Translate

zondag 19 juli 2020

Zoute zeevertellingen

The continuing story of Chiringuito Ramón! Onze favoriete lokale strandtent komt deze zomer terug maar niet op de plek en in de vorm die we van hem en zijn team gewend zijn. Het ding werd honderden meters naar het noorden verplaatst, om precies te zijn naar ‘Playa del Puerto’ aan de voet van Torre de la Horadada. Geen idee waarom. Misschien had hij geen keuze, was het daar of nergens?! Dat strand kreeg dit seizoen eveneens een blauwe vlag maar het ligt op een iets mindere locatie, is beperkter van uitstraling maar heeft wel zicht op een 14de eeuwse toren en een kleine jachthaven. De tent ligt uit de route voor het grote publiek en voor ons maar dat hoeft geen nadeel te zijn. De liefhebbers zullen blijven komen. Mijn liefje en ik fietsten er afgelopen dagen langs om te zien hoe het erbij staat en of we iemand van het personeel herkenden. (Niet.) Er staan nog geen pijlers voor een overdekt terras maar parasols en ligbedden zijn klaar voor gebruik.

Vorig weekend werden de stranden van Las Higuericas voor de eerste keer door de daarvoor aangestelde instanties (Proteccion civil & Platges segures) gesloten omdat er teveel bezoekers op te weinig afstand van elkaar zaten. Voor de goede orde: het werd niet ontruimd, er mochten alleen geen badgasten meer bij. Wij gingen vroeg zwemmen en zagen het toen al vollopen. Dat zal niet de laatste keer van dit seizoen zijn.

Mar Menor in buurprovincie Murcia, net over de provinciegrens, blijkt sinds dit jaar onaantrekkelijk voor strandbezoekers. Naar verluidt, blijven bewoners en bezoekers weg van strand en zee. We zagen een foto van een uitgestorven stand. In een lokale krant las ik dat mensen nu naar onze stranden komen om te zwemmen en zonnebaden. Dat draagt zeker bij aan de extra drukte.

Het dichtstbijzijnde strand aan de Mar Menor, Europa’s grootste binnenzee, heet Lo Pagán. In die plaats zit onze fietsenmaker, de chiringuito met de lekkerste chipirones (licht gefrituurde baby-pijlinktvis) en ons favoriete visrestaurant Venezuela, ook wel bekend als ‘De Tonnetjes’. De badplaats is bekend van de mooi gerestaureerde traditionele Spaanse watermolen, de kilometerslange wandelboulevard die de zoutmeren scheidt van de Mar Menor en de wilde flamingo’s. Je vindt er de modderbaden en de modderdokter: Pablo Fernández Bartolomé. Hij is de enige man die daar met zijn blote rechterhand ongestraft de blote borsten van menige Spaanse met heilzame modder mag insmeren. In het voor- en naseizoen kun je er genieten van de kite surfers die spectaculaire toeren uithalen. Iets verderop aan dezelfde binnenzee ligt Santiago de la Ribera, de plek waar de Spaanse adel in vroegere eeuwen hun vakantievilla’s hadden, de thuishaven van de beroemde Adelaarsbrigade van de Spaanse luchtmacht. Daar vind je ook de futuristisch ogende zeilclub. We komen er graag maar niet om te zwemmen. 

Ondanks al dat fraais begrijp ik waarom men niet meer wenst te vertoeven aan de oevers van de binnenzee. Mar Menor wordt al deccenialang vervuild, met name door lozing van mest en bestrijdingsmiddelen uit de tuinbouw. Bedrijven in de Campo de Cartagena zijn de hoofdschuldigen. Het slib door overstromingen van eind vorig jaar en begin dit jaar deden daar een funeste schep bovenop. Er kwam zoveel viezigheid in die stroom mee dat deze kleine zee veranderde in een grote ramp. Er vormde zich een dikke drab op het wateroppervlak, de zuurstof verdween uit het water, de vissterfte was ongekend hevig. Tonnen dode vissen, schaal- en schelpdieren leverden  schokkende beelden op in kranten en tijdschriften. Ze gingen de hele wereld over.

Afgelopen week kocht ik de krant ‘La Verdad’ weer eens. Er was veel te lezen. Gelukkig was niet alles corona wat de klok sloeg al werd Murcia onlangs een van de nieuwe besmettingshaarden van de regio; voor het eerst in maanden. Daar moet men nu (bijna overal) mondkapjes dragen. De gehele voorpagina en enkele grote artikelen elders in de krant waren gewijd aan de ecologische crisis die zich afspeelt in en rond Mar Menor, deze kleine, ultrazoute plas.

Politieke partijen Partido Popular (PP), PSOE en Ciudadanos kwamen onlangs met een gezamenlijk actieplan. Men werkte de details uit van een voorstel dat onderdeel is van de Wet op de bescherming en het herstel van Mar Menor. Daarover zal op 22 juli worden gestemd in de ‘Asemblea Regional’, de regionale raad van Murcia.

Het komt erop neer dat er cordons om de binnenzee zijn gedefinieerd, elk met specifieke bepalingen en regels. Zo stelt men voor dat vanaf 0 tot 500 meter van de oever in de toekomst niets meer mag worden verbouwd en gebouwd. Daar mag voortaan alleen nog worden gewoond zoals het nu gebeurt. Braakliggend land blijft zoals het is. Er is geen plaats meer voor nieuwbouwprojecten en daarmee is het Spaanse Verbond van Architecten het roerend eens.

Van 500 tot 1.500 meter van de oever van de Mar Menor mag in de toekomst alleen nog ecologische tuinbouw worden bedreven. In dit gebied, dat een oppervlakte van 1.190 hectaren beslaat, mag voortaan geen enkele vorm van  bemesting meer worden gebruikt. Het zou nu gaan om 967 tuinbouwbedrijven in de open lucht, 20 kassenbedrijven (hier gebruikt men plastic) en 203 citrustelers.  Bestaande kassen mogen niet uitbreiden, er komt een limiet op het aantal oogsten per jaar, onofficiële waterreservoirs zijn daar voortaan verboden en zullen worden afgebroken. Alleen installaties van de CHS (Confederación Hidrográfica del Segura) zijn nog toegestaan.

De belangrijkste maatregel is echter dat er een grens wordt gesteld aan het aantal kilo’s nitraat per hectare/per jaar. Ieder boerenbedrijf in deze zone zal in de toekomst een officieel verzoekschrift voor mestgebruik bij de verantwoordelijke instantie(s) moeten indienen. Pas na controle door een competente expert zal er eventueel toestemming volgen. Streng maar terecht. Bovendien met tenminste 20% van elk parceel binnen die 1.500 meter zone ook worden gebruikt voor de aanleg van groenvoorziening, bij voorkeur bebossing. Sedimentatie tijdens extreme regenbuien (gotas frias) in de zoute lagune zal zo op termijn ook tot het verleden moeten gaan behoren.

Het verbaast niemand dat de Spaanse boeren in het gebied vierkant ‘teugen’ het plan zijn. Het zou de land- en tuinbouw de nek omdraaien, de politiek begrijpt er niets van. Zelf vond ik het echter opmerkelijk dat genoemde partijen ter linker en rechterzijde van het politieke spectrum -met doorgaans tegengestelde belangen-  de schouders onder dit gezamenlijke doel zetten. De vervuilers hebben hun beurt voorbij laten gaan, wat mij en vele anderen betreft. Tientallen jaren speelden zich in dit gebied illegale land- en tuinbouwactiviteiten en lozingen af.

In het artikel was ook te lezen dat de boeren aan de kant van Murcia boos zijn over het feit dat hun concurrenten aan Valenciaanse zijde geen restricties krijgen opgelegd. Een flauw verweer. De landerijen aan onze kant van de provinciegrens staan namelijk niet in directe verbinding met de Mar Menor. (Wel met de Middellandse Zee; afvoer naar die grote plas is evenmin toe te juichen…)

Spanje moet zich, net als andere landen in de Europese Unie, aan de Europese Nitraatrichtlijn (1991) houden. Die is erop gericht de waterkwaliteit in heel Europa te beschermen door te voorkomen dat nitraten uit agrarische bronnen het grond- en oppervlaktewater verontreinigen. Die richtlijn moet goede landbouwpraktijken stimuleren. Land- en tuinbouwers in dit deel van de Costa Blanca lijken de regels echter volledig aan hun laars te lappen. De waterverontreiniging en eutrofiëring in de Mar Menor overschreed inmiddels een kritische grens.

Nu wil ik hier niet per se een lans breken voor Nederlandse boeren, en zeker niet voor de Farmers Defence Force, maar je ziet op dit punt wel een groot verschil tussen boeren daar en hier. In Nederland zijn boeren al jarenlang verplicht een mestadministratie bij te houden, in dit deel van Spanje is zoiets tot op heden onbestaanbaar. Het is niet zo dat er geen middelen beschikbaar waren om tot  nitraatbeheersing te komen. De zorgelijke toestand van de Mar Menor ligt al jaren onder het vergrootglas van de EU. In de periode 2014-2020 was niet alleen ruim 70 miljoen beschikbaar uit het European Regional Development Fund, er werd ook nog eens 20 miljoen euro extra beschikbaar gesteld specifiek voor het verbeteren van de status van de binnenzee.

De nieuwe regels zullen hier, zodra ze zijn geaccordeerd, ongetwijfeld tot meer bureaucratie leiden maar de Murciaanse regionale overheid staat met de rug tegen de muur. Er moet iets gebeuren om het bijzondere gebied weer leefbaar te maken, voor mens en dier. Wanneer het nieuwe plan ingaat, is nog niet bekend. Ook over de precieze naleving en het toekomstige toezicht is nog weinig bekend, naar mijn weten. Regels die in het verleden werden gesteld aan land- en tuinbouwbedrijven in deze regio, werden op grote schaal genegeerd zonder dat dit consequenties had voor de overtreders. Strict toezicht op naleving is dan ook essentieel voor het slagen van het plan. Er is dus enigszins goed nieuws te melden maar we zijn bepaald niet klaar met dit onderwerp.

De drie politieke partijen waren niet de enigen die een aanpak bedachten voor bescherming en herstel van de Mar Menor. Ook het Spaanse Oceanografisch Instituut (IEO) deed met 28 andere instanties recent een studie naar de situatie van de Murciaanse binnenzee en de mogelijke oplossingen voor de problemen van nu. Dat gebeurde in opdracht van het Ministerie van Ecologische Transitie dat deze PSOE/Podemos-regering instelde. Ook in hun plan valt te lezen dat de belangrijkste maatregel bestaat uit het terugdringen van de nitraatlozingen, door het aan banden leggen van de omringende tuinbouw.

Het instituut stelt een waaier van aanvullende maatregelen voor. Zo wil men groene filtersystemen aanbrengen voor de afvoer (daarover lees en hoor ik al jaren), populaties natuurlijke filteraars uitzetten in het zeewater (bijvoorbeeld tweekleppigen, een schelpensoort), stoppen met baggeractiviteiten tussen de Middellandse Zee en de Mar Menor, stoppen met acties van lokale vissers om zuurstof aan het water toe te voegen en veel meer. Alle beetjes helpen al zullen grote maatregelen nodig zijn om het bijzondere gebied te redden. Dit verbond van organisaties zweert boven alles bij rust al zou dat weleens te laat kunnen zijn... Mar Menor moet misschien wel decennialang met rust worden gelaten om het gebied weer tot leven te brengen. Te beginnen met dit zomerseizoen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten