De jongste broer van mijn liefje stuurde vorige week een artikel uit 'Runnerworld' mee met zijn mail. Het gaat over het belang van bewegen tijdens chemotherapie. Hij en zijn partner zijn verwoede hardlopers en deden al aan menig marathon mee. In het artikel komt naar voren dat lichamelijke inspanning zoals (onder andere) zwemmen uitsluitend positieve effecten heeft. Een Duitse bewegingswetenschapper zei het in het artikel als volgt: 'het verhoogt de levenskwaliteit, ondersteunt de medische behandeling en er zijn behoorlijk sterke aanwijzingen dat het risico van terugkeer van de ziekte erdoor vermindert.' In dat artikel werd tevens gesteld dat sportende patiënten duidelijk minder last van angsten en depressies hebben tijdens de behandeling. Daarmee wordt stevig onderbouwd wat wij beiden intuïtief al wisten: lichamelijk actief zijn is goed en gezond.
De eerste week van de chemo kwam mijn liefje tamelijk goed door. Dat geeft hoop voor de volgende kuren. Er sprong in die week een licht op groen: ze mocht weer gaan zwemmen. Ze had er sinds de operatie naar uitgekeken dus het heugelijke feit moest worden gevierd! Dat vieren deden we door een dagje eerder te beginnen dan de arts had voorgesteld...Zij dobbert nu rond in badpak en t-shirt, met zonnebril en pet op, ingesmeerd met een dikke laag zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor. De huid kan immers sneller verbranden tijdens een chemokuur. De oncoloog stelde een burka voor maar dat voorstel wees zij resoluut van de hand. In het water komt je in een dergelijk kleed namelijk nauwelijks vooruit. En dat ze straks hoogstwaarschijnlijk een hoofddoek moet dragen, vindt zij al uiterlijk vertoon genoeg.
Wij zijn beiden liefhebbers van zonnig en warm weer maar wij zijn absoluut geen 'grilkipjes'. Het gaat ons om buiten zijn, in de schone lucht. Als we 's ochtends als enigen in het gemeenschappelijke zwembad liggen, gaan de gedachten automatisch naar het eigen zwembad in Bali uit. Helemaal voor onszelf... een heerlijk vooruitzicht! Hier trekken wij in de ochtend baantjes voor de conditie en in de middag dobberen en spelen wij een beetje. (De ironie wil dat al het zwembadopblaasspeelgoed in de container op weg is naar Bali.)
Mijn liefje zwemt rond met een verpleegsterhaai aan haar zijde. Als anderen in het bad te dicht in haar buurt komen, laat zij dreigend haar tanden zien. De meesten zullen denken dat ze vriendelijk worden toegelachen... ze moeten eens weten! Ik legde mijn liefje uit dat ze echt bestaat, die verpleegsterhaai (ginglymostoma cirratum). De soort is tamelijk ongevaarlijk voor de mens maar als ze zich bedreigd voelt, kan ze flink van zich afbijten. Een zuster Clivia met vinnen. De kaken van een verpleegsterhaai hebben dan wel niet de druk van de grotere haaiensoorten (3 ton per vierkante centimeter!) maar het schrikt toch af.
De trouwe lezer weet dat ik veel interesse heb in het gedrag van haaien en andere zeezoogdieren. Haaien zijn als soort al 400 miljoen jaren op onze planeet. Ze overleefden de dinosaurussen. Het intrigeert velen met mij dat zij het zolang uithouden.
In 1992 verscheen een boek met de titel 'Sharks Don't Get Cancer', geschreven door Dr I. William Lane en Linda Comac. In haaienkraakbeen zit een eiwit dat de aanmaak van nieuwe bloedvaten remt. Dit gaf Lane het idee dat tumorgroei kon worden geremd door inname van haaienkraakbeen. De bloedvoorziening van tumoren zou zo worden afgesneden. Ook Dr Houtsmuller, bekend van het dieet met dezelfde naam, beweerde dat haaienkraakbeen een genezende werking heeft op kanker en raadde patiënten het preparaat 'Cartil' aan. Deze ernstige ziekte is echter naar mijn weten nog nooit door dieetmaatregelen genezen. Als kanker eenmaal in een lichaam is ontstaan, moet er allereerst chirurgisch en therapeutisch worden ingegrepen. Ik geloof zeker dat onze gezondheid wordt bedreigd door bepaalde chemische stoffen in voeding, de zogenoemde carcinogenen, die DNA van gezonde cellen kunnen beschadigen. Bewust en gezond eten is dus heel belangrijk; dat kan eventueel preventief werken. In 1996 verscheen een vervolg op het eerdergenoemde boek, onder de titel 'Sharks Still Don't Get Cancer', geschreven door dezelfde auteurs. De medische claim op de genezende werking van haaienkraakbeen kan tot op de dag van vandaag niet worden waargemaakt.
Vorig jaar meldde de BBC dat haaienbloed een mogelijk wapen is tegen kanker. Ik las dat er bewijs is gevonden dat de afweerstoffen van haaien het uitzaaien van borstkanker kunnen tegengaan. Haaien hebben een immuunsysteem dat veel lijkt op dat van een mens maar hun afweerstoffen zijn uitzonderlijk veerkrachtig. Alhoewel het aantal haaien waarvan bekend is dat ze kanker krijgen zeer laag is, krijgen ze het wel degelijk... zelfs in hun kraakbeen.
Of het nu mythes zijn of feiten, door dergelijke bevindingen worden haaien wereldwijd bedreigd. Er wordt op hun kraakbeen gejaagd, op hun vinnen, hun vetten, hun olie. Dat komt hun aantallen niet ten goede en daartegen treden dierenbeschermingsorganisaties al jaren op. Ik vind dat terecht. Begrijp mij niet verkeerd: de medische wetenschap MOET vooruitgang boeken. Dat gaat echter vaak gepaard met dierenleed. De verpleegsterhaai, ook op de lijst van bedreigde diersoorten van de 'International Union for the Conservation of Nature' (IUCS) kan dat beamen.