Translate

donderdag 29 april 2010

Lekkâh!

Deze week konden wij vanwege de milde temperatuur voor de eerste keer sinds ons verblijf in Nederland tot later in de avond in de voortent zitten. Dat deden wij met Diederik en Tineke. Tot dan toe vond ik het in de avonduren koud en kil. Maar het voorjaar komt eraan! Eigenlijk zou ik nu moeten typen: 'de zomer komt eraan' maar zóver is het niet. Als het weer zo mild is, krijg ik wel weer zin om te kokkerellen op de camping.
In ons geval is kamperen zeker geen creperen: in de caravan hebben wij een 3-pitskookstel en een oven. Plus de Cadac Chef Deluxe die in de voortent staat. Dit is een multifunctioneel apparaat dat je eerst monteert en vervolgens aansluit op een gasfles. Met dit handige 'outdoor'-kooktoestel kun je grillen, barbecuen, roerbakken, rijst of pasta koken en wat dies meer zij. Mijn eigen kooklust is momenteel nog niet erg groot maar mijn eetlust wel. Albert Heijn en Simon de Vogel deden tot nu toe het voorwerk, wij deden de gemakkelijke rest. Onder druk beken ik hier dat het vooral mijn energieke liefje is die optreedt als Chef Deluxe... Haar Thaise curry en Limburgse aspergerecht waren heerlijk! Maar ook de Volkskeukenrecepten van culinair recensent Onno Kleyn van de Volkskrant deden mij in de afgelopen weken regelmatig het water in de mond lopen; onder andere zijn recept van geitenkaasjes met olijfolie op veldsla. Bekijk dit en andere recepten op zijn website.

Traiteur Simon de Vogel is mijn favoriete Haagse smulpapenwinkel. Je vindt hem op Frederik Hendriklaan 70. Hij wordt door mij al vele jaren Dokter Vogel genoemd, vanwege de 'heilzame' gerechten die je daar kunt kopen: de fameuze truffeltapenade, verse pasta's met truffel, vitello tonato, truffelgratin, stamppot van verse spinazie met zoete trostomaatjes en zoveel meer. Voor de goede orde: de ware dokter A. Vogel biedt homeopathische en fytotherapeutische oplossingen voor gezondheidsklachten en tips om gezond en fit te blijven.

Dokter S. Vogel organiseerde onlangs een wijnproeverij. In het proeflokaal stonden circa 50 mooie wijnen opgesteld uit de oude wereld (Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië) en de nieuwe wereld (Nieuw-Zeeland, Chili, Argentinië). En er waren overal wijndeskundigen en spietons. Dat is het chique woord voor spuugbakje. Een professionele proever slikt de wijn namelijk niet door. Ik heb het bakje niet één keer gebruik maar dat mag dan ook: ik ben een amateur... Van alle prosecco's, witte, rosé en rode wijnen viel vooral de fruitige nummer 49 bij mij in zeer goede aarde. Daarvan bestelden wij na afloop een doos. Het is rode wijn uit 2007, gemaakt van de Pinot Noir-druif. De wijn draagt de naam Saurus en komt uit Neuquen -ahum- in Patagonië, Argentinië. Er staat een dinosaurus op het etiket. De onderzoeker won het van de amateurvinoloog in mij. Ik vroeg de wijndeskundige waar de naam en het logo van de wijn vandaan komt. Het antwoord was verrassend: toen Familia Schroeder haar wijnvelden wilde aanleggen, trof men daar overblijfselen aan van een Titanosaurus. De resten zijn ter plekke in een speciale kelder te aanschouwen. Patagonië staat als reisbestemming al jaren op mijn wensenlijstje; ik heb nu nóg meer reden om te gaan!

Over lekker gesproken: wij werden in de afgelopen dagen verwend door kokkerelski van Ton en Meinie en Didi en Hugo. Zij nodigden ons bij hen thuis uit voor het diner en voor de lunch. Wij genoten van hun moussakataart, de zelfgemaakte champignonsoep en rijkgevulde forelsalade met avocado (geïnspireerd door Dr. Frank). Met een heerlijk glas wijn en uitzicht op grote schepen en bloeiende bomen.

Deze week werd ook de nieuwe lijst van beste restaurants ter wereld gepubliceerd. Dit jaar staat het Kopenhaagse restaurant 'Noma' van de jonge chefkok René Redzepi op de eerste plaats. Onze eigen smaakpapillen gingen daar twee jaar geleden al proeven tijdens een stedentrip. Nummer 2 is dit jaar het Noord-Spaanse restaurant 'El Bulli' dat vorig jaar op 1 stond. Het restaurant van sterrenkok Ferran Adrià is slechts enkele maanden per jaar geopend en de wachttijd is circa een jaar. We hebben het nog niet bezocht en we moeten snel zijn: na 2011 gaat het restaurant twee jaar dicht. Wel kook ik in Spanje regelmatig uit zijn 10-minutenreceptenboek. Op plaats 3 staat dit jaar het restaurant 'The fat duck' van chefkok Heston Blumental, in Bray-on-Thames. Wij woonden er niet ver vandaan en bezochten het restaurant enkele keren. De Engelsen kunnen wel degelijk koken, meneer Wind ('Pijeah' voor vrienden)! Hij is zelf vertegenwoordiger van het platHaags koken.

Sterrenrestaurant 'De Librije' van Jonnie en Thérèse Boer kwam de lijst met stip binnen. Met de nieuwe nummer 1 waait er een nieuwe wind door de top3: de nummers 2 en 3 zijn beiden exponent van het experimentele koken. Hun keukens zijn heuse laboratoria. Daaruit komen gerechten als slakkenpap en spoom uit een spuitbus. De huidige nummer 1 vertegenwoordigt de traditionele, regionale, seizoensgebonden keuken. Eten is voor ieder mens een eerste levensbehoefte. Eten uit de schijf van 5 is een aanrader. Lekker eten is puur genot.


zondag 25 april 2010

Snolliebollie Revisited

De regelmatige lezer van dit blog weet dat ik momenteel oppasmoeder ben van Snolliebollie, de leukste labrador van het Groot-Haagse Rijk. Aan de vooravond van ons vertrek mailde Bernadette -die dit weekend een spetterend strandfeest gaf om haar 50ste verjaardag te vieren- mij om ons een fijn samenzijn toe te wensen. Op de avond van de eerste oppasdag belde Ger die vroeg of ‘ze’ mij herkende van de logeerpartij van vorig jaar. Je ziet: gedeelde pret is dubbele pret!
Ik vertelde hem dat honden niet bekend staan om hun lange termijngeheugen maar dat ze op deze eerste dag zonder biologische ouders desalniettemin ontspannen op mij overkwam. Dat kwam mede door de verleidelijke hondensnacks. We willen geen zout in de wonden van haar ouders strooien. Zij misten niet alleen hun blonde viervoeter, ze misten ook bijna hun vliegtuig naar Berlijn en op zeker hun koffer. Die kwam niet met hetzelfde vliegtuig aan. Dat verbaasde mij niets: het was tenslotte de eerste dag dat onze nationale luchtvaartmaatschappij zijn reguliere vluchten uitvoerde na de IJslandse vulkaanuitbarsting. Eerder dreef geldhonger Nederlanders naar IJsland (Icesave) en IJsland stuurde aswolken terug. Recent las ik het volgende gezegde dat kennelijk populair is bij de IJslanders: ‘Europe wanted cash, we sent them ash’. Een woordgrap die bij toeval goed bekt; ik kan het wel waarderen.

Feit is dat Snolliebollie ontspannen haar eigen gang gaat maar tegelijkertijd goedgemutst meeloopt en zich ’s avonds tevreden aan onze voeten nestelt. Net als vorig jaar zijn zij en ik dikke maatjes, al prees een buurmeisje het feit dat de hond slanker is geworden. In het katern van NRC las ik dat Nederlandse honden en katten zo’n twee miljoen kilo vlees per dag eten... 2.000.000 kilo van hun eigen soort?! Gelukkig levert Snolliebollie nauwelijks tot geen bijdrage aan die beschamende cijfers.
De blonde schat brengt naar verluid het beste in mij naar boven. Zozeer zelfs, dat mij liefje mij een dringend verzoek deed: of ik mij altijd zo zou kunnen gedragen, ook zonder hond?! Ze vindt mij namelijk “liever dan anders”. Het zal je maar worden gezegd?! Maar ‘zorgen moet je doen. Niet maken.’ (Vrij naar Loesje.) Ik legde haar daarom geduldig uit dat een huisdier nu eenmaal afhankelijk is van de zorg van mensen. En zo onvoorwaardelijk als Snolliebollie haar vriendschap aanbiedt, zo ongeremd en ongegeneerd als ze om nóg een aai vraagt… Waar vind je dat nog? (Ik bedoel hier natuurlijk: in wie?) Maar eerlijk is eerlijk: mijn liefje ruit aanzienlijk minder en ruikt véél lekkerder!

Snolliebollie is met haar elf jaren een dame op leeftijd aan het worden: overdag slaapt ze meer en haar tempo van lopen en rennen ligt lager dan vorig jaar. Haar lieve ogen gaan nog steeds glinsteren als ze naar de tennisbal lonkt. Spelen doen we nu met mate; een labrador kent de eigen grenzen niet en ik wil niet dat haar iets ernstigs overkomt want ze is mijn hartendief. Ik heb er twee (dieven, welteverstaan). Nummer 2 -die doorgaans nummer 1 is- is weliswaar meer een kattenmens maar ook zij heeft haar hart geopend voor Snolliebollie. Dat komt hoogstwaarschijnlijk doordat zij veel Hollandse aardappelen eet. Volgens de Boliviaanse president Morales word je homo van het eten van Hollandse piepers… Hoe komt de man op zo’n idee? Als we hem mogen geloven, is de Nederlandse aardappel een duivelse variant van de oorspronkelijke aardappel uit de Andes. De verderfelijke werking zou komen door genetische manipulatie en toevoeging van hormonen.

Toen de hond en ik op vrijdag aan de ochtendwandeling begonnen, zag ik dat tuinen en plantsoenen waren overdekt met rijp. Al was het lente, de natuur bood een winters aanzicht. De nacht ervoor was glashelder en koud geweest maar de ochtend was zacht en verfrissend. De strakblauwe lucht hing na het recente ‘vlieginfarct’ weer vol met vliegtuigen en condensstrepen. Vanwege de koude grond moeten haar kleine en grote boodschap niet plezierig hebben aangevoeld… De foto’s die ik die ochtend van haar maakte, waren er niet minder mooi om. Andy Warhol zou blij zijn geweest met haar als model. Hoe het alledaagse bijzonder, ja zelfs een waar kunstwerkje wordt.
Morgen draag ik de verzorging van Snolliebollie weer aan haar biologische ouders over. Ik moet er even niet aan denken.


woensdag 21 april 2010

Aaibaarheidsfactor

Eerder deze maand overleed Rudy Kousbroek, Nederlands essayist en romanschrijver, op 80-jarige leeftijd. Kousbroek werd geboren in Sumatra (Indonesië); dat schept een band. Hij was een van de Vijftigers en schreef onder andere voor Vrij Nederland en NRC Handelsblad. In 1975 ontving Kousbroek de prestigieuze P.C. Hooftprijs. Hij was de schrijver die het begrip 'aaibaarheidsfactor' introduceerde in het Nederlandse taalgebied. Het was de titel van een bundel die door (collega-)literatuurwetenschappers als “een nooit overtroffen hoogtepunt in de Nederlandse Poezenliteratuur” werd geëerd. Kousbroek hield van katten. Van alle levende wezens stonden deze dieren voor hem qua aaibaarheid met stip op 1!

Als kind groeide ik niet op met huisdieren. Ik wilde wel graag een hond of kat maar mijn moeder was er huiverig voor; er kwamen daarom geen viervoeters over de drempel. Ter compensatie leerde ik de dierenencyclopedie zo ongeveer uit mijn hoofd. Het maakte mij een ware dierenliefhebber.

Toen ik eenmaal mijn eigen leven bestierde, schafte ik -met een vriendin- een hond aan. De keuze viel op een boxer-pup die Maximiliaan werd gedoopt. Hij was oerlelijk: met een flinke onderbijt (een onderkaak die verder uitstak dan de bovenkaak waardoor zijn mond niet goed sloot) maar hartverscheurend grappig en lief. Alhoewel ik alle puppieboeken las, leerde Max mij veel over honden en mijn eigen gedrag. Er zijn vele herinneringen aan hem maar één wil ik hier delen. Max bleek dol op gekookte kippenlevertjes in zijn avondmaaltijd. Op een zomeravond bereidde ik in mijn Amsterdamse driehoogachter keuken zijn favoriete hapje. Ik zette zijn stomende etensbak in het open vensterraam om af te koelen. Hij kwam enthousiast aangelopen en zette zijn grote puppypoten in de vensterbank, daarmee de volle bak over de rand duwend! De maaltijd belandde vele meters lager in de achtertuin van de onderburen. Ik dacht dat ik door Max voor altijd 'hondenmens' was.

Tot ik mijn liefje leerde kennen. Met haar kreeg ik voor de eerste keer in mijn leven te maken met katten. Zij had er namelijk twee: Porcelaine, een Siamees mannetje, en Scarlett O'Hara, een vrouwtjeslapjeskat. Toen ik voor het eerst bij hen thuis kwam, vond ik haar meteen leuk maar de katten hield ik op afstand. Ik vond dat gekrioel om mijn benen en dat intensieve gestaar maar zo-zo... Ik was iemand die dacht volgens het cliché: 'een hond heeft een baas, een kat heeft personeel'. Ik was toen niet bereid en in staat een kat te dienen.

Maar katten bepalen zelf wat er gebeurt. Daarover bleek ik niets te zeggen te hebben. Toen ik vaker langskwam, begonnen zij duidelijk aan te geven wat ze met mij wilden. Als ik uitgestrekt in mijn huispak op de bank lag te relaxen, kwam Porcelaine op mijn borstbeen zitten, met zijn katteneus tegen de mijne gedrukt. En dan maar spinnen. De eerste keren vond ik dat best eng maar dat gevoel verdween alras. Midas Dekker, bioloog en rasironicus, zei in een recente uitzending van 'De Wereld Draait Door' dat je je best moet doen voor een partner en er altijd leuk moet uitzien maar voor poezen hoeft dat allemaal niet. Uit eigen ervaring weet ik dat het waar is. Al was ik nog zo moe en zag ik er op mijn sjofelst uit, Porcelaine vond mij leuk. Ik heb veel van die machokater gehouden.

En dan Scarlett. Ze was een schoonheid met haar oranje-wit-bruine vacht en haar intens blauwe ogen. Zij was een getroubleerde kat, afkomstig uit een asiel. Doorgaans hield zij zich afzijdig maar soms kwam ze langs voor een aai en wat gespeel. Het was vanwege haar nare verleden niet gemakkelijk een band met haar op te bouwen maar het lukte toch. Als ik klassieke muziek opzette met vogeltjesgetjilp, liep zij gespannen-ontspannen heen en weer voor de muziekboxen. Mij snorrend, met glinsterende ogen aankijkend.

Kousbroek beoordeelde mensen naar hun katgerichtheid: als hij op bezoek ging bij mensen wier sofa door kattennagels aan flarden lag, vond hij dat bij voorbaat een goed gezin. Ons sprak dat aan; mijn liefje en ik woonden op een bepaald moment in een geplastificeerd huis. Poezekind Scarlett (17 jaar) werd namelijk incontinent en wij pasten onze leefomgeving aan haar ongemak aan. Toen zij in de kattenhemel was, vond Porcelaine (18 jaar) het leven niet meer de moeite waard: op een dag weigerde hij te eten. Ze waren al zo lang samen geweest...

Maar vanaf vandaag zal hond Eilean -alias Snolliebollie- weer even de scepter in mijn leven zwaaien. We gaan namelijk een paar dagen oppassen want haar biologische ouders gaan een uitstapje naar Berlijn maken. Snolliebollie speelde vorig jaar een belangrijke rol in de heling van mijn getourmenteerde hart. Ik noemde haar om die reden toen mijn 'troostmeisje'. Mijn hart-voor-honden gaat weer sneller kloppen. Dit fotogenieke blondje heeft voor mij de hoogste aaibaarheidsfactor!

zondag 18 april 2010

Zand, wind, water

De vulkaanuitbarsting op IJsland op woensdag jongstleden was in de afgelopen dagen ook goed merkbaar en zichtbaar aan de Zuidhollandse kust. Merkbaar is de stilte in het luchtruim boven de camping. Normaliter vliegen de eerste vliegtuigen 's ochtends vroeg over. Ik hoor ze dan en draai mij nog eens om in mijn comfortabele bed. Nu is het al dagen stil, afgezien van het vele vogelgekwetter bij zonsopgang.
De KNMI-meteorologen verwachtten in de afgelopen dagen opvallend rode zonsop- en ondergangen doordat de IJslandse asdeeltjes de kleur van de zon voor het oog veranderen. Ze bleken het eindelijk goed te hebben: wij zagen de zon in de afgelopen dagen rozerood de zee in zakken. Dat is op zich geen vreemd verschijnsel in de zomer maar het is wel bijzonder in de lente. Tja, wij hebben ons te schikken naar de grillen van de natuur.

Er is momenteel sowieso veel te zien en te beleven op de stranden rondom Kijkduin. Na aankomst op de camping liepen wij over het strand en zag ik grote hoeveelheden 'vreemde' schelpen liggen. Het betrof een enorm aantal scheermessen, grote oesterschelpen en sand dollars. De piepkleine, witte sand dollar (zie foto) is een kale zee-egel die je aantreft in laag water. De schelpen komen weliswaar op het noordelijk halfrond voor maar ik vond ze tot nu toe vooral op stranden in de Verenigde Staten; niet in Nederland en zeker niet in dergelijke hoeveelheden.
Wat ik ook voor de eerste keer zag rondom de golfbrekers aan het strand van Kijkduin, waren een grote zwerm drieteenstrandlopers (foto) en een kleine zwerm scholeksters. Dat is niet verwonderlijk met zoveel lekkers in de branding... Nederland en de gemeente Den Haag hebben grootse plannen met dit gebied. Men wil hier Wereldstad aan Zee worden.

Om dat te bereiken, zullen in de komende jaren grote werkzaamheden op de stranden en in zee gaan plaatsvinden. Zo wordt momenteel op het strand van Ter Heijde grootschalig zand opgespoten. De 'Combinatie Delflandse Kust' (Boskalis & Van Oord) begon op 2 april jongstleden bij strandopgang Schelppad met het opspuiten van zand voor het verbreden van duinen en strand. De combinatie werkt deze maand zuidwaarts richting strandopgang Molenslag. Een deel van het strand is door de werkzaamheden tijdelijk niet toegankelijk. Wij liepen met het gezicht in het zonnetje zuidwaarts over het strand naar genoemde plek waar we door een hek en waarschuwingsborden werden tegengehouden. Ik sprak daar met een beveiligingsman van het project: op 15 kilometer uit de Zuidhollandse kust wordt door een Boskalis-schip, een zogenaamde 'sleephopperzuiger', zand van de Noordzeebodem opgezogen. De zuigbuis heeft een diameter van 1 meter. Het opgezogen zand wordt vervolgens met hulp van het kleinere Van Oord-schip gekoppeld aan de permanente pijpleiding die vanaf het strand de zee inloopt. Van daaruit wordt grof en fijn zeebodemzand op het strand en in de duinen aangebracht. Een intrigerend gegeven. Immers, wat ligt daar niet allemaal.?!

Eerder las ik in een krant over bijzondere vondsten die amateur-biologen tijdens die opspuitingen deden op het strand van Ter Heijde. De jonge onderzoeker in mij liep dus met ogen-op-steeltjes over het betreffende strand. Nu doe ik dat al ongeveer 40 jaar dus in de loop van die jaren bouwde ik een zogenaamd 'zoekbeeld' op waardoor je snel dingen kunt opmerken. Het verbaasde mij dan ook niet dat ik een vondst deed: ik vond een zwart bot (fossiel). Inmiddels heb ik op basis van een foto een verzoek tot determinatie gericht aan een medewerker van Naturalis, het Natuurhistorisch Museum in Leiden. Daar heeft men een sectie 'Vondsten van de Noordzeebodem'. Ik ben zeer benieuwd wat ik krijg te horen. Wat het ook is, de pret van het vinden neemt men mij niet meer af. Wordt vervolgd.



woensdag 14 april 2010

Fietsen door Berlijn

Gedurende enkele dagen was ik een 'Berliner' en dat was leuk. Dat is sowieso beter dan een Frankfurter zijn als je begrijpt wat ik bedoel... De reis met de Deutsche Bahn verliep stipt -zoals je van Duitsers mag verwachten-, met een hapje en drankje aan boord van de trein. We zaten immers niet ver verwijderd van het restauratierijtuig. Ja, mijn liefje is een goede organisator. Het tijdig binnenrijden van het hoofdstation van Berlijn was een prettige ervaring: het imposante, moderne stationsgebouw van staal en glas werd ontworpen door Santiago Calatrava; een van mijn favoriete Spaanse architecten.

Ook over het schone hotel niets dan lof: het was gunstig gelegen in een stille straat maar toch op loopafstand van de Kurfürstendamm, de hoofdstraat van Berlijn. Dit Art'otel met permanente Andy Warhol-expo had zeer voorkomend personeel en huurfietsen waarop je naar Tokyo kon rijden. We beperkten ons echter tot Berlijn maar we doorkruisten wel bijna de gehele stad... Zelfs mijn liefje liet zich op dit vlak niet onbetuigd; zij fietste energiek achter mij aan. Aan de Ku-damm zijn vele eersteklasrestaurants en winkels te vinden; daar heerst zeker geen patatcultuur. Elke avond aten wij daar overheerlijk, onder andere bij Art Deco-restaurant Bressler.

Wij gingen goed voorbereid op reis: vooraf had ik een lange lijst van bezienswaardigheden en goede adressen genoteerd. De lijst betrof vooral architectonische wonderen, zoals de glazen koepel van het Reichstagsgebouw die door de Brit Sir Norman Foster werd ontworpen. Ook hij is voor mij een held van de architectuur: hij ontworp onder andere de brug van Millau en Terminal 5 van Heathrow (een vroegere werkgever). Op de trappen van het regeringsgebouw sloten wij ons bij de lange rij wachtenden aan terwijl de wind om het grote plein met andere regeringsgebouwen loeide. Al wachtend, werden we afgeleid door een Berlijnse theatergroep die mijn mondhoeken regelmatig deed krullen.

We fietsten naar het 'Hansaviertel', de beroemde wijk die na de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog door architecten van over de gehele wereld opnieuw werd opgebouwd. Oscar Niemeyer, de eigenzinnige Braziliaanse architect (ook een persoonlijke favoriet) was een van hen maar vele beroemde namen klinken daar als klokken, zoals Le Corbusier, Jacobsen en Baldessari. Daar is heel veel te zien!

Ik bekeek het ontwerp van de Amerikaanse architect Frank O. Gehry in de DZ-bank op de Pariser Platz, op steenworp afstand van de Brandenburger Tor. Zijn vis van glas en staal in het hart van het bankgebouw is van een wonderlijke vorm en schoonheid. Gehry is de ontwerper van Guggenheim-musea in New York en Bilbao (Noord-Spanje) die ik eerder bezocht.

En wij gingen op zoek naar joodse geschiedenis: het Joods Museum dat door de, van origine Poolse architect Daniel Libeskind werd ontworpen. Zijn ontwerp en het onderwerp van het gebouw brengen je uit evenwicht, zowel letterlijk als figuurlijk. We bezochten de oude joodse begraafplaats, het monument ter herdenking van de moord op de Europese joden (Peter Eisenman), de nieuwe synagoge. En we werden stil van het gedenkteken voor de weggevoerde joodse kinderen van Berlijn, gelegen naast station Friedrichstrasse. Ik moest voortdurend denken aan de uitdrukking van de Nederlandse kunstenaar Armando: 'schuldig landschap'. De bomen, de gebouwen, de straatstenen; ze staan en liggen er nu ogenschijnlijk vredig bij maar ooit waren ze getuigen van diep menselijke drama's...

Als je al die grote namen van architecten in één stad bij elkaar vindt, weet je dat je op een bijzondere plek bent. Dat vond ik dan ook. Berlijn is mooi, schoon en allervriendelijkst. Diezelfde stad kon het hart van mijn liefje echter niet beroeren. Haar overviel vooral de grauwheid. De grauwheid door het communisme vond vooral zijn weerspiegeling in het voormalige Oostduitse gedeelte van de stad. We bezochten het vrije Checkpoint Charlie aan de Friedrichstrasse, waar ik 30 jaar geleden met mijn visum in de rij stond voor een bezoek aan Oost-Berlijn. Ik herinner mij dat we werden achtervolgd door een grijze figuur in een even grijze regenjas. Waarschijnlijk een Stasi-figuur, weet ik nu.
Mijn liefje en ik fietsten naar de East Side Gallery om resten van de Berlijnse afscheidingswand te zien, waarop kunstenaars na de val van de muur hun politieke statements schilderden.

Mijn feestelijke verjaardagsdiner vond plaats bij Michael Hoffmann, sterrenkok van restaurant 'Margaux', in een zijstraat van Unter den Linden. De kok spant zich vooral in voor vegetarische gerechten, met groenten en kruiden uit eigen tuin. Hij en zijn vrouw plannen momenteel een weekendje naar het Amsterdamse restaurant 'De Kas'. Ik vertelde over de roman van Jiskefet-acteur Herman Koch die zich daar afspeelt. Het culinaire 8-gangenmenu, Kathrin (de vrouw van de chef), het taartje met 1 kaars, de Russische gasten, het gepubliceerde boek 'Kräuter' van de chefkok en mijn eigen tafelvrouwe zullen mij lang heugen.

We zijn inmiddels terug op de camping. Ikzelf ben een jaartje ouder en samen zijn we vele indrukken rijker. Het geluid van de bulderende Noordzee op de achtergrond verschaft het thuisgevoel. Een wereldburger aardt immers overal... Het weer is uitgesproken goed voor erwtensoep en zuurkoolstamppot. Maar ook voor de eerste Hollandse asperges: vandaag is het zover! De fotoreportage van deze stedentrip is te aanschouwen bij 'Mijn Foto's'.


donderdag 8 april 2010

Plat Haags

In de afgelopen dagen was het in dit deel van Den Haag heerlijk zonnig. We zaten in korte mouwtjes rondom de caravan. Maar een mens kan het ook overdrijven: een Hollandse buurvrouw lag plat op haar buik in bikini voor haar tent...
Wij genoten van de nieuwe 'Limited Edition' Nespresso in appelgroene verpakking en de Volkskrant in tabloid-formaat. Er is al veel over gezegd en geschreven: ik vind het een handzaam formaat maar wat mij vooral opvalt is dat het zo'n goedgevulde krant is geworden. Nationaal en wereldnieuws blijven hetzelfde, ongeacht kranteformaat maar in de vernieuwde Volkskrant staan meer interessante columns, diepte-interviews en beschouwingen. Wat mij ook verheugt, is dat Bert Wagendorp (scherp columnist) en Onno Kleyn (culinair recensent) nog steeds aan de krant zijn verbonden. En dan de puzzels van Jan Meulendijks. “One Meulendijks a day keeps the doctor away”; ik schreef het twee jaar geleden al, vanaf dezelfde camping. Zijn codekraker is mijn favoriet.

De fietsbanden zijn opgepompt, de winterjassen uit de motteballen gehaald, de gasflessen gevuld en aangesloten en het nieuwe kooktoestel getest en goedbevonden. Daarmee zijn we klaar om op pad te gaan maar ook om zelf te entertainen!

Gisteren las ik in de Times Online dat een van mijn favoriete sportvrouwen van vroeger Martina Navratilova (53 jaar) onlangs de diagnose borstkanker kreeg gesteld. Haar eerste eigen reaktie was: “hoe kan dat nou? Ik leef zó gezond?!” De ziekte noemt zij in dat artikel: 'her toughest match'. Dat begrijp ik: kanker is de ergste tegenstander in een mensenleven. De tumor werd echter vroegtijdig ontdekt, tijdens een routinematig borstonderzoek. Inmiddels is zij geopereerd. Haar lymfeklieren in de oksel bleven gespaard en er werden geen uitzaaiingen geconstateerd. Haar artsen vinden dit een goed uitgangspunt voor compleet herstel. Long may she live!

“Ut is heftug mâh oâk dit mèsie wôhdt vèftug...”

Op het web kun je tegenwoordig teksten in algemeen beschaafd Nederlands automatisch laten omzetten naar plat Haags. Met bovenstaand resultaat. Nu we toch in Haagse Harry-sfeer zitten: ik las dat ook Coronation Street, de langstlopende soap over bewoners van een straat in een arbeidersbuitenwijk van Manchester, dit jaar 50 wordt!

Teneinde goede en eventuele slechte grappen over mijn aanstaande leeftijd te vermijden, vertrekken mijn liefje en ik morgenochtend naar Berlijn om daar mijn verjaardag te gaan vieren. Begrijp mij niet verkeerd: ik heb geen last van ouder worden, ben niet bezig met botox, collageen of lipiden. Ik vind het fijn om te leven en geniet elke dag van vooral kleine dingen. Maar ook grote dingen zijn nog volop aan mij besteed. In die zin is het bereiken van deze leeftijd geen mijlpaal voor mij. Als 50-jarige in spé voel ik mij jong maar ik herinner mij dat ik mensen van diezelfde leeftijd gewoonweg oud vond ten tijde van mijn werkelijk jonge jaren...

Zo deze aanstaande Sarah al verjaardagswensen heeft, zijn ze zeker niet van materiële aard. Met Martina Navratilova wens ik alle vrouwen die dit lezen toe: “Get the bloody mammogram!”. De plat Haagse variant laat ik hier maar zitten; de Engelse tekst lijkt mij duidelijk genoeg. Jullie horen binnenkort weer van mij. Tschüß!




zondag 4 april 2010

Hagel

De reis van Spanje via Frankrijk naar Nederland verliep goed al ondervonden wij enkele onvoorziene files: aan de Luxemburgse grens (1 uur vertraging) en rondom Brussel (nog eens 1 uur erbij). Toen ik tien jaar geleden naar het buitenland verhuisde, was ik de files op de Nederlandse wegen meer dan zat. In de afgelopen dagen zag ik het ongedurige gedrag van medeweggebruikers en moest ik mijzelf inspannen om niet direct tot eenzelfde gedrag te vervallen: over doorgetrokken lijnen rijden, constant van rijstrook veranderen in de veronderstelling dat je in de verkeerde rij zit, mopperen op suffe bestuurders, enzovoorts.

In de Franse Pyreneeën en de streek Bourgogne kozen wij tijdens onze reis een restaurant met kamers. Niet andersom. Terwijl ik dit schrijf, zijn mij vooral het rijkelijk belegde kaasplateau en de heerlijke glazen rode wijn bijgebleven. Volgens wijnschrijver Harold Hamersma die in zijn recente boek 'Wijnreis door mijn lichaam' de positieve effecten van wijngebruik beschrijft, mogen vrouwen drie glazen rode wijn per dag drinken. Op dit punt ben ik wel goedgelovig... Maar ook de krokant gebakken kalfszwezerik met verse morilles doet mij het water weer in de mond lopen!
Verder was het vooral koud: minimaal 3° en maximaal 13° Celsius. En dan te bedenken dat wij de dag voor ons vertrek naar Nederland in Spanje nog met blote voetjes en korte mouwen aan het strand van de zon genoten.

Dit jaar besloten wij, na een onderbreking van circa twee jaren, naar de camping in Kijkduin terug te keren. Vorig jaar was de gedachte aan kamperen zonder Nelly voor mij onverdragelijk. Dit jaar konden wij niet kiezen uit de beste standplaatsen daar wij pas wilden reserveren na groen licht voor mijn liefje, van de oncoloog. Dat was echter betrekkelijk laat voor het campingseizoen.

Met hulp van lieve campingburen-van-vele-jaren en op advies van het plaatselijke campingbeheer werd voor ons een plek gekozen. In onze afwezigheid installeerden Ton en Meinie caravan en voortent op de geselecteerde plaats. Alles stond klaar toen wij arriveerden; er was zelfs stof gezogen en er was op ons gerekend bij de avondmaaltijd. Wat een luxe en wat en lieverds!
De gekozen locatie was naar verhouding goed, al lag de plaats dicht bij het sanitaire gebouw waar bijna elke minuut wel een deur bleek dicht te slaan. Die deuren kunnen zachtjes worden gesloten maar dan moet je wel over die handeling nadenken...
Toen mijn liefje de volgende dag bij de receptie van de camping informeerde over een eventuele verlenging van ons verblijf aldaar, bleek bij nader inzien dat er toch nog andere standplaatsen beschikbaar waren. In tegenstelling tot eerdere berichten. Na inspectie voelden wij wel heel veel voor een verhuizing naar een zonnig, stil laantje, zonder klapperende toiletdeuren in de buurt. Maar die grote caravan en gevulde voortent stonden nèt op plaats van bestemming. Wij legden de kwestie voorzichtig aan onze opbouwers voor want tja, hoe ondankbaar kun je overkomen?! Zij reageerden echter unaniem positief: als wij wilden verhuizen, moesten we dat gewoon doen!

Veel losse spullen -inclusief tentstokken, grondzeil en kleden- stouwde ik in de auto. De grote voortent bleef echter aan de caravan vastzitten; met een touw werd die enorme lap natte stof bovenop de caravan gebonden. De electrische apparaten in de caravan werden provisorisch of professioneel vastgezet. Zo werd dat grote ding met uitstulpingen van zijn oude plek naar de nieuwe staanplaats getransporteerd. Je had het schouwspel moeten zien. In de regen. En vreemd maar waar: ik had mijn camera niet paraat! Toen de caravan met veel geduw en getrek eenmaal op de nieuwe plaats stond, begon het te stortregenen. Er viel zelfs een heuse hagelbui. Het blijkt maar weer: April doet wat het wil. Net als de April-rammen?

Onze caravan met voortent werd in één etmaal dus tweemaal opgezet; een niet onaanzienlijke klus. Op de nieuwe locatie kwam de Duitse buur, die aanhanger blijkt van groß - größer - größest, in aanvaring met ons. Wij zouden daar met onze caravan niet mogen staan, die standplaats zou slechts voor tenten zijn. Welnu, niet volgens de campingadministratie en zeker niet volgens ons. Wat hebben Duitsers kennelijk een 'lebensraum' voor zichzelf nodig?! Het lijkt hier wel op een nieuwe bezetting. Toen diezelfde buurman vroeg hoe lang wij naast hem dachten te blijven staan, reageerde hij op mijn antwoord met "O Gott". Het bewijs dat er echt iets mis is met die man. Ooit las ik ergens: 'God is not dead, he simply refuses to get involved.' Dat zou ik in dit geval ook doen. De Duitser Ratzinger, paus en daarmee Gods plaatsvervanger op aarde, reageert ook al jaren niet op misstanden en smeekbeden...

Mijn liefje en ik hebben het naar onze zin op de nieuwe plek: goed gepositioneerd voor ochtendzon, met tamelijk vrij uitzicht, met een bos vol vogels en konijntjes direct achter onze caravan gelegen en lieve buurtjes één pad van ons verwijderd. Wat wenst een kampeerder zich meer? Zo komt er weldra weer rust 'in de tent'!