Translate

Posts tonen met het label beachlife 2.0 AC in Spanje. Alle posts tonen
Posts tonen met het label beachlife 2.0 AC in Spanje. Alle posts tonen

zondag 19 juli 2020

Zoute zeevertellingen

The continuing story of Chiringuito Ramón! Onze favoriete lokale strandtent komt deze zomer terug maar niet op de plek en in de vorm die we van hem en zijn team gewend zijn. Het ding werd honderden meters naar het noorden verplaatst, om precies te zijn naar ‘Playa del Puerto’ aan de voet van Torre de la Horadada. Geen idee waarom. Misschien had hij geen keuze, was het daar of nergens?! Dat strand kreeg dit seizoen eveneens een blauwe vlag maar het ligt op een iets mindere locatie, is beperkter van uitstraling maar heeft wel zicht op een 14de eeuwse toren en een kleine jachthaven. De tent ligt uit de route voor het grote publiek en voor ons maar dat hoeft geen nadeel te zijn. De liefhebbers zullen blijven komen. Mijn liefje en ik fietsten er afgelopen dagen langs om te zien hoe het erbij staat en of we iemand van het personeel herkenden. (Niet.) Er staan nog geen pijlers voor een overdekt terras maar parasols en ligbedden zijn klaar voor gebruik.

Vorig weekend werden de stranden van Las Higuericas voor de eerste keer door de daarvoor aangestelde instanties (Proteccion civil & Platges segures) gesloten omdat er teveel bezoekers op te weinig afstand van elkaar zaten. Voor de goede orde: het werd niet ontruimd, er mochten alleen geen badgasten meer bij. Wij gingen vroeg zwemmen en zagen het toen al vollopen. Dat zal niet de laatste keer van dit seizoen zijn.

Mar Menor in buurprovincie Murcia, net over de provinciegrens, blijkt sinds dit jaar onaantrekkelijk voor strandbezoekers. Naar verluidt, blijven bewoners en bezoekers weg van strand en zee. We zagen een foto van een uitgestorven stand. In een lokale krant las ik dat mensen nu naar onze stranden komen om te zwemmen en zonnebaden. Dat draagt zeker bij aan de extra drukte.

Het dichtstbijzijnde strand aan de Mar Menor, Europa’s grootste binnenzee, heet Lo Pagán. In die plaats zit onze fietsenmaker, de chiringuito met de lekkerste chipirones (licht gefrituurde baby-pijlinktvis) en ons favoriete visrestaurant Venezuela, ook wel bekend als ‘De Tonnetjes’. De badplaats is bekend van de mooi gerestaureerde traditionele Spaanse watermolen, de kilometerslange wandelboulevard die de zoutmeren scheidt van de Mar Menor en de wilde flamingo’s. Je vindt er de modderbaden en de modderdokter: Pablo Fernández Bartolomé. Hij is de enige man die daar met zijn blote rechterhand ongestraft de blote borsten van menige Spaanse met heilzame modder mag insmeren. In het voor- en naseizoen kun je er genieten van de kite surfers die spectaculaire toeren uithalen. Iets verderop aan dezelfde binnenzee ligt Santiago de la Ribera, de plek waar de Spaanse adel in vroegere eeuwen hun vakantievilla’s hadden, de thuishaven van de beroemde Adelaarsbrigade van de Spaanse luchtmacht. Daar vind je ook de futuristisch ogende zeilclub. We komen er graag maar niet om te zwemmen. 

Ondanks al dat fraais begrijp ik waarom men niet meer wenst te vertoeven aan de oevers van de binnenzee. Mar Menor wordt al deccenialang vervuild, met name door lozing van mest en bestrijdingsmiddelen uit de tuinbouw. Bedrijven in de Campo de Cartagena zijn de hoofdschuldigen. Het slib door overstromingen van eind vorig jaar en begin dit jaar deden daar een funeste schep bovenop. Er kwam zoveel viezigheid in die stroom mee dat deze kleine zee veranderde in een grote ramp. Er vormde zich een dikke drab op het wateroppervlak, de zuurstof verdween uit het water, de vissterfte was ongekend hevig. Tonnen dode vissen, schaal- en schelpdieren leverden  schokkende beelden op in kranten en tijdschriften. Ze gingen de hele wereld over.

Afgelopen week kocht ik de krant ‘La Verdad’ weer eens. Er was veel te lezen. Gelukkig was niet alles corona wat de klok sloeg al werd Murcia onlangs een van de nieuwe besmettingshaarden van de regio; voor het eerst in maanden. Daar moet men nu (bijna overal) mondkapjes dragen. De gehele voorpagina en enkele grote artikelen elders in de krant waren gewijd aan de ecologische crisis die zich afspeelt in en rond Mar Menor, deze kleine, ultrazoute plas.

Politieke partijen Partido Popular (PP), PSOE en Ciudadanos kwamen onlangs met een gezamenlijk actieplan. Men werkte de details uit van een voorstel dat onderdeel is van de Wet op de bescherming en het herstel van Mar Menor. Daarover zal op 22 juli worden gestemd in de ‘Asemblea Regional’, de regionale raad van Murcia.

Het komt erop neer dat er cordons om de binnenzee zijn gedefinieerd, elk met specifieke bepalingen en regels. Zo stelt men voor dat vanaf 0 tot 500 meter van de oever in de toekomst niets meer mag worden verbouwd en gebouwd. Daar mag voortaan alleen nog worden gewoond zoals het nu gebeurt. Braakliggend land blijft zoals het is. Er is geen plaats meer voor nieuwbouwprojecten en daarmee is het Spaanse Verbond van Architecten het roerend eens.

Van 500 tot 1.500 meter van de oever van de Mar Menor mag in de toekomst alleen nog ecologische tuinbouw worden bedreven. In dit gebied, dat een oppervlakte van 1.190 hectaren beslaat, mag voortaan geen enkele vorm van  bemesting meer worden gebruikt. Het zou nu gaan om 967 tuinbouwbedrijven in de open lucht, 20 kassenbedrijven (hier gebruikt men plastic) en 203 citrustelers.  Bestaande kassen mogen niet uitbreiden, er komt een limiet op het aantal oogsten per jaar, onofficiële waterreservoirs zijn daar voortaan verboden en zullen worden afgebroken. Alleen installaties van de CHS (Confederación Hidrográfica del Segura) zijn nog toegestaan.

De belangrijkste maatregel is echter dat er een grens wordt gesteld aan het aantal kilo’s nitraat per hectare/per jaar. Ieder boerenbedrijf in deze zone zal in de toekomst een officieel verzoekschrift voor mestgebruik bij de verantwoordelijke instantie(s) moeten indienen. Pas na controle door een competente expert zal er eventueel toestemming volgen. Streng maar terecht. Bovendien met tenminste 20% van elk parceel binnen die 1.500 meter zone ook worden gebruikt voor de aanleg van groenvoorziening, bij voorkeur bebossing. Sedimentatie tijdens extreme regenbuien (gotas frias) in de zoute lagune zal zo op termijn ook tot het verleden moeten gaan behoren.

Het verbaast niemand dat de Spaanse boeren in het gebied vierkant ‘teugen’ het plan zijn. Het zou de land- en tuinbouw de nek omdraaien, de politiek begrijpt er niets van. Zelf vond ik het echter opmerkelijk dat genoemde partijen ter linker en rechterzijde van het politieke spectrum -met doorgaans tegengestelde belangen-  de schouders onder dit gezamenlijke doel zetten. De vervuilers hebben hun beurt voorbij laten gaan, wat mij en vele anderen betreft. Tientallen jaren speelden zich in dit gebied illegale land- en tuinbouwactiviteiten en lozingen af.

In het artikel was ook te lezen dat de boeren aan de kant van Murcia boos zijn over het feit dat hun concurrenten aan Valenciaanse zijde geen restricties krijgen opgelegd. Een flauw verweer. De landerijen aan onze kant van de provinciegrens staan namelijk niet in directe verbinding met de Mar Menor. (Wel met de Middellandse Zee; afvoer naar die grote plas is evenmin toe te juichen…)

Spanje moet zich, net als andere landen in de Europese Unie, aan de Europese Nitraatrichtlijn (1991) houden. Die is erop gericht de waterkwaliteit in heel Europa te beschermen door te voorkomen dat nitraten uit agrarische bronnen het grond- en oppervlaktewater verontreinigen. Die richtlijn moet goede landbouwpraktijken stimuleren. Land- en tuinbouwers in dit deel van de Costa Blanca lijken de regels echter volledig aan hun laars te lappen. De waterverontreiniging en eutrofiëring in de Mar Menor overschreed inmiddels een kritische grens.

Nu wil ik hier niet per se een lans breken voor Nederlandse boeren, en zeker niet voor de Farmers Defence Force, maar je ziet op dit punt wel een groot verschil tussen boeren daar en hier. In Nederland zijn boeren al jarenlang verplicht een mestadministratie bij te houden, in dit deel van Spanje is zoiets tot op heden onbestaanbaar. Het is niet zo dat er geen middelen beschikbaar waren om tot  nitraatbeheersing te komen. De zorgelijke toestand van de Mar Menor ligt al jaren onder het vergrootglas van de EU. In de periode 2014-2020 was niet alleen ruim 70 miljoen beschikbaar uit het European Regional Development Fund, er werd ook nog eens 20 miljoen euro extra beschikbaar gesteld specifiek voor het verbeteren van de status van de binnenzee.

De nieuwe regels zullen hier, zodra ze zijn geaccordeerd, ongetwijfeld tot meer bureaucratie leiden maar de Murciaanse regionale overheid staat met de rug tegen de muur. Er moet iets gebeuren om het bijzondere gebied weer leefbaar te maken, voor mens en dier. Wanneer het nieuwe plan ingaat, is nog niet bekend. Ook over de precieze naleving en het toekomstige toezicht is nog weinig bekend, naar mijn weten. Regels die in het verleden werden gesteld aan land- en tuinbouwbedrijven in deze regio, werden op grote schaal genegeerd zonder dat dit consequenties had voor de overtreders. Strict toezicht op naleving is dan ook essentieel voor het slagen van het plan. Er is dus enigszins goed nieuws te melden maar we zijn bepaald niet klaar met dit onderwerp.

De drie politieke partijen waren niet de enigen die een aanpak bedachten voor bescherming en herstel van de Mar Menor. Ook het Spaanse Oceanografisch Instituut (IEO) deed met 28 andere instanties recent een studie naar de situatie van de Murciaanse binnenzee en de mogelijke oplossingen voor de problemen van nu. Dat gebeurde in opdracht van het Ministerie van Ecologische Transitie dat deze PSOE/Podemos-regering instelde. Ook in hun plan valt te lezen dat de belangrijkste maatregel bestaat uit het terugdringen van de nitraatlozingen, door het aan banden leggen van de omringende tuinbouw.

Het instituut stelt een waaier van aanvullende maatregelen voor. Zo wil men groene filtersystemen aanbrengen voor de afvoer (daarover lees en hoor ik al jaren), populaties natuurlijke filteraars uitzetten in het zeewater (bijvoorbeeld tweekleppigen, een schelpensoort), stoppen met baggeractiviteiten tussen de Middellandse Zee en de Mar Menor, stoppen met acties van lokale vissers om zuurstof aan het water toe te voegen en veel meer. Alle beetjes helpen al zullen grote maatregelen nodig zijn om het bijzondere gebied te redden. Dit verbond van organisaties zweert boven alles bij rust al zou dat weleens te laat kunnen zijn... Mar Menor moet misschien wel decennialang met rust worden gelaten om het gebied weer tot leven te brengen. Te beginnen met dit zomerseizoen.


dinsdag 23 juni 2020

Exodus

Afgelopen zondag mochten we in Spanje weer de regiogrenzen over en dat was goed te merken, zowel in de woonwijk als op het strand. Wij gingen vroeg naar zee om te zwemmen. Desondanks zagen we het snel druk worden. De regels voor strandop- en -afgangen werden voortdurend overtreden. De instructie is niet duidelijk (de verf op de grond verbleekte reeds) of mensen hebben er gewoonweg lak aan.

In De Volkskrant van afgelopen weekend schreef de Spanje-correspondente, die in Madrid woont, van een gevoel als op Bevrijdingsdag. Dat hadden mijn liefje en ik nu niet maar wel op de eerste dag dat we weer zonder tijdsloten naar buiten mochten na het lange, strenge huisarrest. Dat moment voelt inmiddels als maanden geleden.

In de Spaanse krant La Verdad (De Waarheid) van afgelopen weekend las ik dat er een ware exodus op gang kwam vanuit de autonome regio Murcia naar de stranden van onze regio Valencia. Ons eigen strand en de stranden van Orihuela Costa werden genoemd in dat artikel. Iemand werd geïnterviewd aan de bar van chiringuito Pirata, het restaurant dat hier net achter de duinrand op het droge staat; die is het hele jaar open. Een van de personeelsleden vertelde dat mensen aanvankelijk angst hadden om naar hun terras te komen maar dat het verschil met nu goed merkbaar was; plotseling dienden zich veel meer gasten aan. Nu kon ik zelf aan de neuzen van deze badgasten niet zien of ze Murcianen waren maar het zullen er ongetwijfeld een aantal zijn geweest, gegeven het feit dat sommigen slechts vier passen hoeven te zetten om de grens over te steken. We hebben nu eenmaal een mooi strand en gezond water. We kregen voor dit zomerseizoen namelijk weer alle vlaggen.

Een van de verschillen tussen de Murciaanse stranden en die van Valencia, is dat die van onze regio volgens het nieuwe normaal met een gelimiteerd aantal badgasten werden toebedeeld. De gemeentebesturen aan de andere kant van de regiogrens deden dat niet. Zij laten het liever aan de bezoekers zelf over om te bepalen wat maximaal haalbaar is. De vraag is gerechtvaardigd of Spanjaarden zich eraan kunnen en willen houden. Eigenlijk is er momenteel geen verschil; er wordt bij ons namelijk niet toegezien op naleving van de limiet. Een van de aanwezige strandwachters (socoristas) meldde in het krantenartikel dat de gemeente in juli de guardia civil gaat inzetten voor handhaving van de aantallen. Tot die tijd zullen zij mensen op het strand vriendelijk aansporen om voldoende afstand van elkaar te houden.

We kregen ook een voorproefje van het mogelijke parkeerprobleem dat zich in onze woonomgeving in het hoogseizoen zal voordoen. Auto’s stonden op zondag nu al kriskras geparkeerd op alle vrije veldjes in de wijk. Ook daaraan zal de lokale politie de handen vol hebben, al ze zich er überhaupt aan (willen) branden. We gaan het zien.

Van een Engelse buurvrouw hoorden we overigens dat aan de stranden van Mar Menor, de binnenzee aan Murciaanse zijde, geen kip was te zien. Er waren nauwelijks strandgasten te bespeuren. Ook lazen we in een lokale krant dat er geen zeepaardjes meer zijn in die wateren; ze overleden of verhuisden naar betere oorden. De belendende stranden aan deze zee ontvingen geen blauwe vlaggen dit zomerseizoen. De waterkwaliteit is er onvoldoende, kennelijk voor mens èn dier.

Mijn liefje en ik verheugden ons erop op zondag fietsend over de grens te gaan, op weg naar een van onze favoriete restaurants in Murcia: Venezuela, ofwel De Tonnetjes. Uit dat etablissement komt ons eigen tonnetje die als bar dient op ons terras. Dat kregen wij kado nadat wij drie jaar geleden naar hier verhuisden. Na onze zwempartij, op de fiets naar huis, stelde mijn liefje de vraag of we dat wel moesten doen. We gingen van het strand met toenemende drukte. Sowieso was het de gebruikelijke topdruktedag voor dit restaurant en bovendien de eerste dag dat mensen over de grens mochten. Het zou weleens te druk kunnen worden. Het leek ook mij beter een andere dag voor dit bezoek te kiezen.

Hoe jammer we die nieuwe schroom ook vinden, het is een verstandig besluit. In een NOS-artikel las ik over de herstart van de US Open, het jaarlijkse tennistoernooi. Een aantal tennissers staat kennelijk te trappelen om de rackets weer ter hand te nemen, een aantal niet. Tot die laatste groep blijkt de Spanjaard Rafael Nadal te behoren. Bij het artikel stond een van de stomste foto’s van deze sportman. Tenniscommentator Marcella Mesker noemde hem in dat artikel een angsthaas’. Daarmee diskwalificeerde ze hem zonder dat het spel werd hervat.

Daar vind ik wel wat van. Nadal blijkt inderdaad angsten te hebben waarvan mensen zoals ik geen last hebben. Zo is hij bang voor duisternis en kan hij niet goed autorijden. Dat kan waar zijn; hij is ook een sporter met regelmatige blessures en daar wil hij geen corona bovenop krijgen. Hij en ik, wij realiseren ons ten zeerste dat Amerika niet alleen een gevaarlijk land is vanwege wapens. Het virus raast daar nog rond. Zijn schroom lijkt mij uiterst legitiem.

Het is niet zo dat wij angst hebben; wel zijn we voorzichtig. De verhalen van mensen die ziek werden en daarna moeizaam van corona herstelden, maakten diepe indruk op mij. Twee dingen werden mij in de afgelopen periode duidelijk: het is een rotziekte en eraan sterven is een martelgang & het kan iedereen overkomen. We weten nog tè weinig over het virus om onszelf uit te sluiten. Er is geen vrouw overboord als we een bezoek aan een tapasbar op de wellicht drukste dag van het jaar uitstellen. Op weekdagen hebben we de hele bar daar waarschijnlijk voor onszelf.

Vanuit diezelfde voorzichtigheid besloten we onlangs niet naar Nederland af te reizen deze zomer. De tickets waren vorig jaar al geboekt, we zouden op het Haagse huis van een reislustige vriendin gaan oppassen. Als we zo’n bezoek plannen, doen we dat met name om te gaan socialiseren - naast smullen van een broodje runderbil van Dr Vogel en haring uit de kar van Robbie. Voor mij alleen stond een reünie met enkele medeleerlingen van de lagere school op het programma. Terugkeer naar het Vaderland gaat in de zomer van 2020 niet gebeuren. Helaas. Overigens gaat de verre reis van die vriendin evenmin door. 

Vanavond wordt hier op het strand het feest van San Juan gevierd. Er zullen vreugdevuren worden ontstoken waarmee de zomer feestelijk wordt ingeluid, ondanks het feit dat de langste dag alweer achter ons ligt. In een aantal buurgemeenten werd het evenement afgelast vanwege de anderhalvemetermaatregel.


vrijdag 19 juni 2020

Wel of niet?

Het was deze week weer tijd voor mijn jaarlijkse medische controle. Een jaar geleden onderging ik een biopsie die goedaardig bleek. Sindsdien volgt de arts een protocol en volg ik in zijn voetsporen. Bloedafname en echo, om de vinger aan de pols te houden. Eigenlijk had ik vorige maand moeten gaan maar een bezoek aan een ziekenhuis, mogelijke besmettingshaard, stelde ik uit ten tijde van het huisarrest. Nu vond ik de tijd rijp. 

Het mondkapje is in Spanje verplicht in alle publieke ruimten. Als je er geen bij je hebt, kan dat op sommige plekken en onder bepaalde omstandigheden een boete van €100 opleveren. Niet alle coronamaatregelen zijn eenduidig en duidelijk... Ook droeg ik voor het eerst zelf meegebrachte handschoenen. Je kunt ze nog niet kopen maar ik snaaide er twee in een winkel. Dat leek mij geen overbodige luxe daar ik in de hal van het ziekenhuis een scherm zou moeten aanraken. Je dient je aan te melden voor de juiste medische discipline, krijgt daarop stickers met persoonlijke gegevens die worden gebruikt bij het betreffende onderzoek.

Dat juist een ziekenhuis antivirusmaatregelen trof, verbaast niet. De in- en uitgang zijn nu gescheiden, voor de toegang staan stippen op de grond op de voorgeschreven afstand. (Van twee meter afstand ging het hier recent terug naar anderhalve meter.) Er vormde zich snel een rij wachtenden. Je hebt altijd mensen -ook hier- die het niet zo nauw nemen met de nieuwe regels. Het betrof een Spaans echtpaar op leeftijd dat zich kennelijk niet wenste aan te sluiten bij de rij voor de ingang. Zij namen de uitgang. Ik hoorde hen zeggen dat ze alleen naar de cafeteria wilden. Wat zij niet wisten, was dat je langs die route onder de nieuwe omstandigheden de hal van het ziekenhuis niet meer binnenkomt. Dat belette een aantal wachtenden niet de oudjes in het Spaans aan te spreken op hun gedrag. Dat is tamelijk ongewoon voor Spaanse begrippen. Over het algemeen is het hier leven en laten leven. Zelfs een jongeman achter mij in de rij roerde zich en keek mij vragend aan. Ik hield eens een keer mijn mond. Hij moest eens weten: wachten is überhaupt mijn hobby niet! Het echtpaar droop af, tot helemaal achter in de rij.

Eenmaal binnen zette iemand van het medisch personeel een pistool tegen mijn slaap. Mijn lichaamstemperatuur werd gemeten; dat overkwam mij voor de eerste keer sinds corona. Van de weeromstuit vergat ik te vragen wat mij temperatuur was. Vervolgens werd door een tweede verpleegster een dot gel in mijn hand gespoten en mocht ik doorlopen. Het aanraakscherm kon ik voorlopig overslaan. In plaats daarvan moest ik een rode lijn op de grond volgen, tot aan een verder gelegen balie waar iedereen voor bloedafname zich diende te melden. Normaliter moet je een rekening voor elke medische handeling ondertekenen; dat hoefde nu niet. Het inchecken was zo goed als contactloos. 

De gang van zaken op de afdeling bloedprikken was niet contactloos. De verpleegsters die hier werken, waren steviger ingepakt dan voorheen. Ik herkende niemand en dat kwam niet alleen door de beschermende kleding. De persoon die mij prikte droeg overigens geen handschoenen; ze deed het wel in één keer goed. De buisjes stroomden gestadig vol. Stap 1 was in minder dan tien minuten gezet. Het zou mij niets verbazen als het ziekenhuis van iedere bezoeker die bloed afstaat tevens controleert of er antistoffen in het lichaam zijn te detecteren; al was het maar voor de statistieken. In een recent artikel las ik dat iemands bloedgroep bepalend zou kunnen zijn voor wel of niet ernstig ziek worden van dit virus. Meer onderzoek is nodig maar het lijkt een wetenswaardig gegeven.

Het was daarna tijd voor ontbijt en een kop koffie in de buitenlucht. Tot mijn volgende afspraak. Daarvoor moest ik mij in een ander deel van het ziekenhuis, weer bij een wachtrij aansluiten. Desondanks, was het tamelijk rustig in dit privéziekenhuis. Normaliter zie ik tijdens het wachten altijd wel een paar artsen rondlopen; nu niet. Ik besloot wat rond te lopen totdat mijn naam door de gang zou schallen. Doorgaans liggen er overal kranten en tijdschriften, nu viel ook op dat punt niets te ontdekken. De klok tikte voorbij de afgesproken tijd. De echo  was in een mum van tijd gebeurd; door een radioloog die ik herkende van de biopsie. Op mijn vraag of het beeld in orde was, antwoordde hij bevestigend. Er zullen ongetwijfeld patiënten zijn die wachten op de officiële uitslag van hun behandelend arts; ik niet. Meten is direct weten en minder zweten. De resultaten van de bloedtest worden mij door de arts doorgebeld. Ook dat is een stap vooruit. Hoe minder ziekenhuisbezoek, hoe beter.

Mijn liefje ging weliswaar mee maar wachtte buiten op een bankje in de zon. Ik wil liever niet dat zij een oord als dit betreedt als dat niet nodig is. We hebben de huisregel dat we samen voor een uitslag gaan. Met opgestoken duim liep ik op haar af. We hadden weer iets te vieren!

Op weg naar huis maakten we een tussenstop aan de baai van onze voormalige woonplaats Campoamor. Het strand en het bijbehorende parkeerterrein liepen tijdens de recentste overstroming grote schade op. Er werd volop gerepareerd aan boulevard en strand maar het grote parkeerterrein lag er volledig onbruikbaar bij. Er meanderde zelfs een flinke waterstroom over het terrein. Daar wordt deze zomer niet geparkeerd, zoveel is zeker.

Playa La Glea ligt aan een van de lieflijkste baaien van deze omgeving. We brachten daar ontelbare dagen zwemmend en wandelend door. Het bord met nieuwe do’s en don’ts is tamelijk uitgebreid. Ik ontdekte dat er verschillen zijn tussen gemeentenormen. Hier moet men op het zand vier meter afstand houden van elkaar, de afstand tussen parasols is zelfs groter. In het water moet men  tenminste twee meter afstand van elkaar houden. Badgasten mogen niet meer pal aan de waterlijn zitten (er moet afstand worden gehouden van wandelaars langs de branding; een geliefd tijdverdrijf in Spanje). Het gebruik van luchtbedden in het water is niet toegestaan. Er mogen geen balspellen worden gespeeld op het zand. Iemand van de lokale politie verwachtte dat de beide chiringuito’s (strandtenten) er zullen staan voordat het hoogseizoen losbarst. 

We liepen het terras van restaurant Montepiedra op en werden enthousiast toegezwaaid door Javi. Wij noemen hem de roodharige, rennende ober. Deze vriendelijke man kennen we al 20 jaar. De begroeting verliep op zijn initiatief met een elleboogbump. Vorige week deed ik in de Volkskrant mee aan een lezersonderzoek over de beste toekomstige begroeting. De voetveeg en elleboogstoot horen daar wat mij betreft niet bij. Ik vind ze te onpersoonlijk. Je bent meer bezig met mikken dan begroeten. Naar elkaar buigen of knikken vind ik eveneens te afstandelijk. Wat dan wel? Uit respect voor het handjevol moslims dat ik in het buitenland ken, plaats ik weleens een hand op mijn hart terwijl ik ze groetend toespreek. Dat moet het hier dan ook maar worden; liever met woorden dan met een gebaar. Hij was blij ons te zien, miste zijn vaste buitenlandse klanten. We zaten er heerlijk, keken uit over prachtig water en een bijna uitgestorven strand. De prijzen van de tapas gingen flink omhoog, bleek bij het afrekenen. Het mocht de pret niet drukken.

Vanaf aanstaande maandag mogen wij in Spanje weer de binnengrenzen van alle andere autonome regio’s oversteken. Een van de eerste uitstapjes zal ons naar snorkelplek Cabo de Palos voeren. De verwachting is dat er binnenkort meer Spaanse badgasten naar de playas van de Costa Blanca zullen komen. Vanaf die datum opent mijn tweede Vaderland ook de buitengrenzen weer voor (de meeste) buitenlandse toeristen. Wij hebben goede hoop dat een aantal van onze vrienden en kennissen zich deze zomer weer deze kant op zal begeven. Ondanks de mondkapjes.

Ons langgerekte, relatief smalle strand mag volgens de regels van het nieuwe normaal op enig moment maximaal 1.366 badgasten herbergen. Ik vroeg mij eerder af hoe men dat deze zomer gaat handhaven. Nu weet ik het: ontmoedigingsbeleid. De grote parkeerterreinen langs onze duinrand zijn en blijven namelijk dicht deze hele zomer. Dat wist een lokale gemeenteambtenaar mij te vertellen. De opgangen tot die terreinen zijn al enige tijd met politiekoorden afgesloten.

In onze woonwijk was een team deze week bezig met het aanbrengen van gele strepen (verboden te parkeren) langs de trottoirbanden tegenover de parkeervakken aan de toevoerwegen naar het strand. Parkeren wordt hier deze zomer dus een probleem. Zonder die terreinen is er namelijk zeer weinig parkeergelegenheid. Hoe dagjesmensen dat gaan doen, is de grote vraag. Dat wordt wat… Een strandwacht dacht bovendien dat er op ons strand geen chiringuito’s zullen verschijnen. Arme Ramón en Marisol. Als dat waar is, zal ik het dit seizoen zonder hun overheerlijke paëlla met zeevruchten moeten stellen.


zaterdag 6 juni 2020

Op weg naar het nieuwe normaal

Afgelopen week kwam ik nauwelijks aan bloggen toe. Er gebeurde teveel in het huis dat afleidde. De geluidsisolatie werd namelijk op de woonkamerwand aangebracht. Wij haalden alle waardevolle spullen uit een eventueel schootsveld, zetten de tv elders, haalden de schelpenvitrine in het kantoor leeg en schoven wandmeubels en boekenkast aan de kant. We kronkelen ons door de ruimte. De krappe opstelling in mijn werkkamer noopte niet tot veel creativiteit. De enige dingen die op hun plaats bleven (daarop stonden we), waren de glasvezelkabel en de router.

We kennen het procedé inmiddels van eerdere projecten: plinten verwijderen aan muur en trap, plafondsierlijsten weghalen, elektriciteit ontkoppelen en dan kan het grote werk beginnen! Die klus werd gedaan door een Spaanse vader en zijn zoon. Pa Pepe bleek een roker, zag er grijs uit en pufte en zuchtte voortdurend. Zoonlief was een vrolijke, klantgerichte jongeman. Een hardwerkend koppel. De geluidswerende matten werden op maat gesneden en als verticale origami tegen de wand aangebracht. Het aanbrengen van glaswol als tweede laag leverde hoestbuien op bij pa. In coronatijd schieten we inmiddels rechtop als we zoiets horen; ’t is dat ik beter wist... In de voorbereiding had ik mij afgevraagd hoe ze te werk zouden gaan in het hoge trapgat. Dat bleek een stukje cake. Met twee trappen van verschillende hoogtes en een loopplank ertussen werd een degelijke stellage aangebracht. Op mijn vraag aan de zoon of hij hoogtevrees had antwoordde hij “un poquito”, hoog boven mij uittorenend. De derde afdeklaag bestond uit een plaat, speciaal voor het tegengaan van fonische akoestiek. Die werd met een stanleymes op maat gesneden; je kunt je het afval voorstellen. Langzaamaan daalde een dikke stoflaag in het huis neer, ondanks de afdekking en de afgesloten ruimtes. Zo’n aanpassing aan huis is niet voor de fijngevoeligen. Tjonge.

Het materiaal zit reeds aan de wand, naden en schroeven zijn afgeplakt en weggewerkt en plinten en sierlijsten teruggeplaatst. We hebben de eerste grote schoonmaak er op het terras en binnen reeds opzitten maar de grootste eindschoonmaak komt zodra de schilders klaar zijn. Die komen volgende week om de laatste fase afronden. Ze gaan ook nog iets doen met deuren en trapleuning en dan is dat leed ook weer geleden. We kunnen niet wachten. 

Al die werkzaamheden namen niet weg dat het afgelopen week tevens tijd was voor de eerste zwempartij sinds maanden en meer primeurs AC (after corona). De stranden gingen hier open en die gelegenheid liet ik niet ongemerkt voorbij gaan. Het water was helder en heerlijk. Met mij gingen op dat moment vijf anderen te water, op ruime afstand van elkaar. Het strand lag echter bezaaid met zonnebaders, volwassenen en kinderen.

Enkele dagen voor de start van het zwemseizoen zag ik personeel van Publieke Werken bezig op het zand. Door enorme regenbuien en recente overstromingen ontstond schade aan delen van het strand; de grootste schade werd verholpen.

Ook begon men hier met de eerste maatregelen voor beachlife 2.0. Er werden formele aanduidingen van strandop- en afgangen op de grond geverfd: entrada y salida. Van de eerste onderlinge discussies over het precieze gebruik ervan was ik reeds getuige. Een vertrekkende moeder met kind sprak een onterechte tegenligger aan op zijn gedrag, een familie vroeg mij, lokale op weg naar de salida wat zij-uit-de-binnenlanden precies moesten doen als ze het strand wilden betreden. Het ging in goede orde maar dat kan zomaar veranderen, bij oververhitting…

Voor ons langgerekte strand berekende het gemeentebestuur dat zich daar op enig moment 1.366 badgasten mogen ophouden. Hoe je tot die conclusie komt, kan ik nog volgen maar hoe houd je dat maximum bij zonder verdere maatregelen? Onlangs las ik dat Spaanse supermarktketen Consum een stoplichtsysteem in alle winkels gaat toepassen. Sensoren moeten het aantal klanten gaan behouden. Zoiets zo goed zijn aan het strand! De rekensom met luchtfoto en afslagen ging vergezeld van een herderlijk schrijven aan buurtbewoners over do´s en don´ts. Een van die aanbevelingen leidde bij mij direct tot aanschaf van een nieuw paar teenslippers die uitsluitend op het strand (en elders buitenshuis) zullen worden gedragen. Vanaf vandaag zijn alle grote parkeerterreinen langs het strand afgesloten. Het signaal is duidelijk: we willen geen massa’s van buiten, het strand is voorlopig van de lokalo’s. Er mag immers nog niet tussen autonome regio’s worden gereist. Dat neemt niet weg dat er afgelopen week al aardig wat Murcianen naar hun vakantiehuizen in onze straat arriveerden; sommigen vertrokken weer na een schoonmaak of verfklus. Bijna allemaal als een dief in de nacht. Tja.

Gisteren aten we een vers visje bij restaurant Mediterráneo, een lokaal op loopafstand van ons huis. Het heeft een klein buitenterras dat snel volliep. Binnen was het beter toeven, zowel qua ruimte als warmte. Alle ramen stonden wijd open en tafels stonden op ruime afstand van elkaar. Wij kozen een tafel voor twee en deelden een dagmenu van drie gangen. Frisse salade, mujol (harder - lijkt op zeebaars; een vis die zich voedt met alg en zeewier) en groene paprika van de grilplaat met huisgemaakte friet en een toetje toe. Simpel, eerlijk voedsel. Glaasje rosé en prikwater erbij en daar zaten we, genietend van het moment en het uitzicht: een azuurblauwe, kabbelende zee en flink wat reuring in de straten. Fijn en leuk. Dat uitje is zeker voor herhaling vatbaar. Al is het maar om Claudia in de bediening, die we als sinds haar kindertijd kennen, en haar kokende moeder en oma te steunen.


zaterdag 23 mei 2020

Vamos a la playa ♫

We fietsen regelmatig voor onze dagelijkse beweging. Dan rijden we naar de provinciegrens met Murcia om daar in alle stilte over de zee uit te kijken. Gisteren was het een extreem rustige zeetje, met lichte zeemist. Desondanks zagen we aardig wat kleine vissersboten op het water en een grote die de opbrengst van de verderop gelegen viskwekerijen ging ophalen. Afstand houden van elkaar zal niet meevallen op een boot, afgezien van de deining die het lastig maakt, zelfs voor iemand op zeebenen. Dat wijde water en alles wat zich daarop en daaronder afspeelt, fascineert mij al mijn hele leven.

Onze autonome regio Valencia zou volgende week naar fase 2 kunnen overgaan maar besloot het niet te doen, uit voorzichtigheid. De burgemeester van Torrevieja, een nabijgelegen buurgemeente, is boos. De jonge Eduardo Dolón (Partido Popular) staat te popelen om met opgestroopte mouwen aan het nieuwe normaal te beginnen. De reden voor dit regiobesluit ligt in het feit dat R, de maat voor de voortplantingssnelheid van het virus, weer steeg in de afgelopen twee weken: van 0.66 naar 0.85. Dat ligt weliswaar onder 1, het punt waarop de epidemie afzwakt, maar deze stijging was reden tot terughoudendheid. Ik ben het met het regiobestuur eens, voor wat dat waard is. Als we te snel ontsluiten, is het huisarrest van acht lange weken voor niets geweest en dreigt een nieuwe ophokplicht die mij, braverika, dan harder op het dak zal vallen. Overigens breidde men hier het voorschrift van anderhalve meter afstand houden uit naar twee meter.

Begin deze week gingen de lokale stranden open voor wandelaars en individuele sporters op en rond het water. Op de eerste dag liepen mijn liefje en ik blij langs de vloedlijn. Het was extreem laag water, er borrelde iets mysterieus in de branding. Is het geen virus dan zijn het wel aliens! Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, zwemmen mag nog niet. Je mag wel surfen, standup- peddelen,  kayakken, vissen en duiken maar dobberen is niet toegestaan. Ik denk dat men bang is voor mensen die op het strand blijven liggen. Leden van de Koninklijke Spaanse Zwemfederatie (RFEN) mogen wel te water gaan, eenvoudige drenkelingen zoals ik niet. Dat is jammer, al zal de temperatuur van het zeewater thans nog niet helemaal op het gewenste niveau liggen. Iedere zwemmer moet wel zijn of haar officiële licentie meedragen wanneer wordt gesport. Nu ben ik een meestervervalser maar deze klus durf ik niet aan… Geduld is een schone zaak.

Dat gezegd hebbende, de meeste van onze vrienden in Nederland met een vakantiehuis of -appartement aan de Costa Blanca kunnen niet wachten tot ze weer deze kant op kunnen reizen. Enkele van hen plannen hun vervoer over de weg om vergroot besmettingsgevaar te vermijden, de meesten wachten totdat de vliegmaatschappijen weer gaan pendelen. Wij ontvingen mails van Iberia en dochtermaatschappijen waarin ze meldden dat ze er alles aan doen om vliegen gezonder en gemakkelijker te maken voor hun klanten. Personeel is volledig opgeleid om naar de laatste standaarden op te treden. De toestellen worden vaker en intensiever schoongemaakt. Er zullen voorlopig geen tijdschriften, catalogi, in-flight verkopen en maaltijden aan boord zijn. De luchtcirculatie werd verbeterd. Elke twee tot drie minuten worden de filters verschoond zodat 99.99% van mogelijke virussen en bacteriën worden verwijderd. Dat systeem wordt pas afgeschakeld als alle passagiers zijn uitgestapt. Aldus het bericht.

Spanje is een van de weinige landen van Europa die nog geen formele mededelingen deed over het openen van de landsgrenzen voor buitenlanders. Dat zal zeker niet gebeuren voor eind juni, het einde van de geplande deescalatie (fase 4); vooropgesteld dat de coronastatistieken gunstig blijven uitpakken. Het kan zijn dat die openstelling hier asymetrisch verloopt, dat wil zeggen dat eilandengroepen als de Balearen en de Canarische eilanden eerder toeristen toelaten dan het Spaanse vasteland. Hoe het ook zij, de zomer van 2020 wordt atypisch.

In fase 2 mogen openbare zwembaden eveneens weer opengaan. In het Spaanse Staatsblad werd onlangs gepubliceerd (hoofdstuk 10, artikels 44-46) waaraan men zicht dient te houden. Een zwembad mag vanwege corona slechts op 30% van de capaciteit opereren. Het mag alleen open als men de regels van twee meter afstand onder die nieuwe voorwaarden kan garanderen en bewaren. Er mag alleen worden gezwommen op afspraak en het gebruik van douches is overal verboden. (Niet hygiënisch!) Desalniettemin worden andere, strenge eisen gesteld aan de schoonmaak en desinfectie van het zwembadgedeelte. Een eventueel aanwezig liggedeelte rondom het zwembad moet worden afgebakend met inachtneming van de tweemeterregel. In een park in New York zag ik dat men krijtcirkel had gemaakt op het gras; bezoekers moesten daarin zitten blijven. Ieders zwemtas, handdoek, kleding en dergelijke moet binnen de cirkel blijven. Een aantal van onze vrienden woont in urbanisaties met een gemeenschappelijke zwembad. Hoe verenigingen van huiseigenaren daarmee moeten omgaan, is thans niet helemaal duidelijk. Dat wordt een boel gepieker en gepuzzel voor bestuursleden. En wie gaat op naleving toezien?

Spanjaarden zullen dit jaar naar verwachting op nóg grotere schaal de zomer in eigen land doorbrengen; dat vanwege de economische malaise die voor velen aan de orde is. In het hoogseizoen is het hier al druk en vol en dat zal verder toenemen. Wij nemen ons voor vroeg in de ochtend te gaan zwemmen, even op te drogen en weer op de fiets te springen. Wij zijn geen strandliggers of zonnebaders dus voor ons verandert er weinig.

Illustratie Shutterstock
Er wordt volop gespeculeerd over het tweemeterstrandleven. De illustratie van beachlife 2.0 AC (After Corona) die ik enkele weken geleden als eerste zag, bevatte plexiglazen hokjes van 2 meter hoogte en 16m2 oppervlakte, met daarin  ligstoelen en een parasol. Dat idee zal op de meeste stranden van Spanje geen vlucht nemen, vermoed ik. Dat lijkt mij meer iets voor St. Tropez. Wel verwacht ik hier een run op windschermen. Als je twee grote in een vierkant op het strand plaatst, bouw je een muurtje om je heen. Wie zong dat nog maar eens?!

In artikel 46 van bovengenoemde verordening las ik dat badgasten uso responsable” (verantwoord gebruik) van het strand moeten maken. Dat vind ik nogal vaag. Wel is men duidelijk over groepsactiviteiten en douches op het strand: niet toegestaan. Provincie Murcia werd als kleine autonome regio niet hard geraakt door corona. Daar werkt het bestuur thans een plan uit voor het openen van alle publieke stranden (rondom Mar Menor). Onze regio/provincie zal niet voor fase 3 met iets dergelijks komen.

Er wordt verwacht dat men de tijdsloten per leeftijdscategorie zal handhaven zoals we die hier nu al kennen. Voor hele families moet dan vanzelfsprekend iets aanvullends worden gevonden. Een gemiddelde Spaanse familie op het strand bestaat namelijk uit drie generaties: grootouder(s)-ouders-kinderen. Daarbij komt dat Spaanse strandgangers hier vaak een dag met buren, vrienden en andere familieleden aan zee doorbrengen.

Maar hoe controleer je wie bij wie hoort? (Dat zij bij mij hoort, zie je direct.) En hoe wordt erop toegezien dat men vertrekt wanneer iemands tijdslot erop zit? En wie gaat alle die handhavingstaken uitvoeren, op het zand èn in het water? Lokale politie? Guardia Civil?  Strandwachten? Strandtenteigenaren? Een combi? Ik zie nog niet hoe dat goed gaat verlopen.  Op de warmste dagen in augustus staat de hele strandpopulatie in het water te praten omdat het op zo’n moment de beste plek is om te zijn. Hoe doen ze dat dan? En moeten we hoogzomers een mondkapje dragen op land en in zee? Vragen, veel vragen maar nog weinig duidelijke antwoorden. Overduidelijk is dat beachlife 2020 in meer dan één opzicht memorabel zal worden.

Si, vamos a la playa Dat eenvoudig klinkende lied was een grote hit in 1983. Heb je de tekst weleens bestudeerd? Zo oppervlakkig als de deun is, het bezingt de gevaren van een kernbom en strandvervuiling. Over radioactieve wind, straling en rottende vis in de branding. Een soort corona-avant-la lettre!