Translate

woensdag 24 november 2010

Kunst: medicijn tegen verloedering

Cultuur in Nederland schreeuwt momenteel om aandacht. In de afgelopen dagen vonden protestacties plaats tegen de culturele kaalslag die dreigt door beleid van het kabinet Rutte-Verhagen. Cultuur is alles dat mensen eigenhandig creëren; in taal, in foto's, schilderijen, muziek, techniek, architectuur, wetenschap; noem maar op. Dat is tamelijk ruim geformuleerd, ik geef het toe.
Zelf ben ik van mening dat de mate van beschaving in een samenleving kan worden afgelezen aan de hoeveelheid aandacht die er is voor cultuur. Beschaving is een kwestie van vooruitgang en cultuur is daarvan een onmisbaar ingrediënt. Dat de Nederlandse beschaving thans aan de ratten lijkt te zijn overgeleverd, wordt duidelijk als je de 'akkefietjes' rondom PVV-kamerleden beziet. Nieuwe acroniemen werden in de afgelopen weken geboren: Partij voor de Verloedering of Partij van Vuige Verkozenen. Ze passen allebei. De partij die beweerde het fatsoen terug te brengen in de Nederlandse samenleving blijkt nu zelf een aantal leden met veroordelingen, overtredingen en aantoonbaar maatschappelijk ongewenst gedrag te hebben. Mensen verlieten de politiek voor minder... De partij hanteert een dubbele moraal. Ook gedogen kreeg daarmee een nieuwe inhoud.

Bezuinigingen zijn nodig ten tijde van economische crisis. Dat begrijp ik. De botte bijl van de cultuurbarbaren van Bruin I kwam echter neer op de Nederlandse kunstsector die in een klap € 200 miljoen moet bezuinigen, 20% van het totale budget. Daarvoor heb ik geen begrip. Het zou inderdaad ideaal zijn als de sector geen gebruik hoeft te maken van subsidies, als het zichzelf economisch kan bedruipen. Als dit doelstelling is van het nieuwe regeringsbeleid moeten culturele instellingen daartoe wel de tijd krijgen. Breed gewaardeerde en internationaal gerespecteerde orkesten werden echter met één pennestreek geschrapt. Bovendien verhoogde deze regering onlangs de btw op toegangsbewijzen voor theater van 6% naar 19%. Je hoeft geen bolleboos te zijn om te begrijpen dat cultuurinstellingen zo (nóg) minder inkomsten ontvangen. Tevens zal het aantal cultuurdragers, mensen die het een warm hart toedragen, afnemen door de prijsverhoging. De vraag doemt dan ook op: 'wat denkt men hiermee te bereiken?!'

Vorige week maakte ik kennis met de Nederlandse schilder Theo Zantman. Hij woont al 15 jaar in Noord-Bali. Ik had eerder over de man gehoord en had in andermans villa ooit abstracte werken van zijn hand zien hangen. Het waren grote, uiterst kleurrijke stukken die mijn ogen echter niet streelden en mijn hart niet raakten. Persoonlijk vond ik ze oppervlakkig en vluchtig. Als van iemand die zijn vaardigheid opdeed tijdens een Tupperware-avond... Maar hier was de kunstenaar zelf! We raakten aan de praat over zijn achtergrond in Nederland, zijn leven in Bali en zijn schilderijen. Ik realiseer mij goed dat 'beauty is in the eye of the beholder': als je iets als mooi beleeft, dan is het mooi. Over smaak valt nu eenmaal niet te twisten. De definitie van schoonheid is voor ieder mens anders. Over wat een mens raakt in kunst valt wel veel te zeggen.

Theo verdient in Bali goed aan zijn kunst en doet goede dingen met zijn verdiensten. Zo is hij sponsor van een groot aantal kinderen uit arme gezinnen in het bergdorp waar hij zelf woont. Af en toe brengt en haalt hij die kinderen persoonlijk naar en van de openbare bibliotheek van Lovina, waar ik hem ontmoette. Na thuiskomst bezocht ik zijn website en trof daarop ook figuratief werk aan. De compositie en het kleurgebruik van zijn, op locatie geschilderde, rijstvelden spreken mij wèl aan. De stijl waarin hij dat werk maakt, is geënt op techniek van gelauwerde schilders als Van Gogh en Monet. Grootheden uit Theo's oude wereld. Hij vertelde mij dat hij is gevraagd om begin volgend jaar te exposeren in een prestigieuze gallerie in Jakarta. Ik ben benieuwd met welk werk.

Enkele weken geleden ontdekte ik ook de jonge Indonesische fotograaf Angki Purbandono. Een deel van diens 'freestyle' werk stond afgebeeld in de Jakarta Post en ik vond dat meteen inventief en eigenzinnig. Het is sterk cultureel bepaald en tegelijkertijd werelds. Ik vind het onderhoudend, moet erom lachen. Zijn werk komt tot stand met behulp van een geavanceerde flatbed scanner. Voor de serie in de krant gebruikte hij glas- & rijstnoedels samen met alledaagse voorwerpen. Eerst maakte hij een compositie op het scannerbed en het resultaat werd vervolgens in een lichtbox geplaatst. Hierdoor krijgt het triviale (letterlijk) een buitengewoon karakter. En dat is precies wat kunst en cultuur doen: de wereld mooier maken.