kwamen bevrijden.

Anne-Jet van der Zijl – De zwevende wereld (dubbelbiografie over een jonge Duitse arts die naar een Hollandse handelspost in het mysterieuze en nogal gesloten Japan reist)

De vroegste kinderjaren van Philipp Franz von Siebold waren doordrenkt met tranen, de rest van zijn jeugd met oorlog. Die tranen begonnen al op 17 februari 1796, de koude winterdag waarop zijn vader hem meteen na zijn geboorte bij zijn moeder weghaalde om hem ten doop te houden in de eeuwenoude Domkerk van het Zuid-Duitse prinsbisdom Würzburg, slechts een paar kronkelige straatjes van zijn geboortehuis vandaan.

Christine Brinkgreve – Beladen huis (eerlijke, zeer persoonlijke memoir van een geeïndigd huwelijk)

De foto van de begrafenis: ik zie mijzelf daar staan, kan er lang naar kijken, als naar een vreemde. Ben ik dat? Ben ik er wel bij?

Sander Heijne – De meeste stemmen gelden niet. Waarom de politiek ons blijft teleurstellen (erudiete analyse van de houdbaarheid van onze liberaal- democratische manier van leven)

De laatste jaren bekruipt mij steeds vaker het gevoel dat wij ongemerkt onze democratische manier van leven aan het verliezen zijn. Dat we zo in de ban zijn van onze banen, huizen, vakanties, socials, relaties en auto’s dat het ons ontgaat hoe het fundament onder onze vrije samenleving afbrokkelt.

Sepideh Gholian – The Evin Prison Bakers Club (relatief optimistische autobiografie van een vrouwelijke politiek gevangene in Iran; in 16 recepten)

‘I am not a good baker. All right, I’m not a baker at all. Like a lot of things, I do it without being skilled at it. Like writing. I’ve never been a writer, and I doubt I’ll ever be one. The baking started a little while before my first arrest.


Doe er je voordeel mee. Zelf hoef ik het nu in mijn Eindejaarsblog niet meer over de boeken van dit jaar te hebben! Win-win.