Jaren geleden was ik werkzaam bij een oerhollands productiebedrijf van baby-, kinder- en klinische voeding. Afgelopen week vond voor het eerst een treffen plaats van oud-collega's in Spanje. Inmiddels had het moederbedrijf haar bedrijfsnaam veranderd, was er een andere president-directeur aangetreden, waren producten afgestoten en bedrijfsonderdelen verkocht. En ook wij, vier individuen, hadden inmiddels grote veranderingen in ons professionele leven doorgemaakt. Allen hebben wij momenteel ons werkzame leven op een laag pitje gezet of zijn definitief gestopt met werken.
Ruim tien jaar geleden deelden wij dezelfde burelen, werkten wij als team in dezelfde Oosteuropese landen, waren bij betrokken bij dezelfde internationale veranderingsprojecten. Qua bedrijfsvoering waren het goede tijden: buitenlandse acquisities, omzetstijgingen, groei in goed personeel, verbetering in plaatselijk leiderschap.
Die periode was in veel opzichten bijzonder leerzaam: zo vonden wij uit dat baby's uit het voormalige Oosteuropa niet van babyvoeding met weinig of geen suiker houden, dat klantgerichtheid niet bestond ('deze week produceert de fabriek wortelhapjes'), de oude generatie geenszins veranderingsgezind was en 'change' voor de jonge generatie niet snel genoeg kon gaan.
Zelf ben in directiekamers geweest met vijftig stoelen langs de wanden van de immense ruimte; met in het midden een markant bureau met de nationale vlag erachter en drie telefoons erop, waarvan altijd één rode... Wij hebben min of meer hetzelfde ervaren en dat verbroederde. Na een zakelijke reis was het altijd vermakelijk en interessant elkaars verhalen aan te horen.
Persoonlijk heb ik ook goede herinneringen aan bijzondere collega's. Sommige oudere Oosteuropese dames konden niet van mijn blonde haren afblijven... zelf verfden zij hun haren in alle kleuren van de regenboog!
Maar ook de donkerbruine Poolse hotelkamers, de gemiste vluchten en geleende tandenborstels, het onvriendelijke personeel van Sjeremetjevo (de Moskouse luchthaven), rondrijden in een appelgroene Lada, de vette walmen van de Tsjechische restaurants, (her)openingen van fabrieken, bouw van nieuwe logistieke centra, vliegen met turbulentie met de president-directeur en het complete lokale management aan boord, dappere Hollanders in den vreemde. We hadden ieder onze ervaringen. Ik had de mijne niet willen missen.
Het aardige is dus dat we nog steeds met elkaar omgaan. We golfen minstens een keer per jaar met elkaar als wij Nederland bezoeken en dat was ook dit voorjaar het geval. Het werd ons echter bijzonder gemakkelijk gemaakt want mijn collega van de financiën is inmiddels met echtgenote in een vakantiehuis in dezelfde 'urbanisation' in Spanje neergestreken. Samen golfen in Spanje zou nu dus ook kunnen!
Het was zomaar een doordeweekse dag. Wij -drie van de 'Bende van Vier'- hadden een rondje golf gespeeld en na de wedstrijd zaten wij ontspannen te praten op het terras-met-veel-uitzicht. We genoten van de vrijheid, een drankje en stralend weer. We praatten over de huidige financiële crisis, ons werkzame leven. Wij waren van mening dat onze gemeenschappelijke werkgever een flinke dosis eensgezindheid had gestimuleerd, hetgeen snel was uitgegroeid tot collegialiteit. Dat gevoel had zich verder ontwikkeld in vriendschap. En daar zaten wij dan met elkaar happy te zijn!
Inmiddels was ook collega 'Numero Quatro' met wederhelft gearriveerd en daarmee was de reünie onder de Spaanse zon een feit.
We hebben een avondje voor de bende gekookt, zijn met elkaar uit eten gegaan in een Spaans restaurant met flamenco-avond. Waar grootmoeder als een trotse phoenicopterus over haar dansende kleinkinderen waakte, wij niet allemaal op dezelfde zuivere gronden een keuze voor een van de danseressen maakten en er uitgebreid werd gesproken over witte laarsjes op Spaanse rotondes.
We hebben allen aan het plaatselijke golftoernooi meegedaan waarbij slechts een van ons in de prijzen viel; dat was geen beste score maar de pret was er niet minder om. We genoten van de pittige gesprekken met IJslandse medespelers (een van hen heeft ons plechtig beloofd dat de crisis in drie maanden zal zijn opgelost en dat alle Nederlanders hun geld zullen terugkrijgen...jaja!), de luchtige oliebollen als lunch, de steenuiltjes die ons de gehele dag aanmoedigden met hun 'gewiew'.
's Avonds werd voor het eerst de Hop-trofee uitgereikt: een wisselbokaal voor de beste mannelijke en vrouwelijke golfspeler. Meneer Hop, die al jaren lijdt aan de ziekte van Kahler, was aanwezig, verbaasd en zeer vereerd. Mijn liefje zou de prijsuitreiking meertalig uitvoeren en raakte verstrikt in kaarten van mannen die vrouwen bleken te zijn... hetgeen grote consequenties had voor de rangorde en (dus) de uit te reiken prijs. Maar het kwam allemaal goed.