Translate

donderdag 30 oktober 2008

Count your blessings

Ik had mij zó voorgenomen deze week geen blogs meer te publiceren. Maar dat lukte eenvoudigweg niet! “Moet je ook maar geen Nederlands journaal kijken”, bedacht ik mij. Het nieuwsitem waarover de opwinding ontstond, had betrekking op de nieuw gehanteerde rekenmethode in Nederland: de 'realistische' manier.
Ik zag professor doctor Jan van Maanen op het scherm, directeur van het Freudenthal Instituut in Utrecht, die de volgende woorden sprak: 'het onderwijs is nu gericht op burgers die wat kunnen'.
Het Freudenthal Instituut wordt wel de denktank van de vernieuwingen in het reken- en wiskundeonderwijs in Nederland genoemd. Dat kan wel zo zijn maar ik voelde mij door de woorden van Van Maanen persoonlijk aangesproken! “Alsof dat vroeger niet zo was? Waren wij dan leerlingen die niets konden?” De eerste gedachte bracht wel het een en ander bij mij teweeg: “behoorde ik daarmee tot die groep mensen die van mening is dat alles vroeger beter was?”

Ik herinner mij de lagere schoolklassen waarin wij met elkaar unisono de tafels moesten opdreunen. Als je pech had, moest je het in je eentje voor de klas opzeggen. Het was zeker niet het toppunt van natuurlijk onderwijs. We deden veel sommen, ook staartdelingen. Wij hadden -denk ik- geen van allen het idee waarom rekenen zó moest gebeuren. Ik vond sommen leuk, ik deed ze gewoon en ze klopten ook altijd! Achteraf bezien ben ik niet beschadigd door de traditionele aanpak. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het mij ook geen bètaleerling heeft gemaakt...
Ik realiseer mij dat de rekenmachine al vele jaren vaste passagier was in de gemiddelde schoolboekentas. Zelf heb ik nog eindexamen gedaan zonder rekenhulp.
Eigen ervaringen wezen inmiddels wel uit dat het huidige supermarktpersoneel niet kan hoofdrekenen. Maar supermarktmedewerkers vertegenwoordigen een deel van de middelbare schoolleerlingen (doorgaans VMBO-niveau). “Dus hoe zat het nou?”

Eerst maar eens wat feiten op een rij.
In opdracht van het Ministerie van Onderwijs wordt elke vijf jaar door het Cito een zogenoemde 'periodieke peiling van het onderwijsniveau (PPON)' uitgevoerd. Voor rekenen en wiskunde bleek het volgende.
“Het gaat met name slecht met het cijferen, grote sommen die op papier moeten worden uitgerekend. In 1992 haalde daarin nog 84% het minimumniveau op het onderdeel vermenigvuldigen en delen, en scoorde 41% voldoende. In 2004 was dat gezakt naar 50%, respectievelijk 12%. Nog geen kwart van de aanstaande havo- en vwo-leerlingen haalde hierin een voldoende”. Aldus een artikel in Trouw van 21 december 2007.
Uit dat onderzoek bleek dat de vaardigheid van leerlingen over de hele linie van de rekenkundige bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) sinds 1987 sterk achteruit was gegaan.

In Nederland is bijna alles gepolariseerd dus het zal niemand verbazen dat inmiddels ook een officiële tegenstander van de nieuwe rekenmethode was opgericht: de 'Stichting Goed Rekenonderwijs'. Jan van de Craats is hoogleraar Wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam en adviseur van de Stichting. Hij heeft een online zwartboek geschreven met de titel 'Waarom Daan en Sanne niet kunnen rekenen'.
Daarin maakt hij zich vooral druk om 'didactische fratsen' in het realistische reken- en wiskunde-onderwijs; hij ergert zich aan de trucjes en foefjes die kinderen moeten leren.
“Dan leren ze dat je 24 maal 125 makkelijk kunt uitrekenen door er 12 maal 250 van te maken of 6 maal 500. Waanzin want bij 29 maal 123 werkt het foefje niet! Nee, je moet leerlingen de standaardmethode aanleren. Het rekenen van opa, wordt dat denigrerend genoemd. Maar die methode werkt altijd en die verleren de kinderen nooit.”

Zelf ben ik uit de tijd van het cijferen en van staartdelingen-volgens-de-methode-van-opoe. Ik doe ze nog weleens voor de grap. Bernlef heeft daarover in zijn recente bundel 'Dwaalwegen' (2008) een gedicht geschreven:

'Een groot getal, zes cijfers wel / vermagerde zienderogen / nieuwe cijfers door vorige gebaard / steeds langer en dunner werd de staart'.

Ik tel mijn zegeningen (maar wel uit het hoofd)!